De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 16 augustus pagina 23

16 augustus 1924 – pagina 23

Dit is een ingescande tekst.

'OOR NEDERLAND 23 den inhoud van zijn gansche leven, zijn post zegelverzameling, moest verkoopen. Hij verliet zijn kamertje en verloor de liefderijke verzorging van juffrouw Homolka, omdat hij in het huis, dat nog 33 andere gezinnen tot moordaanslagen gereed had, zich niet veilig voelde tegen herhaling. Hij betrok een bouwvallig huisje, dat uitsluitend zijn kostjuffrouw herbergde en ver buiten in de voorstad stond, omdat daar de overheid van zijn vroeger d^trikt niets te zeggen had en hij tot geen prijs wilde aflaten van zijn overtuiging, dat zijn ongeluk een wraakneming was van een rechter, die om geheimzinnige reden hem kwaad gezind was. Nooit meer bezocht P. F. Zinke een café, een schouwburg of een bioscoop, opdat zijn aartsvijand hem niet door ontvreemding van hoed of overjas opnieuw een valstrik kon spannen. Steeds in angst voor vijandelijke listen en lagen, steeds op het oorlogspad, als een Mohikaan in het oerwoud, had hij zijn hoed, ook als er geen koeltje te bespeu ren was, met een band aan een extra stevig vast genaaide knoop van zijn overjas bevestigd. Zoo zag hij zijn levensloop, die bestemd was geweest om tusschen postzegels en akten vreedzaam murmelend voort te kabbelen tot aan zijn uitmonding in den stillen Oceaan der vergetelheid, als een troebel schuimenden stroom, door kolken van verdenking en watervallen van wantrouwen gestoord, kokend .voorbijsnellen naar het einde. Hij, Zinke, geboren om levenslang het voorbeeld van den pedant-korrekten staatsburger te zijn, moest herhaaldelijk het verdriet beleven, dat hij een biljet in de stembus stak, want hij kon het zich niet zonder verweer laten welgevallen, dat de duivelachtige intrigant, die hem, hem, HEM in de gevangenis geworpen had, door een verrot,gewetenloos staatswezen zelfs in hoogeren rang bevorderd werd! Als roode vijand der orde,van zich zelve walgend, van elke vreugde beroofd, moest de brave Zinke ijn leven in bitterheid slijten. En waarom? Zou een ander op dezelfde verdenking in hech tenis genomen zijn, dan zou Zinke de misgreep der overheid stellig verontschuldigd hebben als vorm onvermijdelijk, aangezien het gevaar dat men een moordenaar zou laten ontsnappen en op de menschheid zou loslaten, ruimschoots een rechtvaardiging leverde voor een vrijheidsberooving van twee-en-twintig uren. Zoo hij er slechts toe had kunnen besluiten, deze opvat ting ook toe te passen op z'n eigen geval, dan zou zijn levensbeekje nooit buiten de oevers getreden zijn, maar het zou zelfs een eilandje gevormd hebben, dat door de herinnering van jaar tot jaar schooner gesierd ware met vergeetmijnietjes,die hij bij het passeeren van politie-agenten, gevangenissen en paleizen van justitite met immer groeiend welbehagen zou hebben geplukt en die hem het genot der vrijheid nog verzoet zouden hebben. Maar.... dat verhinderde nu juist de groote moordenaar van alle levensvreugde, de in ons binnenste opgestelde foutieve weegschaal, die bij gelijke belasting nooit hetzelfde gewicht kan aanwijzen, onverschillig of onze eigen schaal dan wel die van een onverschilligen" andere belast wordt! _ Wie kan van'zichzelve zeggen, dat hij in dezen niet desgelijks oordeelt als Paul Ferdinand Zinke? LAAT UWE CENTRALE VERWARMING EN BIJKOMENDE INSTALLATIES AANLEGGEN DOOR DEKON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT EN GE ZULT TEVREDEN ZIÜN. Krekelzangen WELKOM! Welkom, welkom in de haven, Op de Amsterdamsche ree ! Loopt maar binnen: Franschen, Yankee's, Rust eens van de hooge zee. Komt maar rustig passagieren, Maakt een dansje hier en daar . . Yankee-Jantjes, mijdt den borrel, Want die is hier nog al zwaar. En de Amsterdamsche meisjes, Fransche jongens . . is dat wat? Lachebckjes, soms een zoentje, Maar voor meer zijn ze te glad. Spreekt met ons maar Fransch en Engelsch, Op een taaltje zien we niet, Met uw dollartjes en frankjes even we u graag crediet. Neust eens rond, geëerde gasten, 't Is in Amsterdam zoo fijn, Ziet ge wel dat we niet allen Volendammer broekjes zijn? Kijkt eens in ons Rijksmuseum, :' Gaat/naarj Kras en Artis toe, Naar Tuschinsky, Mille Colonnes, Danst en kijkt en eet je moe. Neemt van d'Amsterdamsche ree Pracht-herinneringen mee ! ]. H. SPE E_N_lf O F F (London Opinion) (Punch) Het: Mag ik eens dans hebben?" Zij: ,.Zeker. No. 19." Het: ,,Maar zoo lang blijf ik niet." Z ij: Ik ook niet." De moeder: Heb je Jantje gezegd, dat hij bij de pudding binnen mocht komen, als hij beloofde zoet te zijn?" De meid: Ja, mevrouw!" De moede: En wat zei hij?" De meid: Hij zei: Wat voor pudding is liet?" (London Opinion) (Punch) Daar ligt iemand op de grond te schreeuwen, Jack, zullen we niet stoppen?" Nee; als ze nog kunnen schreeuwen, stop ik nooit." De oude klets tante: O kipitoin, ik h;b deze reis al wel tien maal gemaakt in alle weer en wind, maar ik herinner me niet dat ik me ooit zóó ellendig geVield lieb. Watkait'aar nu toch de oorzaak van zijn?'' De kapitein: Zwak geheugen.'1

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl