De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 20 september pagina 2

20 september 1924 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DÉAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2466 V] J/DGENGDTENX ' PHILLIPPE BARRÈS OP HET OORLOGSPAD II Sombere tijden de maanden van 1917. Alle hoop was er op gevestigd geweest dat men eindelijk de onverbiddelijke linie van de Duitschers door zou breken, dat men de handen zou kunnen roeren en de onweerstaanbare springkracht van den Gallischen aanval zou toonen in haar schitte ring van geweld. Men had er vast opgerekend; daar voor verdroeg men in de trieste winterdagen de eentonige moeite in de loopgraven; men keek naar de opening die het licht zou doorlaten Alles voor niets! de doorbraak mislukt; het zijn de onkundige en oneenige hoofden die de schuld dragen. Een gepruttel rijst uit de armee, die het air aanneemt van een vervloeking. Geen zorg wordt er gedragen voor den troep; wat geven die burgerlijken achter het front er om of-de soldaten wel hun maat van wijn en onbedorven eten krijgen! Als ze hun geld maar binnenhalen! Er is verraad. En Alain die nog wil gelooven aan den inge schapen adel van den Franschen troupier, die ge looft aan de opvoeding welke de chefs van secties en compagniën van dag tot dag aan hun onderhebbenden moeten geven, hij wordt mistroostig; daalt Frankrijk van het hooge peil waarop het in de wereld moet staan om een lichtbaken te wezen? Juist heeft hij een brief ontvangen waaruit blijkt dat door Fransche nalatigheid, of iets ergers, de -aanvalsuren van het leger aan den vijand bekend -zijn; en hij moet een vijftal van zijn manschappen begeleiden om een corvée waar te nemen. Hij is blij -dat er werk is te doen; de soldaten spannen zich in om het met animo te verrichten, en na de dagtaak begeleidt hij hen in de dorpsherberg. Daar komen :zij in een hoek terecht, want de kroeg is vol con ducteurs van lastwagens en yictualie-aanvoerders. Een oogenblik kijkt het troepje elkander aan, want aij zijn toch niet recht in hun schik: morgen komt Weer een dag van vermoeienis en er is niet eenmaal goed stroo om op te slapen. Ze gaan zingen, en om er het leven in te krijgen rinkelen zij met hun lepels en hun glazen, een ver zint het om met het getrappel van zijn zolen de maat aan te geven, alsof hij een jug danst Een onderofficier, in de zaal, van een automibilisten corps zag het tooneeltje aan en had pret in de vroolijkheid der jongelui. Hij kwam op hen toe en heel vriendelijk vroeg hij hun of zij niet in een beter locaal daarnaast de gasten wilden zijn van zijn kameraden. Dat werd met geestdrift aange nomen en zij zagen zich dra in een goed verwarmde en verlichte kamer, zoo splendide dat zij er hun gezang niet durfden voortzetten Wel, mijnheeren, gij die van het front komt, zeggen de gastheeren, wat dunkt u er van, zullen we gauw vrede hebben?" Welken vrede? Den eersten, den beste; en hoe gauwer, hoe liever. Het was de hupsche onderofficier die hen naar het goede plekje had gebracht, welke die verklaring aflegde Alain was bleek geworden: Hoe meent ge dat? vroeg hij uit de hoogte. Omdat het iederen dag erger wordt, en we er volop genoeg van hebben. Zijn manschappen waren opgestaan, zij konden het idee van gastvrijheid der défaitisten niet dulden, en maakten zich gereed heen te gaan. Maar de goedmoedige onderofficier die een scène onnoodig vond, nam het woord: Mijnheeren, gunt mij tenminste de vrijheid u een glas wijn aan te bieden, om het, met onze com plimenten voor u allen, te leêgen op uw heerlijke stemming. De bediende bracht de flesschen, iedereen ge voelde zich kameraad van den ander, men schudde warm elkanders handen, en ging met opgeheven hoofde uiteen. Goed geluk aan het front!" werd den mannen nageroepen. Eén slappe onder ons, staat gelijk met duizend Boches tegenover ons in het gelid", zei de filosoof van het groepje. Zij waren blij het er op zoo'n nette manier te hebben afgebracht aan de anderen een lesje te geven, en namen het ook voor zich zelf ter harte. Ik verzeker het u, ten minste voor Alain. Wanneer een der eerstkomende dagen een bommenaanval der Duitschers plaats heeft op den sector waar hij orders geeft, dan waagt hij het zich b:oot te stellen. Hij weet heel 'goed dat zijn leven er mee is gemoeid, maar hij voelde zich dien dag zoo opgewonden dat hij er niet voor Zou zijn teruggedeinsd om over het open veld tegen de Duitsche werken in te gaan. Hij wou laten zien waartoe een Franschman verplicht was. Had hij niet zijn kapitein tot voorbeeld? Hoe zou het bataillon met zoo'n eenheid hebben kunnen samen gaan wanneer niet het hoofd van dag tot dag er zich op had toegelegd den geest van eendracht en opoffering in téscherpen! Den sarcastischen ontevredene van zijn sectie had Alain van den kapitein hooren zeggen: Ze mogen praten wat ze willen, de onze is een heer, voor hem kan men wat over hebben. Hij wou dat zijn troepje ook voor hem een dergelijk gevoel had. En toch ! Hij was niet geheel tevreden met zich zelf. Hij kon zijn kapitein bewonderen wiens eer zucht werd bevredigd als hij zich zonder ophef, zonder ander uitzicht dan het vaderland te dienen aan zijn troep gaf, van hem, Alain, was het op den duur te veel gevergd. Zijn vrienden, hoofden van de andere secties, hadden bijna zonder uitzondering overplaatsing gevraagd naar het elite regiment der chasseurs, in hun brieven spraken zij hem van hun bevin dingen, en het was -alsof zij een ruimer horizont beheerschten dan het kringetje .waarin hij zelf nu meer dan twee jaar ronddraaide. Ik mag ook niet vergeten te melden dat de dood had opgeruimd onder het kleine troepje dat hij tot zijn eigen omgeving rekende; diegeen met wie hij zich het meest eigen voelde, hadden den tol moeten betalen, neen, het was hem een zekere verlichting toen hij zijn verzoekschrift had ingestuurd voor overplaatsing: hij hoorde ook eigenlijk tot een andere wereld Maar als het papier verscheen dat hem benoemde tot sous-luitenant in het regiment der jagers, hoe kwam het toen ineens bij hem op, wat hij zou moeten verlaten, de gezichten zonder welke hij zichzelf nauwelijks kon voorstellen, de groep voor wie hij een band was, tot wie hij sprak en zij volgden hem? Het was, leek het wel, of hij zijn eigen persoon opgaf, toen het uur van afscheid daar was. Hij wachtte tot zij zich hadden verzameld. Een ander commandeerde: Garde d vous; van den jongste uit ging hij de rij af en drukte ieder de hand, hem noemend bij zijn naam; de jongste zei hem: ,Wij hebben er ook ergen spijt van, mon luitenant, dat ge heengaat'. De oogen- van Alain vulden zich. Nieuw commando: Rechts omkeert ! Vier aan vier. Zonder om te zien, marcheert het troepje verder. Airtin blijft alleen, van de plek kan hij nog niet scheiden. Zijn echtste, zijn intiemste gevoelsondervinding heeft haar einde bereikt. Is afgeloopen Een nieuw hoofdstuk breekt aan voor Alain. Wij zijn gevorderd tot den zomer van 1918, een gloed van hoop koestert eindelijk de Fransche wereld, er dringen gulden zonnestralen door die den strijd opnemen tegen de nevels der ontmoediging. Zijn verlof bracht Alain door in het woelige Parijs. Van zijn oude vrienden waren verscheidenen opgeroepen naar het andere compartiment, zooals men het in die dagen noemde, twee van de intiemsten vond hij toch terug, den een wien drie weken geleden de rechterarm was afgezet, den ander, een vlieger, wiens leven aan een brooze draad hing, en die van de aarde nog wou genieten wat er van te genieten viel. De een, zonder zijn arm, hoe onlangs ook pas uit het hospitaal ontslagen, hoe zwak nog en ontdaan, had zich geheel gestylcerd naar zijn verlies. Spreek hem niet over wat hij mist, toon niet het minste grein van medelijden, hij is zooals hij is, hij heeft zijn correcte, ja exquise houding van voorheen bewaard en laat zich in beslag nemen door een paar nieuw gevonden vriendinnetjes. De ander is het, dien Alain boven allen benijdt. Hij ziet hem aankomen, hoog gezeten in een auto te midden van zijn genooten die hij door Parijs loodst. Hij is als een god gebronsd door de stralen van de zon, de straten der hoofdstad beheerschend door de aureool om zijn hoofd, van bar gaande tot bar en van dancing tot dancing Waar zullen zij dan anders een uiting gaan opzoeken voor de gevoelens die zich in hen verdringen? Heeft iets, in den ragfijnen overgang van het bloeiende leven tot den onverbiddelijken dood, dan een woord voor hen, of het moest zijn het verstuivende schuim van de levensgolven? De,dilettant is in hen gewekt die van het be staan het opperste van het oppervlak geniet Waar is in Alain de artist gebleven? Hij is den kunstenaar in zich nooit kwijt geraakt. Midden in het oorlogsbedrijf heeft Alain d'Annunzio en zijn weelderigste beschrijvingen steeds ter hand gehouden, dichtregels van Robert Browning hebben hem altoos voor den geest gestaan, en telkens heeft hij ze voor zich opgezegd, dat ze een intiem landschap zouden vormen om op te staren in alle omstandigheden van het eentonige, onvruchtbare leven. En heeft hij niet gedroomd van een feeën konin gin? Hij dacht aan niet minder dan aan Queen Mobdiemet haar fantastisch gouden droomweefsel zijn leven uit het slijk der loopgraven tot een hooger plan van aetherische weelde zou opvoeren. In de Parijsche salons is zij hem tegemoet ge vlogen, zijn koningin; het jonge vrouwtje van een schatrijken Amerikaan die een ambulance uit rustte om Frankrijk in zijn nood bij te staan deelt als een gratieuse engel troost en bekoring uit aan liefdesdorstige gemoederen. Het hart en de geest van den jongen luitenant der chasseurs zijn vervuld geworden; zijn geluk roept hem echter niet weg van zijn plicht. Wij zien Alain terug in de laatste acte van den oorlog Dat is een meesterlijk hoofdstuk van het boek dat betiteld is: L'attente du départ, en L'attaque. (26 Septembre). Eerst om vier uur in den nacht heeft hij het gehoord in de schuilplaats waar zij hebben gerust dat de aanval zal zijn om tien minuten voor zes. Half zes moeten zij allen gereed wezen. Hij wekt zijn mannen. Over een kwartier zullen wij ons deel vinden van een aanval die over het geheele front gaat, van Duinkerken tot Zwitserland. Ditmaal zullen wij hen krijgen." Ja, dat moet, dat zal!" vurige oogen kijken den chef aan, maar de lust tot grappen maken is daarom niet verdwenen, evenmin als een opschie ten van het gevoel bij het naken van den mogelijken dood. De marsch wordt aanvaard. Frankrijk wil op nieuw golven over Frankrijk. Het gaat door de duisternis van den nevel, telkens is het onzeker of de juiste weg nog wordt gevolgd of men niet afgescheiden is van de rest en vóór tien uur moet het doel zijn bereikt omdat de mist de optrekkenden dan niet meer zal beschermen, eindelijk de hoogte is beklommen, daar treft hen een vijande lijke bom. Alain wil den dood nog niet, maar zijn mannen ziet hij sterven; hij moet zijn poging tot verzet opgeven, tusschen dood en leven wordt hij van het slagveld weggevoerd.... 11 November uit-het hospitaal ontslagen, vindt hij te Parijs zijn Quecn Mob in een theesalon terug op den feestdag van den wapenstilstand. Ik ga morgen naar Amerika", zegt zij hem. Het gewone leven herneemt zijn rechten. Het avontuur van den oorlog is voorbij, het feeënspel is geëindigd. W. G. C. B Y V A N C K loninklqkilBuliiltianspotl-Maaiscliappi DEGRUYTER&Co. DEN HAAO AMSTERDAM ARNHEM Bergplaatsen voor Inboedels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl