De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 6 september pagina 17

6 september 1924 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2464 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 UIT DEN GEMEENTERAAD In vroegere jaren leek de Raad in de eerste zitting na de vacantie altijd min of meer op een zigeunerkamp. De koppen waren door de vacantiezon bruingebrand, de oogen stonden vurig en de gebaren waren levendig. Maar deze natte zomer heeft het gezelschap bleeker doen terugkeeren dan het ging en het eenige, dat opviel, was de slanke lijn van mijn vriend Arpad Weiss, die in allerlei Hongaarsche, Tsjechische en Joego-Slavische badplaatsen zich liet vermageren, zoodat zijn fractie aan gewicht verloor, wat zij aan manne lijk schoon won. B. en W. zaten achter hun tafel als ietwat mis troostige musschen op een telefoondraad en ik kon niet nalaten bij hen na te vragen, waar zij hun vacantie hadden doorgebracht. U ziet er zoo betrokken uit, zei ik tot den Machtige, u is toch niet naar het Mekka van het Marxisme geweest? En hebben ze u daar de graf tombe van Lenin laten zoenen, zooals ze in het waarachtige Mekka den zwarten steen laten zoenen ? Hij schudde zijn vochtige manen. Een conferentie met Ebert? Ook dat niet. Een nieuwe lezing op Montmartre, ter be studeering van het bandenvraagstuk? Hij lachte droefgeestig. Dan waart gij in Londen, zei ik, plotseling een ingeving krijgend. Hij knikte. In de City. Hij knikte. Om Juist, zei hij." Daarom.... Ik had.'me nog altver'momd met een Engelsch petje en een pijp, maar ze hebben me gesnapt, net toen ik, u weet we' En....? informeerde ik verder. Ik weet het nog niet.... Morgan wil me wel hebben als financieel dictator van Duitschland, maar Kuhn,^Kahn, Loeb, Schwab en Co vinden me onder ons gezegd niet democratisch genoeg, maar ik heb ze mijn begrooting voor 1925 gestuurd en ik wacht nu.... Ik drukte hem bewogen de hand. De oorlog heeft ons geen enkelen grooten man gekost, maar nu verliezen wij ze, den een na den ander, aan den vrede en de valuta. En hoe gaat het met Monne? vroeg ik den wethouder voor de levensmiddelen. Reusachtig ! zei Monne. Ik heb mijn vacantie besteed om een brochure te schrijven over wat er het eerst was: het ei, de kip of het gemeenteyoer. Exemplaren zijn te krijgen in al mijn vischwinkels. Ze pakken er zoute haringen in en ik moet zeggen, dat, sinds dien, de verkoop met sprongen naar boven gaat. En jij Jan? vroeg ik. Jan lachte met zijn mond scheef. '?Ik zat in het^Bosclrvan Bredius, hoog en nat, maar ik ben naar Amsterdam terug gegaanjen heb het Rembrandtplein voor jullie ontdekt. Jaren lang zijn jullie, Amsterdammers, er overheen geloopen en nooit heb jullie geweten dat je op een ivereldplein liep. Ik ben te bescheiden'om mij de ontdekking als een eer aan te rekenen maar toch .... vraag het Solkesz.,.. hij is er vandaag niet, . .. is nog wat slap in zijn beenen van Koninginnedag en de speech, die hij verleden week afstak, een roerende speech, die'ze op heel het plein hadden moeten aanplakken. Ik heb Jan Yeth een exemplaar gestuurd. Ik vraag u is'het plein niet schoon? Er is iets van een Moscovisch gebak in laat Lisser het niet hooren -- en als ik mijn zin had gehad, had ik in het graslapijt een of andere spreuk in kiezelstccn-mozaik laten leggen, bijv.: Jeremias 25 : 27. Drinkt en wordt dronken" en gij bevordert het stadsschoen want u weet dat ik het verband gevonden heb tusschen het stadsschoen en het aan tal potjes bier, dat er gedronken wordt. Laat Jan Veth het me eens nadoen. Wierdels zag er meer dan ooit uit als een natte kip. Man, ik ben niet weg geweest. We hebben wat nageboomd over het Eucharistisch Congres en het Georganiseerd Overleg.... niets schoeners dan de herinnering aan iets schoons. . . . wat zei Her man Gorter ook weer, niet wien ik op het Gymna sium geweest ben: ,,herinnering aan een ding i? schnoner dan het ding".. . . en ik heb me voorge nomen rondborstige!' dan ooit te spreken.... en ze zullen me gelooven, ook. Let op wat ik je zeg. Eitje had niet veel tijd. Hij moest direct in het vuur en zijn secretaris-generaal was nog niet terug en de velletjes lagen door elkaar. Hij kon het woord zandspeelplaats" maar niet goed uit zijn mond krijgen en sprak dan weer van de sandzeelplaats" en dan weer van ,,plantzeelzand" en zou bij een test-examen als een baksteen gezakt zijn wegens een hardnekkiger) aanval van begripsverwarring. De eenige die glunderde, was dokter Vosje. Hij is in Zandvoort geweest. Als het buiten nat is, zei hij, is het binnen Levensverzekering Maatschappij H A A R L B JU" Wilsonspleln II DE VOORDEELIGSTE TARIEVEN droog. Ik heb veel gedanst. ... de nieuwste tango's .... met juffrouw Crielaerts. ... /e had hetzelfde matrozenbluusje aan dat ze vanmiddag draagt.... Furore. . . . en op een van mijn tochten langs het strand heb ik de langgczochte en gevreesde gezondheidsbacil gevonden. Ik heb hem mijn hak op zijn kop gezet. Zoo hoeft het Tesselschade-ziekenhuis niet gesloten te worden. Wat zou er van mijn wethouderschap overblijven als alle ziekenhuizen dicht gingen? En wat van den Geneeskundigen Dienst, als er geen zieken meer zijn? Het eenvou dige gebouwtje, dat wij pas ingewijd hebben, zou doelloos daar staan en ik doelloos in mijn stoel zitten. Abrahams snuffelt al Maar de gezondheidsbacil heb ik te pakken. Het dier is gevaarlijker dan je denkt. En. hij lachte witjes, onderwijl de drie aanwezige communisten een beurtzang aanhieven, die in het pas geopende muziek-seizoen reeds tot een gebeur tenis werd. Het geluid is krachtiger dan een paar maanden te voren, al is Dorenbusch'borstregister wat afgezakt en al heeft Lisser in zijn tong een extra krul gelegd. Het Don-Kozakkenkoor, dat gekomen was 0111 ze te hooren, hield ze voor dra gonders van den Houtkoopersburgwai.Jj B A K B A R O S S A H EEREN -SCHOEISEL BERNARD ELIAS, 51 LEIDSCHESTRÖAT A'DAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl