Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19
DIERSTUDIE :
Teekening
Óp den Economischer! Uitkijk
's Lands Spiegelbeeld (II).
(Slot)
Nu doe ik hier verder zoo maar losse grepen
uit het bont en veelvuldig materiaal dat de statis
tische gegevens van het Zakboek" ons opleveren.
Samenhang (rechtstreeksch) is er tusschen de
hieronder volgende cijfers niet steeds, maar
belangwekkend en suggestief zijn ze alle en ook
vormen zij alle trekken van 's Lands Spiegel
beeld."
Het zuiver bedrag" der uitgaven voor open
baar en bijzonder onderwijs (zonder militair
onderwijs, gevangenis- en bewaarscholen) was in
1900 zoo ongeveer 23f millioen; 10 jaar later
was dit bedrag gestegen tot ruim 43 millioen,
dus bijna het dubbele, en weer 10 jaar later,
in 1920, tot . . ruim 174J millioen, d.i. meer
dan zevenmaal het cijfer van .1900. Een vooruit
gang," die toch wel even tot nadenken stemt!
In nog veel sterkere mate geldt dit van de
Rijksuitgaven voor arbeiderszorg", d.i. arbei
dersbescherming, arbeidersverzekering, werke
loosheid en arbeidsbemiddeling; het loont de
moeite hier te onderscheiden. Wat de eerste
rubriek aangaat, zij omvat twee groepen van
uitgaven: a ter zake van Arbeids- en Veiligheids
wet, welke wij tusschen 1910 en 1924 zien stijgen
van 222 tot 949 (x ? 1000.?) (zijnde het voor
1924 aangevraagd bedrag) met een top"-punt
van 977 in 1922 en 1923; 6 de overige uitgaven"
voor arbeidersbescherming, die (behoudens in
1920 en 1921, als wanneer zij 215 en 211 x ? 1.000
bedragen) zich bewegen binnen de grenzen van
95 en 159 x ? 1000.?Ook bij de kosten van den
Staat voor arbeidersverzekering moeten wij ver
schillende rubrieken in het oog vatten: Ie die van
Ongevallenwet en Beroepswet, die van 675
(x /1000.?, maar die herhaal ik nu verder niet
meer) in 1910 klimmen tot 937 in 1917, dan
in de 4 volgende jaren tot 1133 1220 1734
en 1572, waarna zij in 1922 en volgende jaren
op 383?381 en 376 terugvallen tengevolge van
het feit dat over die laatste jaren het Rijk niet
meer in de administratiekosten der
Rijksverzekeringsbank bijdroeg; 2e de kosten ten laste
van den fiscus uithoofde der Invaliditeits- en
der Ouderdomswet, aanvangende in 1913 met
1217, maar het jaar daarna stijgend tot 11250;
zij blijven eenige jaren dan tusschen de 11 en 12
(millioen) zweven, stijgen tot 17112 in 1919, tot
41856 in 1920 en weinig minder in '21, bereiken
in 1922 het hoogste punt in de reeks met 42778
(x ? 1000.?) en zakken in de laatste twee jaren
op 39835 (toegestaan) en 39362 (aangevraagd).
Bij de uitgaven voor werkeloosheid en arbeids
bemiddeling vervullen de eerstgenoemde de
belangrijkste plaats: wij zien die van 3,8 millioen
in 1919 zich verheffen tot 14,4 en 17,8 en 16,8
in de drie daarna volgende jaren, waarna zij op
8,5 en 9,6 in '23 en '24 zinken. 1) Ziedaar de
voornaamste onderdeelen. Het totaal dier Rijks
uitgaven voor arbeiderszorg" is weinig meer dan
l millioen in de eerste drie jaren der reeks 1910
1924, stijgt tot 2,3 in 1913, beweegt zich in de vijf
volgende jaren (1914?1918) tusschen 13,1 en
14,3, springt dan op 23 millioen in 1919, op 60,4
in 1920, op 63,8 in 1921, waarna de laatste drie
jaren als resp. voorloopig", toegestaan" en
aangevraagd" deze getallen te zien geven:
62,5?51,3 en 51,7. Men zegt dus niet te veel,
als men opmerkt, dat wij met deze uitgaven in
vijftien jaar tijds van l op 50 millioen zijn beland.
Over die sterke stijging zou veel te zeggen zijn,
met name over het overwegend deel der uitgaven
wegens de Invaliditeitswet en de beteekenis dier
uitgaven als gereserveerde gelden; de vraag dringt
zich op, of die sterke stijging niet na 1918
ongelegen is gekomen, toen na den wapenstilstand
de verarming van heel de wereld, ook van Neder
land, meer en meer openbaar werd. Maar zooveel
meer uit het Zakboek vraagt nog onze aandacht,
dat ik hierbij niet kan stilstaan; genoeg zij het,
voor ditmaal, de cijfers te laten spreken zonder
kantteekening.
Dit laten spreken der cijfers" is, tenzij ik in
1) In deze cijfers zijn van 1918 af begrepen
subsidiën van de gemeenten ter zake van het
werkloosheidsfonds 1917, door het Rijk bij voor
schot betaald.
uitvoerige aanhalin
gen verval, niet zoo
gemakkelijk bij de
toch uiterst belang
wekkende indexcij
fers der werkeloos
heid, die voor 22
beroepsgroepen over
de jaren 1915?1923
(en voor dat laatste
jaar per maand)
worden gegeven; ik
moge dus den lezer
naar deze zeer sug
gestieve" opgave
verwijzen en vol
staan met aan te
teekenen, dat dit
indexcijfer, 12 in
1915, in 1916 op 5,1
zinkt, daarna stijgt
tot 7,7 in 1919;
gunstig is dan weer
1920 met 5,8, maar
daarna klimt het
getal weer tot 9, tot
11 en laatstelijk tot
11,2. Een duidelijke
grafiek (op blz. 16
van het Zakboek)
brengt dezen gang
van zaken in beeld.
De uitkeeringen, ver
strekt aan werklooze
verzekerde leden
volgens de reglemen
ten der
werkloosheidskassen zien wij
tot ?15,513,200.?in
1921 stijgen; daarna
vinden wij lagere
bedragen: 12,6 en
7,2 in 1922en 1923;
in die bedragen zijn
begrepen de door
niet gesubsidieerde
kassen verstrekte
uitkeeringen.
Verrassend is de in de laatste jaren zich voor
doende daling in het aantal der collectieve arbeids
overeenkomsten, n.l. van 983 op 723 en daarna
op 660, onderscheidenlijk op l Januari 1920,
l Januari 1922 en l Januari 1923. Het aantal
bij die overeenkomsten betrokken ondernemingen
slinkt in vrijwel dezelfde verhouding, in mindere
mate dat der werknemers (273 op 238 duizend).
Maar ik stap af van dit en meer nog, in dit hoofd
stuk vervat. De wisseling der loonen, de stand van
de vakbeweging, stakingen en uitsluitingen,
indexcijfers der kosten van levensonderhoud
tusschen 1911 en 1924, groothandelsprijzen enz.
(bij de laatste een sterk sprekende grafiek). Hoe
belangwekkend ook, ik kan in dit vluchtig over
zicht hierbij niet stilstaan, moet u naar de bron
zelf verwijzen.
In 't voorbijgaan noteer ik even de sterke mate,
waarin de openbare armenzorg haar aandeel in
het totaal der onderstands-lasten vergroot en
tevens de aanmerkelijke stijging dier lasten:
van 27,5 millioen guldens in 1913 klimt het
totaal der onderstands-nitgaven tot 69,7 in 1921
en in dat totaal zijn de cijfers voor burgerlijke
instellingen onderscheidenlijk 15,6 en 50,3! In
't voorbijgaan ook slechts vestig ik de aandacht
op de heugelijke toeneming van het tegoed der
inleggers in de Rijkspostspaarbank, de particu
liere banken en de boerenleenbanken: de grafiek
toont hier eene van 1881 af en vooral na 1914
forsch opgaande lijn . .
En nu grijp ik haastig want de beperkte
ruimte eischt beperking ? nog eenige wetens
waardigheden uit den overvloed van belangwek
kende gegevens. Zie de grafiek op blz. 42, die u
leert dat de belaste inkomens na 1915/16 tot
1919/20 langzaam en daarna sterk toenemen en
hoe de belaste vermogens, tot op 1919/20 steeds
hooger cijfers aanwijzend, daarna gevoelig zinken.
Zie uit een volgende grafiek welk een angst
wekkende, verbijsterende opstuwing er na 1916
plotseling in de lijn der criminaliteit zich vertoont,
aanhoudend tot 1919, om eerst weinig, maar
dan heel scherp weer te vallen. En zie ook van
1917 af een niet minder verbijsterende
steilopgaande beweging in de lijn der faillissementen,
omstreeks 900 in 1917 tegen 4200 in 1923!!
Merkwaardig is ook (ik bepaal me tot de grafieken)
de plastische voorstellihg der waarde» onzer
totale in- en uitvoeren tusschen 1919 en 1923:
in de eerste twee jaar stijgt het cijfer van den
import, ook het (heel ver daaronder blijvend)
exportcijfer; dan zien wij het eerste cijfer dalen,
ook het tweede, doch in mindere mate en dat
tweede zien we in '23 zich, zij het nog maar weinig,
verheffen.
Interesseert gij u voor de scheepvaart? Hier
DOG EN VLINDERHONDJE
voor de Amsterdammer" door H. Verstijnen
THE BEAST AND THE BEAUTY
VANNELLCSVARINAS
GOUDZEGEL
5O ets. pep Pakje.
li
Een aangename Bezuiniging
een HALF ONS vervangt
vele GOEDE SIQAREN
II
vindt gij nopens het aandeel der Nederlandsc'ne
vlag in in- en uitklaringen gegevens te kust en te
keur! Crcdietwezen? Effectenkoersen? Hypo
theken? Giro verkeer? Luchtvaart? Telefoon?
Gij hebt het maar voor 't naslaan.
En nu zijn wij genaderd aan het Staatsbestuur"
en aan de Rijksfinanciën". O, die huivering
wekkende grafieken omtrent gewone en buiten
gewone en crisis-diensten . . ! En op blz. lul
die sombere voorstelling van onze nationale
werkelijke (ach, hoe werkelijke!) schuld! De
prentverbeelding van den belastingdruk in "i,
voor gehuwden met twee kinderen . .
Misschien is 't maar goed, dat ik dit als ..lest
best" aan uw eigen beschouwing moet overlaten.
In hoofdzaak was immers mijn doel ook slechts
u den weg naar 's lands spiegelbeeld te wijzen.
SMISSAEKT
FONeERS-RIJWIElEN
De naam
op een rijwiel is een waarborg voor
KWALITEIT
Mod. H.H. in uitr. 4 F. 110.
in uitr. l F. 97
FILIALEN EN AGENTSCHAPPEN IN ALLE PLAATSEN GEVESTIED