Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2468
Redding van de opvarenden van de Renown
HET HONDERDJARIG FEEST
DER REDDINGMAATSCHAPPIJ
HET DORUS-RlJKERSFONDS"
In 1769 hadden de rampen, die op onze kust
voorvielen, reeds de volle aandacht van de Staten
van Holland.
Zeer waarschijnlijk waren toenmaals alleen
Scheveningen, Katwijk en Callantsoog in het
gelukkig bezit van een reddingboot, als men die
vaartuigen tenminste zoo mocht noemen; en in eene
Resolutie vindt men de wenschelijkheid uitge
sproken tot uitbreiding van het reddingsmateriaal.
Ook was het blijkbaar nog noodig paal en perk
te stellen aan eigenaardige opvattingen van de
toenmalige strandbewoners, omdat er ook op aan
gedrongen wordt in ieder zeedorp twee eerlijke en
nuchtere" personen aan te stellen, die er behoorlijk
voor moesten waken, dat in nood verkeerende
schepen niet geplunderd werden. Blijkbaar waren
de toestanden bij ons al even droevig als von
Kotzebue ze voor zijn land schetste.
Er werd dan ook op gewezen, dat in de eerste
plaats de opvarenden dienden gered te worden.
' Het goede werk van de reeds in 1767 opgerichte
Maatschappij tot redding van Drenkelingen be
paalde zich meer tot het in het leven terugbrengen
van schijndooden en bracht al spoedig verbetering
in de min of meer barbaarsche gebruiken, die
op dat gebied bestonden, zooals wij in het bekende
gebouw aan het Rokin kunnen zien. Maar van de
uitbreiding, die in de Resolutie zoo wenschelijk
werd geacht, kon men 50 jaar later nog niet veel
bemerken. Alleen blijkt dat de strandbewoners
zich verbeteren. Zij toch voelen zich niet alleen
meer aangetrokken tot daden van
menschelijkheid, maar verrichten die daden zelfs met een
ware doodsverachting.
Dit wordt duidelijk aangetoond door een ramp,
die aanleiding is geweest tot het oprichten van de
Maatschappijen, die in November haar honderd
jarig feest zullen vieren.
Den Hen October 1824 strandde bij Huisduinen
het Nederlandsen fregat de Vreede, kapitein de
Boer, komende van Nerva. Niettegenstaande
moeielijke omstandigheden gingen de strandbe
woners er op uit, maar op den tweeden tocht naar
het wrak sloeg de boot in de hevige branding om
en van redders en geredden bleef met groote moeite
slechts n man gespaard.
Aan de verbetering van reddingsmateriaal was
dus nog niet veel zorg besteed en al neemt men
daarbij in aanmerking, dat in den tegenwoordigen
tijd sneller geleefd wordt dan toen, wij mogen
aannemen dat ook in die dagen de ramp aanleiding
gaf tot dezelfde gevolgtrekking.
In het Gedenkboek van het 75-jarig bestaan der
Zuid-Holl. Maatschappij tot Redding van Drenke
lingen leest men immers, dat de ramp een rilling
door het gansche land deed varen en gelijktijdig
in Noord en Zuid de drang ontwaakte om uitvoe
ring te geven aan de reeds sedert eenigen.tijd
sluimerende plannen om het reddingswerk op onze
kusten te organiseeren en voor het aanschaffen
en onderhouden van doelmatige reddingsmiddelen
te zorgen.
Willem van Houten in Rotterdam en Barend
Spreekens in Amsterdam gaven den stoot en hun
beroep op offervaardigheid en medewerking vond
een gewillig oor, zoodat den 11 en November 1824
de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmaat
schappij te Amsterdam en den 20en November
1824 de Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Red
ding van Schipbreukelingen te Rotterdam kon
worden opgericht.
De taak, die de menschlievende ondernemers zich
hadden opgelegd was niet zoo eenvoudig als menig
een zich wellicht zal voorstellen. Uitbreiding van
reddingsmateriaal kost geld en waar men van de
liefdadigheid afhankelijk was, bracht dit de
bekende zwarigheden mee, om niet te spreken van
de technische moeilijkheden, die zich voordeden
bij het uitdenken van steeds doelmatiger reddings
materiaal. Maar de werkzaamheden bepaalden
HET adres voor prima
PARKETVLOEREN
tegen sterk concurreerende prijzen is
FRËD. MEIJER, Amsterdam
v. Baerlestraat 160 - Tel 25615 - Bev. 1908
zich daar niet bij. Men vestigde zeer terecht zijn
aandacht er op om de rampen te voorkomen en
trachtte dit te bereiken door betere kustverlichting
n andere hulp bij de navigatie en een seinstelsel
tusschen de schipbreukelingen en strandbewoners,
wanneer een schip was vastgeloopen.
Het kwam immers voor, in 1849 b.v., dat de
bemanning van een gestrande Noorsche brik in
haren angst met eigen hulpmiddelen het schip
verliet en jammerlijk verdronk, terwijl twee uur
later de reddingboot ter plaatse kwam en de
menschen met betrekkelijk weinig moeite gered
hadden kunnen worden. Had men met behulp
van seinen den menschen kenbaar kunnen maken,
dat de reddingboot in aantocht was, dan waren
vermoedelijk allen behouden gebleven. Meer van
deze voorbeelden zijn aan te halen, maar zouden
te veel van de ruimte vorderen en belangstellenden
zullen ongetwijfeld in het dezer dagen verschij
nende Gedenkboek van al die bijzonderheden kennis
kunnen nemen.
Poging tot'reddinglte Huisduinen in 1824
Dorus Rijkers
Vast staat, dat de leiders met voldoening op hun
werk en dat van hunne voorgangers kunnen terug
zien. Neemt men in aanmerking, dat alles met
behulp van giften en gaven tot stand moet worden
gebracht, dan verdienen de arbeid en het overleg
nog grooter bewondering en waardeering en leveren
zij een schoon bewijs van het nuttig effect van
particulier initiatief.
Is het wel noodig te wijzen op het mooie werk,
dat de andere leden van deze nuttige instellingen
volbrengen? De andere leden, wel eens aangeduid
met den naam van mannen van de daad".
Waarschijnlijk niet. Zelfs bij leeken staat het
vast hoe gevaarvol het reddingswerk is dat door
deze mannen verricht wordt.
En het moet voor de Besturen een aangenaam
gevoel zijn, dat in tegenstelling met hunne moderne
opvattingen, deze mannen van de daad juist
uiterst conservatief zijn. Zij zijn in deze 100 jaar
niet veranderd, maar stappen, in hun groote
naastenliefde, nog even onversaagd en kalm in de
boot als de mannen van Huisduinen op den 14en
October 1824. In een gedicht op de Huisduinsche
helden treft men de woorden aan:
In de schrikbare oogenblikken
Snelt gij met uw makkers voort
Dringt door 't woeden van de golven,
Nadert tot het zinkend boord".
En in het gedicht van Martinus Timmermans
van 1921:
,,Er is een schip in nood, ginds, waar dat noodsein
vloog,
Komt mannen, in de boot, zegt Schipper Boon,
wij varen."