De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 11 oktober pagina 12

11 oktober 1924 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2469 GASTPIEL ALEXANDER MOISSI, Diejüdinvon Toledo, door Franz Grillparzer. De ongelukkige Grillparzer moet wel diep onder den indruk zijn geweest van den roem zijner meer klassieke tijdgenooten, dat hij dit bevallig konings sprookje een Historis^hes Trauerspiel" heeft ge. noemd! Geen wonder, dat men dezen moderne" den geestelijken vader van Arthur Schnitzler miskende, en dat hij zelf dit het meest van allen deed. Een zwak dramaturg inderdaad, wiens verbeeldingskracht nauwelijks toereikte om het scenario, dat hij veelal aan Lope di Vega ont leende, redelijk door te voeren, wiens karak ters" altijd weer dezelfde bepaalde en beperkte eigenschappen vertoonden, en aan wien alle epische rust vreemd was. Óp een afstand is men het meest geneigd den over-lyrischen dichter bij de musici in te deelen den Chopin" van de litt'eratuur en de bekoring, die van zijn weeke, grillige, door en door melancholieke melodieën uitgaat, laat zich het best genieten, als in de con certzaal, met gesloten oogen. Doen we ze open, dan zien wij in zijn koninklijke figuranten de Weensche jeunesse dorée in maskerade-costuum, en dan klopt" er eigenlijk niets meer. Die Jüdin von Toledo" mist het merg voor elke onderschei ding: al is er sprake van een historischen strijd tegen de Mooren, al doet de dichter een poging Jood en Christen tegenover elkaar te stellen in zeker cultureel verband, al valt er ten slotte een doode.... dit gedicht is noch een drama, noch een treurspel, het is een sprookje, waarvan de lichte verteltrant overwegend in de richting van het blijspel wijst. Het werk loopt parallel met het Esther"fragment, dat, gelukkig, onvoltooid is gebleven, en gelijkt daarbij ik weet niet wat het eerst werd geschreven op zwakke navolging. Wie het Esther-fragment liefheeft, moet deze gewrongen zus ter verwerpen. De figuren van Haman en Mordechai geven daar weerstand en relief aan den konink lijken cavalier Ahasverus, de Koningin Vasti, schoon verbannen en op het tooneel onzichtbaar, doet de banden van den echt in de herinnering der echtelijke gehechtheid, nochtans sterk besef fen, en het bekoorlijk figuurtje van Esther toont bij meer raffinement ook, heel wat meer dichterlijke distinctie dan die Jüdin von Toledo", welke in haar uiterlijke gedragingen, al komt daarvan een groot deel op rekening der actrice die de rol vertolkt, zich op vrij banale wijze aan den man" kenbaar maakt. Ondernemingszin en door zettingsvermogen mogen haar ras sieren, zooals Rahel" zich in letterlijken zin voor de voeten van haar afgod werpt en zich laat trappen, stemt ons voor deze martelares der vrouwelijke min, niet tegenstaande zij haar passie met den dood be koopt op last der Koningin wordt zij uit den weg geruimd weinig sympathiek. Grillparzer had dit meisje van kennelijk laag gehalte echter noodig, wilde hij den niet hevigen strijd des konings met de overwinning van deugd en plicht beslech ten. In den grond van zijn karakter blijft ook deze Koning Alfons der Edle", die niets edels doet, alleen spreekt vanaf het podium der menschelijke toegeeflijkheid, dat bij ons zondaren" uitteraard in eere wordt gehouden, beneden de waardigheid niet slechts van een. vorst, maar ook van een man, en staat ons de .^levenskunstenaar", zooals die hier in de kiem aanwezig is de levenskunste naar, van wien eenmaal Von Sala in De eenzame , weg" zal getuigen: Wij, die bij de gratie van het oogenblik Goden, en zoo nu en dan iets minder dan menschen zijn" al een beetje tegen. Koning Alfons was nog niet zoo geavanceerd, n minder ' bewust, Grillparzer legt er den nadruk op dat hij, als knaap kort gehouden en jong gehuwd, nog Slechts een beginneling is. Het blijft bij hem theorie, waarbij de dichter vooruit wist, dat hij zijn held, nadat het meisje, wier beeltenis hij om den hals draagt, als slachtoffer van hun avontuur gevallen was, niet tot de consequenties van Kabale und Liebe", maar tot de veiligheid van den huiselijken , .haard.?de Koningin schuift.op het juiste moment ; den erfprhis naar voren ^- terug zou voeren. v Rahel's romantische zuster ondervangt dan onze Siehst du, sie sind schon heiter und vergnügt Urfd'stfftén Etren für die Zülumtt schort. Sie sind die Qroszen, babenzura Versohnungsfest Ein ppfer sich geschlachtet aus den Kleinen IJnd reienen sich die annoch blut'ge Hand,:' > ' 'ich afcer sage dir, du sttilzer Köhig 1 ? ' s > > .! Oen hin, .gep hin in prunkenden Vergessen ? Du hSttif, dich ifrei von meiner-Sshwester Macht -r<« .,$*tt.4b»sJteipöd<S.r Stachel; ihres Eiridrucks .: Und du von dir warfstj was dlch einst' getoekt:^ onvriendelijke gedachten door ze, in naam des dichters, uit te spreken: Gelijk heeft ze. Alleen slaat ze dezen Koning te hoog aan met van hem te verwachten, dat hij nog wel eens met zooiets als wroeging aan haar zuster denken zal, nu hij zich immers reeds gepaaid en getroost heeft: dat Rahel op de keper beschouwd toch niet veel bijzonders" mocht heeten, en zelfs een vriend tot getuigenis van dit vonnis aan roept. Bij het lijk van het mooie meisje komt hij tot te conclusie dat zij hem thans ,,niets meer doet", ja zelfs afkeer inbjezemt, daaibij den staf brekend over alle Liebelei". Ons echter dunkt de liefde, tot welke hij terugkeert de paiitenische koningin net wie hij de plichten en c e eerzuchten van den troon deelt al evenmin verheven, zcodat het ons bij dit slot te moede wordt als had de dichter ons in het moeras eer burgerlijke moraal vrijwel laten sttken. Het reizen met een costuumstuk in een vreemd land is altijd een onzinnige onderneming, des te meer is het dat in een land, dat op het punt van zorgvuldige ensceneering een voorbeeld biedt als het onze, waar men dus vooruit weet met de uit dragerij, die een Spaansch hof moet verbeelden, spot en ergernis te wekken onder de verwende toeschouwers, die gekomen zijn om den tooneelspeler Moissi eer te bewijzen. Dit daargelaten, is ditmaal ook de samenstelling van het gezelschap van dien aard, dat we met de uitdrukking beneden critiek" aan elke verplichting hebben voldaan. Dit is des te meer te betreuren omdat er voor Grillparzer's werk, dat schier onvertaalbaar is en in zijn effectvolle tooneelen berekend op zulk een verfijnde weelde, dat het voor onze gezelschappen die zich respecteeren niet loonend zou zijn er aan te beginnen, in Duitschland dichterlijk geschoolde talenten moeten te vinden zijn, die dezen moeielijkin tekst tot zijh recht zouden weten te brengen Alhoewel geen Koning, een jongensachtig mensch, zooals te verwachten was, bleek dit toch de voldoening van den avond: Moissi, die zich door het wespennest van mollen en kruizen" een bladzijde van Grillparzer is op het eerste gezicht even geheimzinnig als notenschrift virtuoos heensloeg, daarbij aan de woorden kleur, vorm en beteekenis gaf, en ons vertrouwd maakte met het verrukkelijk rhythme, dat al deze spontane, rhetorische, gevoelige, links en rechts verschieten de, plotseling in de diepte flitsende of naar den milden hemel ijlende, heete en hortende vers flarden draagt. Hoe diep moet men er in door dringen om de melodie te hooren opklinken, om de ziel des dichters uit dit weemoedig scherzo" te verstaan! Het gelukte hem ditmaal ook een zekere eenheid te brengen in de hybridische gestal te van den jongen Koning, wiens optreden men denke zich het tooneel, waarin hij in tegenwoordig heid der Koningin de beeltenis zijner minnares eerst van zijn hals neemt, dan, terwijl zijn mond van liefde en trouw spreekt, weer aan zijn hart verbergt een grove bespotting zou worden, deed niet de vertolker dit vleiend beroep op onze nederige erkenning van den gewilligen geest en het zwakke vleesch. In die lijn, stijgend van jeugdige onstuimig heid tot heerscher's drift, met ook in het spel, evenals in den tekst, telkens heldere flitsen naar een onver moede gevoelsdiepte, werd de figuur aannemelijk en verschoonbaar, en zij zou natuurlijk belangrijk gewonnen hebben indien hem een Rahel kamp had gegeven, in wie de fierheid van haar ras, bij hooge schoonheid en ongebreidelde natuurdrift, verper soonlijkt ware geweeest; indien hem een Koningin terzijde had gestaan, die voor haar schaarsche woorden de hooge houding en de smartelijke intonatie gevonden had, een graaf von Lara, in wien men den machtigen voogd dezer streng be waakte jeugd, den Grande van Spanje, had kunnen erkennen. Het talent van Moissi werd in ons land, waar hij onder beschamende omstandigheden optreedt, een strïjdvraag. Dat behoeft het niet te zijn. Zoowel de deugden als de gebreken van dit, voor bepaalde rollen uitverkoren, voor het overige beperkt zigeuner-talent liggen er bovenop. Wie van zijn spel, in een rol die hem ligt, en die hij dan op een eigen, van zijn standpunt verantwoorde wijze dichterlijk omvormt, wil genieten, moet zich abstraheeren van de coquetterieën, die zijn ver wende kunstenaarsnatuur aankleven,'en de soms leege plekken in zijn werk voorbij zien, om op te gaan in wat daarnaast, dank zij zijn persoonlijk heid, een verheven en verdiept relief krijgt. Geen maatstaf kan men deze uitzonderingsfiguur, die in geen school te vormen, en met geen vlijt te evenaren is, aanleggen, de gevoelens die wij hem toedragen, hangen met ieders individueele stem ming 'en gesteldheid samen. Ni eet exces d'honneur, ni Cette indignité. TOP NAEFF Teekening voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen Prof. J. H. SCHOLTE die tot doctor honoris causa werd benoemd De vijftig ter dood veroordeelden l. Nog staan zij daar, de vijftig oud-getrouwen, Rustig als dragers van oud-HoIland's roem, En weldra staart, wie schoonheid mint,in rouwe: Hier vielen ze ten prooi aan onafwendbre doem. Zij maalden door de wissling der getijden; Hun wieken sloegen zoevend door de wind; Dan kraakte en knarste 't in hun oud gebint, Maar door hun heldenziel juichte een luid verblij[den. 2. Een kloeke wacht rondom de Schermer boeren, Die rustig werkten diep beneden peil: Zij wisten dat hun molens trouw hun zwoeren; Wanneer de boer hun riep, had elk zijn leven veil. En nu? Zo stonden rustig eens te wachten Die steunpilaren van een zwakke Czaar, Wat onmeedogend vonnis, veel te zwaar Hun treffen zou van wie ze als knechten eens vcr[achtten. 3. Het kwam het werd verweg in stilt gesproken En vijftig mannen van de oude tijd, Zij wachtten plichtgetrouw en ongebroken: Zij wisten offers zich, de nieuwe God gewijd. ? Eens schiep de mens uit zwarte onweerswolken Het vuur ten dienaar zich en buitte 'm uit. De dienaar drong zich op, sloofde zich uit En dwingt als heerser nu alle aardse volken. 4. Hij slaat wie eens hem in den Hogen hoonden, Wanneer de wilde luchten om hun kop Lichtflitsen schoten, waar zij malend roonden: Zij gaven nooit hun taak om elementen op. Nu zendt weldra de nieuwe heerser knechten: Zij sluipen aan, wiekarmen vallen af; Het riet stuift in de winden weg als kaf: De vijand rust niet eer hij ze af kan breken, slechten. 5. Helaas, zo moet alle aardse grootheid wijken, Maar ledig blijft hun plaats daar tegen 't zwerk; De wind waait ongehinderd over lijken Van onzelfzuchtigen, van helden, kloek in 't werk. En zo zal weldra Nederland verplatten En 't kranig maaksel van ons voorgeslacht, Dat wind te temmen wist, ligt neer, veracht: O volk van Nederland, waak voor uw kostbre [schatten. J. B. SCHEPERS N o d o r I. Munt Hollmndm £>??*? W oontm ulgmmr

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl