Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2465
AMERIKAANSCHE BRIEF
door Dr. HENDRIK WILLEM VAN LOON
Middelburg, 2 September XXIV
Mijn waarde", zei de dokter en hij sloot zijn kast
je met de messen en de zagen en zette mij op een
stoel, Mijn waarde, je mankeert niets. Je hebt
alleen maar weer eens
voor den zooveelsten
keer te veel dingen door
mekaar gedaan, je her
senen zijn over de heele
planeet verspreid. Er
zit een stukje in China
en een stukje in
Groenland en een groot stuk
in Zweden. Om dat in
orde te krijgen is er
maar n middel. Je moet eens goed lachen",
Gemakkelijker gezegd dan gedaan" antwoord
de ik. De heele wereld is in rep en roer. Ga maar
e^ns lachen als er alleen nog maar te huilen valt".
Je vergist je", stelde hij mij gerust. Je kunt
nog altijd lachen als je wilt. Kijk eens, ik "ben net
terug van een reis naar Europa. Volg nu mijn raad
en bezoek je oude vaderland eens. Je zult het zien,
lever en nieren genezen er in een wip. Je hersenen
krijgen een massage. Je maagspieren worden ver
sterkt. Binnen de week ben je genezen. Het is er
duur. Maar het is de moeite waard. Ik heb er al
heel wat patiënten heen gestuurd. Neem de eerste
de beste boot en ga naar Holland".
Dokter", zei ik en
viel hem te voet, ik
heb groot vertrouwen
in u en doe graag alles
wat u me zegt. Maar
spaar mijn leven ! U
weet niet wat me
daar te wachten staat.
Meneer Hüizinga en
Meneer Hooykaas zijn
heel erg boos op me.
Als die hooren dat
ik kom, dan staan ze met een stoet professoren en
dominee's aan den steiger van de Nieuw Amster
dam" en dan is het meteen het Groene Zoodje en de
wipgalg". Aandoening belette mij verder te spre
ken.
Hij nam mij zachtjes bij de hand en hief mij op.
Je bent zoo veilig als de drankduivel in Ameri
ka. Als er daar drie dominee's en twee professoren
bij mekaar moeten staan voor langer dan tien mi
nuten (en zoo'n groot schip doet er altijd een heelen
tijd over om aan den wal te komen) dan hebben ze
meteen drie maal twee maal veertig ruzie's en de
politie komt er bij te pas en tegen den tijd, dat ie
aan wal komt, staan ze allen voor den
kantonrecht;r wegens opruiïng, overtreding van het
vloekverbsd en persoonlijke handtastelijkheden".
Ik dacht even na.
Er is nog n bezwaar", argumenteerde ik door.
Het gaat in Holland slecht.
Elke brief dien ik krijg klaagt.
Er is geen werk voor de ge
wone menschen en er zijn geen
baantjes voor de nette men
schen. Iedereen wil er uit.
Iedereen wil naar Amerika,
om daar door hard werken
zich een toekomst te verove
ren. Men denkt dat ik een
gelnkskind ben, een soort
literaire 0-Wfër, die slechts
een woord aan Calvin hoeft te zeggen om vrienden
en bekenden in het beloofde land te brengen. Dat
wordt zoo lastig".
Geen sprake van" en hij geleidde mij naar de
deur. Er zijn nog altijd lintjes genoeg voor alle
menschen, de gewonen en de eenvoudigen. Totdat
de laatste el gekleurd band op is, denkt geen enkel
Nederlander er ook maar een oogenblik aan om zijn
vaderland te verlaten. Goede reis en binnen de vier
weken zie ik je weer, genezen !"
In een dergelijk ernstig geval doet men wat zijn
dokter zegt. Ik vroeg een paspoort en zocht het
Hollandsche
korsulaat. Dat be
staat ! Het be
staat heusch. Ik
vermeld dit ten
bate van eenige
eigenzinnige
oudNederlanders, die
in Amerika zich
tijdelijk uit de
gevangenis bevinden en wel eens bij mij
aanloopen. Dat werd een paar jaar geleden op
geheven" vertelden ze mij. Het scheen mij on
mogelijk.
Ik had gelijk.
Er was inderdaad nog altijd een konsulaat en ik
kreeg de vergunning om in de lage landen voet aan
wal te zetten. Nu heb ik een vrij onrustig bestaan
gehad en heb in alle mogelijke deelen van de wereld
rondgezworven. Daardoor ken ik de elementaire
beginselen van de meeste Europeesche talen en
dat kwam mij goed te pas.
Want op de Nieuw-Amsterdam waar ik vroeger
als kind thuis was, vond ik mijzelf opeens in een
drijvenden toren van
Babel. Ik kreeg plot
seling weer de gele
genheid mijn talen
kennis te gebruiken
om dergelijke
benoodigdheden als gebak
ken eieren en gestoofde
aardappelen op de
tafel te doen ver
schijnen.
Mijn sociologisch geweten begon te spreken.
Ik daalde weer af tot het lage peil van mijn
oude vak en speelde journalistje.
Hier was een schip onder Hollandsche vlag en
de stewards waren vreemdelingen.
De enquête begon. Waar waren de Hollanders
die het thuis zoo beroerd hadden? De vraag werd
beantwoord met hilariteit. Denkt u soms dat die
gaan varen?" In de eenvoudige onschuld van mijn
hart zei ik ja". Als ik niet te eten had zou ik ook
gaan varen. Ik ben niet erg op de zee, maar ik zou
toch wat doen om aan de kost te komen. Waar
waren al die arme menschen dan?"
Ik werd als een al-te-onschuidig-bloedje met
verwondering bekeken. Of ik dat heusch niet
wist? Hoe zou ik het weten! Wel, die zaten in Rot
terdam en dronken biertjes. Waarop van mijn
kant de vraag, hoe ze aan het geld kwamen voor
die biertjes. Ondersteuning ! Dat scheen toch al te
dwaas. Ondersteuning vijf jaar na den oorlog en
als er werk was? Ja, maar het werk was op de zee.
Zee of geen zee, als je niet te eten had dan was de
zee toch nog beter dan thuis honger lijden. Ja,
maar ze leden thuis geen honger. Hoe kon dat?
Als ik een maand niet werkte stond de boel stil.
De raven zouden mij heusch niets brengen. Het
waren ook de raven niet. Het was de ondersteuning.
Goed" antwoordde ik weer, maar je laat je toch
niet ondersteunen als je eerlijk werk kunt vinden."
Daarop ontstond er zulk een homerisch gelach
dat het goede schip er een oogenblik van trilde en
verscheidene passagiers a! naar de reddingsbooten
vluchtten.
Toen heb ik maar meegelachen en het deed mij
goed.
Overigens was de reis voorspoedig en er valt
weinig van te vermelden.
En ook ontbrak de plaatselijke Khi Klux Klan
bij mijn aankomst. Ik kon rustig het schip verlaten
en nadat ik mijn horloge en mijn vrouw's
anrbanden verkocht had (want mijn krediet-brief liep
niet boven de duizend dollar
uit) kon ik vier kaartjes naar
Middelburg koopen en na
mijn zoon en mijn vriend
het origineele Romeinsche
gebouw te hebben getoond,
dat in Rotterdam bekend
staat als het Delftsche
Poort Station", gingen wij
scheep in een wagen waar
mede wijlen Koning Willem
II de eerste lijn van Haarlem naar Amsterdam
opende en kwamen behouden onder de schaduw
van de Lange Jan.
En ziet, daar waren brieven. Brieven met mooie
postzegels van allerhande kleur; de eene toonde het
portret van Hare Majesteit en de andere dat van
de Heilige Maagd met het Kindeke Jesus op een
troontje. Daarvan had ik al exemplaren gezien in
Amerika, maar deze postzegels bevatten iets
nieuws. Bij monde van Hare Majesteit werd ik
dringend genoodigd met Blue Band te kooken.
Nu kook ik weinig en dan liefst met boter en in
Holland kook ik natuurlijk heelemaal niet, omdat
ik er zoo te zeggen geen keuken heb. Het klonk
ook wel ietwat te polizeilich om me daar in eens in
de gebiedende wijze te bevelen: Kookt met zulk
en zulk een smeersel". En omdat ik bij het
beoordeelen van dergelijke gevallen altijd met
historisch-theologisch-wetenschappelijke nauwgezet
heid te werk ga, wilde ik liever eerst bij mijn
ouden vriend den boekhandelaar (tevens mijn
vraagbaak in dergelijke gevallen) aanloopen
om te vragen wat dit te beduiden had. Maar in de
rechtsche poort van de Abdij werd ik bijna over
reden door een grooten groenen wagen die aan
kwam hollen met de informatie, dat ik Miss
Blanche-sigaretten rooken moest. Je kunt je
toch maar niet door den eersten-den-besten omver
laten rijden. Maar toen ik hem dit mededeelde
werd de man op eens heel deftig en zei: Meneer.
Weegt uwes uwe woorden ! Ik ben staatsbeambte.
U beleedigt het gezag." En toen ik hem aankeek
bemerkte ik werkelijk dat hij een uniform droeg, die
veel geleek op die welke vroeger door de
postbeambten gedragen werd. Het werd mij nu te
gekompliceerd. Ik besloot onmiddellijk aan den
kardinaal of den aartsbisschop, die thans het land
regeert, te telegrafeeren en te vragen ,hoe of dit
alles in mekaar zat. Ik ging naar het postkantoor,,
zocht naar een telegramformulier, maar vond er
geen. Een vriendelijke meneer hielp mij. Die moet
u vragen" zei hij. Dat is van wege de bezuiniging."
Ik vroeg. Hoeveel wenscht u werd er mij geant
woord. Ik was van plan ook nog drie telegrammen
naar Amerika op te geven, maar ik vond het zonde
al dat kostbare papier van het Rijk te vennorsen
en besloot die per brief naar Londen door te zenden.
Eentje, astublieft meneer", zei ik. De man gaf
mij een stuk papier. Ik bekeek het en dacht dat
het weer een vergissing was. Dank u" antwoordde
ik, maar ik rook tegenwoordig niet en '.vilde
alleen maar een telegramformtilier en geen adver
tentie-blaadje."
Ik heb toen maar niet getelegrafeerd, want ik
had opeens allerhande schitterende plannen om
mijn oude vaderland weer uit de misère te redden.
Als je wat doet, doe het dan goed. En de staat
haalt uit die adverteerders lang niet wat er in zit.
Waarom het alleen met boter te probeercn?
Andere firma's betalen veel meer.
Wil men nu bepaald toch een vreemde taal op
een Hollandschen postzegel, waarom dan niet een
akkoordje met Ebert gemaakt? De hongerige
Duitschers die onze hotels zoo vroolijk doen weer
klinken hebben er wel wat voor over om
dezelage landen tot een bezirksamt van hun Hei
lige Rijk te maken. Ik wed: de Minister
van Posterijen, tien tegen een, dat hij van de
Duitsche regeering veel meer krijgt voor een
stempel dat zegt Holland annectirt sich se!b?t",
dan van alle vet-winkels in de heele wereld. En
wat nog beter was, hij kon den stempel bij opbod
verkoopen. De eene week droeg dan het beeltenis
van Hare Majesteit de opwekkende mededeeling:
Vive la France" en het volgende seizoen
Musolini fara da se". Dat zou natuurlijk de jalouzie
opwekken van de socialisten. Die hadden er een
ton voor over om hun eigen stempel te mogen
snijden : Proletan'ërs van alle landen, verctMiigt u".
En daarna komt broeder Wijnkoop en die l;:at
een millioen gestolen Hollandsche guldens uit
Moskou komen en daarvoor is een net gedrukt
stempeltie Leve Trotzky" dan wel een verdiende
belooning.
Ik doe deze ideeën aan de Hollandsche regeering
cadeau en zie van alle rechten op het patent en
copy-right af. Maar ik heb zelfs nog wat anders
bedacht wat de schatkist weer vullen kan.
Daar hebben we die mooie (jouden Koets. l),"/'r
zit een advertentiemogelijklieid in waaraan nie
mand oogenschijn
lijk nog gedacht
heeft. Bij de
eerstvolgende opening
van de
StatenGeneraal verhuurt
men hetachtervlak
van den wagen
waar anders de
kuiten van den
lakei te zien zijn.
Poetspomade Sol houdt uw goud en zilverschoon"
zou daar bijzonder toepasselijk zijn. Of Brengt
uwe gouden voorwerpen naar dm oudin Sammie.
Steeds de hoogste prijzen".
Maar dat is nog niet alles. Bij een dergelijke
opening van de Staten-G;neraal hooren (het spreekt
van zelf) de leden van genoemd collegium
doctissimum. Ze hebben toch al een uniform, behalve de
socialisten, die dien dag gaan visschen als demon
stratie tegen de geldverknoeierij". Het is een
heel nette uniform, die de aandacht trekt. Een
kleine verandering maakt de heeren sandwich-mcn
van het eerste kaliber. Pathéhad er best een paar
ton voor over. Dragen de Heeren hun ridderorden,
dan worden ze dubbel betaald en de President
van de Eerste Kamer in vol ornaat met een adver
tentie van een wieler
wedstrijd netjes op zijn
rug geborduurd is alleen
duizend gulden waard. En
dat vooreen enkel uurtje.
Enfin ge ziet het, daar
zijn nog heele werelden
van onontgonnen terrein.
En na mijn jaren in de
Amerikaansche adver
tentiewereld" besteed ik
gaarne dezen zomer aan
een gratis rehabilitatie
van 's Rijks f'mar c'en.
We hebben een Christelijke regeering en c!ie
wil de balans weer even maken.
Tegelijk hebben we vele Christelijke broederen,
die iets meer warmte in hun kille kerkgebouwen
wenschen.
Hebben ze dan nooit gedacht aan de 70.000
vierkante kilometers gepleisterde wanden die er
in de Hollandsche kerken wachten, ja wachten iu
den meest letterlijken zin van het woord, op het
penseel van dm profijtelijkcn advertentie-man, die
zeep, haring, paraplu:e's, scheermessen en fordjes
te verkoopen heeft?