Historisch Archief 1877-1940
UEmW''TT
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2463
UIT HET KLADSCHRIFT VAN
JANTJE
W
fee^:
^inuaroM
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
POL ROGER & Cie.
Agent General: JA8ER BERLIN6S, Haarlem
BJiifluiu
SUIKERLIPJES 1) GESTOORDE
BRUILOFT
door
MAURITS WAGENVOORT
Niet dat hij het lieve kind vergeten had, toen hij,
na vier jaren afwezigheid, opnieuw in het
gastenhuis" voor Europeanen te Sjiraz zijn intrek nam.
Hij had in den winter, toen hij er zoo geheel on
willekeurig toe was gekomen om van het vuile,
verwilderde tuinmansdochtertje, de kleine
Sjekerleb, een meisje met beschaafde manieren naar
Westersche opvatting te maken, enkel door haar
te veroorlooven 's morgens in zijn kamer het ont
bijt met hem te deelen, te goed de fijnheid van haar
jong vrouwenzieltje leeren schatten. Ook was het
afscheid, toen zij zich, harer moeder ten spijt, in
zijn armen had geworpen, een te lieve herinnering
in zijn leven. Schertsend immers had hij toen aan
dit kind gevraagd: ,,ga-je met me mee, Sjekerleb?"
Onaangenaam trof hem de overdreven tragiek der
moeder, die handenwringend uitriep: Om Oodswil
sa/if'6, dat is onmogelijk !" Alsof hij er een
oogenblik aan geloofde, dat het stadsvolk van Perzië,
jegens Christen en Jood zoo fanatiek in zijn
geloof, het zou hebben geduld, dat een zijner
dochteren ooit vrouw of gezellin zou worden van een
Ongeloovige". Schoon het er niets in zag een jonge
dochter van kinderleeftijd haast, tegen betaling
van de bruidssom, als vrouw" mee te geven aan
een vertrekkenden Islamiet. Belachelijk, die
moeder !
Maar de kleine Sjekerleb, toen hij dan zou heen
gaan, was op hem toegesneld met opgeheven
armen en had hartstochtelijk zijn handen gekust,
terwijl hij haar een kus had gedrukt op het
voorhoofdje onder het, trots zijn vermaningen, toch wel
een beetje slordige blauw-zwarte haar. Lieflijk
moment in zijn reeds gerijpte herinnering van veel
bereisden handelsman. Nu had hij het gewaagd op
zijn sterken motor de beruchte Zuid-Perzische
bergpassen op te klimmen, doch op heel dien tocht
was zijn denken eer vervuld geweest van de vraag
hoe hij de machine zou sparen, en voorkomen, dat
hij zijn nek brak, dan van de mogelijke lotgevallen
van een Perzisch meisje, in zijn verbeelding nog
steeds een kind.
Echter riep de heele omgeving der
michmanchané's, een ruim Perzisch huis, gewitkalkt, in een
weelderigen tuin, waarin de beroemde rozen van
Sjiraz reeds bloeiden, dadelijk zijn herinnering aan
het lieve kind wakker. Sjekerleb"? gaf de oude
huisknecht Machmoed-c/!ö» 1) te kennen, Sjeker
leb"? Maar Ismaïl-c/w;;, haar gek van 'n vader,
is juist bezig haar aan den man te brengen. En,
bij m'n oogen, 'n goed huwelijk doet zij ook. God zij
gedankt"!
Op deze mededeeling, die hem toch onaangenaam
beroerde, verduidelijkte het denk-becld aan haar
in zijn plotseling verteederde herinnering. Zij
moest nu 'n jaar of twaalf zijn: een kind nog
voor hem. Maar in haar vrouwelijke ontwikkeling
en in Perzisch-mannenoog waarschijnlijk reeds een
volbloeide maagd-bloem. En wie zal haar man
zijn?" vroeg hij met bedaarde belangstelling, op
eens overspoeld deze door een in hem opdeinende
golf van verontwaardiging en stil verzet, toen hij
vernam, dat de aanstaande" van het teedere
meisje al een grijsaard moest wezen, zoo hij zijn
baard, naar de gewoonte zijns volks, niet
koperrood had geverfd met henné: den
opperschriftgeleerde van de Vrijdagsmoskee, de Moesjtehed 2)
mina Hassan.
Echt iets voor dien fanatieken beroerling
Ismaïl-f/mn, die zijn kind ook had willen beletten
's morgens hem bij zijn ontbijt gezelschap te hour
den, haar nu te verkwanselen aan een of anderen
schijnheiligen oude, die onder voorgeven haar tot
zijn wettige vrouw te maken, haar zou opofferen
aan zijn reeds beschimmelde lusten. Hij liet den
huisknecht, die zoo iets een goed huwelijk noemde,
staan, en sprak er nog dienzelfden dag over met
Leïla, Sjekerleb's moeder, die hij bij de
tuinmanswoning bezig vond: smerig als vroeger, in lompen
ook thans, de verkleurde bloemig-katoenen flodder
broek gesloten om haar fijne enkels van toch wel
goed gewasschen voetjes met geel geverfde
nageltjes; nog wat schuwer dan voorheen, even
ongekamd heur haar, wat afgeleefder haar verbrand
gezicht met de fijne blauwe tatoe-eerinkjes. Zij
herkende hem dadelijk, en de eerste indruk van
zijn onverwachte terugkomst scheen uit in haar
oogen, om haar mond door een glimlach, die dade
lijk wegtrok in de droefgeestigheid van onder
worpen en getrapt wijfje, dat berust in mannelijke
overmacht.
En Sjekerleb?" vroeg hij, na haar bevallige
begroeting met het gebaar als zou zij hem de hand
kussen.
Zij schudde verdrietig het hoofd en zweeg,
terwijl haar moede oogen, die in hun zwart gefonkel
nog een weerlicht van vroegere schoonheid bezaten,
uitstaarden heel ver.
]smï.ll-chan heeft haar verkwanseld aan een
ouden knul, den moesjtehed Hassan. Hoeveel was
de bruidssom?" vroeg hij gestreng.
Zij noemde een bedrag, dat, belangrijk misschien
in Perzische armelui's bevatting, gering was voor
zijn waardeering van iemand gewoon het tien
voudige van geringe beteekenis te achten, maar dat
voor hem, waar het de niet in cijfers te brengen
waarde gold van het levensgeluk van een misschien
nog maar half volwassen lieflijke maagd, was als
een mestvlieg op het blanke marmer van een
heerlijk beeld. Zij gaf hem handenwringend tot
antwoord er onschuldig aan te zijn, zelve den
moesjtehed te verfoeien, dat Ismaïl-c/iuri echter
aldus had besloten.
En je dochter?" vroeg hij voort, met kouder
gestrengheid nog.
Zij schouderschokte en zweeg opnieuw, starend
doch in haar oogen welden tranen op.
Hij stelde haar voor, dat Ismaïl-c/wn het geld
zou terug geven om het nog niet geheel voltrokken
huwelijk te verbreken, maar zij antwoordde dat de
moestjehed daar niet van zou willen hooren: de
bruiloftsfeesten werden reeds gehouden,de bruid was
al naar het Bad geleid, nu zat zij te schouw voor de
vrouwelijke maagschap van den ouden bruigom,
daar in zijn huis, in welks vrouwen verblijf zij weldra
opgesloten zou worden, en zij-zelve, Sjekerleb's
moeder, wilde er zelfs niet bij zijn, zulk een afkeer
boezemde haar dit huwelijk in.
En kan ik haar niet redden?" vroeg hij luid,
doch meer zich-zelf dan haar, en opnieuw hinderde
hem haar overdreven gebaar van wanhoop, zoo
als zij voor vier jaar het denkbeeld had verworpen,
dat haar-kind mee zou gaan met een Ongeloovige",
hij die toen, zooals nu, niets anders bedoelde dan
der kleine Sjekerleb's heil.
,,Astafcraliali"\ 3) kreet zij.
Opnieuw kwam er medelijden in hem op over de
bigotte dwaasheid dezer onontwikkelde Oostersche
vrouw, die voor haar kind geen erger lot kende dan
een innige vertrouwelijkheid met een Westerschen
man. Maar bij ervaring wist hij reeds, dat ook zij
door geringe gift was te winnen. Hij gaf haar een
daalder en aldus tot meer verstandelijk inzicht
gelokt, erkende zij de mogelijkheid, dat hij zijn
vriendinnetje, althans voor een oogenblik, zou
kunnen zien en een paarwoorden met haar spreken.
Hij zou haar in den vooravond volgen en binnen
sluipen in den tuin van den moesjtehed, achter de
woning: zij zou trachten het bruidje uit den kring
der vrouwen weg te lokken, en dan kon hij haar
even zien en spreken, maar, bij God's grootheid,
Ismaïl-f/w/! mocht er niets van weten, anders zou
die haar, en misschien ook Sjekerleb, slaan tot de
laatste druppen van het zwarte water" uit haar
oogen zouden zijn gelekt.
Zoo volgde hij de vrouw straks in den wintienden
schemer naar den tuin van den moestjehed, een
zwarte Perzische muts op om niet dadelijk als
Frank" herkend te worden. In de nabijheid van
het huis, waaruit de zachte muziek der muzikanten
door het geklank van menschenstemmen, zacht en
luid, maar alle vroolijk, heenklonk, bleef hij wach
ten achter den stam van een ouden plataan. Niet
eens lang. Want, onder welk voorgeven ook,
Leila had haar dochter uit het gezelschap der
bruiloftsvrouwen weg geroepen. Daar kwam zij
aan en Sjekerleb haastte zich reeds voor haar uit,
zoodra ze hem ontwaardde. Sjekerleb, de lieve!
Een ontroering van teeder gevoel beving hem,
toen hij haar terug zag, zooveel grooter geworden,
nog zooveel mooier, immers haar schoonheid nu
verhoogd door een kleurig zijden gewaad, sieraden
van goud in haar zorgvuldig gevlochten haar, de