De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 13 september pagina 7

13 september 1924 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND N.V. PAERELS' Maubllaaring-MIJ. AMSTERDAM OOM PLET E MEUBILEERING BETIMMERINGEN Rokln 128 - Tel. 44541 Spoors VAN HOFLEVERANCIER leuer-Éoi?er het gefieGte land franco Zendt U gaarne bare dm- voorwoorden voordonsebaf f ing of Jnruif NADERE INLICHTINGEN BIJ LHOUTSTR.9 CHOORSTR.32 DEN HAAG UTRECHT REG. BREESTRAAT 35 KORTING OP ALLE TRICOTONDERGOEDEREN ST. PIETERSBERG Laat ons vooral nooit vergeten dat Grijper en Dynamiet nog altijd bezig zijn, om een uniek mooi en belangrijk stuk van ons merkwaardig, maar o zoo klein landje af te knabbelen, te ver nielen en voor langen tijd, misschien voor goed, waardeloos te maken voor de ontwikkeling, het welbehagen, de verheffing van de Nederlanders. Dezer dagen was ik in de gelegenheid, het geval nog eens in al zijn narigheid te beseffen. Een van onze schilders wil den St. Pietersberg schilderen en nu waren we er op uit om daarvoor een geschikt punt uit te zoeken. We hebben het heele gebied doorkruist, om den berg heen en over den berg heen in velerlei richting en op velerlei hoogte. We hebben geworsteld met het kanaal en we hebben het be treurd dat het krijgshaftig Maas tricht in den loop der eeuwen geen fraaie behandeling van de noorde lijke hellingen kon gedoogen, zoodat daar een armoedige, verwarde be bouwing moest ontstaan. Mis schien geeft het kale glacis van het voormalig fort Sint Pieter nog eens de gelegenheid om waardiger ver band te brengen tusschen stad en Berg. Daar is Aken veel beter in geslaagd. Maar het Jekerdal vervulde ons met vreugde. Weliswaar vertoont zich de Pietersberg naar dien kant niet indrukwekkend en veel zijdig genoeg om stof te leveren voor een schilderij-met-een-strek king, maar het dal zelf en de hoogten aan zijn westzijde verschaffen een verrukkelijke wandeling en mate riaal voor de vulling van vele schets boeken. Laat ons dat Jekerdal in eere houden. Het ruischend lieren. Dat geeft nog eens aangename mogelijk heden. De Jeker drijft een paar molens, een in Nederland, de andere juist even over de grens, in Canne. Ze zijn heel verschillend van bouw en uiterlijk, maar allebei mooi en interessant met hun gedoe van raderen en vijvers en stroomleidingen, aan de steile kanten mooi begroeid met dikke lagen van het donkergroene levermos. Men voelt er de moge lijkheid van allerlei aardige planten en dieren en het verbaasde ons niet, dat bij allebei de langstaartige groote gele kwikstaart rondtrippelde, het vogeltje van de bergen en van de klare snelstroomende beekjes. En vele mogelijkheden besef ten we ook bij den verren en voorloopigen aanblik van het bosch van Canne, dat achter het kasteel tegen de hooge helling oploopt, een waardig tegenhanger van den Pietersberg. Van den Belgischen molen, gingen we weer op Hollandsen gebied weer Pieterbergwaarts door stoppelveld en rossige tarwe, het pad kleurig van overvloediger! najaarsbloei van gevlekte doovenetel. ALLES, WAT TUSSCHEN HET SMALSPOORTJE EN DE MAAS LIGT, MOET ER NOU AI(foto H. Adarna) riviertje kronkelt door weilanden en boomgaarden en krijgt van de westzijde veel kleine beekjes, die met hun kfeurigen zoom van hoog opgeschoten oeverplanten wilde streepjes maken door het tamme cultuurland. De weg, de groote straatweg naar Canne, is over een groote lengte beplant met de mooiste populieren, die ik ooit langs wegen zag, hooge rechte gave hoornen met blanke geringde stammen en ik zie er nu a! tegen op, dat mettertijd de waarde van dit hout,,gerealiseerd" zal worden, met andere woorden, dat deze monumentale boomenrij zal worden gekapt. Het moet natuurlijk gebeuren, want die boomen zijn geplant om hun eventueele opbrengtst. Maar wat zou het aardig zijn, wanneer nu alvast nieuwe boomen van de zelfde soort waren aangeplant, om het schoon te bestendigen. Daarvoor zou echter de weg een breeder berm moeten hebben; men zou er ook den zoom van 't belendend weiland in kunnen be trekken. In Gelderland, in den Achterhoek, tus schen Vorden en Dieren, kwamen we langs een weg, aan weerszijden beplant met vier rijen popuEen enkele rotsgroep met grot van steengroeven onderbreekt hier de grazige glooiing van de Weste lijke helling. Hoogerop komt weer graan. De breede ruggen van de Limburgsche bergen zijn haast alle gewijd aan den landbouw. De steile hellingen worden bekranst met bosschen. Wij stevenden dwars over den rug naar de welbekende hagen, die den boomgaard van Ligtenberg omgeven en stonden weldra op een van mijn gelukkig vele lievelingsplekken in Nederland en wel in het mooie dolinenlandschap, waar ik vroeger reeds over schreef. Het ligt in het gebied van de nieuwe kalksteengroeven en ik werd er pijnlijk verrast door de dreigende aanwezigheid van werkspoor en werktrein. Het dolinenland is een remise geworden. De prachtige kuilen zelf, klein en groot waren nog ongerept, hun randen dicht begroeid met boomen en struiken, weelderig, ondoordringbaar. Met groote sluiers van wit bloeiende clematis, dicht vlechtwerk van bramen met paarse bloemen, rozen vol roodende bottels, meidoorns, wegedoorn en sleedoorn en deze vol wrange donkerblauwe sleepruimpjes. Wilgenroosjes, hertshooi, marjolein, bertram, borstelkrans, groote brunel drongen van alle kanten naar voren en wie weet wat er nog verborgen zat onder de struiken. Op al die bloemen, vooral op de bramen, wemelt het van allerlei insecten: vlinders en vliegen, bijen, graaf bijen, graafwespen, sluipwespen. De St. Pietersberg heeft misschien wel de dichtste insectenbevolking van heel Nederland, n wat betreft het aantal soorten ei het aantal der individu's. Inmiddels ontspint zich met onzen schilder weer het welbekende debat over natuurschoon en de opvoeding tot natuurgenot. Nederland zou al dit schoons beter waardeeren, als het beter werd gekend en begrepen. Zijn we soms te laat begonnen met ons natuurhistorisch onderwijs? En is het thans al wel voldoende, zoowel op de Lagere als op de Middelbare en Hoogere scholen? Leeren de Nederlanders Nederland bewonderen en lief hebben? Door een woud van brandnetels en langs een haag van vlieren, waar jonge braamskiipertjes smullen van de zwarte bessen, be landen we, eerst bij het werkelijke werkspoor en dan bij de stort plaats van aard en grint, een lange rechte strook waaronder de mooie helling van vroeger begraven ligt. En dan gaat het door struikgewas langs de steile helling al lager en lager, tot we op den straatweg staan bij het kanaal en een kleine wan deling noordwaarts brengt ons aan de nieuwe groeve, de gapende wond in den berg. Een deel van de vrij gekomen ruimte wordt thans inge nomen door een keurig net admi nistratie-gebouw. De Cimenteries hebben zich hier gevestigd voor langen tijd. Wij begrijpen, dat we aan de andere zijde van de Maas moeten wezen, om een goed gezicht te krijgen op den berg en laten ons overzetten in een van de lange, ranke schouwtjesdie ze hier hebben en die rechtstreeks schijnen af te stammen van de lange, dikke uit geholde boomen, waarin de oudste bewoners dezer streek, duizenden jaren geleden hun leven waagden. De veerman puntert ons naar den overkant, handig manoeuvreerend met den stroom. Zijn vaarboom klettert op de keien van de rivier bedding, voor ons een vreemd geluid en een herin nering te meer er aan, dat wij ons waarlijk bevinden in het bergland van Nederland. Nu wandelen wij wat langs den rechteroever en weldra hebhen wij het goede plekje gevonden. We zullen schuin stroomafwaarts over de rivier kijken. Heelemaal naar links naar de Belgische grens heen hebben wc het zuidelijkste stuk van den Sint Pietersberg, dat nog niet bedreigd wordt en misschien te redden valt, indien gij allemaal wilt helpen. In 't midden komt de ruïne van Ligtenberg met mooie boschgroepen. Hen paar grauwe rotsen met open orgelpijpen komen tusschen het groen te voorschijn. De gapende wond van de nieuwe groef verschaft den schilder een feilen kleurplek, waar hij nog dankbaar voor is ook. Verder naar rechts komen dan de boomen van Slavante en dan heel in 't verschiet torens en fabrieksschoorsteenen van de onmachtige stad, die den Berg niet heeft weten te behouden. Mijn geboortestad nog al. ) A c. P. T ii ij s s E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl