De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 16 augustus pagina 12

16 augustus 1924 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2461 DE OLYMPIADE OP KUNST GEBIED DE MODERNE KRANT Teekening voor de Amsterdammer" door George van ^aemdonck Weken achtereen stonden onze bladen dage lijks vol met kolommen-lange sport-artikelen uit Frankrijk, waar te Parijs, Colombes, Reims, Argenteuil, Meulan en Havre de verschillende sport-nummers van het uitgebreide olympische sport-programma gedurende Mei en Juli werden afgewerkt. Ik wil hier de aandacht vestigen op de tegen stelling in lengte-omvang en inhouds-waardeering tusschen al deze formidabele sport-prestaties en de uitslagen van de terzelfder tijd te Parijs gehou den wedstrijden met Olympisch predikaat op het gebied dersctioone kunsten. Ik zonder uit de geest driftige beschrijvingen over het optreden van Willem Mengelberg met zijn Concertgebouw- en Toonkunst-scharen, welke reeds in Mei zoogenaamd de muzikale inleiding" behartigden der VI l Ie Olympiade 1). Overigens hebben onze pers-organen slechts weinig belangstelling getoond voor de eigenlijke Kunst-Olympiade te Parijs. Terloops heeft men onder kunst-berichten" kunnen lezen, dat be kroningen zijn toegekend aan verschillende na tionaliteiten op het gebied van Muziek, Bouw kunst, Beeldhouwkunst, Letterkunde en Schilder kunst. En dat onze successen in de sport-takken niet weinig gereleveerd zijn door denderden prijs, die in de afdeeling Olympische Schilderkunst" aan onzen landgenoot Johan van Heil (?Ijsbaan met schaatsenrijders") werd toegekend, is, meen ik, ternauwernood door het Nederlandsche publiek opgemerkt. Het is deze onbekendheid, want ik wil geen onverschilligheid veronderstellen omtrent de, naast de Sport ook ge-olympieerde Kunst, welke mij aanleiding geeft, met genoegen in te gaan op een uitnoodiging der Redactie van dit weekblad om belangstelling te wekken voor de bedoeling, welke voorzit bij het houden van Olympiaden op kunstgebied. En zooals voor de hand ligt, voeg ik hieraan dan tevens een woord van opwekking toe, om de belangstelling om te zetten in practische uitingen van deelneming. Omdat, na deze Fransche Olympische Spelen van 1924, de IXde Olympiade van 1928 volgens beurt te Amsterdam zal worden gehouden. Dat Sport en Kunst samen gaan is al zoo oud als . . de Olympische Spelen zelf. Zelfs is het een historisch niet-uitgemaakte zaak, of de oor spronkelijke bijeenkomsten in het Grieksche stedeke Olympia, eeuwen vóór onze christelijke jaartelling, eerst aan kunst, of eerst aan sport waren gewijd. Hoe dan ook, al spoedig bij het meer officieele" karakter van vier-jaarlijksche kalender-gebeurtenissen, aan de vereering van den goddelijken Zeus gewijd, namen zoowel de een als de ander hun vaste plaats op de klassieke programma's in. En zoo onverbrekelijk werd lang zamerhand hun band, dat bij de vroegere Olym pische Spelen de kunst zonder sport, en de sport zonder kunst niet meer denkbaar waren. Zoodat de schoonste herinneringen, welke wij als uitingen van het hoogste uitbeeldings-vermogen uit Hellas in onze musea bewaren en koesteren, in hoofdzaak tot kunst vereeuwigde sportdaden zijn. In deze gevallen is de sport-roem vergaan, doch de kunst-glorie gebleven ! Bij het in eere herstellen der Olympische Spelen tegen het einde der vorige eeuw (de eerste hernieuw de Olympiade" had in 1896 te Athene plaats, en het was de Franschman Baron Pierre de Coubertin, die hiermee zijn levens-ideaal in vervulling zag gaan) stond Sport op de eerste plaats. De herleefde Olympische Spelen zouden het karakter dragen van vreedzame volken-kampen, waarbij de uitverkoren sport-kampioenen van elke natie op elk gebied van klassieke en moderne sport elkaar zouden bekampen om de.... eer. De successen als sportbetoogirigen (ik denk aan het voortdurend verbeteren van wereldrecords) en de belangstel ling van eigenlijk de geheele aarde tot in haar verste uithoeken (ik bedoel het zenden van de beste sport-vertegenwoordigers en ook het mee-leven van de bevolkingen der deelnemende en zelfs van niet-deelnemende landen), zijn van Olympiade op Olympiade stijgende geweest. Hierover ditmaal niet. Doch al spoedig werd een schuchtere poging gewaagd om het klassieke voorbeeld na te volgen, wat betreft het eveneens weer in eere herstellen der vroeger aan de lichamelijke heldendaden nauwverbonden artistieke meesterproeven door kunste naars. Hoewel het dadelijk in de bedoeling heeft gelegen van de moderne Olympiërs, om Sport en Kunst wederom te doen samen gaan, meende men verstandig te handelen door eerst af te wachten, of de vierjaarlijksche internationale ontmoetingen in telkens andere wereld-steden een zuiver sportsucces beteekenden, eer men ook de andere Olympische kunstgedachte naar voren bracht. Voor het eerst in 1906 te Londen, daarna in Stockholm (1912) en Antwerpen (1920), heeft het internationale Olympische comité, waarvan De Coubertin de actieve voorzitter was en bleef, geprobeerd of men ook in kunstenaarskringen voldoende belangstelling zou kunnen wek ken, om de moderne Kunst-Olympiaden tot een even groot succes te maken en tot een even populairen volken-kunstkamp te verheffen ais de Sport-Olympiaden. De medewerking van den kant der internationale kunstenaars kwam slechts schoorvoetend. Sport en Kunst hadden zich sedert de lang-vervlogen eeuwen van Hellas zoover van elkaar verwijderd, dat het schier hopeloos scheen, beiden weer tot elkaar te brengen. Zoowel de sportmenschen, louter bedacht op lichamelijke prestaties, als de kunstenaars, met onverklaarbare hooghartigheid alle sportieve schoonheid uit hun scheppingen werend, hadden schuld. De Vlllste Olympische volkeren-bijeenkoinst in Frankrijk vertoonde evenwel, veel duidelijker dan bij de vorige gelegenheden, een toenemende tendentie in kunstenaarskringcn, om zich niet langer afzijdig te houden van deze belangrijke gebeurtenis. Het in deze maanden te Parijs gehouden Concours d'Art", hecht verbonden aan de Vlllste Fransche Olympiade, was nog wel geen volledig succes, noch in internationalen zin, noch wat het hoogste kunnen van hedendaagsche sportieve kunst-productie aangaat; niet temin had de Literaire jury een omvangrijke taak om 'naar keuze te bepalen uit Olympische dicht- en proza-werken; terwijl ook, kwantitatief als kwalitatief, de ingezonden proefstukken op het gebied van schilder-, bouw- en beeldhouw kunst zich reeds verre boven het onbelangrijke stelden. Zooals ik reeds opmerkte hebhen enkele korte berichten in de kunst-rubrieken der pers melding gemaakt, hoe door de meest niteenloopende nationaliteiten ditmaal nu eens niet uit sluitend de watervlugge Amerikanen, de koppiggetrainde Britten of de overbluffende Finnen ! -de Olympische kunsteer broederlijk" werd gedeeld. Behalve Mengelberg's daverend succes - doch ik durf onze muzikale prestatie nauwelijks bij deze Vlllste Olympiade invlechten! -- en uitge zonderd de eervolle onderscheiding aan een onzer schilders ten deel gevallen, missen wij bij de op gaven der verschillende internationale kunstwinnaars, wel zeer tot ons nationale leedwezen, de namen en werken van Nederlandsche beeld houwers, bouwmeesters en schrijvers. Ditmaal is het uitblijven van eenig Nederlandscli succes eenvoudig te verklaren. Onze kunstenaars 2) hebben zich namelijk van inzending volstrekt onthouden. Zij schitterden door afwezigheid. Evengoed als het Nederlandsche sport-lievend publiek vrijwel onkundig is omtrent het bestaan de/er Kunst-Olympiaden, evenzoo mag worden aangenomen, dat het ook aan de kringen onzer kunstenaars musici, arcnitecten, beeldhouwers, schrijvers en schilders zoogoed ais volslagen onbekend is, hoe -- naast de breedvoerig ver heerlijkte i'/w/'f-wedstrijden aan de moderne Olympiaden ook fo/'ist-wedstrijden verbonden zijn. In 1928 hebben we hier in Nederland, be halve de rol van gastheer der wereld-sporters, eveneens een meer sprekende taak als mede uitblinkers op sport-gebied te vervullen. Daarenboven rust op ons volk de andere, niet minder eervolle verplichting, om ons bij de vol gende Olympiade niet meer te onthouden in de vijf groepen der Kunst-Olympiade, doch het bewijs te leveren, dat wij in staat zijn tot mede dinging niet alleen, maar tot het winnen van Olympische kampioenschappen", ditmaal op het terrein van schoone kunsten, nadat onze kun stenaars zich hebben laten inspirecren door de Olympische sport-gedachte. In onze verschillende kunst-kringen /al hiervooi in de komende jaren een frissche, ja, laat ik 't mogen noemen: een sportieve propaganda ge maakt moeten worden. Dit artikel is reeds een poging in die richting ! 1) Hen Olympiade" is oorspronkelijk het tijd vak van vier jaar, verloopende tusschen de elkaar geregeld opvolgende Olympische spelen." 2) De volledigheid gebiedt melding te maken van enkele verdienstelijke architectonische sportontwerpen op het Olympische Concours d'Architecture" in het Grand-Palais te Parijs.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl