Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2465
? TiybCENGOf EN:
i i 11 «^ i i . . i, ' ... i i. i
PHILLIPPE BARRÈS
OP HET OORLOGSPAD.
| , Wanneer men twintig is . .
*, Neen, niet eenmaal twintig, maar achttien
en negentien, als men van het eerste aantreden af
rekent. Te denken dat men geroepen wordt het
vaderland te verdedigen, te getuigen met de daad
; zijn liefde voor den geboortegrond, de eer op te
houden van een wijdberoemden naam, de eer van
Franschman te zijn !
Maurice Barrès was na den oorlog trotsch op
zijn flinken zoon, Philippe. Zoo had hij gewild dat
, hij zou worden. In Neuilly zag men geregeld
* vader en zoon na den lunch het Bois de Boulogne
ir' inslaan voor een namiddagwandeling. Het was
;V-. de ware familie-eendracht. De vader vol van
:- werkkracht en van werklust zag zijn zoon aan den
s- arbeid.
SJ ? Hij heeft een grooten roman geschreven, kon
£???/ hij met ingenomenheid aan den een en ander
lx vertellen.
!/_ ' O, ik heb er part noch deel aan. Het
, eenige dat hij van mij heeft gehad, is mijn raad
fe' om het boek te bekorten, de zinnen wat op te
K luchten, te snoeien en te snijden, anders niet.
p En hij keek met welgevallen naar zijn portret,
i|. het was een jeugd-editie van den ouden Barrès,
: alleen wat krachtiger en wat gezonder, zoo ik mij
de oude dagen wel herinner.
De dood is onverwacht gekomen. Voor den zoon
V Is de taak gebleven om de uitgebreide nalatenschap
t' van Maurice te ordenen, het fragmentarisch
;; overgeleverde bijeen te brengen, de correspondentie
'-:' uit te geven en te beoordeelen wat er van het
in couranten en tijdschriften verspreide werk de
moeite waard is onder de verzamelde werken
-."??. s>p te nemen.
'-' ttndertusschen geeft hij zijn roman uit: La
guerre d vingt ans.
Als zijn definitieve bijdrage tot de litteratuur
"? van zijn !and beschouwde Maurice Barrès de
15 of 16 deelen van zijn Oorlo^skroniek. Daarnaar
wilde hij worden gewaardeerd. De zoon sluit zich
5- in deze eerste proeve van zijn talent bij den vader
aan. Hij wil niet geven de ziel van den krijg, maar
? de ziel van de jeugdige krijgers.
; Zij hebben een unieke ervaring ondervonden,
zij hebben kennis gemaakt met het afgrijselijke,
met het weerzinwekkende van den dood, alsof
het iets gewoons was.
Er is ook een rust van den dood reen vermoeid
lichaam dat zich overgeeft aan zijn lot, een doode
wiens trekken zijn ontspannen in kalmte, maar
geheel iets verschillends is de eerste schok van de
: vernietiging die eensklaps verraderlijk treft. Daar
is een schrille, knarsende trekkenverwringing die,
wanneer men haar ziet, 't je bijna doet uitschreeu
wen van pijn; men kan het niet alleen dragen,
wanneer men over het veld gaande plotseling den
gesneuvelde treft in zijn eerste ontdaanheid, men
'; zou de wereld tot getuige willen aanroepen . .
Heel sober, maar diep snijdend, beschrijft de
jonge Barrès zijn gang met een vriend over een
vlakte tusschen de beide linies en het aspect van
het heengaan dat hen daar wacht. Onze vriend
schap werd bezegeld", zegt hij door de kennis van
de werkelijkheid van den dood. In den oorlog
hebben wij nog iets anders opgemerkt dan de
bewegingen van troepen, wat de menschen achter
" het front zagen."
Zal hij den nadruk gaan leggen op het tragische
; onzer jonge dragonders, want bij hen wordt hij
vooreerst ingelijfd?
Stelt u gerust. Phillippe Barrès die zich in dit
boek verschuilt onder den naam van Alain, heeft
genoeg smaak om ons niet uitsluitend op horreurs
: te onthalen. Hij opent zijn boek met enkele blad
zijden over zijn kindsheid, hoe hij die doorbracht
in het bergland van Provence waar des zomers bij
den oorsporng der Durance een kasteel met heusche
torens op den kam van een rots de familie her
bergde. Het dorpje lag aan den voet van den
bergrug. Vandaar kwamen de kinderen met hem
spelen, dat waren Isabelle en Isaure en de blonde
Virgile, de ware herdersknaap. De twee meisjes
met haar donkere oogen en matte gelaatskleur,
met haar bewegingen als van vroolijke geitjes
waren zijn eerste liefde, maar Virgile gaf hem het
groote gevoel van vriendschap.
Als ik daar die dartelende kinderen in de
Provensaalsche bergstreek hoor noemen bij den ingang
van het oorlogsboek, dan moet ik, en ik weet
zelf niet precies waarom", aan den Atta Troll van
Heine gaan denken, waar hij in zijn romantisch
woudlied den ernst van de Pyreneën en het
spookachtig jachtavontuur begeleiat met het
zingen en het dansen van een groepje kinderen.
In mijn herinnering zingt het betooverend
lieflijke wijsje:
Girofflino, Girofflette !"
Wiederholt' das Chor, und neckend
Wirbelte um meine Beine
Sich der Ringeltanz und Singsang.
Nu schiet het me te binnen: op den grond van
het hart van Maurice Barrès, even als van zijn
zoon, huist een romanticus dien men ook wel een
mysticus heeft genoemd. Vandaar zijn voorliefde
voor het Rijnland, zijn gevoel voor la Rhénomie..
maar onze tijd van vakvereenigingen en van
fabrieksschoorsteenen, wil niets van het roman
tische bij Franschen weten,.... laat ons tot een
nieuw hoofdstuk overgaan.
Wat zullen wij ons lang bij de prelirninairen
van het militaire leven ophouden ! Wij kunnen ons
licht genoeg na de eerste opwelling van den
achttienjarigen jongeling de verschillende staties
denken die te doorloopen zijn eer hij zich in de
nieuwe wereld thuis gevoelt. Hij noteert heel
levendig zijn indrukken. Eerst is hij geheel van
honk geweest, hij had het gevoel dat zijn geest
leeg was, dan hooren wij: ,,mon esprit se repeuple",
hij leert het peloton kennen dat hij als officier
aanvoert, hij gaat belangstellen in zijn menschen.
Als planton kiest hij zich een die in het regiment
niet op zijn plaats is en er zich belachelijk maakt,
omdat hij hem wil helpen; dan sluit hij vriendschap
met de kameraden van andere pelotons; hij wil
den geest van de jongelui van zijn leeftijd kennen,
die bevalt hem in den beginne geenszins, hij vindt
hem uit de hoogte cynisch verachtend, maar dan
gaat hij begrijpen dat de onverschilligheid en
koelheid een soort van tegenweer is tegen de op
winding over gewone dingen en gewone gevoelens
die geen opwinding waard zijn.
Met onzen jeugdigen aspirant leven wij het
geheele bedrijf te velde mee: wij zijn aan hetfront
in Champagne en aan de Sotntne, 's nachts houden
we voortdurend de wacht en zorgen we dat onze
mannen waakzaam blijven, wij brengen munitie
aan bij de voorste linie, wij bereiden ons voor tot
een aanval op de vijandige loopgraven . .
Op goed geluk kies ik eenige karakteristieke
trekken uit de breede lijst van gegevens.
Voorbereiding om op den vijand los te gaan.
De kapitein heeft het bevestigd: de aanval is
voor morgen. Iedereen heeft zijn opmerkingen
over wat in de laatste dagen is gebeurd om zooveel
mogelijk heen te komen over het oogenblik waarin
we verkeeren, zich eenvoudig en kalm te tonnen,
en misschien, om een goed aandenken."
Wanneer is ook je permissie voor Parijs?"
vraagt Alain aan den brigadier. Zijn geest is zoo
ver weg, dat het verlof, anders hoofdzaak, hem
totaal is ontgaan. Een ander gaat over zijn broer
spreken en zijn toekomst. Alain zegt iets over het
regiment, het heeft nog geen decoratie. Hier zijn
we op de plaats waar we het eereteeken kunnen
verdienen.
Voordat hij gaat slapen, krabbelde Alain eenige
regels aan zijn ouders bijeen, voor het ge va! dat
hij er niet levend afkwam. Hij zocht heel rustige
woorden, en eigenlijk was hij opgewonden: dat wil
zeggen, hij had gedacht dat hij zijn tranen niet zou
kunnen inhouden, maar er was een kracht in
hem die hem ophield.
Een rumoer loeide in de lucht, bommen barst
ten los in het dorp, het huis beefde op den grond,
de kaars wiebelde, alles gaf een indruk van onzeker
heid en van avontuur. Aan slaap viel niet te denken
daarvoor was het leven veel te belangrijk. Alain
dood vermoeid hoorde zijn ziel zingen: eindelijk
was dan toch de tijd daar dat hij geheel en al leefde.
Met den dageraad gingen zij het dorp uit,
Overal op de velden plaften de stukken tegen de
hoogten, en hun ziel volgde de langdurende
wrijving der bommen doorde lucht. Op eens kwam
een man op hè" af en ?oidp: Teeenbevel ! Wii
vallen niet aan.
De eerste beweging was er een van boosheid.
Het was alsof hun mooie energie op een belachelijke
wijs werd losgebonden. Alain was er verlegen mee
dat hij raad had gegeven hoe den aanval in te
richten, de brigadier en de planton vergaven zich
niet dadelijk dat zij hem met zulk een stalen ernst
hadden aangehoord. De grappenmaker van het
troepje lachte: Mijnheeren, laat de wind uit den
ballon !"
Er is onder de reeks ecu schets van de twee
soorten van regimenten waaruit het leger bestaat,
de ordelijke troep uit de provincie, de
anarchistenelementen uit de voornaamste steden, het zou te
uitvoerig worden beide beschrijvingen aan 1e
halen, hier mogen alleen nog de twee
levensbeONZE MAGAZIJNEN
DEN HAAG EN
AMSTERDAM ZIJN
OOK ZATERDAGS
TOT6UURGEOPEND
schouwingen over moed een plaats vinden van
Alain's kapitein.
Ik begrijp me best, zei de oude soldaat, hoe ge
met twintig jaar niet veel lust hebt bij de pakken
te blijven zitten en er op los wilt gaan, er is niets
tegen te zeggen, het is een nobel instinct. Maar
wat nog beter is, dat is: te dienen waar ge zijt
geplaatst. Ik begrijp het best dat ge verkiest bij
de afdeelingen te zijn uitsluitend voor den aanval
bestemd. Natuurlijk, men is een paar dagen slechts
ingespannen en heeft behalve zijn roem er twintig
vrij. Maar wie geeft u het recht te kiezen? Heeft de
gemeene man de keus?"
Alain had in die dagen ook nog de vrijheid van
beschikking. Maar al waren er onder zijn vrienden
die tot de keurregimenten verlangden over te
gaan, hij zelf wilde zich niet laten leiden door de
schittering aan den roem verbonden. Hij bleef bij
zijn mannen, een ernstige vaderlander !
Laat ons hem daarom, eer wij hem verder in zijn
militaire loopbaan begeleiden, zijn permissie
gunnen naar Parijs.
Hij loopt daar, voor zijn vijf dagen vrijaf,
eenigszins met zijn ziel onder zijn arm, totdat hij er een
vriend ontmoet die hem meeneemt naar een groot
restaurant en die hem inviteert op een diner met
een schoone dame van zijn kennis. Ge
moet me een beetje helpen bij mijn vriendin"
zegt hem de vriend. Ik zal mijn best
doen", geeft hem Alain toe, en zal haar aan
manen heel lief voor je te zijn, omdat ge nog maar
weinig tijd hebt." Dank je den drommel, valt
hem de vriend in de rede, ge moet haar wijs maken
dat ik een embnsqvében,dat ze gaat denken me
voorgoed aan 't lijntje te hebben, en
allercharmantst voor me is."
O jeugd!
W. G. C. B Y v A N c K
Boekenveiling
Door de firma A. J. van Huffei's Antiquariaat
(F. W. G. Theonville) te Utrecht, wordt in de tweede
helft van October in veiling gebracht eene collectie
boeken, afkomstig uit de bibliotheek van Het
Slot te Zeist", benevens de bibliotheken van wijlen
Prof. Dr. S. D. van Veen en J. C. du Celliée Muller.
In deze verzameling komen o.m. voor zeer
belangrijke en fraaie handschriften, zeldzame
oude drukken van de 10e?18e eeuw, 18e eeuwsche
uitgaven van Fransche schrijvers en vertalingen
met gravures.
Qn^ers'
Corina
Bonbons
een delicatesse
Bijzonder fijne
smaaK