Historisch Archief 1877-1940
.rnpFI-.tr. ^w,,^^, _ ' " <» />(,,' d K?« f ?
_.'''
DÉAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2406
p*.
«ja*
DE HOLLANDSCHE MOLENS
Teekenlng voor de Amsterdammer" door George van Raemdonck
BADGAST
door ARTHUR ELOESSER
Neen, zei mijn vriend, die medicus is, nadat hij
me'grondig beklopt, en op de chaise-longue om en
om gedraaid had, het zit niet in de maag, het
is het hart. Dat komt van de zorgen en de opwin
ding, van de onteigening van den middenstand
om zoo te zeggen. Ik raadpleegde al mijn medische
vrienden. De tweede zei: Je bent.overwerkt. De
derde: Je hebt te veel gerookt. De vierde fluisterde
me n vraag in het oor, waarbij men slechts
kan blozen. De vijfde vatte alle oorzaken te zamen
en zei afdoende: dat alles gaat nu eenmaal op jouw
leeftijd niet meer. In zijn geval zou ik gezegd
hebben: op onzen leeftijd, aangezien wij school
kameraden zijn. Mijn vijfde arts voerde mij ietwat
triomfantelijk naar den zesden arts, die het
beslissend woord zou spreken. Deze legt mij weder
om op de chaise-longue, beklopt me van voren,
draait me om, beklopt me pp de rugzijde,
boeit dan mijn arm met een stevigen riem, bezint
zich echter en neemt hem mij weer af. Na mijn
bevrijding sluit zijn oppasser mij in een donker ge
maakte cel. Daar wordt mijn anatomie gefotogra
feerd, vingerafdrukken worden niet verlangd. Het
gerechtshof, trekt zich terug en laat mij op het
vonnis wachten, dat, stel ik mij voor, op ver
banning naar Italiëmoet uitloopen. Ik zal Florence,
ik zal Rome weerzien, ik zal Mussolini interviewen,
die een beminnelijk mensch moet zijn, ik zal hem
vragen'hoe hij dat met het dictatorschap zoo vol
kan houden, en aan Ludendorff vertellen hoe hij
het klaarspeelt.
Geen beroep Het vonnis luidt: vier weken
badkuur. Men overhandigt mij een .pakje brieven
en bescheiden, mijn signalement, mijn biographie,
de gefotografeerde anatomie, het telegrafisch op
genomen hop-hop van mijn hart, en schijnt genoeg
vertrouwen in mij. te stellen, dat ik dit alles,
beneyens mijn persoon, in de beroemde badplaats
op zijn bestemming zal brengen. ,
Badgast!*Dat is ongeveer het domste wat ik
mij tot dusver voor een man'heb kunnen droomen.
Dat is de philister als slaaf zijner t gezondheid,
dat is de heer op middelbaren leeftijd aan de grens
van het pensioen,.dat is de ontluistering van het
mannelijke gezag, dat is: zich belachelijk maken
vóór Vrouw en'kinderen. Dat is de grijsaard, dien
men, doordat men hem met meewarigheid ontziet,
beleedigt, dat is het kind, met zooveel goede wen
ken op reis gestuurd, dat het precies weet hoe
zonder schade voor zijn gezondheid zijn neus te :
snuiten. Ik behoef nog niet eens aan hét stuk met
het dwangbuis te denken, maar hier of daar moet
ik al bij Strindberg voorgekomen zijn.
Badgast! 'Er bestaat niets, wat schooner is dan .
dat. Men heeft mij in dit leven: reeds velerlei
zaken toevertrouwd. Ik ben vóór-turner geweest,
.?onderofficier, .beëedigd deskundige bij het kanton- ;
gerecht, secretaris van de'Commissie voor den '.
SchiUerprijs, maar nooit heb ik het tot een gevoel
van gewichtigheid kunnen brengen. Thans voel"
ik mq 'van den morgen tot den avond; Het gehefele
beroemde Bad;gelooft zich Voor mijn welzijn
ver?aiitwoordelijk.--Wat-zou er gebeuren "wanneer-de
badknecht, in deze. kuip .van Romeinsche voor
naamheid, mijn koolzuurbad ar ware het'maar n .
graad te warm maakte! Ik veronderstel, dat de
baddirecteur mij zijn verontschuldigingen zou
komen aanbieden. Verontrust u niet, zoo iets is
eenvoudig niet mogelijk. Hier heersehen stiptheid,
verantwoordelijkheidsbesef, traditie, stijl,. en de ,
heeren-lijders hebben het'voor het zeggen. ?
De badgast begeert feitelijk niet beklaagd te
worden. De menthol-sigaret van den kleinen dikzak,
die altijd op de bank aan den ingang van het park
zit,' verraadt -den beginneling. Waarde vriend,
dit gezicht van oude lappen baat u niets, wij mogen
hier geen.van allen rooken, aangezien wij te veel
gerookt hebben. De badgast heef t om zich te onder
scheiden niets noodig dan een staf, die het midden
houdt tusschen een wandel- en een bergstok.
Zonder dezen stok degradeert de badgast zich tot
passant of eenvoudig tot beambte", of tot een
van die leeken des levens, welke daar golf en tennis
spelen. De badgast heeft zijn eigen gang, men kan
niet bepaald zeggen dat hij zich aan zijn stok voort
sleept, hij; laat zich slechts een weinig door hem
trekken, 'zich de maat van zijn andante"
rustig voorschrijven: Moeilijkheden doen zich voor,
wanneer twee te zamen willen wandelen. En een
maal is er een ongeluk gebeurd, namelijk een
echtDe Molenaarsbond belegt dezer dagen te Deventer een algemeene vergadering waar
o.m. het behoud van onze molens als landschapornament behandeld zal worden."
PALLIETER: DA'S NA is GOED!"
paar. Echtgenooten behooren niet samen naar
dezelfde badplaats te gaan, althans niet vóór ze
elkaar volledig onverscnillig zijn geworden. Want
de doctoren zijn hier streng. Een hunner sprak tot
den man: u wandelt geregeld vijftien minuten,
dan rust.u gedurende tien minuten. Tot de vrouw
echter zeide hij: u wandelt geregeld tien minuten,
dan rust u gedurende vijf minuten. De beiden,
die hun gezondheid voor even belangrijk hielden,
slaagden er niet in de gemeenschappelijke formule
te vinden. Na feilen strijd ging hij met een andere
vrouw, zij met een anderen man, die dezelfde
indeeling hadden.
Alle badgasten zijn menschen van beteekenis,
maar natuurlijk zijn er graden en rangen, zooals
men overal ofticieren, hoofdofficieren en generaals
onderscheidt. Van de lieden, die honderdmaal
om de bron loopen en hun neus ophalen, spreek ik
niet eens. Dat is een vrijwel onnoozel bedrijf.
Iets hooger staat de klasse der drinkers, die zich
een glas om 'den buik gegespt hebben, en het eerste
om acht uur begint de muziek met behulp
van een koraal naar binnen spoelen. De voornaam
ste klasse, van de rook-en bierharten af tot en
met de yerkalkten, is de klasse der baders, welke
in besluiten en ontberingen dagelijks haar moreele
krachttoeren volbrengt. Niettegenstaande men
daar heerlijke wacht-galerijen vindt Caracalla
heeft geen betere gekend wie om zeven uur
opstaat, behoeft niet op zijn bad te wachten.
Hoeveel geloften worden 's avonds afgelegd en 's
morgens in bed verbroken, tot het alweer negen
uur slaat, en gij toch altijd No. 143 aan de beurt
komt. Na het bad alle wonderen zijn gevaar
lijk twee uren ,volledige bedrust: niet lezen,
niet zorgen, niet denken, kortom, elke geestelijke
opwinding-vermijden.
Het schijnt wel, dat men het innerlijk van den
mensch ook met de fijnste apparaten niet geheel
doorschouwen kan, dat zoolang de psycho-analyse
niet tot daar doordringt, zich altijd nog duistere
deelen voor het geestesoog verbergen. Mijn dokter
kornt het complex: letterkundige" bijzonder ver
dacht voor; hij gelooft het eenvoudig niet, dat ik,
een debutant, de twee uren na het bad als een
zuigeling slaap, dat ik me niet aan het geringste
geestelijk vergrijp schuldig maak. Ik moet hem
aan mijn eigen, en aan tal van andere voorbeelden
uitleggen, dat de taak van een schrijver" er niet
een van denken, maar van schrijven is, en dat men
zijn arbeid al naar de omstandigheid waaronder
het manuscript wordt ingeleverd, als handwerk
of als machinale productie heeft te beschouwen.
En dat ik de hoogere beteekenis van mijn persoon
vóór alles aan den staat van mijn gezondheid
ontleen. Wie slechts van zichzelf vervuld is, is
ten slofte van niets vervuld. En deze
badgeschiedenis, als ik haar zoo noemen mag, heb ik eerst later
inén gezet.
Het bad werkt heilzaam, de lucht werkt heil
zaam, de rust werkt heilzaam, doch boven alles
is het de muziek, die het hart genezing brengt!
Ik heb al verteld, dat hier, naar oud en eerbied
waardig gebruik, de morgen met een koraal begint,
waarbij een kapelmeester de maat slaat. De na
middagthee op het terras van het Kurhaus wordt
eveneens met muziek gedronken, ditmaal echter
is het een professor, tevens Hofrat", aan wien de
leiding is toevertrouwd, 's Avonds daarentegen
dirigeert een muziek-directeur, die alles mag
spelen wat tusschen het koraal en de Holder
Abendstern" in ligt. Wat zich daarboven verheft,
het begint al bij Wotans Abschied" met vuurwerk,
komt den Hofrat" toe. Mijn dank aan alle drie, den
juisten man op den juisten tijd. De kapelmeester
verstaat zijn kunst behoorlijk, de Hofrat" voor
treffelijk, de muziekdirecteur houdt het midden.
Men betaalt zijn Kurtax werkelijk niet voor niets
en ten overvloede worden de badgasten
uitgenoodigd, ingeval hun iets te wenèchen overblijft,
dit der directie kenbaar te maken. Ik heb verzocht
om een radio-installatie in de badkamers, hetgeen
mij een billijke eisen voorkomt. Terwijl het
lichte volk der drinkers en bronwandelaars reeds
in. den vroegen ochtend met halleluja wordt be
groet, laat men de baders, de belangrijkste bad
gasten, .in hun cellen verkommeren. Ik heb mijn
wederoptreden het volgend jaar afhankelijk gesteld
van de tijdige radio-aanlegging, maar ik kan haast
niet van mezelf gelooven, dat ik het zoo bruusk
gemeend heb.
Want men komt altijd terug. .. Men komt terug
omdat men reeds zooveel beter is geworden, of
omdat men nog niet veel beter is geworden. Mij
gaat het inderdaad beter, men vraagt mij nauwe
lijks meer naar mijn gezondheid, zóó goed zie ik
er uit. Gisteren heb ik zelf mijn laarzen aan moeten
trekken. Ik betwijfel ook, of men in het vervolg
altijd bereid zal zijn mij alle opwinding te bespa
ren Het zou mij in het geheel niet verwonderen
wanneer ik het volgend jaar opnieuw een badkuur
noodig bleek te hebben.
INHOUD: 1. Troonrede en mlllloenennota, door Prof.
Dr. G. W. Kernkamp 2. Tijdgenooten, door Dr. W.
G. C. Byvanck?3. De school aan de ouders, door C. G.
Roos. De herkomst van de belasting op lucifers?
teekening door Joh. Braakensiek ??4. De sterrenwacht
te Leiden, door Dr. J. van der Bilt 5. Bolland's
colleges, door Dr. S. A. van Lunteren. 6.
Amsterdamsche bijzonderheden, door Prof. Dr. H. Brugmans
7. Uit de Natuur, door Dr. Jac. P. Thljsse?8.
Bijkomstigheden, door Annie Salomons?9. Clowns, door J. W.
F. Werumeus Buning 11. Voor Vrouwen, redactrice
Elis. M. Rogge 12. Dramatische Kroniek, door
Barbarossa, met teekening door Wljbo Meyer 13.
Schilderkunstkronlek, door Plasschaert en Mr. H. F. Hennus
Zwijndrecht, teekening door Jordaan 15. Lodewljk van
Deyssel, door Prof. Dr. J. Prinsen J.Lzn., met teeke
ning door B. van Vlijmen.?16. Nederlandsche Bouw
kunst in Denemarken, door H. J M. Walenkamp Czn.
17. Taaiverwoesting, door Dr. Haje?19. Jan Hemsingf
Brandweertelltoonstelling, door C. Gordijn.?Charivaria,
door Charivarius 20. Reizen in Italië, door Constant
van Wessem 21. Uit den Gemeenteraad, door
Barbarossa, met teekeningen van Jantje 22. Ruize-Rijm,
door Charivarius. Dagboek van een Amsterdammer.
door Barbarossa. Spreekzaal. G. Jelgersma, teeke
ning door B. van Vlijmen. 23. Uit het Kladschrift
van Jantje. ??Pietje's paedagogische peinzingen.
Krekelzang, 'door J. H. Speenhoff, met teekening door
Wybo Meyer 24. Feuilleton, door Dr. A. Eloesser.
De Hollandsche molens, teekening door George van
Raemdonck.
,Bljvoegsel: De Troonrede, teekening. d. Joh.Braakensiek,
Typ. Afflit Boek- n SteendnikkerU, voorheen Blbrman, Hanu A C»,