De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 11 oktober pagina 1

11 oktober 1924 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

Zaterdag 11 October A°. 1984 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van G. W. KERN K A MP Redacteuren: H. BRUGMANS, HERMAN HEYERMANS, TOP NAEFF en G. NOLST TRENIT Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM UITGEVERS:. VAN HOLKEMA & WARENDORF G EN V E In de mooie redevoering, waarmede de voorzitter van de vijfde Volkenbondsvergadering, de Italiaansche Zwitser Motta, de bijeenkomst heeft gesloten, herinnerde hij aan de vredesboodschap van Paus Benedictus XV, op l Augustus 1917. Dat wil zeggen: aan een bepaald gedeelte van die boodschap. Want zij had tweeërlei strekking: een eind te maken aan den destijds gevoerden oorlog, en het uitbreken van een nieuwen te voorkomen. Om het eerste doel te bereiken, gaf de Paus de voorwaarden aan, die naar zijn meening als grondslag van de onderhandelingen zouden kunnen dienen. Zij kwamen hierop neer: herstel van den toestand vóór. Augustus 1914; van Duitsche zijde dus: ontruiming van het bezette gebied in Frankrijk en algeheele ontruiming van België, met waarborg van zijn volledige politieke, militaire en economische onafhankelijkheid; van de zijde der geallieerden: teruggave der Duitsche koloniën. Over alle andere kwesties: Elzas-Lotharingen, Italiaansch Oostenrijk, Polen, de Balkan staten, Armeniëzou minnelijk overleg gepleegd worden. Als algemeene regel zou gelden: geen schadeloosstelling. Hoofdzakelijk omdat de Entente de hoop nog niet had opge geven, betere vredesvoorwaarden te bedingen, bleef de boodschap van den Paus zonder uitwerking. Dus ook het tweede gedeelte ervan, dat een programma voor de toekomst aangaf. Dit programma bevatte: een gelijktijdige en wederkeerige ver mindering der bewapening; de instelling van arbitrage met hooge vredestichtende werking"?; sancties tegen den staat, die zou weigeren zich aan arbitrage te onderwerpen of de beslissing ervan te aanvaarden. Zelfs tijdens den oorlog waagde geen mogendheid het, deze begin selen te verwerpen; de Duitsche regeering betuigde hare bizondere sympathie" ervoor. Maar zij waren nog buiten de orde"; aan de orde van den dag stond toen alleen: het winnen van den oorlog; de verwezenlijking van het ideaal: vrede door recht, kon aan de toekomst worden overgelaten. De verwezenlijking van dat ideaal", zoo schreven wij in Sep tember 1917, zal niet geschieden door de regeeringen van nu, ook niet wanneer zij er in het vredesverdrag een kniebuiging voor maken. Of het gedeeltelijk vervuld zal worden, hangt af van de vraag, wat de volken uit dezen oorlog geleerd zullen hebben en hoe lang de les hun heugt." De besluiten van de jongste Volkenbondsvergadering (het protocol vari 2 October 1924) wettigen de hoop, dat de oorlog niet voor niets is gevoerd. Noch door het Grondverdrag van den Volkenbond, noch door het statuut van het Permanente Hof van Internationale Justitie werd de verplichting opgelegd, alle inter nationale geschillen aan rechtspraak of arbitrage te onderwerpen. Dit is thans geschied. Voor het eerst heeft Genève een werk van ingrijpende beteekenis verricht. Het gaf een vasten, juridischen vorm aan de denkbeelden, door Paus Benedictus XV geuit. Gelijktijdig en wederkeerig verminderen der bewapening dit staat ook in het protocol van Genève voorop, al komt het, formeel, achteraan. Maar alle bepalingen omtrent arbitrage en sancties zullen eerst in werking treden als het plan voor de ver mindering der bewapening, dat op een in Juni 1925 bijeen te roepen conferentie zal worden vastgesteld, ook tot uitvoering is gebracht. Gelukt het niet tot overeenstemming te komen over dit plan, of blijft de uitvoering ervan achterwege, dan wordt het protocol van 2 October 1924 van nul en geener waarde. Dit protocol om de hoofdzaak ervan samen te vatten verplicht de leden van den Volkenbond, hunne geschillen voor rechter of scheidsrechter te brengen en zich naar diens uitspraak te gedragen; de rechtsgeschillen komen voor het Permanent Gerechtshof, de overige worden beslist door arbitrage, of door een uitspraak van Volkenbondsraad of Volkenbondsvergadering. Wie weigert zich hiernaar te gedragen, zal als aanvaller worden beschouwd; op hem zullen sancties" worden toegepast, d.w.z. alle andere leden van den Bond zullen hem gezamenlijk bestrijden, door economische, financieele en militaire maatregelen. Wanneer er een geschil rijst tusschen een of meer leden van den Volkenbond en een of meer staten, die er geen deel van uitmaken, zullen de laatste uitgenoodigd worden het geschil op vreedzame wijze te laten beslechten volgens de in den Volkenbond daarvoor geldende bepalingen. Weigeren zij dit en gaan zij over , tot oorlog, dan zullen ook op hen bovengenoemde sancties" worden toegepast. Indien de thans ontworpen bepalingen door de regeeringen van de bij den Volkenbond aangesloten staten worden bekrachtigd, zullen er dus in de toekomst alleen oorlogen worden gevoerd hetzij tusschen staten, die niet tot den Volkenbond zijn toegetreden, onderling, hetzij tusschen den Volkenbond en diegenen zijner leden, die zich aan een vreedzame oplossing van een geschil hebben onttrokken. Deze laatste soort van oorlogen zal de eenige zijn, zoodra onstaten in den Volkenbond zijn vereenigd. Voordat echter het protocol van 2 October 1924 in werking kan treden, moet nog het volgende gebeuren: 1°. de inhoud ervan moet bekrachtigd worden door de regee ringen, waarvoor deze de medewerking van de Parlementen behoeven. Op dezen weg kunnen al dadelijk struikelblokken liggen. Aan Macdonald en Herriot komt de eer toe, een nieuwen geest te hebben geblazen in het werk van Genève; maar hoelang. zullen zij nog eerste minister blijven? 2°. wanneer de meerderheid der staten, die permanent lid van den Volkenbondsraad zijn en tien andere leden van den Volken bond hunne bekrachtiging hebben verleend, ook dan zal, zooals. boven reeds gezegd werd, het protocol niet in werking treden voordat een plan tot vermindering der bewapening is aangenomen en, binnen een bepaalden termijn, tot uitvoering gebracht. Aan deze beide voorwaarden moet dus worden voldaan, voordat de internationale samenwerking tot vreedzame beslechting van geschillen en tot gezamenlijke actie tegen hem, die zich daaraan niet onderwerpt, tot stand is gekomen en zich kan doen gelden. Ook dan zal de oorlog de wereld niet uit zijn; ook dan bestaat er geen zekerheid, dat de zedelijke idee van vrede door recht zal verdringen het oude begrip, dat een staat geen hoogere instantie boven zich erkent en den oorlog kan gebruiken als voortzetting van de politiek; maar dan zal althans het bruikbaarste instrument ter vermijding van de oorlogsramp kunnen worden gehanteerd en tevens op een aanvalsoorlog het merk zijn geschroeid van een internationale misdaad. Wie het protocol van Genève als het beste middel ter hand having van den vrede beschouwen, moeten daarom beginnen met er voor te ijveren, dat het bekrachtigd wordt door de regeeringen. De publieke opinie dient zich thans krachtig te uiten. Ook in Nederland is dit niet onnoodig. Onze regeering schijnt bezwaar te maken tegen het aanvaarden van de verplichting om ook aan militaire sancties deel te nemen. Nog voordat het protocol van Genève in de Volkenbondsvergadering definitief was aange nomen, heeft zij laten weten, dat zij zich de gelegenheid moet voorbehouden om het te bestudeeren en te overwegen, alvorens zich te verbinden." Maar wie mee wil genieten- van den waarborg van veiligheid en vrede, moet ook bereid wezen zijn deel van de lasten te dragen; hij mag zich niet onttrekken aan den plicht, mede te doen aan een internationale militaire actie tegen een aanvalsoorlog; laat hij die actie aan anderen en grooteren over, dan is hij een klaplooper, en wordt als zoodanig behandeld. Noch van een nationale ontwapening" zoo schreef de N. Rott. Corr." de vorige week, en wij onderschrijven die woorden die ons zelfs van verzet tegen geweld doet afzien, is uitkomst te wachten, noch van het vasthouden aan een strikt nationale defensie; maar de uitredding zit in het vervangen van anarchie door organisatie, in het verbieden en tot misdaad stempelen van den aanvalsoorlog, en in samenwerking tot internationale defensie tegen een aanvalsoorlog, met sterk verkleinde, doch door een dracht krachtige strijdmachten". KERNRAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl