Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
19
DE REORGANISATIE-VOOR
STELLEN VAN DEN KON.
HOLLANDSCHEN LLOYD
De met zooveel belangstelling tegemoet geziene
eorganisatie-voorstellen van den Koninklijken
Hollandschen Lloyd hebben thans het licht gezien
en reeds dadelijk vrij wat stof doen opwaaien.
Wij kunnen de voorstellen als in hoofdzaak bekend
beschouwen, zoodat wij meenen deze niet volledig
te behoeven weer te geven.
Alleen zij eraan herinnerd, dat de / 4.709.000
4.5 pCt. Obl. volgens het plan zullen ontvangen:
35 pCt. in 4 pCt. Ie hypothecaire obligatiën
25 pCt. in 4 pCt. 2e hypothecaire inkomsten
obligatiën en
40 pCt. in 5 pCt. preferente aand. A.
Voorts zullen de / 12.000.000 7 pCt. Obl. ont
vangen:
35 pCt. in Ie hypothecaire obligatiën,
25 pCt. in 2e hypothecaire inkomsten obligatiën en
40 pCt. in 8 pCt. preferente aand. B.
Hieraan zij toegevoegd, dat de onderscheiding
A en B niets te maken heeft met verschil in pre
ferentie voor kapitaal of dividend, zoodat het niet
recht duidelijk is, waartoe die onderscheiding
eigenlijk dient. Het verschil in percentage, waar
voor beide soorten aandeelen preferent zijn ,is,
dunkt ons, toch reeds voldoende kenmerk van
onderscheiding. De toevoeging der letters kan
zelfs verwarring stichten, aangezien men daarbij
allicht aan verschil in preferentie voor kapitaal en
dividend denkt, zooals dat hier te lande bij die
onderscheiding met letters gebruikelijk is.
Overigens kan niet worden ontkend, dat het
Bestuur der vennootschap met het uitwerken
dezer reorganisatievoorstellen voor een zware taak
stond. Immers moest met zeer vele,
uiteenloopende belangen worden rekening gehouden.
Allereerst met die der diverse soorten obligatie
houders (4.5 pCt. leeningen van 1908, 1909 en
1912; 7 pCt. converteerbare leening van 1921),
met die der Engelsche scheepsbouwers, die een
crediet-hypotheek hebben, met die der
Nederlandsche credietgevers, die eveneens een crediet-hypo
theek hebben, met die der aandeelhouders en ten
slotte moest zeer nauwkeurig rekening worden
gehouden met de voorwaarden, waaronder het
Rijk en de Gemeente Amsterdam zich bereid
hebben verklaard kasvoorschotten te geven tot
een totaal van resp. / 5.250.000 en /l.750.000,
gedurende een tijdsverloop van vijf jaren. Tot die
voorwaarden behoort, dat de maatschappij aan
hare hypothecaire crediteuren een voorstel moet
doen, waardoor haar jaarlijksche vaste rentelast,
berekend op niet hooger voet dan 4 pCt. 's jaars,
een bedrag van ? 800.000.?niet zal overschrijden.
Verder zal de helft van het in ieder jaar, zoolang
de maatschappij de ontvangen kasvoorschotten nog
niet heeft terugbetaald, verkregen exploitatie
overschot dienen ter terugbetaling dier kasvoor
schotten, zoodat men voor betaling van rente op
te creëeren inkomsten-obligatiën en van dividend
op eveneens te creëeren preferente aandeelen
voorloopig slechts de beschikking over de helft
van eventueele overschotten heeft.
Door die terugbetaling van eventueele voor
schotten uit de winst staat men reeds dadelijk
voor een eigenaardige quaestie. Immersontstaat bij
aflossing van schulden uit de winst automatisch
een reserve, die feitelijk een reserve voor afschrij
vingen is. Eerst wanneer men desondanks afschrij
vingen op normalen voet bewerkstelligt, ontstaat
een reserve, die voor andere doeleinden kan dienen,
hetzij voor kapitaalsreserve hetzij als speciale
bestemmingsreserve.
De commissie van Advies voor Houders van
Obligatiën van den Koninklijken Hollandschen
Lloyd is niet de meening van het Bestuur der
Vennootschap toegedaan, dat deze reserve onder
geen omstandigheden mag dienen voor uitbe
taling van rente aan de houders der
inkomstenobligatiën. Het komt ons voor, dat de mcening
van het Bestuur der Maatschappij inderdaad in
haar algemeenheid te vergaat, m; ar dat men de
beslissing aangaande het karakter derautomatisch
ontstaande reserve moet laten afhangen van de
vraag, in hoeverre de afschrijvingen op de be
zittingen der vennootschap door de terugbeta
ling der kasvoorschotten beïnvloed wordt.
Bij handhaving van normale afschrijvingen, in
de eerste plaats natuurlijk op de vloot, zou de
bedoelde reserve eventueel ook voor
uitkeering in aanmerking kunnen
komen. In het tegenovergestelde
geval zou dit echter beslist ontraden
dienen te worden, daar men dan
een reserve ging opteren, die feitelijk
voor afschrijving bedoeld was.
Deze quaestie brengt ons als van
zelf op een andere, n.l. in hoeverre
de financiëele positie der vennoot
schap door de voorgestelde kapitaals
reorganisatie verbetert. Hierbij kan
dan worden opgemerkt, dat door de
afschrijving van 90 pCt. op het
aandelenkapitaal een bedrag 'van
/ 27 mill. vrijkomt, waarvan reeds
bijna / 5.000.000 moet dienen voor
afschrijving van tot uit. 1923 geleden
verliezen. Voor afschrijving op de
boekwaarde van de vloot en vaste
goederen komt dus hoogstens
/ 22 millioen vrij. Wendt men dit
bedrag uitsluitend aan voor afschrij
ving op de vloot, dan komt deze
voor circa de helft van het tegen
woordige bedrag te boek te staan.
Waar de boekwaarde thans ruim
/ 300 per ton is, wordt deze dus tot
ongeveer / 150 per ton terugge
bracht, wat nog altijd rijkelijk hoog
is onder de gegeven omstandigheden.
Men mag dus wel zorg dragen
voorshands een uiterst conservatieve
afschrijvingspolitiek te blijven volgen
en daarom dient de aangelegenheid
wat met de ontstaande reserve zal
gedaan worden, met veel zorg behan
deld te worden. Bij alle partijen toch
heeft de wensch de maatschappij in
stand te houden voorop gestaan
en dit was ook de overweging, op
grond waarvan Rijk en Hoofdstad
hulp hebben willen bieden.
Voorts dient nog de aandacht te
worden gevestigd op de bevoegd
heid der regeering om de reorganisa
tieplannen af te keuren. Men zal
er dus voor dienen zorg te dragen,
dat de voorstellen van dien aard
zijn, dat het voortbestaan der ven
nootschap zoo weinig mogelijk in
gevaar zal worden. Het belang van
obligatie-houders en aandeelhouders
brengt dan ook mede, zoodanige
voorstellen aan te nemen, die ook
voor de regeering aannemelijk zullen
blijken, doordat zij de positie der
vennootschap zoo sterk mogelijk houden.
Anders zou men wel eens de kans kunnen loopen het
lid op den neus te krijgen.
Ook de Nederlandsche en Engelsche crediet
gevers hebben nog een woordje mede te spreken
en men zal er ook dezen niet at'keerig van dienen
te maken om mede te wer-ken aan de reorganisatie
der maatschappij. Weliswaar is het ook hun belang
dat die tot stand komt, maar ten slotte bezitten
zij toch reeds een crediet-hypotheek, zoodat ook
van die zijde krasse maatregelen zouden kunnen
worden genomen.
Recapituleercnde dient bij de besprekingen
voorop te staan, dat aller doel moet zijn het voort
bestaan der vennootschap te verzekeren, waarbij
DIERSTUDIE: KAT EN BIG
Teekening voor de Amsterdammer" door H. Verslijnen
feux
(?Parijs. De Kransche dames worden tegenwoordig niet meer
vergezeld van haar schoothondjes,^docli door kleine biggen, die met
moederlijke teederheid worden verzorgden vertroeteld."?Dagbladher.)
men niet al te zeer aan verkregen rechten moet
vasthouden, daar men dan groote kans loopt alles
verloren te zien gaan.
En het zou toch niet te verantwoorden zijn,
indien men het voortbestaan dezer
scheepvaartonderneming, die getoond heeft met veel succes
te kunnen werkzaam zijn, in de waagschaal stelde
door te veel op handhaving van rechten te blijven
staan.
Zoowel het belang van iederen obligatiehouder
afzonderlijk als liet algemeen belang kunnen daar
mede geenszins gediend zijn.
P A u L S A u L: L
Verschenen en bij iederen Boekliardelzar verkrijgbaar:
HERINNERINGEN
VAN
Dr. ALETTA H. JACOBS
met een voorwoord van Prof. Dr. Mr. J. OPPENHEIM,
Lid van den Raad van State
met t a l r ij k e illustraties
Ingenaaid f4.25, in prachtband f 5.50
.... een ontroerend eenvoudige en bescheiden biecht van
haar leven; en boeiender, dan welke gefingeerde roman
ook is de beschrijving van haar kennismaking met den man,
die hetzelfde ideaal nastreef i'e als zij.
Nieuw Vrouwenleven.
UITGAVE VAN
VAN HOLKEMA & WARENDORF, Amsterdam.