Historisch Archief 1877-1940
No. 2461
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
JAN SLUYTERS
SCHILDERKUNSTKRONIEK
TEEKENINGEN VAN BABIES
DOOR JAN SLUYTERS
(BIJ VAN LIER, TE, LAREN).
Het zal later voor de menigte pas duidelijk zijn,
wat het kinderportret van Jan Sluyters eigenlijk
is, en ik meen met deze bewering bovenal de
portretten van het zeer jonge kind. Als zoo'n
kind zes maanden ongeveer is, komt de beweeg
lijkheid. Het kijkt over den rand van zijn bed,
zooals de zeehonden liggend op een bank opkijken.
Het steunt op zijn bovenarmen, en ziet verbaasd
en welgezind de nieuwe, hem boven alle maten
nieuwe waereld in. Het heeft uiterst onverwachte
plotselingheden; het kirt als een duif, en als een
dier plots afgeleid, beziet het de eigen hand, als
ware dit een onbekend ding, dat het ergens vond,
en opraapte. Het steekt zijn beenen in de lucht;
het steekt alles in zijn mond, dus zoodra het zijn
groote teen kan pakken, wordt die naar den mond
gedwongen. Het lacht, en het doet al eenigszins
gemaakt; het kijkt slim ergens naar een spiegel;
het maakt reizen over een groot bed, doordat
het zijn voeten onder zich trekt en op zijn kop
even steunend, zijn lijfje kromt en dan dien kop
.verder laat schieten, met een schok. Het hijscht
zich omhoog in den wagen, en daar 't evenwicht
niet zijn grootste wetenschap is, en de kop slap
bungelt, als een te zware vrucht aan een te slappen
steel, glijdt de kop en het lijf slap naar voren.
Het slaapt met den eenen arm langs zijn gezicht;
de andere is vaag gestrekt naar een pop. Of het
lacht, of het legt zijn zachte handen, dierbaar
tastend tegen je gezicht, en de koele, kleine vingers
pakken je haar, en rukken harder dan ge zotidt
meenen aan een bundel van die haren. Of - - en dat
is aandoenlijk, het begint geluiden en geluidjes te
formeeren, die met een g-klank beginnen; dan, het
is ontevreden, en 't kan niet spreken, en het brult
met alle energie, en met een kop opgezet van
felle drift.
Dat is ongeveer een klein kind van een maand
of zes, en aan het begin van het werkelijk leven;
begeerig, slim, teeder als het verzadigd is, onte
vreden-onstuimig als 't honger heeft. En met niets
van een hemel-bewoner aan zich; het is zeer aardsch;
het is een lijfje en een verlangen, dat den schoonen
aardschen tocht begint. Het is niet hemelziek;
het is een klein, fel, gezond dier met onrechtvaar
digheid en met begeerten; met een egoïsme dat bij
volle verzadiging in een welbehagen triompheert,
en wordt hupsen.
Zóó -?aardsch het kind te zien is het meest
waar; het meest natuurlijk; het is natuur. En dat
hoeft niet zonder teederheid te y.ijn; wannver zullen
de meesten de aarde toch niet meer alleen zien
als een springplank om in het abstracte te duiken?
Er zijn op die aarde tallooze dingen om dankbaar
aan te raken met onze grage handen; er is de
vlietende schoonheid van allen vorm en van al het
licht.
Jan Sluyters ziet het kind op deze te loven,
aardsche wijs. Hij maakt er geen klein formaat
manneken van of geen denker aan verre kimmen
in miniatuur-uitgave. Hij maakt ze, de kleine
kinderen, zooals ze zijn, vol realisme en naturalis
tisch. Hij teekent ze met den kop, die in de haren
vochtig lijkt als een pasgeborene dat lijkt; hij
ziet ze met een kapje op, en met hun oudachtig
gezichtje, dat terugkomt als ze weer en werkelijk
oud geworden zijn; hij laat ze ongetemd brullen;
met donkre oogen slim opkijken ; hij laat ze slapen,
zoet en verlaten van alle gedachten, of als een
kleine, rozig gebleven doode.
Jan Sluyters teekent het jonge kind op ieder
oogenblik, in iedere houding. Naakt met een
leelijk, te rood vleesch ligt het wezen op een witte
onderlaag; slim en onophoudelijk zuigt het, of
het steekt zijn beenen in de lucht, en vertoont
inal-en-al zijn billen en buik. Maar er is in de/e
geen vergissing mogelijk; er is geen afwezigheid
van teedere belangstelling in het kind in de/e
teekeningen. Het is een zee r begaafd schil de r, d ie n o t eert.
maar het is de vader in den schilder ook, die het
eigen kind naar vorm en naar kleur nagaat. HI
JS iets anders hierin, dan in een model; er is in
den meest onvriendelijk, schijnbaar-onvriendelijk
gezienen stand, iets dat die onvriendelijkheid haar
bitterheid ontneemt. De kleur is dikwijls met een
groote mildheid aangedaan, en de vormen, rond
van een gebogen lijn na een ander gebogen lijn,
zijn /onder een enkele hardheid; de, kleine, koele,
handen zijn met hun leedjes hulpeloos a,in 't tasten,
of benieuwd aan 't zoeken; hoe verzonken in
hun slaap zijn de slapenden: hoe typisch is het
schreiende.
De teekeningen zijn met wat kleur gewasschen,
maar met een kleur, die met het modelémeegaat,
en het zonder nadruk veredelt. Er is wat blauw,
wat rood, wat grauw over de vormen, die zonder
noodeloos détail, zonder een oneerlijkheid zijn
gebouwd. Er is niets in, dat uiterlijk schroomt en
aarzelt; er is inderdaad hier een natuurlijke waar
heid, met alle talent, dat in deze richting mogelijk
is, gegeven. Want Sluyters, de schilder in een don
ker gamma, of in een gamma zooals bloemen xijn,
of in een ijl gamma bruin paars (en dar, mei iets
afgekeerd?, daarin, van hei dagelijksche leven !) N
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
POL ROGER & Cie.
Agent General: JAGER 8ERLINGS, Haarlem
in zijn kinderteekeningen het meest onomwonden
echt. En persoonlijk in zijn wijze van zien. En
hij kan maken, wat hij ziet. Hij is hier een
meester; zeker, levend en zonder
moedwilligheid ??en dat wordt door de Menigte nog niet
genoeg gezien zij is n< g halfziend, en doet
d;i;.ir"nhovcn halfziend zuli's niet of zij lieel-eü-al
ziend is. '/,?] is, zooals ge woon! ijk. w;ii ten achteren ;
/.ie! niet wni aan kleur en vorm hier i;'cr';c!iH; /<."'/.
NIEUWE UITGAVEN
Een nieuwe druk, (volksuitgave) verscheen
van de Vei'Sjirelde Opstellen van JAN LIGTIIAKY.
J. B. Wolters te Groningen Den l laag is de
uitgever.
In 191') verscheen als nummer \?> van de Uit
gaven van den Rijksdienst der Werkloosheids
verzekering en .Arbeidsbemiddeling een geschrift,
getiteld Bemoeiingen met voorlichting bij beroeps
keuze in l\cderlanil\ het beschreef den toestand
op l Juni van dat jaar. In den sinds verloopen
tijd hebben, dank zij het initiatief van gemeente
besturen zoowel als van particuliere vereenigingen.
belangrijke veranderingen plaats gegrepen.
Het is daarom goed weer een beeld te geven,
van wat in Nederland op dit gebied wordt gedaan.
Daartoe verscheen een overzicht (bij Martinns
N ij hof f te 's Gravenhage) onder den titel: Voor
lichting hij beroepskeuze in Nederland, samen
gesteld dun' de'! Rijksdienst der
\rerklooslieidsier:ekerii:^ t.'n arbeidsbemiddeling.
Dit overzicnt is van de hand van M K. P. A.
VAN TOOKENI.H:K <;, commies bij den Rijksdienst
der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemidde
ling.
Bij het onderzoek kwam duidelijk aan het licht
het overigens voor de hand liggende feit, dat
voorlichting bij beroepskeuze wordt gegeven
door vele personen, die het vertrouwen der jeugd
en der ouders bezitten: directeuren van scholen,
leden van de besturen van jongehngsvercenigingen,
patronuats-eommissies e.d. doen soms veel en
uitnemend werk op uit gebied. In dit overzicht is
echter het zuiver persoonlijk werk buiten
beschou\\inggelaten. Alleen commissies, bureaux, kantoren,
of hoe de instellingen zich ook mogen noemen,
zijn vermeld.
Deze uitgave geldt tevens als uitgave No. 27
van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering
en Arbeidsbemiddeling.
Van het bekende werk van Uu. l". A. STOEIT,
.\'c'i/erlciiii/sc/i(' spret'ku'f/H/'tieii, uitdrukkingen en
iie:i'«ilfn is een proefatïcvering van den vierden
druk verschenen. De uitgevers zijn W. J. Thienie
et Cie te Xiitpheti.
Tentoonstelling van nieuwe werken door
JAN SLUIJTERS
van 2 tot 31 Augustus 1924
KUNSTZAAL VAN LIER
n:<ast het Postkantoor te LAREN (N.-H.)