Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2462
[/ Tj/bGENGOf EN;<
M lili7l'''-l'lMvl, .ll.,l!,'ll
LESLIE STEPHEN
Menig vriend van Engelsche letteren, als hij
ten minste niet uitsluitend op het modernste in
't genre is verzot, zal onder zijn boekenrijen
Leslie Stephen's Hours in a Library hebben opge
nomen of ten minste een of ander deeltje van zijn
hand, een Swift een Johnson uit de Men of Letters
bezitten, en zeker zal hij met ontzag naar de statige
rij banden van de National Biography hebben
gekeken, waarvan Stephen geruimen tijd de be
werker en de ziel is geweest. Wij begroeten hem
als een oude kennis.
Men kon hem niet inzien, zonder iets voor hem
te gaan voelen, niet omdat hij zoo meesleepend,
maar omdat hij zoo gezond en eerlijk is en daarbij
op de leukheid kan bogen die tot het kostbaarste
erfgoed van de aéhttiende eeuw in Engeland be
hoort. Hij heeft -nog de tradities van die groote
eeuw, iets gewichtigs en iets z'n
gemak-ervannemends, ? men merkt dat de menschen nog
pruiken droegen, daaronder komt de blozende
ronding uit van het leven. In de memories van zijn
jeugd, waar hij 't alleen tegenover zich zelf heeft
te verantwoorden, komt Leslie Stephen wat losser,
zonder ooit den toon te missen van het goede
,-gezelschap, waar men niet gewoon is zichzelf
-voorop te stellen. Het boek heeft waarlijk char
mante partijen, zooals men van een landschap zou
-zeggen.
Die Herinneringen Some early Imprcssions
zijn oorspronkelijk in een revue van het begin onzer
eeuw verschenen. Zij zijn nooit herdrukt geworden
en kwamen eerst dezer dagen in boekvorm uit.
Pat is een buitenkansje voor ons lateren.
Zij beginnen ongeveer zoo:
Een verleden geluk is nog altoos in herinnering
een onschatbare bezitting; en al hadden we 't zelf
vergeten, kan het ons gelukkiger hebben gelaten
door den invloed op ons karakter dat er zachter
en gelijkmatiger door is geworden: (voorbeeld van
zwaarwichtig 18e eeuwsch optimisme) maar
helaas, wanneer zelfs de hemel het verleden niet
kan te niet maken, de hemel of is het een andere
macht? heeft er den slag van om ons geheugen
uit te wisschen, en iemand als ik die veel te doen
heeft gehad met biographie, krijgt maar al te
levendig den indruk van de wonderbare snelheid,
waarmee het materiaal er voor vervliegt en heen
gaat. Telkens moet ik het bejammeren."
Voor zich heeft Sir Leslie de door feiten gestaafde
overtuiging dat ook zijn geheugen hem parten heeft
gespeeld en in sommige omstandigheden een veel
mooiere rol heeft ingeprent dan in werkelijkheid
hém toekwam. Zoo ziet men, erkent hij:
dat ik voor autobiografie geen qualificatie bezit
en, om de waarheid te zeggen, spijt het mij niet.
Want er is geen reden voor me, om te denken dat
het verhaal van mijn innerlijk leven" de minste
belangstelling zou wekken, en was het interes
sant, dan zou ik zeker prefereeren om het voor me
zelf te houden. Reden voor mij om mijn gedenk
boek alleen aan te zien voor een reeks van indruk
ken aangaande de menschen waaronder ik heb
geleefd en den invloed dien zij hebben uitgeoe
fend"....
Cambridge was de universiteit, waaraan hij heeft
gestudeerd en Cambridge is de plek in het univer
sum geweest die beslag heeft gelegd op zijn ver
beelding. De lucht is er lang zoo animeerend niet
als in Oxford, het landschap verre van romantisch
en de Cam in vergelijking van de Isis een loome,
logge rivier, toch was het geheel dat door de Univer
siteitsstad werd voorgesteld iets dat buiten alle
mededinging stond en dat voor geen Alpenland
schap had te bukken, wanneer het was te doen om
de macht waarmee het aan zijn hart hing.
Oxford sprak over zijn Newman, en niettegen
staande in de omstreken van het jaar 1860 de
beweging die hij had veroorzaakt reeds geheel was
geluwd en verloopen, hechtte men daar nog aan
den naam en beschouwde hem als een illustratie.
Een Cambridge-man, zei men, zou nooit iemand als
den weisprekenden zeloot kunnen begrijpen! Neen,
gaf Cambridge toe, want wij hebhen een anderen
naam voor wat ge zoo hoog stelt, wij begeeren geen
humbug in zaken die op den godsdienst betrekking
hebben, wij houden ons liever wat laag bij den
grond.
En ook die laag-kerkelijke partij die weleer in
Cambridge haar geestelijk middelpunt vereerde,
had lang reeds onder de beschaafde klasse haar
kracht van werking verloren; de Evangelischen
teerden op hun reputatie van heiligen" in de
dagen van Wilberforce en de slavenbevrijding, en
tusschen van het crediet hunner werken van ver
dienste in een voorgaand geslacht. De naam was in
de gangbare taal van de jonge lieden een verwijt
geworden, ofschoon er moeilijk degelijker huis
vaders en eerlijker menschen konden worden ge
vonden dan onder degjeden der gemeente, al
hielden ze misschien wat te letterlijk vast aan de
details van het bouwen van Noach's Ark.
Met de universiteit was het ongeveer gesteld
als met de kerk. De instellingen dateerden van
ongeveer vijf eeuwen her. Evenals Oxford had
Cambridge eigenlijk niets dan een universiteit,
het was een groep van zeventien gefedereerde
colleges die alle op dezelfde manier hetzelfde doel
nastreefden om jongelieden te bekwamen voor een
examen in dezelfde vakken van mathesis en van
Latijnsche verzen te schrijven. Newton en Bentley
waren er de twee prototypen. Buiten latijn en
mathesis geen zaligheid.
Wie aan het examen voldeed, en men had daar
voor nog private tutors" kon als fellow" van
het college worden gekozen en nam er zijn intrek,
maar hij kon geen huishouden vestigen, hij moest
wachten met trouwen tot er een vacature kwam als
pastor van een landelijke gemeente en dan zien
hoe ver hij de boerenarbeiders kon stichten met
zijn kennis van het Grieksche drama of zijn theorie
van het planetenstelsel.
Of hij kon hopen hoofd van een college te worden,
dat gaf hem een ruim inkomen, algetneene achting,
een vrouw en volkomen vrijheid om het leven naar
zijn zin in te richten. Een algemeene wedijver
bestond er dus naar de goede posten, en ongeduldig
werd op veler dood gewacht. Het ideaal was het
bestuur van een college, het was de droom voor
den ouden dag. Van de plannen van hervorming
die men zich in zijn jonge jaren had voorgenomen,
kwam dikwijls heel weinig meer in.
Het eigenaardige van den toestand was, dat
men er zich geheel had ingeleefd als in een bouwsel
dat organisch was gegroeid, men wist niet beter
en, al was het in voorgaande tijden soms zeer
ver'dorven toegegaan, de geest van den tijd had toch
steeds zijn invloed doen gevoelen. Enkele figuren
hadden de oude instellingen gereleveerd, er waren
mannen geweest voor wie men een diepen eerbied
gevoelde. Zoo heeft Leslie Stephen nog den tijd
gekend dat Whewell, master of Trinity was, het
voornaamste college in Cambridge.
Whewell had den naam in Engeland als
beheerschte hij alle wetenschappen, in die dagen
ging de de omvang der kennis nog niet de bevatting
van een enkel mensch te boven; er was geen
vak waarop hij zich niet toelegde. Weten is zijn
fort, alwetendheid zijn faible," zei Sydney Smith.
Wanneer men den meester" met zijn athletische
gestalte majestueus als een Jupiter over het plein
van het college zag gaan, was het een indrukwek
kend gezicht, men waagde het niet te denken aan
verval en was trotsch op het Cambridge waartoe
men behoorde....
Welk was het geestelijk leven in Cambridge?
Men naderde een tijd dat de schors die de
krachtig werkzame spanning van alle menschen
vermogens omsloot en bond, begon te breken en
het op moest geven. Er heeft een poos lang het
gevoel bestaan alsof de Krimoorlog bevrijding zou
brengen van den geest, men kon die gedachte
uitgedrukt vinden in Tennyson's Maud. Dich
terfantasie hield het er n.l. voor dat de beschaving
reeds toen een exces had bereikt en een catastrophe
moest volgen....
Veeleer mag men de verschijning van Darwin's
Origin oj Species en al wat met het aan 't licht
treden van het boek in 1859 in verband staat voor
de aankondiging van een nieuwe periode aanzien.
Buckle trachtte de geschiedenis aan een wet te
onderwerpen, Herbert Spencer systematiseerde de
ideeën over evolutie; en hij dacht het geheim van
den gang van het leven in alle levende wezens te
hebben ontdekt. Evolutie werd de sleutel voor alle
levensverschijnsels....
De voortgang liet zich op alle mogelijk gebied
gelden. Hoe schrok de Engelsche gevoelige wereld,
toen Bisschop Colenzo van Zuid-Afrika het verhaal
in den Bijbel over de Ark van Noach ging aantasten
en met een eenvoudige berekening en de opmerking
van een van zijn Zoeloes die alleroudste en
allereerbiedwaardigste traditie over hoop wierp. Wat
zou er daarna nog stand houden?
Vraagt men wie in Cambridge de leiders waren,
dan is "daarop geen afdoend antwoord te geven.
Men was grootendeels aan zich zelf en zijn naaste
genooten overgelaten. Stephens, de echte
CamBonbons
Overheerlijke
pikante ^^
bridge-man, vindt dit in 't geheel niet
onverkieselijk. Meestal zal men zien, is zijn opmerking, dat
leiders evenzeer de gedachte van hun volgelingen
binden, als dat zij hen vrijmaken. Hij neemt het
nog zoo kwalijk niet aan Carlyle, dat hij inderdaad
geen positieven raad weet te geven, wanneer hij
heef t ui tgebulderd tegen de bestaande maatschappij.
Voor het vervolg moet de mensch, als hij eenmaal
goed door elkaar is geschud, zelf zijn weg maar
vinden.
Sir Leslie Stephen die den geestelijken stand had
gekozen, voegde zich naar den raad van Charles
Kingsly en van Maurice waaraan hij bijzonder was
gehecht en aanvaardde hun symbolische verkla
ring van de leerstukken der Anglikaansche kerk
toen het er voor hem op aankwam ze als een trouw
dienaar te onderteeken. Hij was van plan een
living" aan te nemen en de geregelde baan af te
loopen.
Toen echter de praktijk van het leven, hem nader
bij kwam, ging hij zich afvragen, v.at zijn belofte
beteekende, en hij vond in al de allegoriën weinig
steun; wanneer hij zijn tegenwerpingen had ge
maakt tegen de eeuwige straffen in de hel als een
bewijs van Gods goedheid, had hij zich laten
geruststellen door Maurice's uitspraak: Gij
begrijpt toch dat in dit verband eeuwig niets met
tijd heeft te maken." Maar als hij later het ant
woord nog eens naging dan ontschoot hem geheel
de zin van die eeuwigheid die niets om den tijd gaf.
Ook waren er gevallen genoeg bij welke de stout
ste symboliek geen hulp bracht. Dat Joztia de zon
tot stilstand bracht, was al op het randje af, maar
de geschiedenis van de Ark was onherleidbaar, en
zoo waren er meer.
Men kon niet anders dan een diepen eerbied
hebben voor Maurice's ernst en menschelijk gevoel,
maar wat de helderheid van zijn redeneering be
treft, dat was een andere zaak. Hij was geen hui
chelaar toch, die Maurice, hij dorst de dingen wel
bij hun naam te noemen. Als zijn leerlingen hem
eens ter verantwoording riepen over de behandeling
die Esau van Jakob heeft ondervonden, toen
noemde hij eerst eenige der gewone
verdedigingsgronden op, maar eindigde met te zeggen: Alles
wel beschouwd, mijn broeders, toont ons dit
verhaal weer aan hoe dicht de geestelijke mensch
van alle tijden staat bij de leugen en het laffe ver
raad."
Maar neimand verwachtte zoo'n handelwijs van
Maurice. Stephen vond het toch secuurder een
anderen weg te gaan.
W. G. C. B Y v A N c K
loninklijkilaubBltianspoM-llaalscliappij
DEGRUYTER&Co.
DEN HAAQ
AMSTERDAM ARNHEM
Verhuizingen per Auto-Trein