Historisch Archief 1877-1940
No. 2461
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
JOHANNA BAKKER
Nu werk ik op me zelf, met een kleine schaar
van leerlingen. En dan heb ik mijn twee kinder
koren, van Ons Huis hier te Amsterdam, die samen
omstreeks 200 leden tellen: arme
volksbuurtkinderen, die zoo heerlijk frisch en gevoelig zingen,
en die van je houden om het mooie uur dat ze met
je beleven. Dat is prachtig werk. Minstens even
heerlijk als op het concertpodium je taak te ver
vullen. Och, alle manieren om voor de menschen
te zingen zijn goed. Soms denk ik: 't komt er
niet op aan, waar en voor wie. Strooi het zaad
maar Uit. Den oogst weet men niet. Dat hoeft
ook niet
Concerten arrangeeren is duur. Soms denk ik:
waarom kijk je dien kant nog op; zing maar voor
die arme schapen, en voor wie het overigens hooren
wil. En leef maar sober, dan heb je niet veel noodig.
Ik neem nu maar wat voorde hand ligt om te doen.
Ik wil graag zingen, en veel menschen zingen
leeren, (niet alleen met technische kunstvaardig
heid, maar met hun hart). En mooie liederen
opzoeken en ze verspreiden. Dat is mijn doel"....
Zoo schreef onlangs mevr. Johanna Bakker
aan iemand die haar had verzocht, iets omtrent
zich zelve mee te deelen. En ik schreef dit over,
omdat zij door deze woorden het duidelijkst wordt
gekarakteriseerd.
Door en door muziekaal, begaafd met een mooie
stem, goed geschoold door ernstige studie onder
bekende meesters, zoo treedt zij op, volkomen
natuurlijk en eenvoudig, zeldzaam vrij van bij
komend effectbejag, geheel opgaand in de kunst,
die zij voordraagt. Op haar zou men werkeliik de
zegswijze kunnen toepassen, dat zij ,,zingt als
een vogel", plus dat zij, als mensch, niet alleen
de melodiën maar den geheelen, dichterlijken
inhoud hare r liederen liefheeft. Zij heeft de aardige
gewoonte om, alvorens een lied te zingen, den
tekst te zeggen. Dan slaat zij een paar
accoorden aan op de piano, accompagneert zich zelve als
tot een heel bescheiden ondersteuning van haar
zang....
Zoo hoorden wij haar verleden winter een reeks
van oud-Nederlandsche liederen geven. Doch daar
toe beperkt zich haar programma niet. Zij heeft
ook moderne muziek in haar mars en behalve
Nederlandsche, ook Fransche, Duitsche en
Engelsche.
Ik hoop dat in het aanslaande seizoen weer
menigeen daarvan zal genieten.
Cl i; E R T R U I 1) A C A R IC L S E N
IN EN OM HET SLAKKENHUISJE
Beste Jo,
8 Augustus 1924
Ik was blij, na zooveel tijd, teeken van leven
van je te krijgen. Je vroeg me, hoe ik het maakte
in m'n slakkenhuisje." Je wilde met deze leuke
benaming zeker de kleinheid van ons huisje
aanduiden, en inderdaad geeft het den indruk,
alsof je het wel op je rug zou kunnen meenemen !
Ook herinner ik me, hoe het vroeger jouw ideaal
was om als 'n slak in 'n slakkenhuisje te kunnen
wonen; onafhankelijk van je omgeving, en hoe
heerlijk het je leek dan in bepaalde stemmingen
in je huisje te kunnen wegkruipen.... alleen!
Nu, maatschappelijk vrij ben ik hier ook wel,
en als je man en kinderen als onafscheidbaar
van mezelf neemt, ook wel alleen". Maar of jij
het daarom ideaal zou vinden in mijn plaats te
zijn? Jij hebt het druk in je practijk, last van je
patiënten, last van je talrijke Indische bedienden,
maar ik heb het druk in m'n te kleine huisje,
ploeterend met te weinig hulp, roezig door de
? kleine bengels.
l|Toch vind ik het op zichzelf niet naar, dat ik
feitelijk in 'n arbeidershuisje woon, te midden
van het volk". Het huis is vrij en met heerlijk
uitzicht en van de buren hoef ik niets te merken.
En maatschappelijk leer ik zooveel ! Je moet
te midden van het volk wonen als gelijke (allemaal
bewoners immers van ongeveer gelijke huisjes)
om het volk te leeren kennen, beter dan in 'n
bepaalde functie, zooals woringopzichteres, be
zoekster van liefdadigheid of iets dergelijks.
Je staat in dat geval altijd in een bepaalde ver
houding tot elkaar: de menschen doen zich gunsti
ger voor of beklagen zich extra, omdat ze voordeel
van je moeten hebben. Maar met ons hebben ze
niets te maken, we zijn niets dan 'n bepaald
nummer op de huurlijsten.
Ze merken toch al verschil, onbewust: je praat 'n
beetje anders, je hebt 'n beetje andere manieren, ik
ben zelf al anders, jammer genoeg zou
ikhaastzeggen. Niet om op 'n afstand te blijven,maar vanzelf
doe ik teruggetrokkener dan de andere vrouwen,
die het 'n genot vinden, tijden te verkletsen over
hun buren of ziekte (vooral over ziekte en narig
heid) over 't huishouden of over haar man (vooral
ook over je man !) Maar toch zijn er, omdat
we bewoners van 'n zelfde stadswijk zijn (dorp
zeggen we) genoeg aanknoopingspunten. En ik
heb ontdekt, dat er 'n soort vrijmetselarij bestaat
tusschen alle vrouwen, die kinderen hebben.
Over kinderen valt altijd wel wat te praten, zelfs
met vrouwen, die er geheel andere paedagogische
ideeën op na houden dan ik, zelfs met vrouwen, die
niet erg van hun kinderen houden. En gretig
luister ik naar alles wat ze vertellen, argeloos,
omdat ze praten als moeder tegen moeder. En
dSn pas krijg je eenig inzicht hoe die menschen
leven met hun kinderen.
Dikwijls denk ik dan: nu moet ik eigenlijk
wat zeggen, dat het onverstandig is 'n zuigeling
vaak in handen te nemen, onverstandig, ze
heel jong al niet meer te laten slapen 's middags
enz., enz. Maar ik kin niet gaan leeren", dat
moeten dan de kraamverzorgsters en de
wijkverpleegsters en de onderwijzeressen maar doen.
Misschien'onbewUst helpt mijn voorbeeld 'n beetje.
Als het je interesseert jij daar in de tropen
met geheel andere maatschappelijke verhou
dingen, in geheel andere omgeving en leefwijze
zal ik je zoo nu en dan eens vertellen, hoe we hier
in en om ons slakkenhuisje leven.
II
Voor ons huis speelden kinderen in den vallenden
avond. Wat oudere meisjes waren aan 't
touwtjespringen, 'n groote kring van klein grut zong van
vinger in de hoed, wie er mee doet." Leelijk
zongen ze, maar 't was 'n aardig gezicht, die v ie f e
figuurtjes, die geanimeerde gezichtjes. En toen
ineens zei ik tegen Rie, die bij me thcedronk:
wat 'n vreeselijk idee toch, dat alle kinderen,
die je daar ziet, thuis geslagen worden !" Rie
wou 't niet gelooven, maar ik kende de kinderen,
kende de ouders, aardige nette menschen som
migen, wat je noemt ,,'n net gezin", maar toch
heb ik het gezien van haast iedere vrouw hoc ze
om een kleinigheid haar kind 'n klap gaf. Blijf
van je neus af" klap Wat heb je je
toe gemaakt!" klap?(descheldwoorden,dood
gewone, zal ik maar niet opschrijven). Het is 'n
dagelijksch gezegde: als je je broertje slaat,
krijg je op je...." Dat de menschen het onlo
gische er niet van voelen, het kind te straffen
met hetzelfde feit, als waarvoor ze gestraft
worden. Moet in zoo'n kinderziel geen wrok
ontstaan tegen zoo'n groot machtsniensch, die
'n kind slaat, z'n mindere in kracht, omdat dat
kind z'n gelijke slaat? Zouden de menschen nu
werkelijk denken, dat de kinderen op die manier
het verkeerde zullen voelen van wat ze doen? De
kinderen, die nu geslagen Worden, zullen later
hun eigen kinderen slaan, zullen als volk",
meedoen aan 't slaan" van andere volken.
En gebeurt het alleen onder onontwikkelde
menschen? Ho maar ! Ik zou wel eens 'n enquête
Willen instellen ouder verschillende standen over
deze kwestie. Hebt u weieens uw kind geslagen?"
Wie eerlijk is en ja" zegt, zal toch hoogstwaar
schijnlijk niet zoo eerlijk zijn te bekennen, dat hij
of zij dat deed uit drift, om zich te uiten, maar
niet terwille van de opvoeding, terwille van de
psyche van het kind. Ze zullen zichzelf verdedigen
met allerlei mooie theorieën. Het is soms noodig
voor ze" zeggen ze heel gewichtig. En ik heb op
gemerkt, dat het vooral christelijke menschen
zijn, die dat zeggen. Ik ken 'n dominee, die
geregeld al z'n kinderen sloeg. Onmacht" ant
woord ik ze altijd. Beken tenminste, dat ie het
uit onmacht doet en in drift". Ik beken tenminste,
dat ik de jongens 'n enkele keer 'n tik geef, omdat
ik wat wil doen en op dat moment geen betere
reactie weet op hun euveldaad. Maar dat is slechts
'n windzuchtje, vergeleken bij de stormen, die
soms over de teere kinderlijfjes woeden.
Ik was laatst in de keuken bezig. Hein wou
kijken, wat er in 'n pan zat, greep er naar, boven
z'n macht; 't was kokende melk. Blijf af" riep ik
verschrikten ik trok 'm zoo ruw van het gevaar af,
dat hij viel. Je had moeten zien, hoe
dood-ongelukkig, hoe vernederd en verontwaardigd hij was.
Z'n moeder,die 'm opden grond gooide ! Hijvoeldc
het als straf", want hij wist, dat hij niet overal
naar grijpen mocht, maar zoo'n straf ! Ik vond
het zelf ellendig en heb 'm op m'n schoot genomen
niet uit valsche schaamte gezegd: ja, dan moet
je ook maar niet stout zijn" of zoo iets maar
'm eerlijk gezegd, dat het 'n ongeluk was, dat ik
'm weg wou trekken, weg moest trekken, maar
dat ik 'm niet op den grond had willen gooien.
Goddank geloofde hij me. Het was 'n heele tragedie.
Hoe zou hij erop gereageerd hebben als hij gewend
was geweest aan zulke behandelingen? Minder
hevig in alle geval, boos misschien, maar verder
onverschillig, 't Hoort er nu eenmaal bij geslagen
en uitgescholden en op den grond gegooid te wor
den" moeten die kinderen wel denken, of je nou
erg stout bent of minder stout, als je toch altijd
slaag krijgt, dan maar zoo stout mogelijk.
Tot later
JET L u u H R
DE WERELD VAN HET KIND
DE LEUGEN
Children begin by loving their parents.
After a time they judge thera.
Rarely if they do ever forgive them."
(Oscar Wilde in A Woman of no Importance.")
Zoo dus dit is je schort voor in huis?"
Met iets misprijzends hield de precieze tante
het blauw en wit gestreepte schortje omhoog,
dat bovenop in het koffertje gelegen had.
Het kind voelde het misprijzende, bloosde en
knikte.
Je moeder", zei de tante daarop, een armsgat
beziend, je moeder had het eerst wel 'ns mogen
naaien, voor ze het je meegaf!"
Nu lag de misprijzing ook in den toon. De blos
van het kind werd dieper: ze zag het losgetornde
zoompje rond het armsgat, met zijn gestijfseld
rafel rand je.
Moeder zal het niet gezien hebben", zei ze
schuchter. De bleeker vouwt mijn schorten altijd
op...."
Die dingen moet je moeder ook in huis
wasschen," was het stugge antwoord. Die rafel
is trouwens al oud, al in den wasch geweest.
Je moeder moest je zóó niet uit logeeren sturen,
de menschen zouden denken...." Ze slikte de
rest van den zin verachtelijk in en vingerde
verder in het koffertje.
Het kind was een brok in de keel geschoten.
Waarom zei tante al dat leelijke van moeder?
Lieve moeder...., o, ze verlangde naar huis.
En ze moest hier nog veertien lange dagen lo
geeren. Onberedeneerd haatte ze op eenmaal de
tante en een toornig vlammetje brandde in haar
o o ge n.
Toen viel ze, hartstochtelijk, uit: 't Moet pas
in den laatsten wasch gebeurd zijn, ik heb 't
de vorige week nog aan gehad en toen was het
heel...." Hijgend zweeg ze, haar hartje bonsde:
ze had gejokt. De vorige week was het zoompje
ook al los geweest, ze had het gezien. En liegen
was leelijk: God hoorde het! Maar Hij zou haar
wel begrepen hebben en ze zou het, vanavond,
nog eens extra uitleggen in haar eigen
nachtgebedje, want ze moest toch haar moeder
veredigen, haar eigen lieve moeke....! Tranen
schoten, warm, onder de oogleden van het kind
De tante had, wat verwonderd over den
plotselingen uitval van het stille kind, even opgezien,
en zei een effen zoo !". Ze nam naald en draad
vouwde het zoompje om en liet het kind het zelf
opnieuw naaien met kleine peutersteekjes.
Het kind deed het, gehoorzaam. Ze hoopte nu
alleen maar, dat het gauw avond zou worden.
Dan kon ze (iod vertellen hoe het kwam, dat ze
tiwcst jokken. Maar terwijl ze met moeite den
naald wrong door het stugge bont, rees, angstig
en zwaar, de vraag in haar of moeder haar dit niet
had kunnen besparen. En of ze, als ze het eenmaal
vergeven had, ook zou kunnen vergeten....
f J E T DE BOE K?-V A N S T K l E N
De voeding van een zuigeling
met KARNEMELK
van
OUD BUSSEM
kost 30 cent per dag.
:-: Kerkstraat 187.- Tel. 49344. :-: