Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2462
HET REIZEN IN ITALI
FASCISTEN
Het eerste wat men ziet als men in Italiëde
grens overkomt zijn de fascisten. Elegante jongelui,
meestal uit de betere standen, gekleed in zwarte
sportblouse, kleine muts met neerhangenden kwast
en revolver op de heup, komen aan het grens
station in den trein, loopen door de corridors,
gaan met den conducteur mee, die de kaartjes
knipt, met den douaan, die de paspoorten naziet,
controleeren alles, ook het treinpersoneel.
Het is de afdeeling spoorweg-politie van het
fascistische régime. De fascisten vormen een leger
naast het leger. Zij zijn thans talrijk als het zand
der zee. Bij alle officieele gelegenheden zijn de
fascistische troepen nummer n, de gewone
soldaten nummer twee. Het is volkomen een
dictatuur. Kleine jongens loopen al in fascisten
pakjes rond en het is verboden hardop anders dan
fascistisch te denken.
Het fascisme heeft ongetwijfeld veel verbeterd
in Italië, dat erkennen zelfs de tegenstanders.
Het fascisme heeft wel is waar aan de Italiaansche
eerzucht het cachet van een nationalisme coüte que
coüte gegeven, een nationalisme dat, behalve
naar buiten, naar binnen werkt door een syste
matisch aankweeken van het nationaal bewustzijn
der Italianen, een bewustzijn van groote natie
(waarom men vooral Frankrijk vijandig gezind is,
dat Italiëniet onder de groote naties wil erken
nen) b.v. door het herdenken van de offers, die
Italiëin den oorlog bracht voor zijn onafhanke
lijkheid," (alweer de politieke leugen!) waarom
de aanleg van een viale della rimembranza" (her
denking) of het oprichten van
een monument in alle groote en
kleine plaatsen van hoogerhand
bevolen is. Doch het fascisme heef t
er ook zorg voor gedragen, dat
de dingen in Italiëweer behoor
lijk marcheerden, wat zij in de
periode vóórdien alles behalve
deden. Men bedenke dat het
fascisme wel broodnoodig was,
dat Italiëaan den vooravond van
den chaos stond, dat het kon
gebeuren, dat communisten net
gekleede personen speciaal omdat
zij net gekleed waren molesteerden
of met een revolver in de hand
het eten aan de tafeltjes vóór de
restaurants opeischten.
Mussolini is on getwijfeld de man
van het oogenblik, de sterke
man" van Italië. Van minder tot
hooger opgeklommen en hertog
gemaakt zoon van een smid,
was hij achtereenvolgens kellner,
onderwijzer, leeraar in de Fransche
taal en directeur van een courant
te Milaan, waar hij met 39 anderen
het fascisme maakte?is hij thans
de man, die weet wat er in Itali
verbeterd moet worden. Minder door gaven van den
geest dan door kracht en vastberadenheid bereikte
hij wat hij tot stand bracht, herbond" hij (fascisme
beteekent samenbinden) Italië, dat na den oorlog
in vele partijen was verdeeld, tot eenheid van
richting, beheerschte, als eerste minister en presi
dent van de Kamer, de binnen- en buitenlandsche
politiek van Italiëen heeft heden zoo nu en dan
den minder aangenamen plicht de excessen van zijn
fascistische partijgenooten met redevoeringen
goed te praten, zooals onlangs den moord op het
socialistische kamerlid Matteotti, een geval,
dat zijn zaak veel kwaad heeft gedaan en nog
steeds volk en pers in beroering houdt.
Wij wachten af" zeggen de neutraal gezinde
Italianen, van Mussolini sprekend. Hij heeft
veel goeds gebracht, en ook veel kwaads. Maar het
goede overheerscht tot nog toe" erkennen zij.
De scholieren althans zullen Mussolini dankbaar
zijn: hij heeft hun vacantie met een maand ver
lengd, zoodat zij nu drie maanden 's zomers vrij zijn.
Wat het reizen betreft en dit interesseert
ons thans meer speciaal heeft Mussolini in de
eerste plaats het spoorwegverkeer terdege gereor
ganiseerd, er zorg voor gedragen, door het instel
len van een fascistische spoorweg-politie, dat
tegenwoordig de treinen geregeld en op tijd
vertrekken. Inderdaad was over het algemeen
het spoorweg-boekje voor de machinisten niet
veel meer dan een vodje papier." Thans is
Mussolini bezig het geheele spoorwegnet electrisch
te maken, wat, behalve dat het verkeer sneller
gaat (electriciteit is eerst voordeelig als er veel
treinen loopen), vooral voor de reizigers, die
naar en langs de Italiaansche Riviera gaan en
tallooze tunnels doorkomen, waarin zij vergiftigd
worden door den rook, een groot gerief is.
VERKEERD REIZEN
Zelf eenigen tijd in Italiëverblijf houdend, zie
ik velen, die dit land bereizen, dezelfde fouten
maken, waardoor men zich daar steeds onwennig
zal voelen en onbillijk in zijn oordeel tegenover de
Italianen moet wezen: dat men het land te zeer
historisch of kunst-historisch bekijkt en de Italia
nen zelf beschouwt als een volk, dat tusschen de
puinhoopen van een verleden voortleeft als
woekerplanten tusschen ruïnen.
Italiëis niet een land, dat men op de bonne
fooi" moet bereizen. Het is geen land voor een
reis van veertien dagen. De meesten doen het.
In de hotels kan men met Fransch of Duitsch
terecht, en wat men in de steden en de musea
moet zien, vertellen de vele reisgidsen, die in alle
winkels liggen opgestapeld. De rest vult men met
idealismen van een mooi land" aan. Men komt
er dus gemakkelijk door heen" en het is voldoende
om Florence, Venetië, Rome en Napels te kunnen
zien. Maar reizen is een kunst, en een kunst, die
de velen, die aldus meenen Italiëgezien te hebben,
niet verstaan. De gewone manier van reizen als
in een gesloten wagen is vooral voor Italiëzeer
onvoldoende. Men voelt zich aldoor vreemd en
onwennig tegenover het karakter en de levenswijs
van een in alle opzichten zuidelijk land, dat in
niets gelijkt op Frankrijk, Zwitserland,
Duitschland, de landen, die men in zijn vacantie-tijden
gewoonlijk bereist. Een te kort en te vluchtig
bezoek aan Italiëontgoochelt. Men went niet aan
het Italiaansche eten, dat alleen in de grootere
hotelseenigszins aan denWest-Europeeschen smaak
is aangepast, men lijdt onder het klimaat, onder
de stabiele warmte die 's nachts niet afkoelt,
onder het ongedierte, de muskieten, men wordt
indolent en prikkelbaar (want men bereikt nooit
het echte indolente van den Italiaan zelf, dat
MUSSOLINI BRENGT DEN FASCISTENGROET
geheel is aangepast aan de natuur waarin hij leeft),
kortom men voelt zich erger dan ooit Noordeling,
die niet weet wat het Zuiden eigenlijk is.
Men moet eenigen tijd in Italiëverblijf houden.
Liefst niet in een groote stad. Beter in een der
vele dorpen, waarmee Italiëals bezaaid is en die
vlak bij de groote steden liggen. Dit is ook beter
om te acclimatiseeren en zich de gewone comfort
af te wennen.
Italiëis in de eerste plaats een landschap, een
klimaat. Alle historie en alle kunstgeschiedenis
moest eigenlijk met deze vaststelling beginnen.
Voor Italiëis het geen gemeenplaats meer te
zeggen dat de hemel er blauw is. Voor de schilder
kunst en de kleurenstudie is dit het uitgangspunt
der kleureffecten van Italië. Voor de historie
verklaart het mooie landschap de tallooze invallen
der barbaren" en de lust naar overheersching
bij de vreemde vorsten. In dit landschap, in dit
klimaat is het Italiaansche volk geworden, op
gegroeid. Het Italiaansche volk is vooral in de
Noordelijker gedeelten van het land zeer
g;mengd en vol vreemde elementen trouwens,
wat is het Italiaansche volk als men er niet de
directe afstammelingen der Romeinen onder
verstaat? maar de natuur, het klimaat maakte
van hen allen Italianen, naar aard en uiterlijk.
In Holland heeft men over het algemeen een
phantastische voorstelling van den Italiaan.
Sommigen denken zich het heele land bewoond
door tenors van de Italiaansche Opera van De
Hondt, anderen door de bruine kerels met roode
hoofddoeken uit de Cavalleria Rusticana", die
men alleen onder de Napolitanen vindt. Ook ziet
men in zijn verbeelding alle bergwegen vol
Calabrische roovers.
De Italiaan is een mensch vanjzijn klimaat.
COR5ETIÈRE la
KEIZERSGRACHT P^AMSTERDAM
HTELEF. 57151 m ~
ATELIERS VOOR REf&BATiËN
IN DENHAAG EU^EN VRIJDAG MOTELCENTRAL
Opgegroeid in een prachtig land waarin hij zonder
te groote inspanning in zijn behoeften kan voorzien
(ik spreek thans niet van de bewoners der groote
steden) is hij van een harmonische gesteldheid,
van een uitstekend humeur, kinderlijk, naief,
vriendelijk, goedhartig. De Italiaan is r.u fond een
alleraardigst mensch. Maar met de echte Italianen,
de Italianen, die de bevolking van het land uit
maken, komt de reiziger, die in veertien dagen
Italiëmoet doorvliegen en alleen maar musea en
bouwvallen ziet, niet in aanraking. Doch reeds in
den trein zou hij kennis met hen hebben kunnen
maken indien hij slechts 3e klasse verkoos te
reizen en zich de moeite had getroost om ten
minste een beetje Italiaansch te leeren, voor hij van
huis ging. Want zelfs met geradbraakt Italiaansch
kan men zich bij de Italianen verstaanbaar maken,
die bovendien in het verstaan daarvan heel snugger
zijn. Ik zelf reis in Italiësteeds 3e klasse en ik reis
het voor mijn pleizer. Ik heb steeds alleraardigste
ervaringen met mijn reisgenooten, die soms een
krantenverkooper of een fabrieksmeisje waren,
opgedaan. Vooral wanneer men ziet dat je vreem
deling bent, komen ze allen bij je staan, wijzenjje
alles aan wat je onderweg ziet,
vertellen je het een en ander over
het land, waar men doorreist en
vragen je uit over je eigen land.
Een, die een beetje Fransch kon
spreken begon dadelijk met mij
te onderrichten in de Italiaansche
taal en zei daartoe de fabel van
Lafontaine Le loup et l'agneau"
strophe voor strophe beurtelings
in het Fransch en in het Itali
aansch op! Bij het afscheid gaf
hij mij een prentbriefkaart, waar
hij achterop had geschreven dat
hij hoopte dat ik bij terugkeer
in mijn vaderland nog eens aan
la bellissima Italia" zou den
ken. En een andere jongeling,
die tot mij niets anders had ge
zegd dan dat hij ook vond dat
het in Italiëwarm was. gaf mij
bij het heengaan zijn naamkaartje.
Alles zeer in het gemoedelijke en
zonder eenige bijgedachten aan
fooitjes, enz. Wanneer men slechts
een paar woorden Italiaansch als
vreemdeling spreekt, zijn de
Italianen al verrukt om het uit
stekend Italiaansch dat men
spreekt: de Italiaan heeft een ingeboren beleefd
heid, hij lacht je nooit uit, hij is er trouwens
te naief voor ook, hij vindt 't niet belachelijk
dat een vreemdeling Italiaansch radbraakt. Hij
radbraakt op zijn beurt het Fransch, dat hij, als
hij het kent, meestal zeer slecht uit- spreekt.
Een hinderlijk aanwensel is alleen, dat men op
sommige plaatsen op het platteland tegen de
vreemdelingen, om het begrijpen zoogenaamd te
vergemakkelijken, in het Italiaansch in den infi
nitief spreekt, een soort petit-nègre" van zijn
eigen taal maakt. Booze tongen beweren dan,
dat de Italianen hun eigen taal niet kennen.
C O N S T A N T V A N W E S S E M
FOH8EBS-RIJWIELEN
De naam
op een rijwiel is een waarborg voor
KWALITEIT
Mod. H.H. in uitr. 4 F. 110.
in uitr. l F. 97.
FILIALE» El AGEITSCHAPPEI II ALLE PLAATS» GEVESTIGD