De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 4 oktober pagina 5

4 oktober 1924 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2468 DEJAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Dit is eene overeenstemming, die er op wijst, dat zich na de droevige toestanden van voor 1769 aan onze kusten een edel werk ontwikkeld heeft, dat zijn weerga alleen vindt aan enkele andere kusten. Het is het werk van vrijwilligers, die het beste geven wat zij hebben en de hulpverleening tot de hoogste spanning opvoeren. Vele zijn de daden van zelfopoffering en moed, téveel wellicht, omdat de herhaalde verslagen aanleiding geven tot de gevolgtrekking, dat het nu eigenlijk zoo behoort! Dit is wellicht de oor zaak, dat een deel van het publiek wel eens te weinig belangstelling toont. Het is daarom destemeer te waardeeren, dat er personen bereid zijn gevonden, die deze mannen wenschen te huldigen door de huldiging van een der merkwaardigsten onder de merkwaardigen: Dorus Rijkers. Hier wordt althans een van hunne namen door het geheele land bekend en dit zal medewerken, dat de grpote daden van zelfopoffering aan onze kusten ruimer bekend en beter beloond worden. Dorus Rijkers was 25 jaar lang schipper van een reddingboot. Een van de reddingen waarbij hij . zich zoo bijzonder heeft onderscheiden is wel die van het schip de Renown, toen hij in December 1887 alle tochten medemaakte om de opvarenden van dat schip te redden. Het was een goede gedachte om aan een der nieuwe reddingbooten zijn naam te geven, waar door, zooals de Reddingboot", het orgaan van de N. en Z. Holl. Reddingmaatschappij, schreef, hij nog meer geëerd is dan de weinigen, die tijdens hun leven een standbeeld krijgen, omdat hij geen standbeeld krijgt,-dat onbeweeglijk op een plein staat, maar een motorreddingboot, die voor het gebruik gereed ligt in Defi Helder; herhaaldelijk heeft Rijkens den wensch te kennen gegeven, dat zulk een boot te Den Helder zou worden gestatio neerd, omdat men daarmede de schepen beter kan naderen. Te zijner eer is het vorig jaar door verschillende heeren het Nationaal Helden-der-Zee-Fonds" opgericht, thans meer bekend als het Dorus Rijkers-Fonds", welk Fonds wil trachten den ouden vergeten redders langs de Nederlandsche kust een onbezorgden ouden dag te verschaffen. Een poging, die iedereen zal billijken en die voorzeker door belanghebbenden, als passagiers en bemanningen van schepen, in de eerste plaats op prijs gesteld zal worden, terwijl zij tevens aan leiding moge zijn om het edel werk der Redding maatschappijen in het algemeen meer te steunen. Als men leest, dat de Maatschappijen reeds van vele zorgen bevrijd zouden zijn wanneer 6000 van zeven millioen Nederlanders een jaarlijksche bij drage van ? 5 geven, dan kan men dat niet een overdreven eisen noemen. Moge dit bij de her denking in November a.s. bereikt zijn! J. ODERWALD EEN WEINIG BEMERKTE FOUT (Het beginsel van Oorzaak en Gevolg tegen de V«e/-tijdigheid.) Drie kinderen zijn aan 't spelen. Vraag een hunner: Hoeveel is 12 gedeeld door drie? Daar het kind nog niet goed rekenen kan neemt het 12 knik kers en verdeelt die over hun drieën. Uitkomst: 4. Deel nu 12 door vier. De jongen weet raad, hij denkt zich een vierde speelnoot er bij en deelt opnieuw. Uitkomst: 3. Heeft, nu de uitkomst juist is, heeft nu de vierde speelnoot werkelijk bestaan? Niemand, die dit leest, zal zoo iets gaan ver onderstellen, en toch hebben we hier te doen met een fout waartoe de mensen in 't algemeen, de beoefenaar van rekenkunde in 't bijzonder, mak kelijk komt. Het aanzien voor werkelijkheid van wat slechts schijn, slechts een rekenkunstig, verzonnen hulpmiddel is. Evenwijdige lijnen snijden elkaar in 't oneindige. Bestaat nu een snijpunt? Vraag het uw leerlingen eens. Een rechte kan beschouwd worden als deel van een cirkel met oneindig: grooten straal. Als ge dus de rechte maar lang genoeg, voortdurend, zonder ophouden, langer denkt, zullen de einden elkaar raken. Zeven van de tien, die dit slikken en ver geten, dat de uiteinden juist hoe langer hoe meer van elkaar afgaan. Er zijn drie demensies, hoogte, breedte, diepte. Een vierde hiermede volkomen gelijkwaardige bestaat niet. Toch durft de mathematicus haar te veronderstellen, fingeert ze, werkt er mee en de resultaten zijn verrassend, juist, en in het drie dimensionale waarneembaar." Bestaat nu werkelijk zoo'n vierde dimensie? Ge twijfelt zelf reeds. Weln n Zöllner. wiskundige van beteekenis, geloofde ten slotte aan haar realiteit. DUITSCHLAND EN DE VOLKENBOND Teekening voor de Amsterdammer" door L. J. Jordaan Nog altijd is z'n mond te groot. Hetzelfde nu komt voor bij de relativistische vee/tijdigheid. Deze kan geen werkelijkheid zijn. Is er n.l. in werkelijkheid meer dan n tijd bestaanbaar, dan moeten tweelingen in ouderdom kunnen gaan verschillen. Goed. Nu telegrafeert de oudste den jongste. Men zou dan het volle recht hebben om te zeg gen, dat het telegram eerder ontvangen dan afge zonden is, dat gevolg aan oorzaak hier vooraf gaat, immers de datum van den jongste gemeten van af het tijdstip hunner gemeenschappelijke geboorte gaat dien van den oudste vooraf. Iets ontvangen voor het verzonden is gaat niet, en dus: Althans n der tweelingen heeft zijn tijd verzonnen, puur fiktief. Hier, laat ons het causaliteitsprïncipe duidelijk zien, dat Einstein's meerdere tijden, verzonnen, puur fiktieve rekenkunstige hulpmiddelen moeten zijn. De fout is, dat men deze voor realiteit is gaan aanzien, zooals onze tijd, als duur, werkelijk is. Dat men er inttisschen goed mee rekenen kan? Geen twijfel aan. Denk maar aan onze vierde dimensie. Dr. W. T o M B R o C K Leekenspiegel J. R. te B. Gaarne zou ik vernemen wat de voor waarden zijn waarop een iongmensch tot Marine officier kan worden opgeleid: toelating, leeftijd, kosten, enz. Jaarlijks wordt in de maand Maart in de Nederlandsche Staatscourant aangekondigd hoeveel jongelingen kunnen worden geplaatst aan het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord ter opleiding tot zeeofficier, officier der PARK-HOTEL ROTTERDAM mariniers, officier van den Marinestoomvaartdienst of officier van administratie. Voor toelating op het Instituut als adelborst bij de driejarige op leidingen voor zeeofficier en officier der mariniers of bij de tweejarige opleiding voor officier van administratie wordt vereischt dat zij: Ie. Neder lander zijn; 2e op l September van het jaar waarin de toelating geschiedt nog geen 20 jaar oud zijn; 3e bij geneeskundig onderzoek voor den dienst bij de zeemacht geschikt zijn bevonden; 4e in het bezit zijn van een getuigschrift van voldoend afge legd eindexamen eener hoogere burgerschool met 5 jarigen cursus, of daarmee gelijkgesteld diploma. Voor toelating tot een der vierjarige opleidingen voor zeeofficier, officier der mariniers en officier van den marinestoomvaartdienst wordt vereischt dat de candidaten op l September nog geen 18 jaar oud zijn en een ontwikkeling hebben als zij die de 3e klasse van een H.B.S. met 5.-j. c. met goed gevolg hebben doorloopen. Als bijdrage in de kos ten voor de opleiding is verschuldigd / 300 per jaar. De voorwaarden van aanneming zijn kosteloos verkrijgbaar bij het Departement van Marine. Kunstzaal De Rietvink" J. A. A. M. VAN ES, WASSENAAR Permininte tintoonstelling van schilderijen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl