Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2468
VANJCHAICKT
MEUBELTRANSPORT-MI l
BERGPLAATSEN v. INBOEDELS
BINNEN-EN BUITENLANDSCHE
TRANSPORTEN j
OVERBRENGEN l
v. MEUBILAIR OOKPER AUTO-TAPISSIERE
BOOTMSTRAAT. UTRECHT. TEL163
Hotel de Mallejan"
VIERHOUTEN, Telef. 2.
ZEER RUSTIG EN GEZOND BUITENVERBLIJF
In de laatste jaren de gezochte plaats. Modern ingericht
hotel. 33 Kamers, deels stroomend water.
Voor- en najaar f 4.50 p. p. p. d.
H. MOLENAAR.
EOTEL-FENSION - Oafé-Restaurant
DECANNENBURCH"
VAASSEN. Telef. 4.
Van ouds het huis ter plaatse. Geheel verbouwd. Modern
ingericht. 14 kamers. Ruime zalen. Pracht zitje.
lederen Zondagmiddag ThéDansant.
H. MOLENAAR.
SUPERIOR
PATRIA BISCUITS
GROOTE VERSCHEIDENHEID VAN SOORTEN^
VOOR lEDEREN SMAAK, VOOR IEDERE BEURS.:
Doch slechts in n qualiteit DE BESTE!
a
H
W
H
E
E
E
E
E
E
E
E
E
El
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
El
G
DE AMSTERDAM MEE
Weekblad voor Nederland
kost slechts ff 3 per kwartaal of f 10 p. j. bij v orul* b* taling
TEOO/TEBBKk
VEP/TBEKT
_ FOTQ/ EN
ftiCOOTIN J VOOt
>VOON INlKHTINjEN
Motor- on Zeiljachten
TB KOOF, In diverse grootten en prijzen.
Lijst van In commissie staande vaar
tuigen gratis en franM toegezonden.
BlflGHAtt ft LUGT
APD. JACHT AGENTUUR
Slepersvest 1 Rotterdam
gihul Compliit
10/1S P.K.. 4 pi. 15/20 P.K. 6 pi., 20/30 P.K., 6 pi.
f3500.
f5200.
f6200.
J. LEONARD LANG, AMSTERDAM
BIJKOMSTIGHEDEN
CXLV.
Wat ee i gelukkig mensch moet Goethe geweest
zijn, dat hij de persoonlijkheid" het hoogste goed
kon prijzen. Ja, een persoonlijkheid zooals hij had,
die smarten en vreugden ophief, adelde en die
alles ,wat hem overkwam, dóór die persoonlijkheid,
tot zijn volle waarde deed komen ! Maar wij, die in
zekeren zin toch ook iets als een persoonlijkheid
bezitten, een kerker, waaruit we niet weten los te
komen, een vloeistof, die iedere gebeurtenis met
zijn eigen kleur doortrekt, wij zijn eerder ge
neigd, het bezit er van een vloek" te noemen.
Want hoe zielsgraag zouden we eindelijk eens iets
beleven niet verkleind, niet versentimenteeld naar
onzen eigen maat; hoe 'n ellendige bijkomstigheid
is het van het ouder-worden, vooruit te weten, dat,
wét een mensch ook moge treffen, bij de een alles
verwordt tot zou er wel iets op de wereld gebeu
ren, dat in mijn huis geen drukte gaf", zooals tante
Martha de Harde het uitdrukte; bij de ander tot
een romantische exaltatie en bij een derde tot krib
big verzet en een gevoel van verongelijktheid.
Want eigenlijk is alles, wat ons overkomt, ver
drieten, slagen, verheugingen, geluk, altijd onze
beste kans, om een mensch te worden, als we het
maar op de' juiste wijze konden aanpakken; als het
maar niet met ons altijd zelfde innerlijk werd samen
gebracht, zooals een mooie plaat in een kapot lijstje.
En het angstwekkende is, dat we dien aanleg om
wél of om niet wat van ons leven te kunnen maken,
al in de wieg meekrijgen. Het kleine meisje is nu al
van de opstandige soort, dat er zich niet bij neerleg
gen kan, dat er zonder iemands kwaje wil treurige
dingen kunnen gebeuren, waar je dan maar in
berusten moet. Ze wil altijd een: ja maar, dat
mocht toch niet", of: dat was dan toch stout van
dat jongetje", in een niet vroolijk verhaal invlech
ten; en ik kijk haar met een beetje bezorgdheid in
haar gespannen, beredderig gezichtje. Want als ze
zoo blijft, (en kan opvoeding iets fundamenteels in
onzen aanleg veranderen; blijft het niet bij een
voorzichtig aankweeken en voorzichtig onderdruk
ken van al te sterke excessen?) zal ze, als ze later
iemand, die haar lief was, door den dood verliest,
altijd met de doktoren willen kibbelen om duizend
en een nalatigheid, die ze meent hun te kunnen ver
wijten; ze zal, als ze van iemand moet scheiden, in
plaats van dit als een groot verdriet" gelaten te
aanvaarden, er mokkend tegenaan blijven kijken,
dat hij net vóór haar verjaardag wegging, of dat hij
tenminste een lateren trein had kunnen nemen;
altijd zal ze de kleine grief, het kwalijk-nemen, het
verongelijkt-zijn schuiven vóór de groote, louteren
de smart, die we aanvaarden met gelatenheid; ze
zal, als ze met iemand een punt van geschil heef t
dat tot een scène degradeeren met een dat jij ook
altijd", of: dat jij ook nooit"; welke uitspraken
in hun absolutisme al van te voren het kenmerk der
onhoudbaarheid dragen; ach, en misschien zal ze,
met dat alles, ondanks of dóór dat alles zelfs, toch
een engelachtige vrouw worden, want hier staan
we dan weer voor het geheim: wat is eigenlijk een
persoonlijkheid"? Is het een opeenstapeling van
goede en kwade eigenschappen? Is het een som van
deugden en gebreken? En is de charme, die er van
uitgaat, ongeveer hetzelfde als haar qualiteit"?
Hoe gemakkelijk zou dan het leven worden en
hoe weinig boeiend: hoe zeker zouden we dan weten
hoe 's werelds bestel in elkaar zit en hoe logisch
zouden we de ontwikkeling der verschillende ver
houdingen vooruit kunnen voorspellen ! Maar wie,
die in de wereld heeft rondgekeken", begrijpt nog
iets van en weet nog iets zeker omtrent dat eigen
aardigste phenomeen, dat alleen ons bestaan al be
langrijk maakt: een mensch.
leder mensch is weer anders", zegt een winkel
juffrouw passagèrement, zooals ze over het weer
zou praten. Maar dat is juist het onvergelijkelijk
wonderbaarlijke, en dat andere", dat is dan juist
het essentieele van de persoonlijkheid, dat is het
onvatbare, waardoor ze heerschen, of lijden, of on
vergetelijk zijn zal.
Ik herinner me van zeer vele jaren geleden de
nagelaten papieren" van Walter Calé. In
onderdeelen heb ik niet veel van zijn werk vastgehouden;
ik weet alleen, dat zijn vroege, zelfgekozen dood
elke bladzij een weemoedige bekoring gaf; maar
deze eene opmerking staat onwrikbaar in mijn
hoofd, dat hij het jammer vond, dat hij nooit zou
weten, wat de eigenlijke waarde van zijn wezen
was, want dat was juist het onderbewuste, dat hij
nooit zou kennen.
En wij, die den heelen dag met plichtgetrouwen
ijver de deugd beoefenen, de deugd der geduldig
heid, der minzaamheid, der nederigheid, der blij
moedigheid, ??en daar zoo mee vervuld en in
genomen" zijn, dat we misschien nauwelijks mer
ken, of we hiermee de deugden van onze
medemenschen ook een beetje in de knel brengen, we
moeten over deze wijsheid van Calémaar eens in
een stil oogenblik nadenken; voor de te schuchteren
van hart kan het een troost zijn, dat, ondanks al
hun onvolmaaktheden, die ze zoo akelig goed
weten en kennen, er toch in hun wezen iets
onkenbaars" is, waarmee ze staan of vallen, waaraan
ze niets kunnen veranderen, en dat dan misschien
al die betreurde zwakheden een beetje compen
seert; maar de actief strevenden moge het een enke
len keer stil en overgegeven maken, omdat wil en
inspanning toch nooit kunnen reiken tot die gebie
den, waar de alleen waardevolle dingen gebeuren.
ANNIE SALOMONS
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID