De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 23 augustus pagina 6

23 augustus 1924 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2462 HET REIZEN IN ITALI FASCISTEN Het eerste wat men ziet als men in Italiëde grens overkomt zijn de fascisten. Elegante jongelui, meestal uit de betere standen, gekleed in zwarte sportblouse, kleine muts met neerhangenden kwast en revolver op de heup, komen aan het grens station in den trein, loopen door de corridors, gaan met den conducteur mee, die de kaartjes knipt, met den douaan, die de paspoorten naziet, controleeren alles, ook het treinpersoneel. Het is de afdeeling spoorweg-politie van het fascistische régime. De fascisten vormen een leger naast het leger. Zij zijn thans talrijk als het zand der zee. Bij alle officieele gelegenheden zijn de fascistische troepen nummer n, de gewone soldaten nummer twee. Het is volkomen een dictatuur. Kleine jongens loopen al in fascisten pakjes rond en het is verboden hardop anders dan fascistisch te denken. Het fascisme heeft ongetwijfeld veel verbeterd in Italië, dat erkennen zelfs de tegenstanders. Het fascisme heeft wel is waar aan de Italiaansche eerzucht het cachet van een nationalisme coüte que coüte gegeven, een nationalisme dat, behalve naar buiten, naar binnen werkt door een syste matisch aankweeken van het nationaal bewustzijn der Italianen, een bewustzijn van groote natie (waarom men vooral Frankrijk vijandig gezind is, dat Italiëniet onder de groote naties wil erken nen) b.v. door het herdenken van de offers, die Italiëin den oorlog bracht voor zijn onafhanke lijkheid," (alweer de politieke leugen!) waarom de aanleg van een viale della rimembranza" (her denking) of het oprichten van een monument in alle groote en kleine plaatsen van hoogerhand bevolen is. Doch het fascisme heef t er ook zorg voor gedragen, dat de dingen in Italiëweer behoor lijk marcheerden, wat zij in de periode vóórdien alles behalve deden. Men bedenke dat het fascisme wel broodnoodig was, dat Italiëaan den vooravond van den chaos stond, dat het kon gebeuren, dat communisten net gekleede personen speciaal omdat zij net gekleed waren molesteerden of met een revolver in de hand het eten aan de tafeltjes vóór de restaurants opeischten. Mussolini is on getwijfeld de man van het oogenblik, de sterke man" van Italië. Van minder tot hooger opgeklommen en hertog gemaakt zoon van een smid, was hij achtereenvolgens kellner, onderwijzer, leeraar in de Fransche taal en directeur van een courant te Milaan, waar hij met 39 anderen het fascisme maakte?is hij thans de man, die weet wat er in Itali verbeterd moet worden. Minder door gaven van den geest dan door kracht en vastberadenheid bereikte hij wat hij tot stand bracht, herbond" hij (fascisme beteekent samenbinden) Italië, dat na den oorlog in vele partijen was verdeeld, tot eenheid van richting, beheerschte, als eerste minister en presi dent van de Kamer, de binnen- en buitenlandsche politiek van Italiëen heeft heden zoo nu en dan den minder aangenamen plicht de excessen van zijn fascistische partijgenooten met redevoeringen goed te praten, zooals onlangs den moord op het socialistische kamerlid Matteotti, een geval, dat zijn zaak veel kwaad heeft gedaan en nog steeds volk en pers in beroering houdt. Wij wachten af" zeggen de neutraal gezinde Italianen, van Mussolini sprekend. Hij heeft veel goeds gebracht, en ook veel kwaads. Maar het goede overheerscht tot nog toe" erkennen zij. De scholieren althans zullen Mussolini dankbaar zijn: hij heeft hun vacantie met een maand ver lengd, zoodat zij nu drie maanden 's zomers vrij zijn. Wat het reizen betreft en dit interesseert ons thans meer speciaal heeft Mussolini in de eerste plaats het spoorwegverkeer terdege gereor ganiseerd, er zorg voor gedragen, door het instel len van een fascistische spoorweg-politie, dat tegenwoordig de treinen geregeld en op tijd vertrekken. Inderdaad was over het algemeen het spoorweg-boekje voor de machinisten niet veel meer dan een vodje papier." Thans is Mussolini bezig het geheele spoorwegnet electrisch te maken, wat, behalve dat het verkeer sneller gaat (electriciteit is eerst voordeelig als er veel treinen loopen), vooral voor de reizigers, die naar en langs de Italiaansche Riviera gaan en tallooze tunnels doorkomen, waarin zij vergiftigd worden door den rook, een groot gerief is. VERKEERD REIZEN Zelf eenigen tijd in Italiëverblijf houdend, zie ik velen, die dit land bereizen, dezelfde fouten maken, waardoor men zich daar steeds onwennig zal voelen en onbillijk in zijn oordeel tegenover de Italianen moet wezen: dat men het land te zeer historisch of kunst-historisch bekijkt en de Italia nen zelf beschouwt als een volk, dat tusschen de puinhoopen van een verleden voortleeft als woekerplanten tusschen ruïnen. Italiëis niet een land, dat men op de bonne fooi" moet bereizen. Het is geen land voor een reis van veertien dagen. De meesten doen het. In de hotels kan men met Fransch of Duitsch terecht, en wat men in de steden en de musea moet zien, vertellen de vele reisgidsen, die in alle winkels liggen opgestapeld. De rest vult men met idealismen van een mooi land" aan. Men komt er dus gemakkelijk door heen" en het is voldoende om Florence, Venetië, Rome en Napels te kunnen zien. Maar reizen is een kunst, en een kunst, die de velen, die aldus meenen Italiëgezien te hebben, niet verstaan. De gewone manier van reizen als in een gesloten wagen is vooral voor Italiëzeer onvoldoende. Men voelt zich aldoor vreemd en onwennig tegenover het karakter en de levenswijs van een in alle opzichten zuidelijk land, dat in niets gelijkt op Frankrijk, Zwitserland, Duitschland, de landen, die men in zijn vacantie-tijden gewoonlijk bereist. Een te kort en te vluchtig bezoek aan Italiëontgoochelt. Men went niet aan het Italiaansche eten, dat alleen in de grootere hotelseenigszins aan denWest-Europeeschen smaak is aangepast, men lijdt onder het klimaat, onder de stabiele warmte die 's nachts niet afkoelt, onder het ongedierte, de muskieten, men wordt indolent en prikkelbaar (want men bereikt nooit het echte indolente van den Italiaan zelf, dat MUSSOLINI BRENGT DEN FASCISTENGROET geheel is aangepast aan de natuur waarin hij leeft), kortom men voelt zich erger dan ooit Noordeling, die niet weet wat het Zuiden eigenlijk is. Men moet eenigen tijd in Italiëverblijf houden. Liefst niet in een groote stad. Beter in een der vele dorpen, waarmee Italiëals bezaaid is en die vlak bij de groote steden liggen. Dit is ook beter om te acclimatiseeren en zich de gewone comfort af te wennen. Italiëis in de eerste plaats een landschap, een klimaat. Alle historie en alle kunstgeschiedenis moest eigenlijk met deze vaststelling beginnen. Voor Italiëis het geen gemeenplaats meer te zeggen dat de hemel er blauw is. Voor de schilder kunst en de kleurenstudie is dit het uitgangspunt der kleureffecten van Italië. Voor de historie verklaart het mooie landschap de tallooze invallen der barbaren" en de lust naar overheersching bij de vreemde vorsten. In dit landschap, in dit klimaat is het Italiaansche volk geworden, op gegroeid. Het Italiaansche volk is vooral in de Noordelijker gedeelten van het land zeer g;mengd en vol vreemde elementen trouwens, wat is het Italiaansche volk als men er niet de directe afstammelingen der Romeinen onder verstaat? maar de natuur, het klimaat maakte van hen allen Italianen, naar aard en uiterlijk. In Holland heeft men over het algemeen een phantastische voorstelling van den Italiaan. Sommigen denken zich het heele land bewoond door tenors van de Italiaansche Opera van De Hondt, anderen door de bruine kerels met roode hoofddoeken uit de Cavalleria Rusticana", die men alleen onder de Napolitanen vindt. Ook ziet men in zijn verbeelding alle bergwegen vol Calabrische roovers. De Italiaan is een mensch vanjzijn klimaat. COR5ETIÈRE la KEIZERSGRACHT P^AMSTERDAM HTELEF. 57151 m ~ ATELIERS VOOR REf&BATiËN IN DENHAAG EU^EN VRIJDAG MOTELCENTRAL Opgegroeid in een prachtig land waarin hij zonder te groote inspanning in zijn behoeften kan voorzien (ik spreek thans niet van de bewoners der groote steden) is hij van een harmonische gesteldheid, van een uitstekend humeur, kinderlijk, naief, vriendelijk, goedhartig. De Italiaan is r.u fond een alleraardigst mensch. Maar met de echte Italianen, de Italianen, die de bevolking van het land uit maken, komt de reiziger, die in veertien dagen Italiëmoet doorvliegen en alleen maar musea en bouwvallen ziet, niet in aanraking. Doch reeds in den trein zou hij kennis met hen hebben kunnen maken indien hij slechts 3e klasse verkoos te reizen en zich de moeite had getroost om ten minste een beetje Italiaansch te leeren, voor hij van huis ging. Want zelfs met geradbraakt Italiaansch kan men zich bij de Italianen verstaanbaar maken, die bovendien in het verstaan daarvan heel snugger zijn. Ik zelf reis in Italiësteeds 3e klasse en ik reis het voor mijn pleizer. Ik heb steeds alleraardigste ervaringen met mijn reisgenooten, die soms een krantenverkooper of een fabrieksmeisje waren, opgedaan. Vooral wanneer men ziet dat je vreem deling bent, komen ze allen bij je staan, wijzenjje alles aan wat je onderweg ziet, vertellen je het een en ander over het land, waar men doorreist en vragen je uit over je eigen land. Een, die een beetje Fransch kon spreken begon dadelijk met mij te onderrichten in de Italiaansche taal en zei daartoe de fabel van Lafontaine Le loup et l'agneau" strophe voor strophe beurtelings in het Fransch en in het Itali aansch op! Bij het afscheid gaf hij mij een prentbriefkaart, waar hij achterop had geschreven dat hij hoopte dat ik bij terugkeer in mijn vaderland nog eens aan la bellissima Italia" zou den ken. En een andere jongeling, die tot mij niets anders had ge zegd dan dat hij ook vond dat het in Italiëwarm was. gaf mij bij het heengaan zijn naamkaartje. Alles zeer in het gemoedelijke en zonder eenige bijgedachten aan fooitjes, enz. Wanneer men slechts een paar woorden Italiaansch als vreemdeling spreekt, zijn de Italianen al verrukt om het uit stekend Italiaansch dat men spreekt: de Italiaan heeft een ingeboren beleefd heid, hij lacht je nooit uit, hij is er trouwens te naief voor ook, hij vindt 't niet belachelijk dat een vreemdeling Italiaansch radbraakt. Hij radbraakt op zijn beurt het Fransch, dat hij, als hij het kent, meestal zeer slecht uit- spreekt. Een hinderlijk aanwensel is alleen, dat men op sommige plaatsen op het platteland tegen de vreemdelingen, om het begrijpen zoogenaamd te vergemakkelijken, in het Italiaansch in den infi nitief spreekt, een soort petit-nègre" van zijn eigen taal maakt. Booze tongen beweren dan, dat de Italianen hun eigen taal niet kennen. C O N S T A N T V A N W E S S E M FOH8EBS-RIJWIELEN De naam op een rijwiel is een waarborg voor KWALITEIT Mod. H.H. in uitr. 4 F. 110. in uitr. l F. 97. FILIALE» El AGEITSCHAPPEI II ALLE PLAATS» GEVESTIGD

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl