De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 23 augustus pagina 18

23 augustus 1924 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

No. 2462 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND f f' (Met teekeningen voor de Amsterdammer" door den schrijver) HET EXPERIMENT HALLUCINATIES" Uni n bioscope aar brandt, geachte lezers van dit blad, in uwe onmiddellijke nabijheid 'n vraagstuk even belangrijk als" de niet-doodende doodende straal" of de vorderingen van de radiotechniek of 't wereld kampioenschap in 't ten nissen. De scherpzinnigen onder u hebben't geraden: ik bedoel 't film-vraagstuk, door zoovelen, helaas, nog met vorstelijke minachting bejegend gedeelte lijk om de minachting en ook wel 'n beetje van wege de vorstelijkheid. Ik wensen hier voor de zooveelste maal (frappez toujours !) te protesteeren tegen deze negativiteit. De bioscoop is van onzen iijd zoo goed als de ijzer- enbetonbouw, zoogoed als de jazz band. Qroote kunstenaars onder de architekten en musici hebben dit begrepen en de beide laatste uitingen van onze moderne psyche, tegelijk zoo formidabel en zoo decadent, in hun arbeid opgenomen. Welnu, zoo zal ook, zoo moet ook eenmaal de merkwaardige materie, die de film levert, door den artist worden aangegrepen en gevormd tot 't waarachtige cinematografische kunstwerk. 't Spreekt vanzelf, dat in afwachting hiervan, niet genoeg waarde kan worden toegekend aan 't experiment. ledere ernstige proefneming, hoe bescheiden ook, behoort uit den drabbigen stroom van film-vuilnis, die wekelijks de wereld overspoelt, te worden opgeheven en met liefdevolle attentie bekeken want 't kan 'n stap in de goeie richting beteekenen. Daarom wil ik 'n oogenblik stilstaan bij Hallucinaties", 'n Duitsche film van den mij tot nu toe onbekenden regisseur Fritz Robison. Als experiment nu is dit werk, 't zij maar dade lijk gezegd, vrij zwak en niet te vergelijken met Die Strasse" en ,,Dr. Caligari". 't Mist 't belang rijke scenario van de eerste en de hartstochtelijke durf van de laatste film maar toch heeft 't bijzondere kwaliteiten, 't Meest verdient deze proefneming de aandacht om de interessante toe passing van een der voornaamste en meest karak teristieke eigenschappen van de cinematografie: 't licht en donker of zoo ge wilt 't zwart-wit. Voor wie met belangstelling de ontwikkeling van de filmkunst volgt zal 't duidelijk zijn, dat haar toekomst niet ligt in, wat ik zou willen noemen 't gefotografeerde tooneelstuk. Zeker, er zijn in dezen vorm merkwaardige en zelfs mooie werken uitgebracht, maar een zelfstandige kunst, die natist 't tooneel (en niet als surrogaat daarvan) 'n eigen plaats inneemt zal langs dezen weg nooit bereikt worden. Daarom is 't groote feit in de bios coopwereld geweest de veel te weinig als zoodanig erkende ,,Caligari"-film. De regisseur plaatste zich hier voor z'n projectie-vlak als de zwart-wit kunstenaar voor zijn teekenpapier. Hij stelde zich 't probleem dit vlak te vullen met 'n reeks even wichtige, goed gecomponeerde beelden, die straks zouden samenvloeien tot 'n levenden stroom van dramatisch gebeuren ziehier de nieuwe en m.i. juiste opvatting. Hachelijke onderneming overi gens ! De quaestie van 't decor was natuurlijk vrij makkelijk op te lossen en de kunstenaar, die daar z'n krachten aan wijdde, bereikte, over 't geheel genomen dan ook schitterende resultaten in 't streng expressionistische genre. Veel moeilijker was 't evenwel den naturalistischen" levenden mensch in deze tableaux te plaatsen zonder de stijleenheid te verstoren en 't is te begrijpen, dat de experimentator hierin nogal eens tekort schoot. Maar dit alles neemt niet weg, dat de proefneming zeer belangrijk was en nieuwe perspectieven voor de cinematografie opende. En nu deze Hallucinaties". Hoezeer van minder beteekenis valt hier toch veel te waardeeren -- in de eerste plaats 'n loffelijke, zij 't ook iang niet altijd geslaagde, poging tot synthese en styleering. Voorts is streng vast gehouden aan 't zuivere gebarenspel, waardoor de hinderlijke en storende teksten geheel uitvielen. Dit alles saamgenomen geeft aan 't geheel 'n eenheid en rust, die iedere beeldende kunst dus ook de film noodig heeft. Maar 't belangrijkste is, als gezegd, de toepassing van 't zwart-wit. 't Is inderdaad verrassend wat hier met prachtige grijzen en gedurfde zwarten is bereikt oneindig artistieker en voornamer, dan de z.g. scherpe" foto-producten, waarin de Ameri kanen tot groote voldoening van het publiek zoo uitblinken. Hoe machtig en alles beheerschend deze stemmingsfactor is, blijkt wel hieruit, dat de suggestie van 't beangstigend mysterie, ondanks 't onbeholpen en vaak onbegrijpelijk scenario, uit stekend bereikt wordt. Opmerkelijk is ook de zorg, waarmee de typen en de maskers der spelers gekozen zijn. Ik hoop later nog eens uitvoerig aan te toonen hoeveel beter deze belangrijke kwestie door de Duitschen regisseurs is begrepen, dan door de Amerikanen, die verslaaf d zijn aan hun conventioneelesujetten, welke in de eerste plaats smart" en charming" moeten zijn. 'n Kop als die van Fritz Kortner 'n soort diabolisch Beet hoven-masker is op zich zelf 'n genot om te zien en voor deze chimerieke historie zeer oordeelkun dig gekozen. Jammer dat de acteur in spel te kort schiet en op den duur mono toon wordt en te weinig expres sief. Uit deze vluch tige opmerkingen moge blijken, hoe ontzaglijk moei lijk 't cinemato grafische kunst werk te benaderen valt maar ook welke groote en absoluut eigen uitdrukkingsmiddelen het ten dienste staan. En 't is te betreuren, dat 'n on danks z'n fouten toch zeer belangrijk experiment als dit, door de critiek met dezelfde vriendelijke' onverschilligheid wordt bejegend als 't Circus des Doods" of de wederwaardigheden van Schele Ben". Maar zoolang 't gros der journalisten voor de evolutie van de filmkunst gelijke belangstelling heeft als voor den heer, die in 't schitterend" bijprogramma driemaal over z'n hoofd duikelt en de dame die op de xylophoon Ouillaume Teil" tot moes hakt zoolang is van dien kant niets te hopen. In vredesnaam dan maar zónder de hulp dezer nuttige heeren.... ende desespereert niet! J o R n -\ A N PEDANTE PIET JE 'S PAEDAGOGISCHE PEINZINGEN (13 jaar) (Ongecorrigeerd) (Niew-neederlans) raal heeft de beste kans, zeit Paa, want die zn vak is strijt. Maar me ouste broer (de propegandis) zeit dat n professer vanweege zn beroep altijt t laatste woord het. In ellek geval hét onze opper bevelhebber van leeger en vloot de handschoen die meneer Jordaan voor hem op de grond had geteekent opgeraapt en geduurende n maand zijn de twee teegenstanders in treening gegaan om t grote geveg over ontwaapening voor de Vrijzinnige Bond uit te nokke. Ik gaan dr zeeker heen tzij met Paa as die bij de oorlogvoerende partei van de vrijheitsbonders gaat zitte die voor n gewaapent vaaderland zijn, tzij met me broer Sjaak as die met de kommeniste ter vergaadering trek om stinkbomme te werrepe naar de aktealiste. Waar zouwe ze dat ternooj houwe? In t vreedespalijs of in t Stadion? En zal de Generaal zn uuniefonn antrekke en de professer zn gekleede jas? Of zouwe ze in hemsmouwe bakeleije met de voorzitter van de Neederlandse Boksbond as refferie? Me vrindje Jef Schaap hét me al n prentkaart met angezig uit zn jongeskamp bij 4-Houte geskreeve om me te raaje dr niet heen te gaan. "t wor moord en dood slag" schrijft ie want asje je goed herinner is de Emden n oud duits oorlogschip dat onze indiese neutralietijd indertijt nog in gevaar hét gebrag". Dus begrijp je hoe gelaaje onze ex-legerbevelhebber teege zoon roet-in-t-eete-gooier is. En wat motte we met de Java" en Sumatra" beginne as we de professer zn zin geeve? En wat komp dr tereg van de paaraade op Konegins verjaardag zonder leeger? Maar an de andere kant had Moes tog weer gelijk toen ze ons uit de krant die baksille-toespraak van de professer in de 1ste Kamer voorlas. Ik geloof nooit dat de Generaal de vliegtuige van de Lugtvaartmaatschappei zou afstaan om vergiftige stinkbommemet duuveltjesdrek oover vijandelukke steede en dorpe te strooje. Daar benne onze aviateurs te fesoenluk voor. Maar asse nauw de vijant beginne met dodeluk stinkgas, wat dan? Motte we ons hier dan maar kalmpies laate vergeeve terwijl we onze onkristelukke vijande vergeeve? Ze moste al die chemiste maar onschaadeluk maake. En al die mooderne oorlogsdinge verbieje. En ook niet zooveel huisvaaders as landweerders onder de waapene roepe. Twee man is voldoende, of as dr vrouwe kiesreg is in n land dan nog liever 2 vrouwe. De l pro en de ander kontraa. En die saame n robbert je laate. doppe. Met handschoene an (ala Jordaan) dan komme de meppe niet eens zoo hard an. Price fight, noeme ze dat in de bioskoop. Tusse Fairbnnk en Talmedsj. Of tusse Mia May en Hennie Poorte. Of tusse Albert Voogel en Laudy. Of Wijnkoop en Duimaar van Twis. Of de burregemeester van Amsterdam teege van Rotterdam. Maar allemaal eerluk en veer. Zonder geniepigheitjes of mesioegelarijtjes. Elleke avond n niewe partij, l teege 1. Zonder helpers, zonder versterkinge, zonder vieze luggies. En met handschoene an voor de buile en bloedneuze. Asse ze dat n jaar volhouwe zou je dris zien hoe gauw de mense dr genog van hadde. Nimant sprak dr meer oover oorlog of vreede, oover weerbaar of ontwaapening. En de Generaal en de Prufesser kunde n vrindschappeluk potje gaan domeneere. Maar zoover zijne we nog niet helaas. Eers de groote kampioenmets tusse Snijder en Emden. Gaat dat zien, milieteere en burgers, wie dr onder komp te legge of boove. Oorlog of vreede? P i E T | i: E. te R. Onlangs las ik: Pol de Munt, de leeuwe rik van liet Payottenland". Met ,.Payottenland" i(il wel Vlaanderen bedoeld sijn; wat Meekent die bijnaam'? In den bundel Lentesotterni/en van Pul de Mont (3e druk in 1920 te Antwerpen) staat het gedicht: Aan een Brabantschen Leeuwerik". Naar aanleiding van die verzen hebhen cenigen het leuk gevonden hem den Brabantschen leeuwe rik" te noemen. Nu heet de Mont's geboortestreek het Payottenland". Dit beteekent niet Vlaanderen maar het heel schilderachtige, heuvelachtige ge west liggend bezuiden Assche?Aalst en tusschen Deucr en Zenne tot aan de Henegouwsche grens. Daardoor komt het dat men wel eens gewaagt van den leeuwerik uit het Payottenland." in plaats van.... uit Brabant. XVI. Ik ben beniew hoe dat geveg tusse Generaal Snijder en Professer Einden zal afloope? de geneLevensverzekering Maatschappij H A A R Li E JU" 11 il «o u* p l ei ii ft DE VOORDEELIGSTE TARIEVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl