De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 20 september pagina 24

20 september 1924 – pagina 24

Dit is een ingescande tekst.

.rnpFI-.tr. ^w,,^^, _ ' " <» />(,,' d K?« f ? _.''' DÉAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2406 p*. «ja* DE HOLLANDSCHE MOLENS Teekenlng voor de Amsterdammer" door George van Raemdonck BADGAST door ARTHUR ELOESSER Neen, zei mijn vriend, die medicus is, nadat hij me'grondig beklopt, en op de chaise-longue om en om gedraaid had, het zit niet in de maag, het is het hart. Dat komt van de zorgen en de opwin ding, van de onteigening van den middenstand om zoo te zeggen. Ik raadpleegde al mijn medische vrienden. De tweede zei: Je bent.overwerkt. De derde: Je hebt te veel gerookt. De vierde fluisterde me n vraag in het oor, waarbij men slechts kan blozen. De vijfde vatte alle oorzaken te zamen en zei afdoende: dat alles gaat nu eenmaal op jouw leeftijd niet meer. In zijn geval zou ik gezegd hebben: op onzen leeftijd, aangezien wij school kameraden zijn. Mijn vijfde arts voerde mij ietwat triomfantelijk naar den zesden arts, die het beslissend woord zou spreken. Deze legt mij weder om op de chaise-longue, beklopt me van voren, draait me om, beklopt me pp de rugzijde, boeit dan mijn arm met een stevigen riem, bezint zich echter en neemt hem mij weer af. Na mijn bevrijding sluit zijn oppasser mij in een donker ge maakte cel. Daar wordt mijn anatomie gefotogra feerd, vingerafdrukken worden niet verlangd. Het gerechtshof, trekt zich terug en laat mij op het vonnis wachten, dat, stel ik mij voor, op ver banning naar Italiëmoet uitloopen. Ik zal Florence, ik zal Rome weerzien, ik zal Mussolini interviewen, die een beminnelijk mensch moet zijn, ik zal hem vragen'hoe hij dat met het dictatorschap zoo vol kan houden, en aan Ludendorff vertellen hoe hij het klaarspeelt. Geen beroep Het vonnis luidt: vier weken badkuur. Men overhandigt mij een .pakje brieven en bescheiden, mijn signalement, mijn biographie, de gefotografeerde anatomie, het telegrafisch op genomen hop-hop van mijn hart, en schijnt genoeg vertrouwen in mij. te stellen, dat ik dit alles, beneyens mijn persoon, in de beroemde badplaats op zijn bestemming zal brengen. , Badgast!*Dat is ongeveer het domste wat ik mij tot dusver voor een man'heb kunnen droomen. Dat is de philister als slaaf zijner t gezondheid, dat is de heer op middelbaren leeftijd aan de grens van het pensioen,.dat is de ontluistering van het mannelijke gezag, dat is: zich belachelijk maken vóór Vrouw en'kinderen. Dat is de grijsaard, dien men, doordat men hem met meewarigheid ontziet, beleedigt, dat is het kind, met zooveel goede wen ken op reis gestuurd, dat het precies weet hoe zonder schade voor zijn gezondheid zijn neus te : snuiten. Ik behoef nog niet eens aan hét stuk met het dwangbuis te denken, maar hier of daar moet ik al bij Strindberg voorgekomen zijn. Badgast! 'Er bestaat niets, wat schooner is dan . dat. Men heeft mij in dit leven: reeds velerlei zaken toevertrouwd. Ik ben vóór-turner geweest, .?onderofficier, .beëedigd deskundige bij het kanton- ; gerecht, secretaris van de'Commissie voor den '. SchiUerprijs, maar nooit heb ik het tot een gevoel van gewichtigheid kunnen brengen. Thans voel" ik mq 'van den morgen tot den avond; Het gehefele beroemde Bad;gelooft zich Voor mijn welzijn ver?aiitwoordelijk.--Wat-zou er gebeuren "wanneer-de badknecht, in deze. kuip .van Romeinsche voor naamheid, mijn koolzuurbad ar ware het'maar n . graad te warm maakte! Ik veronderstel, dat de baddirecteur mij zijn verontschuldigingen zou komen aanbieden. Verontrust u niet, zoo iets is eenvoudig niet mogelijk. Hier heersehen stiptheid, verantwoordelijkheidsbesef, traditie, stijl,. en de , heeren-lijders hebben het'voor het zeggen. ? De badgast begeert feitelijk niet beklaagd te worden. De menthol-sigaret van den kleinen dikzak, die altijd op de bank aan den ingang van het park zit,' verraadt -den beginneling. Waarde vriend, dit gezicht van oude lappen baat u niets, wij mogen hier geen.van allen rooken, aangezien wij te veel gerookt hebben. De badgast heef t om zich te onder scheiden niets noodig dan een staf, die het midden houdt tusschen een wandel- en een bergstok. Zonder dezen stok degradeert de badgast zich tot passant of eenvoudig tot beambte", of tot een van die leeken des levens, welke daar golf en tennis spelen. De badgast heeft zijn eigen gang, men kan niet bepaald zeggen dat hij zich aan zijn stok voort sleept, hij; laat zich slechts een weinig door hem trekken, 'zich de maat van zijn andante" rustig voorschrijven: Moeilijkheden doen zich voor, wanneer twee te zamen willen wandelen. En een maal is er een ongeluk gebeurd, namelijk een echtDe Molenaarsbond belegt dezer dagen te Deventer een algemeene vergadering waar o.m. het behoud van onze molens als landschapornament behandeld zal worden." PALLIETER: DA'S NA is GOED!" paar. Echtgenooten behooren niet samen naar dezelfde badplaats te gaan, althans niet vóór ze elkaar volledig onverscnillig zijn geworden. Want de doctoren zijn hier streng. Een hunner sprak tot den man: u wandelt geregeld vijftien minuten, dan rust.u gedurende tien minuten. Tot de vrouw echter zeide hij: u wandelt geregeld tien minuten, dan rust u gedurende vijf minuten. De beiden, die hun gezondheid voor even belangrijk hielden, slaagden er niet in de gemeenschappelijke formule te vinden. Na feilen strijd ging hij met een andere vrouw, zij met een anderen man, die dezelfde indeeling hadden. Alle badgasten zijn menschen van beteekenis, maar natuurlijk zijn er graden en rangen, zooals men overal ofticieren, hoofdofficieren en generaals onderscheidt. Van de lieden, die honderdmaal om de bron loopen en hun neus ophalen, spreek ik niet eens. Dat is een vrijwel onnoozel bedrijf. Iets hooger staat de klasse der drinkers, die zich een glas om 'den buik gegespt hebben, en het eerste om acht uur begint de muziek met behulp van een koraal naar binnen spoelen. De voornaam ste klasse, van de rook-en bierharten af tot en met de yerkalkten, is de klasse der baders, welke in besluiten en ontberingen dagelijks haar moreele krachttoeren volbrengt. Niettegenstaande men daar heerlijke wacht-galerijen vindt Caracalla heeft geen betere gekend wie om zeven uur opstaat, behoeft niet op zijn bad te wachten. Hoeveel geloften worden 's avonds afgelegd en 's morgens in bed verbroken, tot het alweer negen uur slaat, en gij toch altijd No. 143 aan de beurt komt. Na het bad alle wonderen zijn gevaar lijk twee uren ,volledige bedrust: niet lezen, niet zorgen, niet denken, kortom, elke geestelijke opwinding-vermijden. Het schijnt wel, dat men het innerlijk van den mensch ook met de fijnste apparaten niet geheel doorschouwen kan, dat zoolang de psycho-analyse niet tot daar doordringt, zich altijd nog duistere deelen voor het geestesoog verbergen. Mijn dokter kornt het complex: letterkundige" bijzonder ver dacht voor; hij gelooft het eenvoudig niet, dat ik, een debutant, de twee uren na het bad als een zuigeling slaap, dat ik me niet aan het geringste geestelijk vergrijp schuldig maak. Ik moet hem aan mijn eigen, en aan tal van andere voorbeelden uitleggen, dat de taak van een schrijver" er niet een van denken, maar van schrijven is, en dat men zijn arbeid al naar de omstandigheid waaronder het manuscript wordt ingeleverd, als handwerk of als machinale productie heeft te beschouwen. En dat ik de hoogere beteekenis van mijn persoon vóór alles aan den staat van mijn gezondheid ontleen. Wie slechts van zichzelf vervuld is, is ten slofte van niets vervuld. En deze badgeschiedenis, als ik haar zoo noemen mag, heb ik eerst later inén gezet. Het bad werkt heilzaam, de lucht werkt heil zaam, de rust werkt heilzaam, doch boven alles is het de muziek, die het hart genezing brengt! Ik heb al verteld, dat hier, naar oud en eerbied waardig gebruik, de morgen met een koraal begint, waarbij een kapelmeester de maat slaat. De na middagthee op het terras van het Kurhaus wordt eveneens met muziek gedronken, ditmaal echter is het een professor, tevens Hofrat", aan wien de leiding is toevertrouwd, 's Avonds daarentegen dirigeert een muziek-directeur, die alles mag spelen wat tusschen het koraal en de Holder Abendstern" in ligt. Wat zich daarboven verheft, het begint al bij Wotans Abschied" met vuurwerk, komt den Hofrat" toe. Mijn dank aan alle drie, den juisten man op den juisten tijd. De kapelmeester verstaat zijn kunst behoorlijk, de Hofrat" voor treffelijk, de muziekdirecteur houdt het midden. Men betaalt zijn Kurtax werkelijk niet voor niets en ten overvloede worden de badgasten uitgenoodigd, ingeval hun iets te wenèchen overblijft, dit der directie kenbaar te maken. Ik heb verzocht om een radio-installatie in de badkamers, hetgeen mij een billijke eisen voorkomt. Terwijl het lichte volk der drinkers en bronwandelaars reeds in. den vroegen ochtend met halleluja wordt be groet, laat men de baders, de belangrijkste bad gasten, .in hun cellen verkommeren. Ik heb mijn wederoptreden het volgend jaar afhankelijk gesteld van de tijdige radio-aanlegging, maar ik kan haast niet van mezelf gelooven, dat ik het zoo bruusk gemeend heb. Want men komt altijd terug. .. Men komt terug omdat men reeds zooveel beter is geworden, of omdat men nog niet veel beter is geworden. Mij gaat het inderdaad beter, men vraagt mij nauwe lijks meer naar mijn gezondheid, zóó goed zie ik er uit. Gisteren heb ik zelf mijn laarzen aan moeten trekken. Ik betwijfel ook, of men in het vervolg altijd bereid zal zijn mij alle opwinding te bespa ren Het zou mij in het geheel niet verwonderen wanneer ik het volgend jaar opnieuw een badkuur noodig bleek te hebben. INHOUD: 1. Troonrede en mlllloenennota, door Prof. Dr. G. W. Kernkamp 2. Tijdgenooten, door Dr. W. G. C. Byvanck?3. De school aan de ouders, door C. G. Roos. De herkomst van de belasting op lucifers? teekening door Joh. Braakensiek ??4. De sterrenwacht te Leiden, door Dr. J. van der Bilt 5. Bolland's colleges, door Dr. S. A. van Lunteren. 6. Amsterdamsche bijzonderheden, door Prof. Dr. H. Brugmans 7. Uit de Natuur, door Dr. Jac. P. Thljsse?8. Bijkomstigheden, door Annie Salomons?9. Clowns, door J. W. F. Werumeus Buning 11. Voor Vrouwen, redactrice Elis. M. Rogge 12. Dramatische Kroniek, door Barbarossa, met teekening door Wljbo Meyer 13. Schilderkunstkronlek, door Plasschaert en Mr. H. F. Hennus Zwijndrecht, teekening door Jordaan 15. Lodewljk van Deyssel, door Prof. Dr. J. Prinsen J.Lzn., met teeke ning door B. van Vlijmen.?16. Nederlandsche Bouw kunst in Denemarken, door H. J M. Walenkamp Czn. 17. Taaiverwoesting, door Dr. Haje?19. Jan Hemsingf Brandweertelltoonstelling, door C. Gordijn.?Charivaria, door Charivarius 20. Reizen in Italië, door Constant van Wessem 21. Uit den Gemeenteraad, door Barbarossa, met teekeningen van Jantje 22. Ruize-Rijm, door Charivarius. Dagboek van een Amsterdammer. door Barbarossa. Spreekzaal. G. Jelgersma, teeke ning door B. van Vlijmen. 23. Uit het Kladschrift van Jantje. ??Pietje's paedagogische peinzingen. Krekelzang, 'door J. H. Speenhoff, met teekening door Wybo Meyer 24. Feuilleton, door Dr. A. Eloesser. De Hollandsche molens, teekening door George van Raemdonck. ,Bljvoegsel: De Troonrede, teekening. d. Joh.Braakensiek, Typ. Afflit Boek- n SteendnikkerU, voorheen Blbrman, Hanu A C»,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl