De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 18 oktober pagina 12

18 oktober 1924 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2470 DE TOONEELWERELD 1. DER ARZT AM SCHEIDEWEG. Het eenige belangrijke van deze voorstelling, was de rentree van Else Mauhs. Sinds haar herrie met Het Nederlandsch Tooneel", hebben wij haar slechts te hooi en te gras gezien en het pleit wel voor de Nederlandsche tooneeltoestanden dat onze knapste actrice in geen der geconcentreerde" ge zelschappen een plaats heeft gevonden. Met haar deelen dit lot, naast mevrouw de Boer-van Rijk, de zeer verdienstelijke Tilly Lus, Riek Hopper en Emma Morel, benevens Marie Holtrop, Janny van Oogen, Marie Hamel en zooveel anderen om van acteurs als Louis de Vries, Cor Ruijs, Dolf en Frits Bouwmeester, van Gasteren, Henri Poolman, Pier re Myin, van der Veer, Brondgeest en Anton Ruys niet te spreken. Uit welke opsomming blijkt dat het tableau de la troupe onzer gesubsidieerde gezelschappen óf zoo enorm sterk is dat de directies het zonder een of meer dezer zeer goede acteurs en actrices kun nen stellen, of het hebben aangevuld met goedkoopere krachten, wat mij eenigszins in strijd schijnt te zijn met de bedoeling, die bij het subsidieeren voorzit. Dat al deze spelers, die bijna zónder uitzondering van het eerste plan zijn, nog niet op tiet denkbeeld gekomen zijn een gezelschap op te richten onder den naam van het Concentratiekamp", is mij een raadsel. Zij zouden sterker zijn dan de gemeentelijk gebenedijde gezelschappen en stukken kunnen brengen, die de, onder de voogdij van commissiesvan-bijstand of hoe dat soort pijnbanken heet, werkende officiëele gezelschappen niet het hart hebben te vertoonen. In ieder geval kunnen wij Moissi loven, dat hij Else Mauhs in de gelegenheid gesteld heeft zij het dan in het Duitsch weer eens op te treden. Zij speelt Jennifer, het vrouwtje van den schilder Dubedat, en zoo ongeschoren en ongewasschen als het spel van deze Duitschers er uitzag, zoo licht en gevoelig en teeder werd het telkens als zij te midden dezer mannen stond. Na het lange eerste bedrijf, waarin Shaw zijn gemoed koelt aan de officiëele medische weten schap en haar verschillende stokpaardjes en dat de Duitschers speelden alsof het een Blumenthal en Kadelberg was, zoodat men den indruk kreeg alsof zij, met leeren broeken aan, over het prikkeldraad van Shaw's dialoog heenklauterden of er op gingen zitten om malle gezichten te trekken, verschijnt Jennifer voor de eerste maal. Zij is de smeekelinge, die Sir Colenso Ridgeon komt smeeken haar ietwat twijfelachtigen man te redden met zijn serum tegen T. B. C. en het voortreffelijke in haar spel was niet alleen in de intonaties doch ook in heel haar hou ding. Dit tengere, brooze lichaam bad en smeekte den gewichtigen Sir Colenso en als zij eindelijk voelt dat de geleerde dokter begint te wankelen, dan breekt in haar spel even de zon van haar vrouwzijn door en tracht zij den strijd te winnen door een ten toon spreiden van een lieftalligheid, die den dokter totaal in de war brengt. Zoo blijft zij het lichtpunt in deze voorstelling en haar spel culmineert in Dubedat's sterfscène, als zij eerst een bijna bovenmenschelijke flinkheid aan den dag legt, een oogenblik breekt als het haar duidelijk is dat haar man in haar armen is gestor ven en daarna Ridgeon zijn congégeeft met al de kracht die in haar opstaat, nu het haar duidelijk is, dat de dokter zijn patiënt liet sterven ter wille van zijn liefde voor haar. Wie zei er ook weer dat Shaw geen romanticus is? En Else Mauhs speelt dit alles romantisch, ver boven het Shaw'sche gevoel uit. En Moissi? Misschien dat ik zijn Dubedat mooi zou vinden als ik zijn Fedja niet gezien had. Hij sterft natuurlijk prachtig, in volle lyrische over gave en zijn slotwoorden: Ik geloof in Michelangelo, in Velasquez en Rembrandt, in de macht van de teekening, in het mysterie van de kleur, de verlossing van alle dingen door de eeuwige Schoonheid, in de Boodschap der Kunst, die deze handen zegende. Amen. Amen.", worden gezegd in een zuiverheid als die van een stralenden lentemorgen. Maar deze zoetlachende schilder leek nie in zijn verloochening van het mijn en dijn, in het omverloopen van de gangbare moraal, een tikje te aanstellerig en miste de frischheid en het op rechte gevoel dat een vrouwtje als deze Jennifer voornamelijk in hem moet aantrekken en welke Kloppers, die indertijd bij Verkade naast Enny Vrede, deze Shaw speelde, verdienstelijk naar voren bracht. Gebrek aan frischheid kenmerkte heel deze voorstelling met de figuren der dokters, die alle waardigheid misten, te weinig doortrokken als zij waren van Shaw's satyrischen geest en van den verslaggever, die als een drukke handelsreiziger optrad en door den eersten den besten uit het sterfhuis ware geschopt, als hij het gewaagd zou hebben zijn neus er te vertoonen. ZENDELINGEN. Onder de auspiciën van Gemier, directeur van het Odéon, de man van de volksvoorstellingen te Parijs, trekt thans een troep door de Parijsche voorsteden teneinde de pornografie te bestrijden die op de tooneelen van de Theaters der banlieue welig tiert. ,,L'Oeuvre" gaf dezer dagen een bloem lezing van de daar al zoo gespeelde stukken en de titels alleen zijn al hartverheffend vanwege hun viezigheid. In Londen speelt een vast gezelschap geregeld het East-End en in ons Amsterdam, waar in de volksbuurten een Rozen- en een Apollo-théater zijn, laat men die aan hun lot over, niettegenstaan de zij een behoorlijke gelegenheid bieden om het volk goede kunst te brengen. De directeur vaniden Stadsschouwburg, die als een vader over de tooneelspeelkunst van Amsterdam waakt, heeft de beschikking over een tienduizend gulden voor het doen optreden van vreemde gezelschappen en waarvoor hij van tijd tot tijd een troep laat o ver komen zonder wier komst wij even gelukkig zouden zijn. Als hij een flinke portie van dat geld eens be steedde aan een of meer voorstellingen van een goed tooneelstuk door een goede troep in de boven genoemde volksschouwburgen? Wie weet welk een pioniersarbeid hij hier zou verrichten, zoodat hij eindelijk reden van bestaan zou hebben, waar aan tot dusver door velen getwijfeld wordt. DE DOBBELKUNST. Elke tooneel-directeur is een speculant. Zou het stuk het doen of zal het als een baksteen vallen of een dier matige successen hebben, die vleesch noch visch zijn? Hoe er te Londen gedobbeld wordt, blijkt uit de cijfers die bekend zijn geworden door het faillissement van den bekenden impressario en manager Cochran. Met de revue London, Paris, New York" maakte hij maandenlang een gemiddelde van 3500 pond per week. Hij werd ziek, kon niet meer bij de zaak zijn en de ontvangsten gingen dermate ach teruit dat de vertooningen met verlies eindigden. De revue Mayfair and Montmartre" kostte hem 250.000 gulden en Partners again", het vervolg op Potasch en Perlemoer", dat op het oog een vrij bevredigend succes had, bracht hem nog een verlies van 70.000 gulden. Bij een Russisch ballet had hij meer dan een halve ton bij te passen en Jolly Jack Tar" kostte hem meer dan een ton. Een der oorzaken van Cochran's debacle zijn de hooge huren der schouwburgen, die de eigenlijke bespeler dikwijls eerst huurt uit de vierde of vijfde hand. Zooiets als het Centraal-theater in Amsterdam waar tusschen den eigenaar, de Amsterdamsche bank, en degeen die het bespeelt, nog eenige vriendelijke schijven liggen die men eerst dient te smeren, alvorens het scherm kan worden opgehaald. TRADITIE OF NIET? Antoine heeft in het Théatre Eduard VII" l'école des Femmes" ingeleid met een conférence, waarin hij de volgende stellingen verkondigde: I. dat de Comédie FranQaise Molière speelt op een in onbruik geraakte en vervelende wijze en volgens een waardelooze traditie, die Molière nooit gezien heeft. II. Dat het publiek zich voor dergelijke voor stellingen niet meer intresseert. 111. Dat de proeven, die hij voor de vernieuwing van de mise en scène in het Odéon nam, (Cid en Tartuffe) eerst met den nek werden aangezien en daarna gevolgd werden, zij het te schuchter. IV. Dat de wijze waarop deze pogingen door het publiek ontvangen werden, een aansporing zijn op dezen weg voort te gaan. V. Dat de traditie op zij moet worden gezet, de stukken in verschillende decors moeten gespeeld worden en als men dat ten tijde van Molière niet deed, de oorzaak daarvan te zoeken was in het feit dat het tooneel bezet was door edellieden, waardoor het wel geschikt was voor het reciteer doch niet voor een mise en scène. De Comédie staat natuurlijk op haar achterste beenen en heeft geantwoord met een voorstelling van L'école des femmes", die de getrouwen van de rue Richelieu tot een ovatie bracht. Waarop de Antoinisten weer antwoordden dat een meester werk van alle tijden is, zich van zijn schepper losmaakt om zijn eigen leven te leven, waarin zich dat van elke volgende generatie weerspiegelt. En daarom weg met de traditie! BARBAROSSA Vraagt steeds VAN OUDS HET BESTE MERK GRAND-GUIGNOL Een belangstellend lezer vraagt mij hoe ik tot een eventueele vertaling van Guignol" in lod deroog" kom? Wel, aangezien de letterlijke ver taling van guigner" is: beloeren, belonken". In de oude Fransche dictionnaire van Winkelman vond ik nog de nadere omschrijving: Regarder du coin de l'oeil, een weinig van terzijde zien. Guigner une jeune fille: la regarder amoureusement de coté, een jonge vrijster belonken, of met lodderige oogen aanzien". Allemaal omschrijvingen, die bewijzen, dat er aan het woord guignol" iets moet kleven van minder onschuldigen aard. Noemt men te Parijs onze poppenkast": Ie guignol, dan zal deze uitdrukking oorspronkelijk ook wel verband heb ben gehouden met de minder kuische beteekenis van het woord, en in zoover is er dan ook niets tegen ,,Le grand-guignol" met De groote poppen kast" te vertalen. Maar ten slotte kan men elk tooneel een groote poppenkast noemen, terwijl het hier een zeer speciaal tooneel betreft, uitsluitend gebaseerd op zinneprikkeling door middel van grie zelige of schuine vertooningen, waarnaar men al wil men zoo-iets wel eens zien in den regel slechts met een ,,half-oog" durft kijken, of na een goed diner, met een schuin oogje welbehagelijk lonkt. Het groote lodderoog" zou mij dus iets mér zeggen in dit geval dan De groote poppenkast", vandaar dat ik naar den oorsprong van het woord heb gezocht en alleen het werkwoord vindend waarvan het moet zijn afgeleid, de dichterlijke vrij heid nam er een gevel-opschrift voor een Neder landsch Grand-Guignol-theater van te maken. Het geen overigens nog niet wil zeggen dat ik schoon vader Vondel het onwelluidend woord tot in de hoogste regionen verheven heeft mijn vertaling" bij navraag, aan een tooneeldirectie zou wenschen aan te bevelen. Ik hoop den geachten lezer hiermede eenigermate gerust te hebben gesteld. TOP NAEFF TABA SIGAREN ZIJN TOCH DE BESTE BERARD B. RIJKE Binnen Architectuur MÜ9TEL 122 - Telef. 4681B Goitijtiofo Meublloerlng K UNSTHAND "WEVEN. Geïllustreerde handleiding ten gebruikt van school en huli vooi Ml aanleeren der technieken van Kunst- en Spoel we ven op den handweefstoel, door ELIS. M. ROGGE en LOÜISE H. WILDT Prfls, gecart. ? 1.90. Uitga w van VAN HOLKMA d WAKINBOBF, A'din

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl