De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 4 oktober pagina 17

4 oktober 1924 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

2460 f)ÊAMSfERÖAMMÈfc, lYÈEkBLAÓ VOOfc K. V. HET NEDERLANDSCH TOONEFL. Grand Guignol-avond. Het geluk, door Pierre Veber; Het huis van de duisternis, door Charles Hellèm en Paul d'Estoc: De. vrouw van brons en de man van kristal, "door Henri Duvernois. Royaards en retraite".... Wachtend op den schouwburg, die voor hem gebouwd zal worden en de bekroning belooft te zijn van een lang vol dongen meesterschap, kan hij in dezen tusschentijd eens uitrusten en herademen. Want al is de rust van een kunstenaar, die zich eische'n stelt, om-het-even welke stof zijn aandacht voor dat oogenblik geldt, betrekkelijk, de verplichting tot het buitengewone",' dat wil zeggen tot het in beeld brengen van het schoonste wat de drama tische letterkunde 'aan het tooneel biedt, was, gegeven de omstandigheden, waaronder dit moest worden bewerkstelligd, een hoogdruk, welke den kunstenaar, voor wien het grijpen naar dit hoogste gewetenszaak is, op den duur een te zwaren last oplegde. Een last, die buitendien het zwaartepunt der opdracht hoe langer hoe meer verplaatste, en des kunstenaars eeuwigen strijd: zijn best bezit, de liefde voor het werk onder zijn handen, niet prijs te geven aan de velerlei belangen welke het schouwburgbedrijf aanvreten, onnoodig op de spits dreef. Alleen een eigen werk- enschouwplaats, waar de geest heerscht en de gereedschappen naar de hand staan, kon dit probleem oplossen, en met de exploitatie van dit gebouw op gezonden grondslag, zal, naar wij mogen hopen en verwach ten, het evenwicht hersteld zijn en een cultureele arbeid van hooge waarde in de beste banen geleid. Tot dien dag zullen wij het repertoire van het Nederlandsch Tooneel in den Hollandschen Schouwburg vermoedelijk hebben te beschouwen als een min of meer opzettelijk buiten den heirweg van dit idealisme gehouden tusschen-spel, genrewerk, zooals op dezen eersten Grand-Guignolavond, dat, al is het niet gemakkelijk te maken, noch te spelen, geen andere erkenning vraagt dan die onzer zenuwen, hors concours." Le Grand Guignol" waarvan de vertaling zou kunnen luiden: '?Het groote Lodderoog", een naam, kenschetsend voor de atmosfeer welke aan dit liefderijk belonken zijn beste kans belooft, omvat n groote verscheidenheid van kleine, pregnante drama's van zeer verschillenden aard en gehalte. Ze laten zich in drie groepen indeelen: de eenvoudigste, die op moord en inbraak steunt (?La main" kennen we hier o.a.); de pathologische, die ons bij voorkeur met gebrekkigen en krank zinnigen in aanraking brengt; en de overwegend erotische, die het zekerst werkt", en in zijn ? nijpendsten vorm- tot sadisme der verbeelding voert. Sedert Dante, zijn tal van groote schrijvers en niet minder groote schilders, zie de middel eeuwen zich aan het genre te buiten gegaan, hebben o.a Hoffman en Poe bewezen wat er met de zinnelijke fantasiën van den geest te bereiken valt, wanneer machtige kunstenaars deze, in de ruimte der onwaarschijnlijkheid zwevende stof tot. realiteit kneden. En ook onder de schrijvers van onzen, in de bloeiperiode van het naturalisme wortelende tijd, zijn er en van de besten die getoond hebben ook den gruwel" in de litte ratuur aan te kunnen. In ons land was Ary Prins er een van den eersten rang. Op meer beperkt terreirf: A H. van der Feen, de voortreffelijke schrijver van Een gunst". Vindt het genre bijval, dan zouden wellicht nog andere auteurs, Mr. van Schevichaven en Herman Middendorp, die met twee pennen" schrijven, en Karel Wasch, die stalen zenuwen heeft, ons tooneel met dergelijke suggesties" kunnen verblijden, welke voor de Fransche voorbeelden niet onder behoeven te doen. Ik denk evenwel niet, dat het Royaards er om te doen zal zijn onze letterkundigen in deze rich ting aan te moedigen, meer om het publiek, dat over dit, sedert jaren te Parijs ingeburgerd thea ter" hoort spreken, zonder al te veel ethische overwegingen eens een denkbeeld te geven van wat in zulke zaaltjes in de Rue Chaptal, op den Boulevard Clichy etc. ten behoeve van het sensatie zoekend menschdom wordt vertoond. Het is een bezienswaardigheid als het Musée Wiertz in Brussel, de Qevangenpoort in den Haag, enz. Hij heeft daarbij den middenweg bewandeld en een keuze gedaan, noch uit de, ten gevolge van toet veelbemind detectivisme" der laatste jaren vergieten verschrikkingen van het pistool op de borst, noch uit de perversiteit der prikkeldramatiek, maar uit de donkere schuilhoeken der misdeelden en defecten, uit het gesticht", waarvan ons soms, als de zon schijnt en de vogels zingen, een kiert j e opengaat, en een herinnering doorlaat als een kille klauw, waaraan we ons zoo gauw mo gelijk ontworstelen. Het huis van de duisternis" zou een fragment uit Strindberg's Droomspel" kunnen zijn, doch zonder het verheven verband, waarin wij op den achtergrond der vreeselijke feiten den schepper van het spel de gebalde vuist zien heffen naar den Schepper van het heelal. Het blijft hier exposé. Het drama speelt zich af in een inrichting waar blinden, doofstommen en andere gebrekkigen gezamenlijk arbeid verrichten, en culmineert in het toevalig samentreffen in de verlaten directeurs kamer van een doofstommen nieuweling met de blinden van het huis, welke-hem voor een dief houden en den stakker, die zich niet verstaanbaar kan maken, met in letterlijken zin blinden harts tocht najagen, tot de meest verbitterde, op wraak tegen het geheele leven woedend-beluste belhamel hem zijn mes in de oogen steekt Men moest den korten inhoud van zulk een gemengd bericht, dat niet meer bevat dan dezen inhoud, eigenlijk niet te voren bekend maken, onze mede-opge jaagde, met hst slachtoffer door- de kamer flad derende verbeelding vindt dan te vroeg een rustpunt, en de gedachten winnen tijd het maakwerk te doorzien. Het dramaatje, dat als proeve van sterke, ten engste om de fatale handeling geconcentreerde plastiek, belangwekkend was, werd gespeeld als een hallucinatie. Royaards, de directeur der In richting, die deze rol, ook in zijn uiterlijke ver schijning, geheel als abstractie opvatte een zonderling paedagoog, welke, zooals een natuurvorscher zich voor dévariëteiten in de planten wereld interesseert, een verzameling gebrekkigen heeft aangelegd en nu bezield schijnt van een idee": hoe door co-educatie van twee halve" een heel', in de maatschappij nog bruikbaar mensch te maken gaf die droomstemming aan, waarin de contouren werden verzacht en de bloe derige daad op een afstand werd geplaatst. Hoewel voor mij het Grand Guignol-drama een hulde is aan het realisme en anders niet, en de momenteele waar-making der onwaarschijnlijkheid dus eerste eisch, geloof ik toch niet, dat het hier mogelijk zou zijn geweest ons, zij het voor een oogenblik, te doen gelooven" in een aldus bestuurd instituut, en was het in dit geval wellicht de eenige oplossing: in den persoon van den Directeur het bewijs te vinden voor het ongelooflijk gebrek aan orde en toezicht, en de wreede scène te heffen op het dichterlijk plan der droomverbijstering. In deze opvatting was de opzet, waarbij Saalborn zich als blinde oppasser onderscheidde, ont roerend, het vizioen van wat op dit ondermaansche geleden kan worden, als tooneelgroep, machtig. Aan dit pièce de résistance van den avond ging vooraf een allerliefst stukje van Pierre Veber Het geluk", uit de goede school van Courteline en Jules Renard, dat het op huivering uitgetogen publiek onmiddellijk geestdriftig stemde voor de moraal. Behalve deze levensles Le bonheur n'est que de la souffrance acceptée" en zit voor het overige maar in een klein hoekje geeft het echter ook een overtuigend beeld van den kleinen burgerstand in Frankrijk (een rang beneden dien van De glimlachende mevrouw Beudet") en veel fijne ironie, welke ook in de vertooning, in fijnheid, sterk bleek. Toerniaire was de goedmoedige mopperaar, Magda Janssens, de vrouw, die zoo nu en dan eens uit moet huilen, Royaards gaf, in milde atmosfeer, de lastige rol van den berooiden neef van over-zee, die het echtpaar, in plaats der verwachte banknoten, het geluk" brengt, in den vorm van een ruimer en menschelijker levens beschouwing dan deze kleine ambtenaren zich in de nuchterheid van hun bestaan hadden eigen gemaakt. De omkeer is een beetje plotseling en we zouden voor zijn duurzaamheid niet in durven staan, maar deze vraag, die de schrijver open liet, werd door het gevoelig spel der drie rond de gedekte tafel onschadelijk gemaakt. Tot slot De vrouw van brons en de man van kristal", van den aardigen schrijver van Alleen", dat vooral om de vondst bekoorde. De schilder Sourcier, geen anderen uitweg voor zijn afmattend en weinig loonend huwelijksleven ontdekkend, nestelt zich als lichtelijk waanzinnige in een priv inrichting en bezingt den lof van dit wei-ingericht pension', dat op zijn leeftijd alle zegeningen van de eenzaamheid meebrengt.... Tot zijn liefhebbende echtgenoote, die bovendien met de dienstboden sukkelt, op denzelfden inval komt, zijn voorbeeld volgt, en de kamer naast de zijne betrekt. Dan is zijn hemelrijk uit. Noemde hij zich, om zijn fragiel geluk door fijne simulatie te be stendigen: van houtwol" of van kristal", zij staat daar als de vrouw van brons", als het FONBERS-BIJWIELEN De naam op een rijwiel Is een waarborg voor KWALITEIT Mod. H.H. in ultr. 4 F. 110. In ultr. l F. 97. FILIUEI El AfEITSGIUPPEI II AUE PLUTSfl IEVESTKD vrijheidsbeeld, onwrikbaar; en de geneesheer-ge rant acht voor zijn portemonnaie de eene al even onherstelbaar" als den ander. Tusschen deze terecht grotesk gespeelde figuren, genoten wij van Kreeft in de rol van den gelukzaligen schilder. Hij was Waarlijk zacht als boomwol en fijn als kristal, en met zoo iets menschelijks in zijn blik, dat men in hem onvoorwaardelijk geloofde, als in een dier onnoozelen", welke wijzer zijn dan wij. De Hollandsche schouwburg was voor dezen eersten Grand Guignol-avond uitverkocht. Waren het de teerhartigen, die uit vrees voor den aanblik der guillotine Danton's dood" de erkenning onthielden, waarop het werk recht had? TOP NAEFF PARKSTRAAT 10 Bezoekt onze nieuwe MODELKAMERS ? timing franco door gihiel Nederland ? HETBOEK VANDEWEEK DIOOMKONINKJE DOOR HERMAN HEIJERMANS MET BANDTEEKENING EN 66 ILLUSTRATIES VAN GEORGE VAN RAEMDONCK Ing. f3.75 - Geb. f4.50 Ultgivi m m HOLKEM i MIEIDOIF.A'dni

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl