De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 4 oktober pagina 20

4 oktober 1924 – pagina 20

Dit is een ingescande tekst.

20 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2468 UIT DEN GEMEENTERAAD (met teekeningen voor de Amsterdammer" door Bernard van Vlijmen) De stoel, waarop Carry Pothuis jaren lang zetelde als een viooltje in een bad van roode gera niums, is niet lang onbezet gebleven. De meubel makersgezel van Woudenberg ging er heden op zitten en hij blijkt een aanwist voor het gezelschap. Hij bekeek met afkeurende blikken de schilderijlijsten, klopte op het tafeltje, waar hij zijn beenen onder steekt en, voor de bode hem had kunnen waarschuwen, had hij het hoofd van dokter Vos te pakken en meende dat het een slecht gesneden console was. Waarop hij, toen hij zijn vergissing bemerkte, den wethouderlijken zetel nam en er een ijzeren kruis onder sloeg ter beveiliging. Onderwijl was Daaf Wijnkoop, gebruind en van zessen klaar, ter Raadzaal verschenen en begon onmiddellijk met eenige malen het woord te vragen naar aanleiding van allerlei voordrachten waarbij aan het gemengde gezelschap: Commissie tot het Beheer over de Kerk gebouwen, Goederen, Fondsen en Inkomsten der Nederduitsch Hervormde Gemeente, Het Parochiaal Kerkbestuur van Onze Lieve Vrouw van Altijddurenden Bijstand, De Schoolvereeniging Willemspark, Vereeniging voor Voorbereidend, Lager? en M.U.L.O. op Gereformeerden grondslag en de Vereeniging voor Gereformeerde scholen", terreinen of gelden voor leermiddelen worden ver kocht of overgedragen of toegestaan, waaruit blijkt dat, ate met deze snelheid van schoolbouw wordt doorgegaan, er in dit gezegend land in 1930 meer scholen dan schoolkinderen zullen zijn en de schoolwijsheid bij onze jeugd zich zoo enorm zal ontwikkelen dat de kinderen voor de samenleving onbruikbaar zijn, tenzij de Neder-Duitsch-Hervormde jongens die van den Altijd-Durenden Bijstand en die van den Willemsparkweg die op den Gereformeerden Grondslag zoodanig de koppen met stokken en steenen bewerken, dat de hersenen voor verdere schoolwijsheid onvatbaar zijn. Dit is misschien onze eenige redding. en wilde met alle geweld uit Polak's mond de ver klaring hebben dat de wethouder zich er tegen schrap zou zetten, maar de sociaal-democratische onderwijs-specialist schudde lieftallig het hoofd en beriep zich op de wet, die hij, als braaf revolution* nair, gehouden is te houden. De heele fractie was spoedig in het vuur en het knetterde interrupties en verklaringen als pelotonvuur tegen den muur van het Kremlin. Zij eischte een volledige reorganisatie. van de Ver eeniging voor Huisverzorging", welke volgens den charmanten Doornbusch alles te wenschen over laat en waarbij dames met een hooge borst en een hoogen toon hij had het hier blijkbaar over de laatste Parijsche modevoorschriften de baas spelen. Wethouder dokter Vos zag in uitsluitend gemeentelijke bemoeiing met de huisverzorging niets dan financieele ellende en sprak van honderd duizenden, die er mede gemoeid zullen zijn. welk bedrag de communisten, die vandaag niet erg helder schenen, vergaten aan te voeren als een nieuw bewijs hoeveel er thans bij de tegen woordige regeling dus niet gedaan kan worden. En verder zwegen zij want thans kwamen eenige zakelijke dingen aan de orde als die van het ver bouwen van het oude tramgebouw op den hoek van Stadhouderskade en Overtoom tot een onder dak van den gevierendeelden Woningdienst, die over de geheele stad verspreid is. Het kost eenige baga tellen en er kan op een verloren hoek en met gebruikmaking van de belendende leegstaande diamantslijperij, een zeer fatsoenlijk gebouw komen op dit drukke punt, maar zoowel de heer Gulden als de heer Peters wilden op den beganen grond geen kantoren, doch iets, levendigers en Gulden, die verschrikkelijk materialist is, sprak van een soort restaurant, dat het midden houdt sputterde geweldig tegen deze geldver mor sing tusschen Trianon" en de Volksgaarkeuken, een inrichting waar de Miranda gemeentelijke menu's zou leveren van gemeentelijke groenten, aardap pelen en vleesch en een gemeentelijk toetje van gemeentelijk meel. Rodriguez glimlachte bij het vooruitzicht en dacht aan zijn meelmanoeuvres, waarmee hij alvast de matzen-cKadel ingenomen heeft. Er ontstond een langdurig, ietwat zanikerig debat, dat zich tenslotte zelf smoorde, zoodat B. en W. de voordracht maar terugnamen om na te gaan of er nog wat anders van terecht te brengen is, nadat Ferdinand, de Eenvoudige Boekdrukker, als lid van de minderheid, bij afwezigheid van wethouder-ter Haar, het standpunt der meerder heid met zooveel vuur verdedigde, dat hij zelf niet meer wist of hij 'meer- of minderheid was, wat er trouwens bij hem niet zoozeer op aan komt, gezien de vastheid zijner overtuiging in vele zaken van eminent gewicht en zijn gemak in. het vinden dec gepaste argumenten. '' Het slot van den middag^ die van een buitengewone taaiheid was, scheen een oogenblik geladen te zullen worden met bliksem.,en dpnder. Er bestaat ergens een commis sie artikel 3t, die zelfstandig beslissingen neemt Over klachten van bouwers, die ergens bpüwen willen waar B. en W. ze niet willen toelaten en aangezien B. en W. den euvelen moed hïddea-het, voor dezen eenen keer, niet eens te zijn met de Artikel-37'ers, rommelde het naar aanleidingvan een klacht van een bouwer, die ergens aan den Sloterdijkerweg een straat wilde stichten. Gulden zette het hoog in en Spier dronk des soeiaal-demo craten woord met wellust, terwijl dr. Abrahams, in den toon dien wij van hem kennen als hij pooten van wethouderszetels gaat afzagen, het debat voortzette, waarbij hij smadelijk sprak van bureaucratie, formalisme en formeelerigheid en te keer ging tegen een ambtenaar, die een stuk Godheidje schijnt te zijn en decreteert hoe het zijn zal en daarmee uit. De wethouder scheen een oogenblik met het geval verlegen. Hij miste in den beginne zijn geo liedheid en het scheen dat hij tusschen zijn almachtigen ambtenaar en de Artikel-SÏ'ers door wilde zeilen, gelijk een goed en verstandig wet houder betaamt en hij begon een zin over,,bouwers", die hij driemaal opnieuw begon en heel anders eindigde dan zijn plan was, doch waarvan de strekking scheen te zijn dat bouwers, nou ja, . , bouwers zijn wat de bouwers Spier en Peters vurige blikken deed uitstralen en den ex-bouwer de Vlugt naar den wethouder deed opkijken, wat Schoenmakers, de burgemeestertijke bode, die juist S EENtiCe U. ^\? tiooe VrtO'Oftich^c^Te.R- ?* zwaar over al de gedebiteerde geleerdheid had zitten peinzen, zoo deed schrikken, dat hij dacht dat het woord aan hem was en hij wilde juist beginnen met de nieuwste stadhuismop te debiteer.en toen hij zijn vergissing merkte. Het was jammer want het zou het eenige ver heffende moment van dezen saaien middag zijn geweest. BAR B A" R o s s A MEEREN-SCHOEISEL BERNARD ELIAS. 51 LE1DSCHESTRAAT A'DAtt

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl