Historisch Archief 1877-1940
DE. AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2.468
DE TWEEDE ENGELSCHE OORLOG
Willem v. d. Velde, Krijgsraad voor de Vierdaagsche zeeslag aan boord Krijgsraad onder Lt. Admiraal van Wassenaar van Obdam" aan boord
van het Admiraaisschip van Mich. Adr. de Ruyter De Zeven Provin- van De Eendracht" op 9 Juni 1665. Op den voorgrond (het
den", 10 Juni 1636. Van rechts naar links de schepen De Zeven tweede sloepje van links) de sloep van de Admiraliteit.
Provinciën/, De Eendracht", De Utrecht" en De Gouda" (Eigendom van Dr. C. J. K. van Aalst)
In dezen tijd van loeiend pacifisme is er mis
schien niet veel belangstelling voor. Maar voor wie
het begrip Vaderland nog geen holle leuze is ge
worden, is het bijzonder aantrekkelijk in het
Scheepvaartmuseum de kleine, maar zeer belang
wekkende tentoonstelling eens te gaan zien, die
aan den tweeden Engelschen oorlog is gewijd.
In dien oorlog heeft de Republiek onder de eens
gezinde leiding van den kloeken raadpensionaris
en den genialen admiraal den zwaren kamp tegen
Engeland met goed gevolg doorstaan. Het is een
oorlog, die met zeer afwisselende kansen is gevoerd,
die aanving met de zware nederlaag bij Lowestoff,
maar die eindigde met den roemrijken tocht naar
Chattham.
Het is altijd een genoegen te lezen van deze
moeilijke tijden toen het Hollandsche volk al zijn
geestelijke en stoffelijke krachten had in te spannen
om de vrije zee te handhaven. Dat is toen gelukt,
maar niet voordat het Hollandsche kanon tot
voor de poorten van Londen had gedonderd.
Men kan toch die dagen van koele beradenheid
en van kloek beleid te beter herinneren, nu men
ze in beeld voor zich kan zien in het Scheepvaart
museum. Deze tentoonstelling verdient een druk
bezoek.
H. BRUGMANS
UIT HET RUSLAND VAN HEDEN
Reeds meer dan zeven jaar is de beschaafde
wereld getuige van de Russische revolutie, de
grootste tragedie, die de wereldgeschiedenis ons
ooit te aanschouwen heeft gegeven, een der ge
wichtigste keerpunten in de ontwikkeling der
menschheid,?en toch schijnt West-Europa de
beteekenis van deze geweldige gebeurtenissen
niet te beseffen en stelt het bitter weinig belang in
hetgeen zich in Oost-Europa afspeelt. Eenige
films, die slechts van de geringe phantasie der
ontwerpers en hun volkomen onbekendheid met de
toestanden in Rusland getuigen, een paar onbe
nullige romans en eenige reisbeschrijvingen dat
is alles waarmede West-Europa op de Russische
revolutie heeft gereageerd.
De reisbeschrijvingen, de verhalen van
menschen, die zich de moeite hebben getroost naar
Rusland te gaan om met eigen oogen de toestanden
aldaar te aanschouwen, zouden het publiek in
West-Europa meer begrip van de draagwijdte der
Russische gebeurtenissen hebben kunnen geven,
indien de schrijvers zelf de beteekenis zouden be
grijpen van hetgeen zij hebben gezien, indien zij de
voorgeschiedenis van de revolutie kenden, indien
zij eenig begrip hadden van de oorzaken, die tot
de ineenstorting van het oude regime hebben
geleid. Helaas, de menschen, die naar Rusland
gaan, weten dat alles niet. Hun beschrijvingen
doen daarom denken aan een film zonder opschrif
ten. De lezer ziet schimmen voorbijsnellen, ver
schillende handelingen verrichten, maar hij weet
niet, waarheen zij snellen, noch kent hij de betee
kenis van hun handelingen.
Ook het boek van Kirkeby: (Indrukken uit het
Rusland van heden, van Kirkeby, vertaald door
A. Sternheim, S. L. van Looy, Amsterdam) doet
aan dergelijke films denken. De schrijver heeft
zes weken in Rusland doorgebracht, heeft een, zij
het klein, gedeelte van het land bereisd, heeft veel
gezien, maar de "beteekenis van hetgeen hij zag
wist hij niet. Hij zag groote optochten en dacht,
dat het van hartstocht 'aaiende, fiere demonstran
ten waren, terwijl het inderdaad rampzalige slaven
waren, die op bevel van hun superieuren op straat
marcheerden; hij dacht hemelstormende half
goden te zien en inderdaad waren het maar jammer
lijke figuranten, die voor de leus een hooge borst
opzetten....
Kirkeby kan op een boeiende, pakkende wijze
vertellen, hij kan het geziene zóó beschrijven,
dat de tafereelen voor u beginnen te leven, maar u
kunt niet een blik achter de schermen werpen om
de handen te zien die aan de touwtjes trekken,
u ziet de krachten niet die de marionetten in
beweging brengen.
Zes jaren probeerde K- de Russische revolutie
te begrijpen, maar dit lukte hem niet. Tenslotte
is hij naar Rusland gegaan, maar ook daar heeft
hij de tragedie, die zich in het onmetelijke land
afspeelt, niet begrepen. Vóór zijn reis heeft hij
o.a. twee Russen een revolutionair en een
antirevolutionair naar de beteekenis van het ge
beurde gevraagd. De eerste antwoordde op al zijn
vragen met het woord geweldig"; de andere
met het woord yreeselijk". K- zelf denkt, dat de
Russische revolutie ergens tusschen dit geweldig"
en vreeselijk" ligt. Hiermede bewees hij niets
van de revolutie te begrijpen, want de revolutie
ligt niet tusschen het geweldige en vreeselijke, zij
is geweldig en vreeselijk. Zoowel de revolutionair
als zijn tegenvoeter zagen den toestand veel beter
in dan K-. al heeft ieder van hen slechts n zijde
van het drama bemerkt. De revolutie heeft voor
beelden van ongeziene zelfverloochening en van
nooit aanschouwd egoïsme getoond, van een
hartstochtelijk streven naar sociale rechtvaardig
heid en van ongebreidelde roof- en plunderzucht;
haar leiders waren asceten, die slechts voor hun
ideeën leven (bijv. Lenin) en nulliteiten, die de
revolutie uitbuiten om hun zinnelust te kunnen
botvieren (bijv. Zinowjew), helden, die voor
geen gevaar terugdeinsden, en laffe schurken,
die van achter een hinderlaag hun tegenstanders
doodden, goden en duivels, heiligen en de afschu
welijkste misdadigers, die de menschheid ooit te
zien heeft gekregen. Zóó is de revolutie ! Maar dat
heeft K- niet begrepen.
Zonder diep begrip van de revolutie, zonder
kennis van taal en geschiedenis, zonder voorbe
reidende studie is K- naar Rusland getrokken,
alleen gewapend met zijn scherpe oogen. En, het
moet gezegd worden, het is hem gelukt, trekken
te bemerken, die niet iedere vreemdeling ziet,
sommige karaktereigenschappen aan te voelen,
die voor andere reizigers verborgen zijn gebleven,
al heeft hij dikwijls de beteekenis van het aange
voelde overdreven. Zoo heeft hij bijv. begrepen,
dat de Rus alleen in en voor de maatschappij kan
leven, dat de Rus er van houdt alles samen met
anderen te doen, maar de opmerkingen, die de schrij
ver hieraan vastknoopt, zijn volkomen onjuist.
De onbekendheid met het land, met de taal en de
beschaving, dwongen den schrijver, zich tot de
autoriteiten om inlichtingen te wenden. K- heeft
verschillende bolsjewistische leiders
(Loenatsjarsky, Sosnowsky, Radek, Kostelowskaja enz.) be
zocht, zoodat het grootste gedeelte van hetgeen
hij mededeelt een uitgesproken bolsjewistischen
stempel draagt, terwijl de schrijver natuurlijk niet
in staat was, de meening der tegenstanders te
weten te komen. De bolsjewiki hebben K- niet
alleen datgene medegedeeld, wat zij wenschelijk
achtten, zij hebben er niet voor teruggedeinsd den
Deen leugens te vertellen, zeker als zij waren,
dat hij de verstrekte leugens toch niet zou kunnen
controleeren. Wij zullen eenige voorbeelden geven.
Er werd aan K- gezegd, dat de totale productie
weer dezelfde was als voor den oorlog. Dat is
onwaar. De productie bedroeg toen, volgens de
off ideële bolsjewistische statistieken, slechts 26 %
van de vooroorlogsche.
Loenatscharsky zeide tegen K- dat de
eenheidsschool voor allen, rijk of arm, toegankelijk was. In
werkelijkheid worden alleen kinderen van arbeiders
(vooral van communisten) op school aangenomen.
De overige kinderen moeten maar buiten de
school blijven. Een zoon van een prof. kan niet
student van de hoogeschool" worden, waar zijn
eigen vader doceert!
Over den strijd in de Russische kerk werden K.
de meest onwaarschijnlijke leugens verteld, waarbij
zijn zegslieden het vooral op den ongelukkigen
patriarch Tichon, de meest sympathieke figuur van
de tegenwoordige Christenheid, hadden gemunt.
De Russische kerk wordt daarbij op de grofste
wijze beleedigd. Daartegenover worden de
tegenstanders van Tichon, een bende huurlingen
van Zinowjew c.s., verheerlijkt. O.a. hebben deze
kerkhervormers" den priesters het recht toege
kend te huwen, vertelde men den schrijver. Dat
nu is onzin. In de Russische kerk moet iedere
priester gehuwd zijn, een ongehuwd persoon kan
niet tot priester geordend worden!
Wij zouden het lijstje van deze leugens kunnen
voortzetten (o.a. wees men K- het paleis, waarin
Peter de Qroote zelfmoord zou hebben gepleegd,
terwijl deze keizer den meest natuurlijken dood is
gestorven, ja er wordt zelfs van een Madonna uit de
achtste eeuw vóór Christus gesproken !), maar de
genoemde voorbeelden spreken een duidelijke taal.
Waar K- niet op gezag van zijn voorlichters
spreekt, maar zijn eigen waarnemingen weergeeft,
maakt hij volkomen juiste opmerkingen. O.a.
schrijft hij: het is wel eigenaardig, dat de weinige
vensters van Moskou, die moeten worden be
schermd, kommunistische zijn." Wel, het bewijst
op een afdoende wijze, hoe de tegenwoordige
heerschers van Rusland bij het volk bemind zijn.
BORIS RAPTSCHINSKY
VERSCHENEN:
De Stille Getuige
DOOR
TOP NAEFF
ZESDE DRUK
Ingenaaid / 3.50 Gebonden / 4.50
Want dit boek is vol van bizondere en
schoone gevoeligheid.
W. G. VAN NOUHUYS in Groot Nederland.
Uitgave van
Van Holkema en Warendorf, Amsterdam.