De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 18 oktober pagina 15

18 oktober 1924 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2470 . DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOORJNEDERLAND 15 het langst kan aanhouden en die ons land het zee klimaat geeft, tengevolge van den temperenden invloed der vochtige zuidwestelijke strooming, zoowel 's zomers als 's winters. Van dit type is in fig. 3 een bijzonder geyal gekozen; waarbij op de Noordzee de kern ligt van een zeer diepe depressie, met groot drukverval, dat tot in Frankrijk en Duitschland storm ver oorzaakt. Met behulp van de verklaring der teekens krijgt men een indruk van de zware bewolking met neerslag tot ver over onze grenzen. In fig. 4 een totaal ander beeld; de kern van een uitgebreid gebied van hoogen druk ligt ten Noord oosten van ons land. De isobaren liggen (zooals gewoonlijk in een Hoog") verder van elkaar ver wijderd, zoodat hier te lande, tengevolge van het geringe drukverschil,! slechts zwakke winden heerschen uit Oostelijke richtingen, die ons zee klimaat tijdelijk verdrijven en 's winters koude, 's zomers warme, droge lucht meevoeren. Bij een helderen hemel daalt de temperatuur vooral aan den grond 's nachts sterk tengevolge van de uit straling, terwijl overdag de zon weinig van haar invloed mist. Deze toestand, die dagen achtereen kan duren, geeft afhankelijk van het jaargetijde een ouderwetschen winter" of een echten zomer". Fig. 5 Beide hierboven behandelde gevallen betreffen twee uitersten: ruw weer met regen en rustig mooi voorjaarsweer. Groot is' het aantal der daar tusschen liggende minder sprekende gevallen. Aanvankelijk heerschte de meening, dat bij iedere :>drukverdeeling een bepaalde weerstoestand be hoorde, zoodat men zichrhad af te vragen: hoe .zullen Hoog" en Laag" zich in de eerstvolgende 24 uren verplaatsen om het verloop van het weer met juistheid te kunnen aangeven. Minima en maxima zijn evenwel slechts secundaire ver schijnselen, optredende tengevolge van de ver plaatsing van luchtmassa's in de atmosfeer. Waarnemingen aan de oppervlakte alleen zijn dus niét voldoende; daarnaast moet beschikt kunnen worden over gegevens in alle lagen van den ?dampkring tot 10, , 12 K.M.1 hoogte, waar de «Jnderste gfetts der stratosfeer ligt en waarboven geen vertikale bewegingen meer plaats vinden. Zoolang dit nog niet het geval 'is en dus nog geen goede diagnose gesteld kan worden zal het succes der prognose meermalen 'uitblijven, indien deze berust op .de aan het slot behandelde methoden ter bepaling van de verplaatsing der -drukgebieden. De beteekenis van het onderzoek der hoogere luchtlagen wordt dan ook steeds sterker gevoeld. Oorspronkelijk had dit alleen plaats met eenvoudige middelen ter bepaling van richting en kracht van den wind op verschillende hoogten door het waar nemen van de richting en snelheid der wolken en met behulp van met gelijkmatige snelheid stijgende loodsballons. Bij gebruik van ballons van grootere afmetingen konden lichte registreerinstrumenten mede omhoog gevoerd worden, die aanwijzingen gaven omtrent luchtdruk (d.w.z. hoogte) tempera tuur en vochtigheid, terwijl tot minder groote hoogte de meer nauwkeurige directe waarnemingen in bemande ballons konden benut worden. Tot voor 1915 werden ook waarnemingen tot ± 3000 M. hoogte verkregen door vliegers op te laten, waarin een registreerinstrument (meteorograaf) zoodanig is bevestigd, dat behalve boven genoemde gegevens ook de windsnelheid wordt opgeteekend. Nadien trad het vliegtuig hiervoor in de plaats en dank zij de medewerking van de militaire vliegkampen te Soesterberg en bij Helder, kan het Instituut bijna dagelijks beschikken over n of meer diagrammen, bevattende gegevens betreffende de in de bovenlucht heerschende temperatuur en vochtigheidstoestanden. De meteorograaf wordt, zooals fig. 5 aangeeft, vrij en goed veerend met behulp van lange touwen in het vliegtuig opgehangen. Gp een door een uur werk bewogen cylinder, waarom een met roet bedekte papierstrook, rusten drie pennen, die evenwijdig aan de trommelas bewogen worden door een barometer, een thermometer en een hygrometer. De door de pennen in het roet ge kraste lijnen geven dan, zoowel bij stijgen als dalen van het vliegtuig, de waarden van tempera tuur en vochtigheid op verschillende hoogten. Fig. 6 geeft een beeld van het op deze wijze verkregen diagram. 2) De opteekening heeft plaats van rechts naar links; de onderste lijn geeft de hoogte,, de middelste de temperatuur, de bovenste het gehalte aan waterdamp aan. Het dalen dezer laatste lijn duidt op een toeneming der vochtigheid; voor de beide andere wijst dit op daling der temperatuur en toeneming der hoogte. Het belang van bovenstaande waarnemingen bracht mede hierbij iets langer stil te staan. Het Meteorologisch Instituut is op . dit gebied, niettegenstaande de bescheiden middelen waarover het beschikt, de zusterinstellingen in het buiten land voor, zoodat het aantal aerologische waarne mingen in Europa per dag nog gering is. Mettertijd zal men evenwel kunnen beschikken over een net van stations, waar de toestanden in de onderste lagen behoorlijk onderzocht worden en door waar neming van loodsballons en wolkenwaarnemingen de luchtbeweging tot in de stratosfeer kan bepaald worden. Eerst dan zal men den weerstoestand en de daarin optredende veranderingen goed kunnen be grijpen en rekening houdende met plaatselijke ge steldheid en geografische ligging het weder voor den volgenden dag met nog meer succes kunnen afleiden. Zoolang niet over voldoende gegevens beschikt wordt om dit standpunt te bereiken, kunnen de sporadische aerologische waarnemingen reeds nu helpen tot het vormen van een juist begrip omtrent het ontstaan van enkele verschijnselen en vullen zij de methoden aan betreffende de bepaling van de verplaatsing der minima en de ligging van de meer standvastige gebieden van hooge drukking. Bij deze methoden houdt men, naast de beoor deeling van het aanzien der lucht, voornam e1 ij k rekening met het volgende: 1. De minima bewegen zich in banen, waarbij de gebieden van hoogste drukking en hoogste temperatuur rechts liggen, terwijl de snelheid van beweging afgeleid wordt uit die in een voorafgaand tijdsverloop. 2. De barometerveranderingen pp de verschil lende stations geven een aanwijzing omtrent de richting van beweging der drukgebieden, de mate van de verandering geeft een denkbeeld van de snelheid der verplaatsing. 3. De beweging der minima houdt verband met de verplaatsing der scheidingsvlakken tusschen luchtmassa's van verschillende temperatuur en vochtigheid. 15 cent Fig. 6 4. De veranderingen in de hoogere luchtlagen, ook tengevolge van de straling, zijn van veel invloed op de zich aan de oppervlakte vertoonende baro meterveranderingen. Bekendheid met de lucht beweging in die lagen, d.w.z. met de verplaatsing der oorzaken leidt tot een inzicht omtrent de ver plaatsing der verschijnselen aan de oppervlakte. De behandeling van alle der in verschillende landen gebruikte methoden zou te ver voeren. Zij hebben hetzelfde euvel gemeen: afzonderlijk toe gepast leiden zij tot eenzijdigheid en dwalingen. Van n bepaalde methode van weersverwach ting kan men dan ook niet spreken. Feitelijk zou aan het vaststellen der weersverwachting moeten voorafgaan een bestudeering der gegevens aan de hand van alle methoden. Ook dan nog zal, naarmate men zich verder van het oogenblik der verwachting verwijdert, de zekerheid der ver wachting afnemen. Hij, voor wien de weersgesteld heid van belang is, moet dan ook niet bij de ver wachtingen blijven staan, doch deze trachten te begrijpen en zoo mogelijk voor zijn eigen om geving en het oogenblik, dat voor hem van belang is, aanvullen. Het is hier niet de plaats dieper op de verschil lende onderwerpen in te gaan. Hiervoor wordt verwezen naar het Leerboek der Meteorologie van Prof. Dr. D. van Gulik. Veel van het bovenstaande werd ontleend aan dat gedeelte van het werk, waarin de Hoofddirecteur van het Kon. Ned. Meteor. Instituut, Prof. Dr. E. van Everdingen, de weersvoorspelling behandelt. P. M. VAN R i EL 1. Heinrich Wilhelm Brandes, Duitsch physicus, 1777?1834. 2. Ontleend aan Het Vliegveld" No. 4, Februari 1920 met toestemming van Dr. H. G. Cannegieter, aan wien wij ook de afbeelding in fig. 5 danken. JAC URLUS HAVANA 12 CENTS SIGAAR Vraagt monster met acres van Uw winkelier bij FLEVO UTRECHT NIEUWE UITGAVEN Mededeeling no. 21 van den Nederlandschen Bond tot Kinderbeschrming bevat het Verslag van de vergaderingen, belegd door dien Bond op Zater dag 21 Juni 1924 waar werden behandeld de on derwerpen: Voorstel inzake een nieuwe subsidie regeling, uitgebracht aan den Bond door de op 13 Mei 1922 ingestelde Commissie en: De praktijk van de Kinderrechtspraak, (inleider Mr. H. de Bie). De Rekeningen der Graven en Gravinnen uit het Henegouwsche huis, uitgegeven door Dr. H. J. SMIT, eerste deel, Rekeningen van Jan II en Philippine van Luxemburg, Johanna van Valois en Willem IV. Amsterdam, Johannes Muller. Dit deel moet worden beschouwd als de voort zetting van de door Dr. H. G. Hamaker uitge geven Rekeningen der Grafelijkheid van Holland" (3 dln.) en Rekeningen der Grafelijkheid van Zeeland onder het Henegouwsche Huis" (2 dln.). Prof. J. G. SLEESWIJK hield in de openbare ver gadering van de Nederlandsche Geneeskundige Vereeniging voor de Lichamelijke Opvoeding een voordracht over Lichamelijke opvoeding en cul tuur". Deze voordracht verscheen thans in druk bij de erven H. J. Tijl, te Zwolle. Het eeuwige ijs. De Zuidpoolexpeditie van Kapi tein Scott. Een verhaal van den laatsten tocht naar de Zuidpool door Kapitein Scott en zijn tragisch einde, benevens een beschrijving van het natuurleven in het eeuwige ijs, door H. G. PONTING, ver taald door M. P. G. de Gruyter. Amsterdam, J. M. Meulenhoff. Dit fraai, met meer dan 150 uitstekende foto's, geïllustreerde werk is geschreven en uitgegeven door den heer Ponting, (die de zuidpoolexpeditie vergezelde met kamera en kinematografisch toe stel), op aandringen van Kapitein Scott. Deze heeft met hem de wenschelijkheid besproken, dat de schooljeugd zulke avonturen als de poolexpe ditie zou leeren kennen, daar hij hierin een middel zag om den fieren, mannelijken geest aan te kwee ken. De woorden van den grooten onderzoeker waren de aanleiding tot het uitgeven van dit boek. De illustraties zijn in het bijzonder te roemen. Levensverzekering Maatschappij H AA KI, E Tl" Wllsonsplein 11 DE VOORDEELIGSTE TARIEVEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl