De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 27 september pagina 9

27 september 1924 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Morris-dancc De lock" als einde der Sword-dance Tabor and piper Country-dance KRONIEK VAN DEN DANS Mr. Kennedy als leider (Teekeningen voor de Amsterdammer" door Henri Pieck) XI Engelsche volksdansen. De Russische volksdansen leerde men reeds eerder kennen bij het ballet en enkele andere dansgroepen, de Engelsche sinds enkele dagen door een groep van de Folk-Dance-Society", en de Nederlandsche kent men blijkbaar beter buiten ons land, waar af en toe een dame in een cabaret haar zwarte sombrero en roode sjaal verwisselt met een wit boerenkapje, een jurk en een stel klompen, vooral een stel klompen, en, na Spanje, ook Nederland doet leven in den reidans der natieën, wat wel vriendelijk van haar, maar niet gelukkig voor ons is. Want wij hebben het nu een maal zoo ver gebracht dat wij, mogelijk, nog eenige nationaliteit bezitten, maar in ieder geval geen levenden nationalen dans, al flik kert er dan in een afgelegen hoekje wellicht hier en daar nog een allerlaatste teeken van leven; en de woordvoerder der Engelsche Folk Dance Society", Mr. Kennedy, raakte een pijnlijk onder werp aan toen hij, naast de taal, den dans een nationaal bezit noemde, een uiting van volks kracht, die men in Engeland ziet herleven, juist op tijd om een levende tegenkracht te vormen na alle verval dat de industrieele, mechanische stedelijke be schaving heeft veroorzaakt. Maar of het ooit tot Nederlandsche ministrieele ooren zal door dringen, wat elke welgeschapen minister van een beschaafden negerstam indertijd wist: dat dans en lichaamsoefening een hoofdvak in het onderwijs moesten zijn, op gevaar van verlies van volkskracht? Hoe het zij: de Engelsehen lieten ons zien hoever zij waren gekomen. Typische volksdansers waren het niet, maar leden van de kern van het genootschap,studenten,leeraren,die den Engetechen volks dans, na Cecil Sharp's levenswerk van verzamelen en pteekérién, zijn nieuwe kansen blijven geven, waarvan het volk gebruik maakt. De Folk Dance Society" verzekert, dat de dansen zoo trouw mogelijk gegeven worden, zooals de laatste oude dansers uit het volk ze nog be waarden: dat zou dan wijzen op zeer rijke schakeering van dansen en een veelal zeer eenvoudig, rechtzinnigen, stevig gebouwden vorm, die uit herhaling en variatie van weinige passen in de country dances een bekoorlijken, lichten en deco ratieven rijkdom wist te winnen. Voor sommigen mogen zij eentonig schijnen, het moderne oog is nu eenmaal verwend -met vele en veranderlijke prikkels, maar die waardeering wijst hoogst waarschijnlijk op een gemis om het een voudige te kunnen genieten en pleizier te beleven zonder dat er problemen of sen saties aan te pas komen. Met de vier eerste countrydances Helston", Aply House", Oathering Peascots" en New Castle" was zoowel hun algemeen karakter als dat der dansers reeds zichtbaar. Het dansen in dubbele rij, in kringen die beurtelings de eene en andere richting nemen en verlevendigd worden met kleine rondedansen der paren, buigingen, slingers die zich winden en ontbinden en het spel van kruip door sluip door, is de eene maal gelukkiger samengesteld dan de andere, steeds vroolijk, soms verheugend en een enkel maal van fijner gratie, maar altijd prettig en pleizierig. Ingewikkelde danspassen komen niet voor: het genoegen ligt in de vor ming, herhaling en afwikkeling der figuren. Wat de dansers betreft, hun lichtvoetigheid was eerlijk, goed geschoold,* hartelijk en nimmer haperend, en ook later zouden de voeten steeds hun werk best verrichten, maar wat in den eersten dans al bleek: bij deze dansen van passen en figu ren leert het bovenlijf weinig deelneming en de dansers brachten die er niet in. De Russen dansen en geven zich met geheel het lichaam en raken verloren, de Engelschen laten hun voe ten dansen en blijven toezien. Dat maakt de gratie soms te stijf en de diepere gratie van een buiging is toch dat het geheele lichaam neigt, zich een oogenblik onderwerpt en weer weg danst dat maakt de krachtiger bewegingen soms niet gestuwd ge noeg en de diepere pracht van een wilden dans is toch dat hij een stuwkracht in het ge heele lichaam open baart, ze beheerscht of zich er aan over geeft. En de bekoorlijkheid van het Engelsche danlag dus in het midden: in de lichtvoetige eenvoud en de frissche vaardigheid. Een betere gymnastische scholing, eene die het lichaam als geheel leert bewegen, totaal, bezield en harmonisch, schijnt het eenige wat de Folk Dance Society" voorloopig noodig heeft, want ze toont hart en werklust genoeg. Van de countrydansen kreeg men nog Confess", Argeers';, Jenny Pluck Pears", Old Mole", Running Set", Triumph", Parsons Farewell" Nonesuch", van de Morris Flowers of Edinborough", Trunkles", Old Black Joe", Hunt the Squirrel", een Morris-jig" en Leap Frog". De Morris toont onmiddellijk zijn anderen aard en grooten ouderdom, voor-Christelijk zoo men wil, maar in den hier gedansten vorm toch weer ont daan van alle bijfiguren, nar, spotkoning, hobbyhorse e.d. die er tijdelijk aangegroeid waren en ceremonieele resten kunnen vertegenwoordigen. Country-dance frippt uloa iSrou. i ? fr»pv* uhm «olth-;. fopjwnlonuukh* «?«'"" diolt fc(Uk .Epootte fa". ootufuqu«pl«k[r«ppi uUnlsqi «IlüpSfe t fKdl KBnfU & cldance, Maat k Jrlppi uk ireit, te iaiHtut lulmi W,juulKnt 1*5 Jeux pkds>5£ «n rot .«e intont, ffcl Ie d.l ftjpIK wl? Jro.t Or fi v«i< tósidt.i : Hen. iyn* ht pi*l5 mina», fc wppE taló dtoU iuyt. tvoitctii "ïa.ue «ft iii Jt rouiitqiK* J De Folk Dance Society" geeft ze voor zes mannen de vorm waarin ze nog gevonden werd, op het nippertje, voor ze verloren ging met schellebellen aan de voeten, hoeden met linten (hier niet gebruikt) en wuivende zakdoeken. In sommige wijst dan een stok instee van een doek op oude banden met de sword-dances. Het oude dans schema dat Thoinot Arbeau in 1589 opschreef, is nog wel zichtbaar als grondslag, beurtelings stampen de hakken, terwijl de voetspits op den grond blijft en een gelijke beweging van beide hakken sluit dit telkens af. De ouderdom blijkt in den gedansten vorm, die geen zier ceremonieels meer heeft, behalve uit deze stamp-passen uit allerlei beweging en passen die het ballet er later van overnam: de rond-de-jambes, de wisse Ipasjes in ver schillende posities, derde en vierde voor al, dansversieringen die wel ongeveer zoo oud als de dans zijn. Typisch van deze dansen evenals de anderen danken zij hun naam aan de wij sjes schijnt ook het plotselinge vertragen en versnellen van het tempo, een prachtig middel tot aanvuren, een magisch middel bij eentonige melodie. Deze Morris-dansen waren wel het sterkste bezit van de groep, hun zwaarddansen, waar meer elementaire'kracht in schuilt, maakten die weinig zichtbaar. Men zag de langzaam stijgende vurigheid der figuren vooral als toenemende moei lijkheid die wel steeds goed overwonnen werd maar geen plaats liet voor veel uitdrukking, men zag den climax en daarmede den ouderdom van den dans, als aan het slot, tusschen de zes ineengevlochten zwaarden, het menschenoffer valt. Het Zweedsche ballet maakte enkele jaren geleden uit deze motieven een ballet Offerlunden" dat al evenmin elementair genoeg was;' de dansers dansen nu eenmaal zelden, in dezen tijd, met de elementen als angstige of bevriende krachten in hun bloed. Met dat al bewees deze groep op heldere en vriendelijke wijze dat de Engelsche volksdans bloeit en misschien was het niet vriendelijk die bloesems zoo snel te tellen, te rangschikken en te beoordeelen, omdat het zoo aangenaam leven in hun midden was. Maar de Folk-Dance-Society heeft wel degelijk een oog op de toekomst en hoop op geboorte van nieuwe groepsdansen. Ze heeft, behalve deze eerste ronde dansen, nog twee zeer oude en nuttige dingen laten zien. Ze danste, tenminste in Amsterdam, te midden der toeschou wers en dus op haar geboortegrond en de plaats van haar toekomst. Ze liet, even maar volkomen overtuigend, het oude dansinstrument van den Morris hooren tabor and pipes", driegaatsfluit en trommel, een natuurlijke, dwingende en verrukkelijke dansmuziek waarbij de piano een .zwart meubel is, en die, in soort van instrumenten, in physiek aangrijpende muziek, alweer den ouden geboortegrond toont, en de blauwe verten van de toe komst, die ook hier niet zooveel verschil len van die van het verleden, al zal men er mogelijk wat anders in dansen. De eerste notitie der ,Morisque' in Thoinot Arbeau's Orchesographie" 1589 J. W. F. WERUMEUS BUNING

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl