De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 20 september pagina 21

20 september 1924 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

, WEEKBLAJD VOOR NEDERLAND 21 u i' UIT, DEN GEMEENTERAAP (met tekeningen voor dt Amsterdammer" op de lei van Jantje) Daar stonden ze hand in hand, op de bovenste trede van de marmeren trap, die van het nderaardsche gewelf, dat toegang tot het stadhuis geeft, leidt naar de hal, die in een derderangs gevangenis geen slecht figuur zou maken, en de ondergaande zon zette het licht om hun hoofden in gloed. Het leken twee gevallen engelen de een mollig, stevig, de ander mager, nerveus en zij daalden de marmeren treden af en plotseling zag ik wie het waren, de weldoorvoede was don José, de magere Lohengrin. En zij zongen hun dier baarste aria's. De Dikke hief in het gewelf aan: L'opra est enfant de Bohème" en de Nerveuze tilde zijn cravatten-tenor op tot de zoldering en het schalde door de ruimte: O, dure zwaan!" Het waren DésiréPauwels en Chris de Vos, die gekomen waren om te hooren of hun Nederlandsche Opera eindelijk eens subsidie zou krijgen en zij keerden terug toen zij ontdekten, dat Mr, van den Bergh interpelleerde over de sluiting van winkels, die niet gesloten zijn, en vernamen dat na hem Alexander Lisser, met een interpellatie over politiegehak op onschuldige commumstenkoppen, op het program stond. Twee engelen van geduld, deze opera-directeu ren, die het in de lange jaren van tegenwerking, van niet-erkenning, van worsteling, niet hebben opgegeven; die volhielden, wel niet altijd met de artistieke middelen, maar. tenslotte Amsterdam toch een opera voorzetten, die het met graagte slikte, bewijs hoezeer het een goed georganiseerde, artistiekwerkende opera zou weten te waardeeren. Nu is eindelijk de of f ideële erkenning gekomen, wel niet met milde hand, maar zij is er en Pauwels en de Vos kunnen weer aan het werk gaan met een tikje meer zelfvertrouwen en, laat onsjjhopen, met een tikje meer artistieken zin. Samuel Pothuis zat treurend op zijn tak en miste zijn Gaaike Carry, die plaats heeft gemaakt voor een meubelmakersgezel, dewelke zijn raadslid maatschap beginnen kan met het indienen van een motie, afkeuring uitsprekend over de schamele koffiehuistafeltjes, waaraan de Raad gezeten is, om niet te spreken van het gebrek aan diepe clubfauteüils voor ons, journalisten, en waarin het goed maffen i? als eindelooze interpellanten eindeJooze interpellaties houden over eindelooze onde werpen. Het ging over de dispensatie, die sinds eenige maanden.verleend wordt aan winkels, welke kleine eetwaren verkoopen en die zonder avond-verkoop niet heeten te kunnen bestaan. De Raad, in Januari niet voelende dat het schoone beginsel der winkel sluiting een knak er door zou krijgen, besloot voor een beperkt aantal winkels tot opheffing van het sluitingsverbod en droeg den Burgemeester op uit te zoeken wie hiervoor in aanmerking kwam De Burgemeester?dat is een als heer gekleede politie-beambte, die over de toonbank een zoute ?haring met eeri augurk eet en met een vollen mond .?vraagt hoe de zaken gaan en of het alleen katterige klanten zijn, die haring koopen. Gevolg dat het beperkte aantal vergunningen gegroeid is tot 278 en dat er nog een honderd op afdoening liggen te wachten^hetWj doordat er geen rechercheurs meer 'zijn, hetzij door dat het seizoen der zoute haringen gesloten is. Het is gebleken dat fn déopen winkels niet alleen kleine eetwaren verkocht worden, zoodat de geslo,ten winkeliers begonnen te protesteeren. Het regende adressen en, goed geteld, teekenden een achtduizend winkeliers de protestnota's aan den Raad, wat tengevolge had dat zelfs in een anders zoo kalme padie als die der anti-revolutionnairen, een storm opstak en de heer Baas, hoewel begaan met de eventueele slachtoffers, als de algemeene sluiting weer in eere hersteld wordt, tot de slotsom kwam dat gevoel dikwijls een ander woord voor willekeur is", welke uitspraak eenig opzien baarde, als komende^uit den mond van zulk een overtuigd christen. Doornbusch, décommunist, kraakte zijn woor den als een hond de botjes uit de soep en wreef de sociaal-democraten, die, bij mqnde van Mr. van den Bergh, van optimistische voorstanders der ont heffingen in ;den loop van enkele maanden pessimistische'Jtegenstanders waren geworden, allerlei liefs onder den neus, terwijljie interpellant, Mr. van den Bergh, na verklaard te hebben dat hij als student een vaste klant van La Fuente in de van Wou was geweest Frida Katz, die ook student geweest is, herinnerde zich plotseling haar wilde jaren en hoe ze, eens, met haar tpque scheef op heur haar er eens een broodje ,heen en weer" had genuttigd praatte zich eenigszins vast door te getuigen van zijn sympathie met de thans geldende regeling, doch achtte de uitvoering onmogelijk, van welke rhetorische wending de zeer pientere Mr. Romme onmiddellijk 'een gepast misbruik maakte'door hem er op te wijzen dat het in zoo'n geval niet aangaat de regeling dan maar stop te zetten, instede eerst eens te beproeven het sym pathieke beginsel te redden door een betere controle op de uitvoering.. Ketelaar, van den beginne af tegen stander, als hebben de geen behoefte aan iets hartigs na bezetten tijd, sprak zijn volle vertrou wen uit in dit col lege ivan B. en W., maar als er eens een ander kwam te zit ten, zou dit dan wel te vertrouwen zijn en de heer Hamersveld, altijd een zeer koel MEEREN-SO1OE1SEL BERNARD ELIAS. 51 LE1DSCMESTRAAT A'DAM en kalm katholiek lid met een vriendelijk buikje, wond zich zoo op, dat Sachie Jansen, die naast hem zit en toch al watjes in zijn ooren heeft tegen de zinkings op zijn oogen, een paar stoelen op zij schoof, nadat hij zelf de kleine winkeliers beschermd had tegen den middenstand, waaronder hij ver staat: Hirsch, Qerzon, de Vries, Trianon en andere heeren, die op groote villa's wonen en zoo eens in de maand naar hun zaken in Amsterdam komen om een bediende een schrobbeering te geven, de kas na te tellen en met het groote geld naar het Gooi en Bloemendaal terug te keeren. Er werden allerlei voorstellen ingediend: directe afschaffing der ontheffingen: indirecte afschaf ing, door middel van de commissie voor de strafverordeningen; het stellen van een overgangster mijn en een beter toezicht op de uitvoering maar de radicaalsten der radicalen wonnen het en het beginsel der algeheele, algemeene winkelsluiting werd gered, zoodat wie 's avonds na eenen een zoute haring wil hebben of een broodje speciaal", noet wachten totdat de kroegjes langs de groentenmarkt open gaan. Ter bevordering van de nachtrust van jolig Amsterdam zal dit niet strek ken, noch tot versterking zijner zedelijkheid zooals de heer Weiss terecht in het midden bracht. Doch vivent les principes"»..» B"A R B A R o s s A~}| OOKT FRED ZANOBLAD - SIGAREN 8 enIO ets Weerzien Wij zien elkaar aan als vreemden Vervoerd in dien ouden waan: Eens zijn wij langs zonnige beemden Van rustig geluk gegaan . . Ik trof naast vrienden de smaadsters En haters op 's levens vaart; Mij bleef van de slimme beraadsters Geen hoon, geen laster bespaard. Wij kenden moeilijke bochten. Jij trouwde en stichtt' een gezin; Bij hen, die je woning vaak zochten, Was menig trouwe vriendin. Terug in d'oude vertrouwdheid Zegent weer ieder het lot: Wij vonden toch beiden veel schoonheid, En leerden wat van dien spot. Het leven gaf ons den zegen ; Het leven nam ons den waan . . Eens zijn wij langs bloeiende wegen Met ons stil geluk gegaan. M. POPPELHOUWER

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl