Historisch Archief 1877-1940
No. 2470
DE AMSTERDAMMER; WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17
Pierre Monteux.
Deze Fransche dirigent, de laatste jaren werk
zaam aan het Amerikaansche Boston-orkest, leidt
op het oogenblik eenige abonnementsconcerten in
het Concertgebouw tijdens Mengelberg's
ongesteld?heid. Zijn directie van Strawinsky Le sacre du
printemps" heeft hém ons als een meester der
moderne muziek geopenbaard. Wij vermoedden het
reeds uit een voortreffelijke weergave van Debussys
Nocturnes", opzijn eerste concert.
Ongetwijfefd ontvouwt Monteux in de moderne
muziek treffender een eigen wezen dan in de klas
sieke. Hij dirigeert Weber, Beethoven, Bach,
Mozart op een traditioneel-bedreven wijze en voor
ons, die door Mengelberg hierin kieskeurig zijn ge
worden, een beetje oppervlakkig, enkele mooi over
wogen oogenblikken zooals het zachte gedeelte in
Weber's Euryanthe"-ouverture niet te na
geGERARD HEKKING
sproken. Ook begeleidt Monteux niet altijd even
gelukkig een solist: in het concert van Mozart
stonden orkest en pianiste wat naast elkaar, er
was geen samensmelting tot een geheel. Beter ver'
stonden de cellist Gerard Hekking en hij elkaar m
het zeer Fransche cello-concert van Saint Saêns,
door Hekking verrukkelijk gespeeld. Daarentegen
heeft Brahms' 4e symphonie mij volstrekt niet
kunnen voldoen. Hier dirigeerde Monteux opxde
traditioneel-verkeerde manier der Fransche musici,
die Brahms willen musiceeren", iets wat het werk
van Brahms, weinig spontaan en vloeiend, aller
minst verdraagt en dat deze muziek geen Stem"
laat verkrijgen. . ,
Maar als de dirigent van Strawinsky s Le sacre
zal Pierre Monteux ons onvergetelijk blijven en
alleen daarom al zijn wij het
Concertgebouwbestuur dankbaar om deze kennismaking.
Le sacre du printemps".
Ik aarzel niet de intrede" van de Sacre du
printemps" van Strawinsky op Zondagmiddag
12 October in het Concertgebouw een gebeurtenis
te noemen. Het had iets van een aardbeving, dunkt
mij. Men bewonderde hoe in het orkest ieder man
moedig op zijn plaats bleef. Het aanzien, dat de
zaal zelf had tijdens de uitvoering leek een beschei
den reprise van het schandaal, dat de eerste Sacre"
uitvoering in 1913 door de Russische balletten te
Parijs verwekte. Wij, Hollanders, hier zijn kalmer
van gemoed. Sommigen liepen weg, velen toonden
duidelijk hun hilariteit. Eén verklaarde: Het was
me alsof ik een electrische batterij in handen hield
en er voortdurend de schokken en stooten van
onderging". De voorvechters, de vernieuwers, de
jongelingschap er waren vele musici bij deze
eerste uitvoering in Nederland aanwezig hebben
onstuimig en demonstratief geklapt. Voor de ooren,
die het hooren konden bezat dit werk, afgezien van
iedere beoordeeling van mooi of leelijk, een dwin
gend wezen, waaraan niet te ontkomen viel en dat
uit het hart van een genie bleek geboren. Het doet
er niet toe dat dit genie juist deze donderwolk
kreeg los te laten, waarmede, toen in 1913, eenmaal
een nieuwe periode der muziek beginnen moest.
Dit booze weer" is inmiddels al voorbij gedreven,
maar in Nederland zijn wij, Noordelijker gelegen,
altijd wat achter. Er aan ontkomen konden wij niet
En wij kregen het, hoe, heb ik u boven beschreven.
Amerika kent Strawinsky reeds volkomen en
bewondert hem. Uitstekende dirigenten hebben
zijn muziek er reeds burgerrecht doen krijgen.
Pierre Monteux, die Zondagmiddag hier, inderdaad
in het zweet zijns aanschijns", de Sacre" diri
geerde, was er te Boston verleden jaar mee voor
gegaan. De machtige indruk van het werk deed
een Amerikaansch muziek-journalist deze muziek
van Strawinsky qualificeeren, als de muziek
van de menschelijke machine". Het valt nog te
bezien in hoeverre deze uitspraak juist is en of hij
niet te veel het oog houdt op de cubistische en
mechanische stroomingen in zekere kunsttenden
ties, die wij de futuristische waren gaan noemen.
Strawinsky herhaalt nooit zichzelf en hij heeft ook
nimmer een muziek als van deze ,,Sacre" meer
geschreven noch eenige tendentie, die men er in
zou kunnen vermoeden de mechanische bijv.;
waarom Rosenteld spreekt van een rythme, dat
danst met al de stalen en volkomen onvermoei
baarheid der machine, dat op en neer gaat met de
onmenschelijke gebaren en stalen Titanen-armen"
nogmaals toegepast. (Laat u niet misleiden door
het feit, dat Strawinsky ook eens voor mechani
sche piano's heeft gecomponeerd; De ouden,
zeide hij, schreven voor het clavecin, voor de in
strumenten van hun tijd; waarom zou ik niet eens
voor die van mijn tijd, de mechanische piano
schrijven?" Strawinsky kent slechts: muziek). In
de Sacre", reeds zoo verscheiden van het voor
afgaande Petrouchka", heeft Strawinsky alleen
den primitieven roes van den natuur-mensch, die
zich, als bij de wilde volken, slechts tot een
dionysische begoocheling, een razernij van extase, uit
kan dansen, uitgedrukt, maar dit dan ook zonder
aarzeling, zonder voorbehoud, met de heftigste
middelen, oprecht, waar als een natuurverschijnsel,
maar georganiseerd door het genie. Vraagt men
zich niet af: wat gaat dat worden? wanneer als
inzet een zwevend blaas-wijsje zich laat hooren,
waaruit nog niets te vermoeden is, hoewel de dood
stille leegte, die daarna zoo daverend van geluid
gaat worden, er reeds achter voelbaar is. En als
dan het geweldige rythme losbarst, dat een geheel
eigen pathos schijnt uit te spreken, en dat zich
nog nimmer in een muziekwerk zoo obsedeerend
heeft laten hooren. Maar een meesterhand bindt
de superbe muzikale chaos. Het zou een studie op
zichzelf zijn, hoe de componist zijn machtige wer
kingen door een schijnbaar grillig verschuiven van
het rythmisch accent verkrijgt of door een wonder
lijke wisselwerking van ongelijk maat deelen. Een
muziek, volkomen uit het rythme puttend wat het
aan leven ook is geweest voor den natuurmensch,
die, losgebroken in het voorjaar, het uitvierde in
, zijn riten en gebruiken: de bronst, de maagdenroof,
de danswoede, die tot den dood toe stijgt.
Op deze meedoogenlooze muziek, geweldig ge
schokt en gerythmeerd als stampen en slagen en
doorgiert van wreed gehinnik als van dieren, be
wegen zich de tafereelen, tafereelen van het
heidensche Rusland", in twee afdeelingen: L'Adoration
de la Terre" en Le Sacrifice", volgens het scenario
van Nicolaas Roerich, de reconstructie van den
ouden cultus: de inwijding van de lente. Later is
de muziek choreographisch in scène gebracht,
eerst door Nijinsky (in 1913), daarna, geheel anders,
door Massine (in 1920) welke laatste ook alle uit
beelding" van het gebeuren heeft opgegeven tegen
over de loutere rythmische verbeelding.
Het Concertgebouworkest deed wonderen met
zijn uitvoering van deze muziek en men staat ver
bluft tot wat dit eminente apparaat in staat is,
wanneer het maar de aanvoerder vindt, die het met
geestdrift weet voor te gaan.
Een tweede uitvoering van de Sacre" heeft
Donderdag ,,op veler verzoek" plaats. Nog meer
ingespeeld zal alles nog treffender gerealiseerd wor
den.
Deze uitvoeringen zijn een mooie voorbereiding
op de komst van Strawinsky zelf in ons land, in
. November, waarbij de componist o.a. solist zal
zijn. En zijn eigen piano-concert.
Clavecinibel-muzïek.
Men kent hier ter lande Wanda Landowska en
weet, dat zij reeds jaren haar beste krachten in
dienst stelt tot een herleving en een betere
waardeering van de oude wat vergeten of onjuist geïn
terpreteerde muziek der XVI Ie en XV11 Ie
eeuwsche meesters. Men weet ook dat zij eenige van haar
meeningen publiceerde in een zeer lezenswaardig
en aardig geschreven boekje. Musique ancienne"
en dat men tevens aan haar bemoeiingen den bouw
van een clavecimbel dankt, dat haar naam draagt
en waarop zij haar muzikale voordrachten houdt.
Een concert in de KI- zaal Concertgebouw ver
leden week gaf gelegenheid de kwaliteiten en eigen
aardigheden van dit instrument nader te leeren
kennen. Wanda Landowska bespeelde, voor het
opvallende onderscheid, naast het clavecimbel ook
een klavier. Haar cembalo, in 1912 in de
Pleyelpianofabrieken vervaardigd, zou men een perfec
tioneering kunnen noemen van die instrumenten,
die in de 17e en 18e eeuw in gebruik waren. Ten
minste, de constructie, zooals deze cembalo het
vertegenwoordigt, heeft Bach nooit gekend. Naar
uiterlijk gelijkt Landowska's vinding het meest op
een clavecimbel dat aan Maria Theresia heeft toe
behoort en dat in Oscar Bie's Das Klavier" staat
PIERRE MONTEUX
afgebeeld. Dit instrument heeft eveneens twee
toetsenrijen, hoewel maar twee pedalen. Het cembalo
van Wanda Landowska heeft er zes, een vernuftig
werkend mechaniek op zichzelf, waarmee met de
tonen, (die in de tweede klaviatuur herhaald zijn:
zonder pedaalwerking klinken zij als de daarmee
overeenkomende toon in de eerste klaviatuur) een
afwisselende veelheid van effecten kan worden be
reikt, en haar geluid dat meer herinnert aan de
snaren-instrumenten dan aan de
toetsen-instrumenten en het lichtelijk gonzende van harp of luit
heeft, maakt het mogelijk een juistere realiseering
in klank te geven van de oude composities voor he-t
cembalo dan door middel van de wat olie-achtige"
piano (het woord is van Wanda Landowska).
Bovendien maken twee toetsenrijen het gemakke
lijk de stemmen duidelijk te doen uitkomen, door
bijv. de melodie op het andere register te spelen.
En ten slotte is het vereischt het cembalo als or
kest-instrument te herstellen op de plaats waar nu
de vleugelpiano het vervangt, in de oude werken
ten onrechte.
Wanda Landowska hield in haar uitvoeringen
voor al haar uitkomsten een overtuigend pleidooi.
Vooral de Bach-reproducties en hun herstel van
den oorspronkelijken stijl leken mij belangrijk:
zij klonken als een nieuwe muziek in onze ooren,
ontdaan van de manie de la grandeur, de la
largeur et de la profondeur, qui ne sévissait pas
encore a cette poque", zooals Wanda Landowska
het treffend uitdrukt.
. CONSTANT.VAN W E s s E M