De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 16 augustus pagina 24

16 augustus 1924 – pagina 24

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2461 CHARIVARIA Naar onze opvatting", schrijft Prof. Zeven bergen, is het zeer twijfelachtig of de dqodstraf weer in eere dient te worden hersteld." Naar onze opvatting is het zelfs twijfelachtig of vol ledig eerherstel mogelijk is. AANEENLIJMSELS Een der noviteiten van het Volkstheater is een Bruckner-stuk." (Hbl) ..Benoemd tot registratie-inspecteur C. v. d. Linden, thans registratie-ontvanger." (.Sic.) De heer B. is onderwijs-wethouder." (Hbl.) ONZE TEEKENAARS Het geheele proces is gebracht m liet der politiek. (H. D.) DE MEERLINGEN Meer bescheiden verhouding." (Hbl.) Een meer ernstig geval." (O. H. C.) DE MEERLOOZEN Maar meneer de Hoofdredacteur, mag dat maar zoo zonder meer?" (Ing. N.R.C.) Wij kunnen dat niet zonder meer aannemen." (M.D.) DEELWOORDENJAMMER Leg boven op dien knoop een lus; stevig aange trokken krijg je dan fig. 2." (O.H.C.) De brug van het Leidscheplein tegenover de Von delstraat zal aan elk der zijden niet onbelangrijk worden verbreed. Door teruglegging van het trottoir bij het Leidscheboschje, staande op het Leidscheplein met den rug naar den Stadsschouwburg, aldus rechts van de brug, zal de rijweg naar de Stadhouderskade in de richting van den Overtoom worden verbreed." (Hbl.) Onze fotograaf slaagde er in de Prinses gearmd met tal van jonge Zeeuwsche meiskes te kieken." (Hbl.) De moeilijkste prestatie was niet die van den fotograaf, maar die van de Prinses. HET LEVENDE LIJK De overledene is wanhopig." (N. C.) DAGBOEK VAN EEN AMSTER DAMMER Aan het Bestuur van de Vereeniging voor den Effectenhandel. Mijne Meeren, BRIEVEN Enkele weken voordat het doek wegAAN viel voor den tympan van uw schoon OROOTE gebouw, dat het midden houdt tusschen MANNEN een klooster, een bierbrouwerij en een gevangenis, verschenen in het Arnsterdamsche financieele weekblad Middenkoers" al uw koppen, de een na den ander, en reeds juichte het in mij: dit zijn de koppen ,die straks, in zand steen gehouwen, den gevel van het gebouw aan het Damrak zullen versieren, zoolang Amsterdam bestaat en het middelpunt van den geldhandel zal zijn. Het bleek een dwalen, een zoet dwalen, want sinds is het doek weggevallen en kunnen wij, Amsterdammers, het kunstgewrocht aanschouwen en geen der karakteristieke koppen, die het ge noemde weekblad verluchtte, vinden wij in het Veluwsche marmer terug. Doch hoe worden wij schadeloos gesteld door de symboliek, den dieperen en diepsten zin der voorstelling! De beeldhouwer nam als oorsprong van zijn schepping den driehoek, het meetkunstig figuur, dat door heel de wereld heen, sinds de oudste tijden gold als het zinnebeeld van al wat solide was, is en zal zijn. In het vlak van den driehoek, die hier niet anders kan voorstellen dan de drie-eenheid: Prolongatie-Suppleeren-Executie, heeft de kun stenaar zijn beelden trapsgewijze gerangschikt en de zinrijke beteekenis kan niemand ontgaan. Op de onderste trede zitten in het midden twee mannen. De een houdt krampachtig de handen op zijn zakken, en, te oordeelen naar zijn gelaats uitdrukking, heeft hij klaarblijkelijk pijn in de buik. De ander zit mismoedig neder naast een kruik, die leegloopt. Die van de buikpijn is zeer duidelijk de gokker, die vertrouwen had in bankprospecti, in ontvangstcijfers en tips. De ander ziet het water wegloopen en hij staart het somber na. Het zijn de verwaterde aandeelen van de vele maatschappijen, die als watervallen over de Beurs stroomden en met zich mee sleurden al wat te goed van vertrouwen was. Links van den verwaterden aan deelhouder zit het zinne beeld der goudmijn-aandeelen, terwijl daar naast een ander op de wereldbol tevergeefs zoekt naar de plaatsen waar vele beroem de goudmijnen en spui tende oliebronnen zich hadden moeten bevinden. Twee vluchtende vrouwen figuren vullen den anderen kant. Hoe raak typeerde hier de beeldhouwer de vele Naamlooze Vennoot schappen, die tijdens den oorlog werden opgericht en waarvan het kapitaal met de directies op den loop zijn, om nooit meer terug te keeren. Op de trede daarboven treffen het oog zes figuren drie oude wijze mannen en drie oude wijze vrou wen. Het zijn onze zes voornaamste Bankinstel lingen. Als steunpilaren, als schutsengelen, als vrij willige landstormers staan ze daar in het midden van den driehoek der Soliditeit. Zij hebben de handen niet in eikaars zakken noch in die van het publiek, doch deemoedig over de borst gekruisd. Zij zijn zich van geen kwaad bewust en zij richten hun blikken hemel waarts alsof zij het wilden uitroepen: Wat daar beneden en boven ons gebeurt, gaat buiten ons om. Wij zijn onschuldig. Wij hebben een alibi!" Want boven hen tronen twee merkwaardige figuren. De een houdt een vollen geldbuidel voor zich uitge strekt. De ander toont twee leege handen. In hun rauw heid spreken deze twee beelden duidelijke taal: die der leege handen is het Kapitaal, dat den vollen buidel aan den ander, den Ontvanger'der Belastingen, heeft moeten afgeven, de welke de buit zegevierend in de hoogte houdt, terwijl in de punt van den drie hoek, hoog boven allen, troont een statige figuur, die aan heel het Amsterdamsche publiek den bin nenkant harer handen ONZE KOLONIËN: Z. W. CELEBES Teekening voor de Amsterdammer" door J. G. Sinia Treft men op Java en Bali betrekkelijk veel kunstmatig aangelegde badgelegenheden aan, op Z. W. Celebes behooren dergelijke inrichtingen tot de zeldzaamheden. De Boeginees baadt bij voorkeur in de rivier, welke hem ook zijn drinkwater verschaft. Dit laatste wordt dan voornamelijk door de vrouwen in aarden potten, lange bamboekokers of kalebassen gehaald. De schets voor bijgaande teekening, primitieve badgelegenheid in een bergwoud, maakte ik eens na een zeer vermoeienden marsch, toen moordende zonnebrand en zwaar bergterrein den geheelen dag samengewerkt hadden in hun pogingen om de geestkracht van mij en mijn trouw Soendaneesch troepje tot het laatste sprankje te vernietigen en dit bekoorlijk plekje helaas, zoo moeilijk in zijn volle schoonheid weer te geven l als ware redder in nood optrad en ons de zoo hoog noodige lafenis en verkwikking bracht. O ! op latere patrouilletochten in dit mooie bergland ontmoette ik nog wel andere bronnen, waarbij men ook een primitieve badgelegenheid had ingericht en die, wat belangrijkheid betreft, zeker boven deze eerste stonden. Daar was b.v. de warme bron bij Kampong Ledja in Soppeng, welke niet alleen zooveel capaciteit bezat, dat een reusachtig groot sawahcomplex er door bevloeid werd, maar welks water bij de bevolking ook als geneeskrachtig bekend stond; doch hoe belangrijk ook op zich zelve beschouwd al deze bronnen soms waren, wat aantrekkelijkheid betreft, legden zij het alle tegen mijn eerste af. Maar . . misschien komt hier ook wel een beetje dankbaarheid bij. J. O. S I N I A toont en zij zijn leeg. Dit beeld kan het iets anders voorstellen dan de Staat der Nederlanden, die, ondanks den vollen buidel van den Ontvanger der Belastingen, toch met leege handen blijft zitten en ze wanhopig uitstrekt in het ledige? Nederland, en speciaal Amsterdam, is arm aan openbare beelden en daarom springt het hart van vreugde op bij het aanschouwen van dit zinne beeld in zandsteen, dat gehouwen is als uit onze harten en onze porte-monnaies. Gij deed een grootsch werk. Wij danken u er voor. JAN LAP AN INHOUD: 1. Het universitaire leven in Neder land, door Prof. Dr. Q. W. Kernkamp 2. Tijdgenooten, door Dr. W. O. C. Bijvanck 3. Maatschappelijke opvoeding van Indonesische volken, door Mr. H. O. Koster. De eerste toenadering van Frankrijk en Duitschland, teeke ning door Joh. Braakensiek 4. Amsterdamsche bijzonderheden, door Prof. Dr. H. Brugmans 5. Spreekzaal, door Dr. Willem Royaards en Nico Rost 5. Oeneraal Snijders contra prof. van Embden, teekening door Jordaan 6. Bij de nadering van het proces-Matteotti, door M. Favai-Kievits Vers,^door_M.[_PoppeIhouwer 7. Uit de Natuur, door Dr. Jac. P. Thijssc 8. Bijkomstigheden, door Annie Salomons 9. Nieuwe Franschc boeken, door Dr. Joh. Tielrooy Alex Paassen, teekening door B. van Vlijmen 11. Voor Vrou wen, redactrice Elis. M. Rogge?12. De Olympiade op Kunstgebied, door Jhr. Jan Feith De moderne krant, teekening door Oeorge van Raemdonck 13. Schilderkunstkroniek, door A. Plasschaert 15. Welthistorische perspektiven, door Mr. A. Gerdeck?de Waal 16. Kroniek van den Dans, door J. W. F. Werumeus Buning 17. Boekbespreking door Herman Middendorp en Dr. M. A. van Herwerden Onze schilders, teekening door P. P. Koster?19. Op den Economischen Uitkijk, door Jhr. Mr. H. Smissaert Dierstudie, teekening door H. Verstijnen 20. Pietje's paedagogische peinzingen Taaiver woesting, door Dr. C. F. Haje Goal-Game, door f Jantje 21. Bioscopy, door Jordaan 22. De moordenaar, door A. Latzko. 23. Buitenlandsche humor, door Charivarius 24. Charivaria, door Charivarius Dagboek van een Amsterdammer, door Barbarossa Bijvoegsel: De wereld-sneeuwbal rolt, teekening door Joh. Braakensiek. Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms & Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl