De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 20 september pagina 4

20 september 1924 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2466 Fig. I. De Sterrenwacht te Leiden, van den Witten Singel gezien De donker gestreepte koepels zijn nieuw. De vleugel op den achtergrond bevat de theoretische afdeeling en de Directeurswoning; die op den voorgrond moet nog verbouwd worden DE STERRENWACHT TE LEIDEN IN EEN NIEUW GEWAAD Donderdagavond, 18 September 1924, heeft Prof. Dr. W. de Sitter, in een plechtige bijeenkomst van autoriteiten en andere genoodigden de reorga nisatie der Sterrenwacht te Leiden voltooid ver klaard. Zij is dit eigenlijk wel niet, want een der nieuwe observatie-torens bevat nog geen instru ment, het Oostelijke gebouw moet nog verbouwd worden en den wetenschappelijken staf achten wij te klein, maar dit zal voorloopig wel zoo blijven en wat thans met de reorganisatie bereikt is, is zooveel en zóó belangrijk dat de leemten daarbij in het niet verzinken. Wie het hoofdgebouw van deze Sterrenwacht vroeger gekend heeft met zijn rommelige kamers, zijn verwaarloosden inventaris, zijn donkere, ?ongezellige bibliotheek en de apathie van de meer derheid van het personeel, dat uit de slecht ver lichte vertrekken in de triestigheid van een ver waarloosden tuin zat te turen, zal de waarde van het verkregene nog heel wat hooger weten te schatten dan hij, die het naar een absoluten maat staf beoordeelt. De werkkamers der astronomen en der rekenaars zijn thans behoorlijk ingericht, de bibliotheek met het gezellige, daaraan verbonden, leeszaaltje voldoet aan hooge eischen, de woning van den Directeur is als herboren, er is nu een uitstekende werkplaats voor de instrumentmakers, wier taak in een modern ingerichte sterrenwacht haast even belangrijk en verantwoordelijk is als die der weten schappelijke waarnemers, centrale verwarming en electrificatie zijn tot in bijzonderheden overdacht en doeltreffend uitgevoerd, terwijl licht en lucht" een weldadige heerschappij voeren, overal waar eertijds duisternis en vochtigheid de overhand hadden. Op het dak van dit hoofdgebouw zijn twee nieuwe observatie-koepels verrezen, waarvan er n een nieuwe, door de firma Zeiss gebouwde camera bevat, welke in Fig. 3 is afgebeeld. Het is moeilijk het contrast tusschen het klassieke en het moderne werk aan de Leidsche sterrenwacht scherper te doen uitkomen dan door deze nieuwe camera te stellen naast den meridiaancirkel, het instrument voor fundamenteele plaatsbepalingen van hemellichten, dat sedert 1861 het eenige instrument was, waarmede geregeld gewerkt werd. Fundamenteele waarnemingen eischen voor het instrument een zoo onveranderlijk mogelijke .opstelling in den meridiaan; de nieuwe camera bestaat uit twee kijkers, met korten brandpuntsafstand, die, als wijlen de Siameesche tweelingen, stevig aan elkaar verbonden zijn, maar toch individueel vrijheid van beweging hunner ledematen hebben. Elk der objectieven is afzonderlijk verschuifbaar in twee, loodrecht op elkaar staande richtingen, waardoor het mogelijk is de optische assen verschillende punten der photographische plaat te doen treffen. Deze objectieven kunnen ten behoeve van photo graphische helderheids- en kleurbepalingen voor zien worden van kappen met tralies, terwijl het in de bedoeling ligt er later nu en dan prismas vóór te plaatsen voor het onderzoek van sterrespectra. Aan het oculair-einde bevinden zich de, in de figuur duidelijk zichtbare photographische platen, die een veld van 20 bij 20 hemelgraden kunnen afbeelden; de opnamen kunnen geschieden zoowel in-, als eenige c.M. binnen of buiten het brandvlak van het objectief. De platen kunnen bovendien gedurende de belichting wat men tegenwoordig populair zou noemen een stepje" uitvoeren, zoo danig dat, automatisch, naar believen van den waarnemer de beelden der sterren door herhaalde arceering" rechthoeken of vierkanten van ver schillende grootte kunnen worden (maximum der lengte-afmeting l millimeter) waardoor moderne methoden der photographische helderheidsmetingen toegepast kunnen worden. Voorwaar, een instrument met zooveel graden van vrijheid dat het, om zijn losbandigheid, naast den strengen meridiaancirkel wel een echt kind van dezen tijd mag heeten ! Het Hoofdgebouw bevat thans in een keurig museum alle historische merkwaardigheden, waar aan de Leidsche Sterrenwacht zoo rijk is. Men vindt daar o.a. eenige zeer fraaie oude astrolabia, een paar kleine globes van Blaeu, benevens den eenigen in Nederland aanwezigen heliometer. Zijn grootste waarde ontleent het museum echter aan de groote verzameling lenzen en andere reliquieën van onzen beroemden Christiaan Huijgens. Andere histori sche instrumenten vindt men hier en daar in gangen en vestibules geplaatst of tegen den muur bevestigd; zoo o.a. het groote kwadrant van Blaeu, afkomstig uit de nalatenschap van Snellius en ter opstelling waarvan de eerste Leidsche Sterrenwacht in 1632 op het dak van het Univer siteitsgebouw werd opgericht. Buiten het hoofdgebouw is, tegen den aan de oprijlaan gelegen koepel voor den grooten in 1897 gebouwden photographischen refractor, het nieuwe gebouw der astrophysigche afdeeling verrezen: dit bevat werkkamers, donkere kamers en drie Fig. 2. De Sterrenwacht te Leiden. Hoofdgebouw met de vier koepels Links en rechts de koepels van de groote en kleine visueele refractors; in het midden op den achtergrond de koepel voor de nieuwe dubbele camera Fig. 3. De Sterrenwacht te Leiden. Nieirwe dubbele amera (beschrijving in den tekst) kamers voor verschillende typen van meetinstru menten. De hierbij gevoegde afbeeldingen mogen deze korte en geenszins volledige beschrijving van de Sterrenwacht in haar nieuwe gewaad aan vullen. Fig. l brengt haar in beeld gezien van den Witten singel; de beide nieuwe koepels zijn daarop donkerder dan de oude duidelijk te herken nen. Fig. 2 geeft daarvan nog een beteren indruk; de groote koepel links herbergt den visueelen refractor van 26 c.M. opening, die in de handen van Dr. J. Voüte, thans Directeur der Sterrenwacht te Lembang (Java) en van den heer W. H. van den Bos, zijn opvolger, sedert een tiental jaren, uit stekende diensten doet bij het uitmeten van dubbel sterren. Het is het hoofdinstrument voor visueele waarnemingen buiten den meridiaan. Het hoofd instrument der astro-physische afdeeling, de zoo even genoemde groote photographische refractor (opening 33 c.M.), die gesteld is in handen van Prof. Dr. E. Hertzsprung en Dr. J. Schilt, is op deze afbeeldingen niet zichtbaar. Fig. 3 vertoont r «t.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl