Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
WANDSCHILDERING IN HET GEBOUW VAN DEN GEMEENTELIJKEN GENEESKUNDIGEN DIENST TE AMSTERDAM
Itrant opgewekt
Ische folklore, die
Ike deze inleiding
wat van der Ven
syche van menig
róór den ?-oorlog
l voor het
aangebruiken, zeden,
in, die voorgoed
en nivelleerenden
eze uitgave van
(«composities veel
phijning er van
plaatsen in ons
ne welkom zijn."
leze reeks
volks; daartoe in niet
Reeds de eerste
posities, getiteld:
;rt met hoeveel
iziek (en tevens
>r ons ligt.
g maten der oude
tot, gevolgd door
an in D-groot als
m veertig maten
;eer terugbrengen
! dominantbrug,
rbereid ziedaar
,ch naar
aanwtjsvendig en
vroo
intgen de
over;dèvolksdans in
s slingers dansen
den, hand in hand onder de bloeiende
kersenboomen, gelijk oudtijds de middeleeuwsche
ringelrei der Jonkheid" nog heden ten
dage de lente binnenstampen.
Als tweede nummer vinden wij een marsch
van de schutterij op het kasteel Wijlré".
Echt leuk zooals daar in tertsen en sexten
op een sinpele tweekwartbegeleiding die
potsierlijk met hanenveeren en vervaarlijke
uitmonstering toegetakelde schötterie" opmar
cheert, om met een iets vlugger" zesachtste
de dochters van den Graaf de Geloes, die op
het prachtige kasteel" woont, aan de hand
van kapitein en de hoofdlieden dier oude
nobele" schutterij na den ontvangen Mei
ruiker op Bronkdag" in zoo'n Limburgsch
zelfkantdorpje" te zien dansen. En dat alles
onder leiding van den vervaarlijken
keizerkoning-generaa!" (kan 't nog hooger) plaats
vond, zeggen u echt lollig pompeus de paar
laatste maten !
Nummer drie brengt u meer landelijk-knus
met veel jolijt een Boerencarré, ook genaamd:
Mie Katoen". Speel 't zelf door en lees de
voorrede, 't Is eenvoudig en typisch: geen
geweldige structuur; van D naar G. en van
G naar C. en van C. naar G. en 'n verwant
schap is 't eenig breken met den sleur van
muzikale kwartjesvinderij. Maar ge zult u
prettig gevoelen in dit landschap vol muzikale
naïviteit waarheen u allergezelligst Papa Julius
met z'n vrind Dik,keuvelend en muziekmakend
brengen. Die twee brengen u naar Gelderland
met 'n viertal Geldersche dansen. Vooreerst
'n driekwart, mazurka-achtig rhythme afge
wisseld met 'n tweekwart passepied, dan de
Driekusman" en wanner Röntgen u dat op
zijn manier laat hooren en v. d. Ven u vertelt
van de oud-Engelsche Wake-Day" waarbij
de schoone Sisly een the beginning of the
world" wil dansen en onder algemeene
instemming zegt I love no dance so well
as = John, come kiss me now" = meent gij
herinnerend de muzikale vraag gesteld te
hooren ben jij met je moeder naar de Meer
geweest?" of reeds de peuk in uw zijde"
te gevoelen onder de toevoeging Kees kom
kietel me !" Maar lang duurt die overpeinzing
niet, want het oolijk tweetal brengt het u al
gauw bij dat: Ik en mien mêken noar
Hoksbarge goat", om alsdan te dansen de
Riepe-Riepe gasste", van welke twee laatsten
de Hoksbarger" u er aan herinnert dat men
,,niet moet huilen als je van elkander gaat"
terwijl de riepe gasste" 't meer met de
Goldberg" Variaties Quodlibet van Joh.
Seb. Bach hooger zoekt.
Waarlijk ge zult u vermaken en wanneer
Röntgen's laatste noot van dezen bundel
gespeeld en Dik v. d. Ven's inleiding daarbij
ten einde is, zult gij 't met diens laatste regels
eens zijn, en diens woorden tot de uwe maken,
dat voor deze voortreffelijk verzorgde uitgave
het bestuur der Vereeniging voor
Nederlandsche muziekgeschiedenis groote erkente
lijkheid verdient.
En men zal er gemakkelijker dan waar ook
elders, aanwijzingen vinden, die aan heele
bevolkingen de vreugd kunnen brengen van
het gewestelijk-gekleurde,ze!f-werkzame
volksvermaak, dat mooie herinneringen zal achter
laten en op krachtige wijze een gezonde
vaderlandsliefde kan bevorderen.
Moge het aangevangen werk der uit
gave van de Lente-film op gelijke wijze
gevolgd worden door verschijningen in druk
vanZomer-, Herfst- en Winterfilm door
D. J. van der Ven en Julius Röntgen.
RlCIlARD H E U C K E R O T II
NEDERLANDSCHE KUNST
NIJVERHEID TE PARIJS
IN 1925
FRAGMENT VAN DE WANDSCHILDERING IN HET GEBOUW VAN DEN
GEMEENTELIJKEN GENEESKUNDIGEN DIENST TE AMSTERDAM
Toen alle andere landen al lang klaar
waren met de regeling der inzendingen
voor de in 1925 te Parijs te houden In
ternationale Tentoonstelling van Moderne
Decoratieve en Industrieele Kunst, kwam
eindelijk de beslissing dat ook Nederland
aldaar zou zijn vertegenwoordigd. Jammer
genoeg na eindeloos talmen waardoor cene
voldoende intensieve voorbereiding on
mogelijk werd. (Ik herinner in dit ver
band aan Kopenhagen !)
Nu worden (het schijnt noodzakelijk....)
bij dergelijke officieele gelegenheden veler
lei uitgebreide officieele Commissies be
noemd, wier taak het is een en ander voor
te bereiden en te regelen.
Voor de samenstelling dezer Commissies
bestaan bepaalde recepten welke vol
doende speling laten voor te bewijzen
vriendelijkheden en zoo voorts. Dan leest
men bij het eerste ontbijt in het ochtend
blad vele namen, meer of minder bekend,
wier draagkracht als het ware eenige
zekerheid moet bieden dat de zaak veilig
kan marcheeren.
Zoo is er dan thans volgens Koninklijk
Besluit ingesteld: eene Centrale Commissie;
eene Commissie van Uitvoering en eene
Tentoonstellings-Com missie.
Bij deze laatste, dit zij hier uitdrukkelijk
opgemerkt, berust de technische beslissing bij
de inzending der kunstwerken. Zij vormt met
andere woorden dus de Jury van toelating.
Volgens haar advies gaan de uitnoodigingen
in zee en aan haar is de beoordeeling wie wel
en wie niet waardig wordt gekeurd om te
mogen inzenden onder bepaalde, nauw om
schreven voorwaarden.
Onder de vijf en zestig namen van hen die de
verschillende Commissies vormen zijn, als ik
goed gezien heb, slechts twaalf kunstenaren !
Maar wat er van te denken dat in verband
met de regeling van de Nederlandsche verte
genwoordiging bij deze zoozeer belangrijke
gebeurtenis op kunstgebied in den vreemde !
eene Internationale Tentoonstelling van....
Kunstnijverheid onder de in de Commissies
zitting nemende kunsternaren
SLECHTS TWEE !
beroepskunstnijveren zijn, tegenover acht archi
tecten en twee beeldhouwers.
Op zoodanige wijze komt de Vaderlandsche
kunstnijverheid volkomen onder curateele te
staan van de architecten, doch vooral kan toch
van eene vakmatige en onbevooroordeelde
beslissing bij het samenstellen der voor de
Tentoonstelling bestemde inzendingen wel
haast geen sprake meer zijn.
Want, ook al neem ik gaarne aan dat er
architecten zijn die kijk" hebben op
kunstnijverheids-voortbrengselen (er zijn immers
buitengemeen knappe kunstnijveren onder
hen te vinden !) dan gaat het toch zeker niet
aan dat bij deze gelegenheid de beoordeeling
van het werk der kunstnijveren voor het
meerendeel aan anderen dan vakgenooten wordt over
gelaten, waar toch zeker, om een enkel voor
beeld te noemen de architecten unaniem
zouden weigeren mede te dingen aan eene be
langrijke prijsvraag op het gebied der bouw
kunst (Rokin-vraagstuk e.d.) als in de Jury
ter beoordeeling der antwoorden voor het
grootste deel. . . . kunstnijveren zouden zitting
nemen. (Hetzelfde is ook bij de beeldhouwers
het geval).
O T T O V A N T U S S E N B K O K K
C. B. VAN BOHEMEN
RESTAURATEUR VAN
SCHILDER IJ EN
MET 30 JAREN LANGE DAGELIJKSCHE
ERVARING EN GRONDIGE
MATERIALEN-KENNIS
ALS ZOODANIG ERKEND EN AANBEVOLEN
DOOR DR. BREDIUS, DR. VAN GELDER
EN DR. HOFSTEDE DE GROOT
ATELIER: HELMERSSTRAAT 57
DEN HAAG
TELEFOONNUMMER 32871