Historisch Archief 1877-1940
, WEEKBLAJD VOOR NEDERLAND
21
u
i'
UIT, DEN GEMEENTERAAP
(met tekeningen voor dt Amsterdammer"
op de lei van Jantje)
Daar stonden ze hand in hand, op de bovenste
trede van de marmeren trap, die van het
nderaardsche gewelf, dat toegang tot het stadhuis
geeft, leidt naar de hal, die in een derderangs
gevangenis geen slecht figuur zou maken, en de
ondergaande zon zette het licht om hun hoofden
in gloed. Het leken twee gevallen engelen de
een mollig, stevig, de ander mager, nerveus en zij
daalden de marmeren treden af en plotseling zag
ik wie het waren, de weldoorvoede was don José,
de magere Lohengrin. En zij zongen hun dier
baarste aria's.
De Dikke hief in het gewelf aan: L'opra est
enfant de Bohème" en de Nerveuze tilde zijn
cravatten-tenor op tot de zoldering en het schalde
door de ruimte: O, dure zwaan!"
Het waren DésiréPauwels en Chris de Vos, die
gekomen waren om te hooren of hun Nederlandsche
Opera eindelijk eens subsidie zou krijgen en zij
keerden terug toen zij ontdekten, dat Mr, van den
Bergh interpelleerde over de sluiting van winkels,
die niet gesloten zijn, en vernamen dat na hem
Alexander Lisser, met een interpellatie over
politiegehak op onschuldige commumstenkoppen, op het
program stond.
Twee engelen van geduld, deze opera-directeu
ren, die het in de lange jaren van tegenwerking,
van niet-erkenning, van worsteling, niet hebben
opgegeven; die volhielden, wel niet altijd met de
artistieke middelen, maar. tenslotte Amsterdam
toch een opera voorzetten, die het met graagte
slikte, bewijs hoezeer het een goed georganiseerde,
artistiekwerkende opera zou weten te waardeeren.
Nu is eindelijk de of f ideële erkenning gekomen,
wel niet met milde hand, maar zij is er en Pauwels
en de Vos kunnen weer aan het werk gaan met een
tikje meer zelfvertrouwen en, laat onsjjhopen,
met een tikje meer artistieken zin.
Samuel Pothuis zat treurend op zijn tak en miste
zijn Gaaike Carry, die plaats heeft gemaakt voor
een meubelmakersgezel, dewelke zijn raadslid
maatschap beginnen kan met het indienen van een
motie, afkeuring uitsprekend over de schamele
koffiehuistafeltjes, waaraan de Raad gezeten is,
om niet te spreken van het gebrek aan diepe
clubfauteüils voor ons, journalisten, en waarin het
goed maffen i? als eindelooze interpellanten
eindeJooze interpellaties houden over eindelooze onde
werpen.
Het ging over de dispensatie, die sinds eenige
maanden.verleend wordt aan winkels, welke kleine
eetwaren verkoopen en die zonder avond-verkoop
niet heeten te kunnen bestaan. De Raad, in Januari
niet voelende dat het schoone beginsel der winkel
sluiting een knak er door zou krijgen, besloot voor
een beperkt aantal winkels tot opheffing van het
sluitingsverbod en droeg den Burgemeester op uit
te zoeken wie hiervoor in aanmerking kwam
De Burgemeester?dat is een als heer gekleede
politie-beambte, die over de toonbank een zoute
?haring met eeri augurk eet en met een vollen mond
.?vraagt hoe de zaken gaan en of het alleen katterige
klanten zijn, die haring koopen. Gevolg dat het
beperkte aantal vergunningen gegroeid is tot 278
en dat er nog een honderd op afdoening liggen te
wachten^hetWj doordat er geen rechercheurs meer
'zijn, hetzij door dat het seizoen der zoute haringen
gesloten is.
Het is gebleken dat fn déopen winkels niet alleen
kleine eetwaren verkocht worden, zoodat de
geslo,ten winkeliers begonnen te protesteeren. Het
regende adressen en, goed geteld, teekenden een
achtduizend winkeliers de protestnota's aan den
Raad, wat tengevolge had dat zelfs in een anders
zoo kalme padie als die der anti-revolutionnairen,
een storm opstak en de heer Baas, hoewel begaan
met de eventueele slachtoffers, als de algemeene
sluiting weer in eere hersteld wordt, tot de slotsom
kwam dat gevoel dikwijls een ander woord voor
willekeur is", welke uitspraak eenig opzien baarde,
als komende^uit den mond van zulk een overtuigd
christen.
Doornbusch, décommunist, kraakte zijn woor
den als een hond de botjes uit de soep en wreef de
sociaal-democraten, die, bij mqnde van Mr. van den
Bergh, van optimistische voorstanders der ont
heffingen in ;den loop van enkele maanden
pessimistische'Jtegenstanders waren geworden, allerlei
liefs onder den neus, terwijljie interpellant, Mr.
van den Bergh, na verklaard te hebben dat hij als
student een vaste klant van La Fuente in de van
Wou was geweest Frida Katz, die ook student
geweest is, herinnerde zich plotseling haar wilde
jaren en hoe ze, eens, met haar tpque scheef op
heur haar er eens een broodje ,heen en weer" had
genuttigd praatte zich eenigszins vast door te
getuigen van zijn sympathie met de thans geldende
regeling, doch achtte de uitvoering onmogelijk,
van welke rhetorische wending de zeer pientere
Mr. Romme onmiddellijk 'een gepast misbruik
maakte'door hem er op te wijzen dat het in zoo'n
geval niet aangaat de regeling dan maar stop te
zetten, instede eerst eens te beproeven het sym
pathieke beginsel te
redden door een
betere controle op
de uitvoering..
Ketelaar, van den
beginne af tegen
stander, als hebben
de geen behoefte
aan iets hartigs na
bezetten tijd, sprak
zijn volle vertrou
wen uit in dit col
lege ivan B. en W.,
maar als er eens een
ander kwam te zit
ten, zou dit dan wel
te vertrouwen zijn en
de heer Hamersveld,
altijd een zeer koel
MEEREN-SO1OE1SEL
BERNARD ELIAS.
51 LE1DSCMESTRAAT A'DAM
en kalm katholiek lid met een vriendelijk buikje,
wond zich zoo op, dat Sachie Jansen, die naast
hem zit en toch al watjes in zijn ooren heeft tegen
de zinkings op zijn oogen, een paar stoelen op zij
schoof, nadat hij zelf de kleine winkeliers beschermd
had tegen den middenstand, waaronder hij ver
staat: Hirsch, Qerzon, de Vries, Trianon en andere
heeren, die op groote villa's wonen en zoo eens
in de maand naar hun zaken in Amsterdam komen
om een bediende een schrobbeering te geven, de
kas na te tellen en met het groote geld naar het
Gooi en Bloemendaal terug te keeren.
Er werden allerlei voorstellen ingediend: directe
afschaffing der ontheffingen: indirecte afschaf
ing, door middel van de commissie voor de
strafverordeningen; het stellen van een overgangster
mijn en een beter toezicht op de uitvoering maar
de radicaalsten der radicalen wonnen het en het
beginsel der algeheele, algemeene winkelsluiting
werd gered, zoodat wie 's avonds na eenen een
zoute haring wil hebben of een broodje speciaal",
noet wachten totdat de kroegjes langs de
groentenmarkt open gaan. Ter bevordering van de
nachtrust van jolig Amsterdam zal dit niet strek
ken, noch tot versterking zijner zedelijkheid zooals
de heer Weiss terecht in het midden bracht. Doch
vivent les principes"»..»
B"A R B A R o s s A~}|
OOKT FRED
ZANOBLAD - SIGAREN 8 enIO ets
Weerzien
Wij zien elkaar aan als vreemden
Vervoerd in dien ouden waan:
Eens zijn wij langs zonnige beemden
Van rustig geluk gegaan . .
Ik trof naast vrienden de smaadsters
En haters op 's levens vaart;
Mij bleef van de slimme beraadsters
Geen hoon, geen laster bespaard.
Wij kenden moeilijke bochten.
Jij trouwde en stichtt' een gezin;
Bij hen, die je woning vaak zochten,
Was menig trouwe vriendin.
Terug in d'oude vertrouwdheid
Zegent weer ieder het lot:
Wij vonden toch beiden veel schoonheid,
En leerden wat van dien spot.
Het leven gaf ons den zegen ;
Het leven nam ons den waan . .
Eens zijn wij langs bloeiende wegen
Met ons stil geluk gegaan.
M. POPPELHOUWER