De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 27 september pagina 21

27 september 1924 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 21 "ÜTT Ed-hT-L' "VAJN T-A.3M 'J.' J J=J PEDANTE PIET JE'S PAEDAGOGISGHE PEINZINGEN (13 Jaar) (Ongecorrigeerd) (Niew-neederlans) XXI. Op Paas buuro ligt n deftige invietasie van het comitee Amsterdam-Vlieghaven" om m uit te noodiegen voor een resepsie in hotel ,,euroop" waar afscheit zal worden genoome van de be manning van het neederlanse vliegtuig dat strakkies naar Indieje, gaat vliege. Nou gaat Paa tog niet. Paa zeit dattie uit prinsiepe met alles wat met vliege te maake hét, wethouwer Vliege inkluis, niks te maake wil hebbe. En in t vliegebosch oover t Ei gaattie daarom uit prinsiepe ook nooit s wandele al schiete de boompjes daar al aardug uit de polderklij. Paa is zellef geen hoogvlieger en ie is gauw duizelig en misselluk. Nou dan mot je ook maar liever op de begaanbaare grond blijve. En als korrespondent van de vaaderlander" hoeftie niet naar die resepsie want ze neeme tog geen enkel van Paas artiekele uit onze hoofstad" in dat vaaderlanse blad op. Afijn. As Paa niet gaat dan ben ik wel verplig om te gaan. Paa merrekt dr tog niks van as Pietje zn kaart in zn zak steek. En de groene" mot zig tog ook waardig laate verteegewoordige bij zoon naasionaale vlieggebeurtenis waarbij wel niet gevlooge maar liever gedans wor-maar daar is n hootel beeter geschik voor dan n vlieghaave om steekeltjes te vange. As ik eerluk mag zijn en n waaragtig sjpernalis mot zoo eerluk as de neederlanse bank zijn, dan zou ik wel graag met meneer Vanderhoop en Poelman meevliege wille naar de oost. Dat land hét me nauw altijt zoo angetrokke en as we handelsaardrijkskunde hebbe zit ik stillutjes zwarte pop petjes te teekene zoo verlang ik naar die zwarte broeders van ons an de eevenaar. Maar de tijje van de, ruiter zijn allang voorbij datze n kleine jonge as ligttnatroos as tarra meestouwe tusse de bagaasje van de maatschappei neederlant". Lauw kans teegewoordig. Maar met zoon vliegmaschien zou tog wel emmes weeze. En dan eers n kringetje bopve Amsterdam en n zak met proppies van je ouwe schoolkajees boove de handelschool uitstrooje omdat de dierekteur je vanaf beneeje tog geen strafwerrek kan oplegge. En dan lekker vliege oover Pareis waar ik de be volking nog best ken van onze toonkunstuitvoerink en oover Turkijje waar de halve maan schijnt en door donkerst klein Azieje dat lang zoo klein niet mot zijn asse zegge en oover Bombee naar de straat van Malakka wat geen straat maar n soort rivier is. En dan boove de palme en de vuurspuwende berge. Zou je dat nou merreke in zoon vliegmasjien as je dr boove vlieg? t Mot net de indruk maake van n amsterdams schoor steenbrandje dat door de jubieleerende amsterdamse brandweer voor meneer Gordijn is angestooke. Maar laat ik tog niet zoo fantaaseere in me hoofartiekel want ik weet wel van tevoore dat meneer Fokker tog niet goed vin dat kleine Pietje meegaat. En jezellef verstoppe in zoon toestel gaat niet omdat de doeaane t toestel eers heelemaal nakijke uit angs dat de neederlanse .vliegerende niewe tariefwet zulle ontduike. Asof je met n vliegtoestel ken duike. Die is goed! Dus zal Pietje op aanstaande l Oktoober maar beneeje op straat gaan staan en met zn petje zwaaje tottie zn arm verrek. Want mn vaaderlanse hart springt van de kloppinge as ik bedenk dat die 3 kraanige vliegers langs de draadlooze hemelweege hun roete gaan zoeke naar onze oost. Dwars tusse de vliegende honde en visse. Om dan eindelluk neer te daale voor de troon van de ge-eerbiedigde Landvoog van Insulinde die alle hoofde van Lebak om zig heen verzaamel heef (die is van Muultaatulie is t niet?) en alle eedeleere raadgeevers van Indieje en alle retoerkommissarisse (wat is dat tog, Paa weet t ook niet) en alle katjangs (we hebbe dr ook n paar lollige op school die beweere dat een van hun mamaas de 33e prinses van de soenan is, hoe kan ? dat nou, al ben je nog zoon braniemaaker?). Maar meevliege, homaar, want Pietje vliegt niet naar de maan. Tot ik laater vliegend redaktuir wor van onze groene". Tot zoo lang laat ik ze vliege. PIETJE LEIDEN'S ONTZET Anno 1574. 't Was den derden dag van Wijnmaand, 's Morgens om een uur of acht, Dat Boisot zijn reddingsschepen Door de Vliet naar Leiden bracht. Na het wijken der Spanjolen, Door het water opgejaagd, Had de hulpvloot van Oranje Dezen kloeken tocht gewaagd. VAN NELLESVARINAS GOUDZEGEL 3O cis. perPakje. Een aangename Bezuiniging een HALF ONS vervangt vele GOEDE SIGAREN. II Honger, pest werd er geleden In de uitgeputte stad, Waar men resten van de mesthoop.. .. Ratten zelfs gegeten had. Moeders stierven met hun kindren Door den wreeden hongersnood, In de straten, op de wallen Loerde overal de dood. Toch werd moedig stand gehouden, Sterk door fieren burgerzin, Liever sterven van ellende Dan de Spanjaard Leiden in. Eindelijk kwam de verlossing Voor de arme burgerij, Door de zorgen van den Zwijger Waren leed en last voorbij. Snikkend ging het naar de kerken, Biddend, dankend zonk men neer, Snikkend klonken de psalmen God ter liefde en ter eer. En het opgedrongen water Dat de redding had gebracht, Werd terug naar zee gedreven Na een harden stormen-nacht. Na een strijd van vele maanden Was de goede stad ontzet, Door Oranje aangemoedigd En door burgertrouw gered. J. H. S i' E E N n o i' iLAAT UWE CENTRALE VERWARMING EN BIJKOMENDE INSTALLATIES AANLEGGEN DOOR DEKON.FABti.F.W.BRAAT-DELH

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl