De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 6 september pagina 13

6 september 1924 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2464 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 SCHILDERKUNST-KRONIEK REMBRANDT, STEDELIJK MUSEUM, AMSTERDAM. Het is misschien niet voorzichtig geweest van deze vereeniging een' naam te kiezen, die zóó diepe menschelijkheid vereenigt met zulke weidschheid; bescheidener voorganger was lichte te evenaren, en minder groot zou de afstand zijn tusschen wat de voorganger maakte, en wat de leden zelf leveren. Het is toch zeker, dat wat in het Stedelijk Museum hing, geen bewijs geeft van diepzinnig of picturaal kunnen, noch stoute verwachting ooit mij wekte. Met andere woorden, de tentoonstelling Rembrandt", een vereeni ging van schilders en anderen, is een zwakke ten toonstelling. Jan de Boer maakt wat ge noemt schilderijen met romantische phantasie; schelpen, slakken, stukken rots zijn getransponeerd materiaal voor zulke voorstellingen. Het romantische is hem natuurlijk; zijn natuurstudies bewijzen dat. Cees Bolding is het beste in zijn glijbaantje etc. (26, 28, 29) Hij benadert daar iets van 't leven, iets van kleur, evenals in 32, gezicht op de stad en in 45 zijn ets: visscherschuiten. Van Otto Hanrath was 66, het mansportret iets, van Ton Meyer vertoonde, de Bloeyende Cactus (86) eenige lenig heid in het schilderen, een ietwat oorspronkelijk heid in de keuze. Nanninga is een der meest d'aandacht trekkenden (98, 100, 101, 106, 107, 114, 115, 116). Hij heeft soms een teedre kleur vol stemming, als van gestremd klaar licht; soms is hij iets nuchterder, maar ook afzonderlijk. Max Nauta is zwakker nog dan ik hem verwachtte; een gezicht met schepen is slap van vorm, slap van schildering; slap van teekening, slap van kleur zijn Slowakysche boerinnen. Wout Schram's Oude kerk te Haarlem kan genoemd worden (133); Van der Ven's pakhuizen; Wim Wouters In gedachte (150); van IJkelenstam twee land schappen (156, 157), een portret, zóó van Piet Brouwer een zelfportret, en van du Méeen stil leven, zwak Suze Robertson (182). Ik noem deze werken tusschen degene die hier hangen, maar men begrijpe dit alles wel: de mees ten zoude ik op een betere tentoonstelling niet noemen. Het beste was hier 't werk van den sierkunste naar Fortuin; ik ken van hem een intérieur, en enkle der meubels daaruit, waar een zekeren bloey in de phantaisie is te erkennen, zooals die in 'tOostersch werk sterker en voortreffelijk te vinden P. DE ZWART, BIJ KLEIJKAMP, DEN HAAG. Ook hier is al het werk zwak; ik mis harts tocht en kunde. Een paar portretjes zijn daartusschen iets beter, zooals een kalende heer (60) een slapende vrouw (11); een man met bril (in bruinen). De rest is leeg; er is gten ziel hier op den achtergrond, en geen treffende hanteeting van 't penseel- Het is slap impressionisme. BIJ DE Bois, HAARLEM. Ik hoorde, dat door ver koop, deze verzameling in belangrijkheid was verminderd, toen ik haar kwam zien. Eén Vincent Ie Moulin de la Oaité, heeft op lichter, minder spasmodische wijs wat Vincent later zwaarder en meergeschokt zou laten zien. VanKonijnenburg's studie (bosch) heeft de schelp-achtige manier van schilderen, hem een tijd eigen. Kruijder en Ie Faconnier ken ik in subtieler, en werken van straffer picturalen aard; van der Maarel's portret van Ph. Zilcken (uit 1879) bewees, dat deze van der Maarel levender was toen, dan in zijn monotone, levenlooze deftigheid van later. Mellery's Winter heeft iets van een getemden van Gogh, de D. Oyens (27, en 28) hebben, als gewoonlijk, een smerig schilderen van figuur en licht. Thorn Prikker, lenig als altijd in zijn lijn, heeft in den Ankertrekkers iets hinderlijk in de koppen, Redon was het meest geweken van de wer kelijkheid, en werkelijk, in de Gouden Eeuw"; het teederst van werkelijkheid in zijn Zee. Rops' Langs de Maas was eigenaardig, maar niet belangrijk, Storm van 'sGravesande goed voor zijn doen in een schilderij van de Schelde bij Vlissingen. Ten slotte was Toorop's Dageraad uit ^ijn symboiieke periode een eenvoudige sterke teekening. PLASSCHAER T Boekbespreking FRITZ FRANCKEN. Naar wijd en zijd. Ant werpen 1924. L. J. Janssens en Zonen. In dit aardig uitgegeven boekje het is een ?deel van de keur-serie", een verzameling Vlaamsche boeken, die althans uiterlijk een goed figuur DE LACHENDE DAME (blijspel in drie bedrijven door A. Gutro; opgevoerd door het Rotterdamsch-Hofstad Tooneel) Teekeningen voor de Amsterdammer", door B. van Vlijmen \ / Lady Marjorie Colladine (Lily FrenkelBouwmeester) Tafereel uit het Eerste Bedrijf 'SiriHector Colladine (Th. Frenkel Jr.) o, Cynthia Dell (Jo de Boer-van Walraven) Esmee Farr (A. Taitaud-Klein) Tafereel uit het Derde edrijf Daniel Farr (J. v. d. Poll) Sir Harrisson Peter* (Henri Morrien) maken zijn een aantal vertellingen en schetsen bij een-gebundeld. Ik begrijp den titel Naar wijd en zijd" niet goed. Men krijgt bij die woorden een idee van ruimte, en bij de lezing van het boekje heb ik dat idee niet gekregen. Ruimte van fantasie is er weinig in, en ruimte in dien zin, dat de ver haaltjes ons naar wijd en zijd" over de aarde zouden rondleiden, zoekt men er ook tevergeefs. Het zijn vlotte leesbare dingetjes, maar veel diepte is er niet in. Ze doen wat erg feuilletonistisch aan, en van verschillende schetsjes krijgt men den indruk dat hun beteekenis alleen hierin gelegen is, dat ze het boekje wat dikker helpen maken. De humor van De erftante" bijv. verhaaltje van een werkman, die in den vroegen morgen een suikertante van 't verre station gaat halen en daar in slaap valt voor de trein aankomt is toch wel erg vluchtig en oppervlakkig en de vrijage van Fientje en den schippersgezel in 't vol gende schetsje gaat ook niet diep. Het beste lijken mij de legendarisch opgezette vertellingen. De schoenlapper en de duivel" bijv. is wel aardig, al is het gegeven oud; ook in Het zieltje van Rosula" is een zuivere toon. Veel minder is weer Hilde en Godhelm", met den doodstekerigen heer Dietwolf. Dat is romantiek van een cent de el. HERMAN MIDDENDORP Het oude Hollandsche schilderij van een bekend meester en in goeden staat IS DE BESTE BELEGGING. De grootste en uitgebreidste collectie in persoonlijk bezit HUYS VAN JOHAN DE WITT" KNEUTERDIJK 6 DEN HAAG DORUS HERMSEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl