Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Morris-dancc
De lock" als einde
der Sword-dance
Tabor and piper
Country-dance
KRONIEK VAN DEN DANS
Mr. Kennedy als leider
(Teekeningen voor de Amsterdammer"
door Henri Pieck)
XI
Engelsche volksdansen.
De Russische volksdansen leerde men reeds
eerder kennen bij het ballet en enkele andere
dansgroepen, de Engelsche sinds enkele dagen
door een groep van de Folk-Dance-Society", en
de Nederlandsche kent men blijkbaar beter buiten
ons land, waar af en toe een dame in een cabaret
haar zwarte sombrero en roode sjaal verwisselt
met een wit boerenkapje, een
jurk en een stel klompen, vooral
een stel klompen, en, na Spanje,
ook Nederland doet leven in
den reidans der natieën, wat
wel vriendelijk van haar, maar
niet gelukkig voor ons is.
Want wij hebben het nu een
maal zoo ver gebracht dat wij,
mogelijk, nog eenige nationaliteit
bezitten, maar in ieder geval geen
levenden nationalen dans, al flik
kert er dan in een afgelegen
hoekje wellicht hier en daar nog
een allerlaatste teeken van leven;
en de woordvoerder der Engelsche
Folk Dance Society", Mr.
Kennedy, raakte een pijnlijk onder
werp aan toen hij, naast de taal,
den dans een nationaal bezit
noemde, een uiting van volks
kracht, die men in Engeland ziet
herleven, juist op tijd om een
levende tegenkracht te vormen na alle verval
dat de industrieele, mechanische stedelijke be
schaving heeft veroorzaakt. Maar of het ooit
tot Nederlandsche ministrieele ooren zal door
dringen, wat elke welgeschapen minister van
een beschaafden negerstam indertijd wist: dat
dans en lichaamsoefening een hoofdvak in het
onderwijs moesten zijn, op gevaar van verlies van
volkskracht?
Hoe het zij: de Engelsehen lieten ons zien hoever
zij waren gekomen. Typische volksdansers waren
het niet, maar leden van de kern van het
genootschap,studenten,leeraren,die den Engetechen volks
dans, na Cecil Sharp's levenswerk van verzamelen
en pteekérién, zijn nieuwe kansen blijven geven,
waarvan het volk gebruik maakt.
De Folk Dance Society" verzekert, dat de
dansen zoo trouw mogelijk gegeven worden, zooals
de laatste oude dansers uit het volk ze nog be
waarden: dat zou dan wijzen op zeer
rijke schakeering van dansen en een veelal
zeer eenvoudig, rechtzinnigen, stevig
gebouwden vorm, die uit herhaling en
variatie van weinige passen in de country
dances een bekoorlijken, lichten en deco
ratieven rijkdom wist te winnen. Voor
sommigen mogen zij eentonig schijnen,
het moderne oog is nu eenmaal verwend
-met vele en veranderlijke prikkels,
maar die waardeering wijst hoogst
waarschijnlijk op een gemis om het een
voudige te kunnen genieten en pleizier te
beleven zonder dat er problemen of sen
saties aan te pas komen.
Met de vier eerste countrydances
Helston", Aply House", Oathering
Peascots" en New Castle" was zoowel
hun algemeen karakter als dat der dansers
reeds zichtbaar. Het dansen in dubbele
rij, in kringen die beurtelings de eene en
andere richting nemen en verlevendigd
worden met kleine rondedansen der
paren, buigingen, slingers die zich winden en
ontbinden en het spel van kruip door sluip
door, is de eene maal gelukkiger samengesteld
dan de andere, steeds vroolijk, soms verheugend
en een enkel maal van fijner gratie, maar altijd
prettig en pleizierig. Ingewikkelde danspassen
komen niet voor: het genoegen ligt in de vor
ming, herhaling en afwikkeling der figuren.
Wat de dansers betreft, hun lichtvoetigheid was
eerlijk, goed geschoold,* hartelijk en nimmer
haperend, en ook later zouden de voeten steeds
hun werk best verrichten, maar wat in den eersten
dans al bleek: bij deze dansen van passen en figu
ren leert het bovenlijf weinig deelneming en de
dansers brachten die er niet in. De
Russen dansen en geven zich met
geheel het lichaam en
raken verloren, de
Engelschen laten hun voe
ten dansen en blijven
toezien. Dat maakt de
gratie soms te stijf
en de diepere gratie van
een buiging is toch dat
het geheele lichaam
neigt, zich een oogenblik
onderwerpt en weer weg
danst dat maakt de
krachtiger bewegingen
soms niet gestuwd ge
noeg en de diepere
pracht van een wilden
dans is toch dat hij een
stuwkracht in het ge
heele lichaam open
baart, ze beheerscht of
zich er aan over geeft.
En de bekoorlijkheid
van het Engelsche
danlag dus in het midden: in de lichtvoetige eenvoud
en de frissche vaardigheid.
Een betere gymnastische scholing, eene die het
lichaam als geheel leert bewegen, totaal, bezield
en harmonisch, schijnt het eenige wat de Folk
Dance Society" voorloopig noodig heeft, want ze
toont hart en werklust genoeg.
Van de countrydansen kreeg men nog Confess",
Argeers';, Jenny Pluck Pears", Old Mole",
Running Set", Triumph", Parsons Farewell"
Nonesuch", van de Morris Flowers of
Edinborough", Trunkles", Old Black Joe", Hunt the
Squirrel", een Morris-jig" en Leap Frog".
De Morris toont onmiddellijk zijn anderen aard
en grooten ouderdom, voor-Christelijk zoo men wil,
maar in den hier gedansten vorm toch weer ont
daan van alle bijfiguren, nar, spotkoning,
hobbyhorse e.d. die er tijdelijk aangegroeid waren en
ceremonieele resten kunnen vertegenwoordigen.
Country-dance
frippt uloa iSrou. i
? fr»pv* uhm «olth-;.
fopjwnlonuukh*
«?«'""
diolt
fc(Uk .Epootte fa". ootufuqu«pl«k[r«ppi uUnlsqi
«IlüpSfe t fKdl KBnfU & cldance, Maat k Jrlppi uk
ireit, te iaiHtut lulmi W,juulKnt 1*5 Jeux pkds>5£ «n rot
.«e intont, ffcl Ie d.l ftjpIK wl? Jro.t Or fi v«i< tósidt.i
: Hen. iyn* ht pi*l5 mina», fc wppE taló dtoU iuyt. tvoitctii
"ïa.ue «ft iii Jt rouiitqiK* J
De Folk Dance Society" geeft ze voor zes mannen
de vorm waarin ze nog gevonden werd, op het
nippertje, voor ze verloren ging met
schellebellen aan de voeten, hoeden met linten (hier niet
gebruikt) en wuivende zakdoeken. In sommige
wijst dan een stok instee van een doek op oude
banden met de sword-dances. Het oude dans
schema dat Thoinot Arbeau in 1589 opschreef,
is nog wel zichtbaar als grondslag, beurtelings
stampen de hakken, terwijl de voetspits op den
grond blijft en een gelijke beweging van beide
hakken sluit dit telkens af. De ouderdom blijkt
in den gedansten vorm, die geen zier ceremonieels
meer heeft, behalve uit deze stamp-passen uit
allerlei beweging en
passen die het ballet
er later van overnam:
de rond-de-jambes, de
wisse Ipasjes in ver
schillende posities,
derde en vierde voor
al, dansversieringen
die wel ongeveer zoo
oud als de dans zijn.
Typisch van deze
dansen evenals de
anderen danken zij
hun naam aan de wij
sjes schijnt ook het
plotselinge vertragen
en versnellen van het
tempo, een prachtig
middel tot aanvuren,
een magisch middel
bij eentonige melodie.
Deze Morris-dansen
waren wel het sterkste
bezit van de groep,
hun zwaarddansen,
waar meer elementaire'kracht in schuilt, maakten
die weinig zichtbaar. Men zag de langzaam stijgende
vurigheid der figuren vooral als toenemende moei
lijkheid die wel steeds goed overwonnen werd maar
geen plaats liet voor veel uitdrukking, men zag den
climax en daarmede den ouderdom van den dans,
als aan het slot, tusschen de zes ineengevlochten
zwaarden, het menschenoffer valt. Het Zweedsche
ballet maakte enkele jaren geleden uit deze
motieven een ballet Offerlunden" dat al evenmin
elementair genoeg was;' de dansers dansen nu
eenmaal zelden, in dezen tijd, met de elementen als
angstige of bevriende krachten in hun bloed.
Met dat al bewees deze groep op heldere en
vriendelijke wijze dat de Engelsche volksdans
bloeit en misschien was het niet vriendelijk die
bloesems zoo snel te tellen, te rangschikken en te
beoordeelen, omdat het zoo aangenaam leven in
hun midden was. Maar de Folk-Dance-Society
heeft wel degelijk een oog op de toekomst
en hoop op geboorte van nieuwe
groepsdansen.
Ze heeft, behalve deze eerste ronde
dansen, nog twee zeer oude en nuttige
dingen laten zien. Ze danste, tenminste
in Amsterdam, te midden der toeschou
wers en dus op haar geboortegrond en
de plaats van haar toekomst. Ze liet, even
maar volkomen overtuigend, het oude
dansinstrument van den Morris hooren
tabor and pipes", driegaatsfluit en
trommel, een natuurlijke, dwingende
en verrukkelijke dansmuziek waarbij de
piano een .zwart meubel is, en die, in soort
van instrumenten, in physiek aangrijpende
muziek, alweer den ouden geboortegrond
toont, en de blauwe verten van de toe
komst, die ook hier niet zooveel verschil
len van die van het verleden, al zal men
er mogelijk wat anders in dansen.
De eerste notitie der ,Morisque' in Thoinot Arbeau's Orchesographie" 1589
J. W. F. WERUMEUS BUNING