Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2463
JAN GRÉOOIRE
SCHILDERKUNST-KRONIEK
JAN QRÉGOIRE. MUURSCHILDERINGEN IN HET
GEBOUW VAN DEN GEMEENTELIJKEN GENEES
KUNDIGEN DIENST TE AMSTERDAM.
Jan Qrégoire maakte de hierboven afge
beelde muurschildering in het gebouw van
den Gjmeentelijken Geneeskundigen Dienst
te Amsterdam. Het ligt in de bedoeling ter
gelegener tijd de geheele groote zaal van
dit nieuwe gebouw van wandschilderingen
te doen voorzien. Indien deze gereed zijn
zullen wij het geheel bespreken en tevens op
de muurversiering van Jan Grégoire uitvoerig
terugkomen.
VAN MEURS UJT AMSTERDAM IN DEN
KUNSTKRING DEN HAAG
De kunst van China en Japan is óf groot,
of zij is bizar ongewoon, en c!e ongewoonheid
berust dan op een, tot het wreede toegaande,
phantaisie; de kunst ginder is vreemd in den
vorm, of zij erkent het vreemde in de materia
len, die de natuur haar levert. Maar 't zij dat
ze groot is in vroege eeuwen, of bizar in een
tijd van gekwelde phantaisie, altijd is zij, ten
minste tot zeer laat, van een goed
handwerkschap; zij had het geduid voor een niet-verhaaste
voltooiing. Dat eischt altijd aandacht: vol
tooien, en de gespannen aandacht is stil, is
ingetogen; het werk der Chineezen, etc. treft
ons daardoor door een stilte, die vroeger werk
van het Westen eveneens bezat, zij 't ook,
dat onze jongere beschaving niet zoo veel
die stilte vertoont, als het, van vroeger be
schaving, langzamer Oosten. Het niet-haasten
kan ook iets anders meebrengen; het kan
meer overzicht geven, vóórdat wordt be
gonnen; het kan ons helpen tot den stijl,
die een eenvoudig groot-zijn is. Van dit
alles vindt ge bewijzen in deze verzameling:
van het geduld, van het bizarre, van het
voltooide, van het altijd eerbiedwekkende
werkmanschap, van het groot houden,
van het subtiele, dat uit het langzame kan
komen, en alle voorwerpen, die deze ver
zameling vormen, zijn door van Meurs met
verfijnde zinnelijkheid uitgestald. Ten eerste
zijn hier de bekende Tibetaansche schilde
ringen, waarvoor nog een plaats gevonden
werd in het hun passend museum. Er is daar
het pantheon met zijn 10 x 10 figuren; er
zijn enkle figuren uit dit pantheon in stille
dof f e rijke kleuren rustig gebootst.
ErzijnOudChineesche schilderingen, waarvan een paar,
wel toevallig, lijken op werk van Hercules
Seghers, maar stiller, inniger verfijnd (er is
een oever van een meer, dat zeker en ijl werd
gegeven !). Er is een curieuse vaas van
calcedon, als gesneden uit de diepere lagen van
een schelp; er is het Koreaansch aardewerk,
dat de hand van den draaier doet herkennen,
Algem. Nederlondsche
Automobiel Mij.
FRANHCNSTRAAT 37-8Ü, 's>GRA.VENÏtAGE
en 't soms ongelijk bakken van den oven in
sommige afwijkingen van den cirkelvorm. Er
zijn doozen met dorre vruchten, vol sexueele
vormen, die aan de standaarden der vaan
dels werden gehangen; een Chineesche Koro
is groot gehouden. Een visch werd verzonnen
uit berg-kristal; beelden van een teeder-innig
wit staan daarbij. Een vlakke schaal,
weinigversierd, lijkt gemaakt voor d'eeuwigheid,
zóó rustig is ze van vorm en decor;
onmatigzware stijgbeugels werden eenvoudig gehouden
en rijk gemaakt door 't ingelegd metaal. Man
darijnen-scepters hebben drie
kunstig-gepolijste jade-platen; er is er hier n; en er is
veel jade, rhytmisch getooid met beest en
figuur. Een beeld is een stug zitter op zijn
eenvoudigen stoel; stootplaten van wapens zijn
bizar en hecht. Een pot heeft dieper
koningsblauw, dan ooit het blauw was in Delft; een
grafbeeldje is verstorven-vervreemd van het
voorbijgaande; een Balineesch werk is als
belegen kleur, die daardoor verdroomde..
Er zijn hier dingen te-over, waaraan we weer
de stilte in onze kamers kunnen kweeken, de
stilte, die we zóó noodig hebben; en niet te
vergeten is, dat deze stilte behoort tot de
vruchtbare stilte, die 't peinzen kweekt als
haar noodzakelijke vrucht!
IN PULCHRI STUDIO, GROEP Eoz. KONING,
ENZ.
Edzard Koning heeft de hoofdgroep. Hij was
de versierder van Van Eeden's Kleine
Johannes, en in den laatsten tijd keerde hij
eenigszins weer terug tot de figuur en het land
schap van het sprookje; de nheid van
figuur en landschap is echter nog niet
voldoende gevonden. Daar-naast zijn de
gewoner zaken te vinden, het stadsgezicht
met de bloeiende boomen, en de werken
met de waterlelies, die echter de kracht
niet kregen, tot nu toe, van vroeg werk
van Koning; hij bloeide toen meer van
kleur. Bakèls' Molen op Tessel is iets te
wattig geschilderd; hij staat niet vrij van
de lucht achter hem; G. de Groot heeft
een studietje van bestorven kleur, Floris
Arntzenius een vaas met roodc bloemen;
Pol Dom's tafelkleed onder zijn pot niet
rozen is een Jevend geworden versiering.
(Hij hield het'kleed niet vlak, de bloemen -?
lijken op te staan op hun steel). Lucie van
Dam van Isselt'sMol en fel roode Lelies
vertoonen't zuiverst haar koele aandachtigheid.
RIJKSMUSEUM AMSTERDAM.
Er is in het Rijksmuseum een kleine
Cranach, een al bejaard, mager man. Het
geheel is verfijnd van psychologie, zóó
zeer verfijnd, dat het bij elk ommegaan
treft. Er is niet naar een norm van schoon
heid gezocht, maar onomwonden is een
karakterbegrepenen geformuleerd. En hoe
wezentlijk verfijnd deze vroege schilder
was, ge ziet het niet bovenal aan de kleur,
maar,hier ziet ge het in de lijn, die de
bovenlip jen de onderlip, tegen mekaar ge
drukt, maken. De lijn die daar wordt ge
voeld, is een bekentenis van het karak
ter van dien man, absoluut en vol
zielkundigen uitleg.
PLASSCHAERT
LENTE-FILMGOMPOSITIES
Lente- Filmcomposities Nederlandsche
Boerendans;n. Muzikale bewerking door
Julius Röntgen. Folkloristisch ingeleid
door D. J. van der Ven. Uitgave der
Vereeniging voor Nederlandsche Muziek
geschiedenis. Te Amsterdam bij G.
Alsbach en Co.
En hoe vreemd ook die bekentenis reeds
bij den aanhef eener bespreking moge voor
komen: de verschijning van deze uitgave
geeft alleszins reden tot instemming. Waarlijk
groote waardeering mag men bij het opslaan
van dezen bundel gevoelen; voor mij is 't een
vreugde deze verschijning, die te danken is
aan de vruchtbare samenwerking van Julius
Röntgen en D. van der Ven, te kunnen be
groeten.
Men leze de folkloristische inleiding, welke
aan het muzikale gedeelte is toegevoegd en
daaraan onmiddellijk ik zou willen zeggen
onafscheidelijk voorafgaat en geniete een
lentejeugdige atmosfeer, bekend aan elkeen,
die reeds eerder een dier avonden bijwoonde,
waarop van der Ven vertellend op zijn merk
waardig genoeglijk-interessante wijze, mét
Röntgen tezamen, wanneer deze muzikale
auteur-kunstenaar op waarlijk boertige wijze
de hier thans verzamelde dansdeunen en
landsliedekens als voortreffelijk
klavierkonterfijten uitvoerde, de Lente-Film tot leven
maken.
Men leze van der Ven's in'-.'iding en worde
in diens prettigen ?
tot de studie onzer vat
in een respectabele sch
beoogt, voor ons lig
En als 't dan ook w
schrijft n.L: ,,dat de
gewest thans meer
ontvankelijk schijnt i
vaarden of het sparer
gewoonten en volksv
dreigden verloren te ga
modernen tijd" dan
Röntgen's Nederlandse
nut stichten en de
op de meest verwijc
land en daarbuiten,
De wijze waarop Rot
wijzen neerschreef za
geringe mate bijdraj
pagina van No. l de
de Cramignon, dem
kundigheid hier goe
gemakkelijk speelbaa
Een simpele vier en
Cramignon-melodie ir
de laatste acht maten
tusschenstuk, waartu
het F. groot van voor
door middel van eer
zeer klaar en eenvotu
't geheele stukje da
zing van den compoi
lijk" aandoet.
Aldus bezorgde (
levering der Cramig
Limburg, waarmede i
JAN GRÉGOIRE.