De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 18 oktober pagina 17

18 oktober 1924 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2470 DE AMSTERDAMMER; WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 17 Pierre Monteux. Deze Fransche dirigent, de laatste jaren werk zaam aan het Amerikaansche Boston-orkest, leidt op het oogenblik eenige abonnementsconcerten in het Concertgebouw tijdens Mengelberg's ongesteld?heid. Zijn directie van Strawinsky Le sacre du printemps" heeft hém ons als een meester der moderne muziek geopenbaard. Wij vermoedden het reeds uit een voortreffelijke weergave van Debussys Nocturnes", opzijn eerste concert. Ongetwijfefd ontvouwt Monteux in de moderne muziek treffender een eigen wezen dan in de klas sieke. Hij dirigeert Weber, Beethoven, Bach, Mozart op een traditioneel-bedreven wijze en voor ons, die door Mengelberg hierin kieskeurig zijn ge worden, een beetje oppervlakkig, enkele mooi over wogen oogenblikken zooals het zachte gedeelte in Weber's Euryanthe"-ouverture niet te na geGERARD HEKKING sproken. Ook begeleidt Monteux niet altijd even gelukkig een solist: in het concert van Mozart stonden orkest en pianiste wat naast elkaar, er was geen samensmelting tot een geheel. Beter ver' stonden de cellist Gerard Hekking en hij elkaar m het zeer Fransche cello-concert van Saint Saêns, door Hekking verrukkelijk gespeeld. Daarentegen heeft Brahms' 4e symphonie mij volstrekt niet kunnen voldoen. Hier dirigeerde Monteux opxde traditioneel-verkeerde manier der Fransche musici, die Brahms willen musiceeren", iets wat het werk van Brahms, weinig spontaan en vloeiend, aller minst verdraagt en dat deze muziek geen Stem" laat verkrijgen. . , Maar als de dirigent van Strawinsky s Le sacre zal Pierre Monteux ons onvergetelijk blijven en alleen daarom al zijn wij het Concertgebouwbestuur dankbaar om deze kennismaking. Le sacre du printemps". Ik aarzel niet de intrede" van de Sacre du printemps" van Strawinsky op Zondagmiddag 12 October in het Concertgebouw een gebeurtenis te noemen. Het had iets van een aardbeving, dunkt mij. Men bewonderde hoe in het orkest ieder man moedig op zijn plaats bleef. Het aanzien, dat de zaal zelf had tijdens de uitvoering leek een beschei den reprise van het schandaal, dat de eerste Sacre" uitvoering in 1913 door de Russische balletten te Parijs verwekte. Wij, Hollanders, hier zijn kalmer van gemoed. Sommigen liepen weg, velen toonden duidelijk hun hilariteit. Eén verklaarde: Het was me alsof ik een electrische batterij in handen hield en er voortdurend de schokken en stooten van onderging". De voorvechters, de vernieuwers, de jongelingschap er waren vele musici bij deze eerste uitvoering in Nederland aanwezig hebben onstuimig en demonstratief geklapt. Voor de ooren, die het hooren konden bezat dit werk, afgezien van iedere beoordeeling van mooi of leelijk, een dwin gend wezen, waaraan niet te ontkomen viel en dat uit het hart van een genie bleek geboren. Het doet er niet toe dat dit genie juist deze donderwolk kreeg los te laten, waarmede, toen in 1913, eenmaal een nieuwe periode der muziek beginnen moest. Dit booze weer" is inmiddels al voorbij gedreven, maar in Nederland zijn wij, Noordelijker gelegen, altijd wat achter. Er aan ontkomen konden wij niet En wij kregen het, hoe, heb ik u boven beschreven. Amerika kent Strawinsky reeds volkomen en bewondert hem. Uitstekende dirigenten hebben zijn muziek er reeds burgerrecht doen krijgen. Pierre Monteux, die Zondagmiddag hier, inderdaad in het zweet zijns aanschijns", de Sacre" diri geerde, was er te Boston verleden jaar mee voor gegaan. De machtige indruk van het werk deed een Amerikaansch muziek-journalist deze muziek van Strawinsky qualificeeren, als de muziek van de menschelijke machine". Het valt nog te bezien in hoeverre deze uitspraak juist is en of hij niet te veel het oog houdt op de cubistische en mechanische stroomingen in zekere kunsttenden ties, die wij de futuristische waren gaan noemen. Strawinsky herhaalt nooit zichzelf en hij heeft ook nimmer een muziek als van deze ,,Sacre" meer geschreven noch eenige tendentie, die men er in zou kunnen vermoeden de mechanische bijv.; waarom Rosenteld spreekt van een rythme, dat danst met al de stalen en volkomen onvermoei baarheid der machine, dat op en neer gaat met de onmenschelijke gebaren en stalen Titanen-armen" nogmaals toegepast. (Laat u niet misleiden door het feit, dat Strawinsky ook eens voor mechani sche piano's heeft gecomponeerd; De ouden, zeide hij, schreven voor het clavecin, voor de in strumenten van hun tijd; waarom zou ik niet eens voor die van mijn tijd, de mechanische piano schrijven?" Strawinsky kent slechts: muziek). In de Sacre", reeds zoo verscheiden van het voor afgaande Petrouchka", heeft Strawinsky alleen den primitieven roes van den natuur-mensch, die zich, als bij de wilde volken, slechts tot een dionysische begoocheling, een razernij van extase, uit kan dansen, uitgedrukt, maar dit dan ook zonder aarzeling, zonder voorbehoud, met de heftigste middelen, oprecht, waar als een natuurverschijnsel, maar georganiseerd door het genie. Vraagt men zich niet af: wat gaat dat worden? wanneer als inzet een zwevend blaas-wijsje zich laat hooren, waaruit nog niets te vermoeden is, hoewel de dood stille leegte, die daarna zoo daverend van geluid gaat worden, er reeds achter voelbaar is. En als dan het geweldige rythme losbarst, dat een geheel eigen pathos schijnt uit te spreken, en dat zich nog nimmer in een muziekwerk zoo obsedeerend heeft laten hooren. Maar een meesterhand bindt de superbe muzikale chaos. Het zou een studie op zichzelf zijn, hoe de componist zijn machtige wer kingen door een schijnbaar grillig verschuiven van het rythmisch accent verkrijgt of door een wonder lijke wisselwerking van ongelijk maat deelen. Een muziek, volkomen uit het rythme puttend wat het aan leven ook is geweest voor den natuurmensch, die, losgebroken in het voorjaar, het uitvierde in , zijn riten en gebruiken: de bronst, de maagdenroof, de danswoede, die tot den dood toe stijgt. Op deze meedoogenlooze muziek, geweldig ge schokt en gerythmeerd als stampen en slagen en doorgiert van wreed gehinnik als van dieren, be wegen zich de tafereelen, tafereelen van het heidensche Rusland", in twee afdeelingen: L'Adoration de la Terre" en Le Sacrifice", volgens het scenario van Nicolaas Roerich, de reconstructie van den ouden cultus: de inwijding van de lente. Later is de muziek choreographisch in scène gebracht, eerst door Nijinsky (in 1913), daarna, geheel anders, door Massine (in 1920) welke laatste ook alle uit beelding" van het gebeuren heeft opgegeven tegen over de loutere rythmische verbeelding. Het Concertgebouworkest deed wonderen met zijn uitvoering van deze muziek en men staat ver bluft tot wat dit eminente apparaat in staat is, wanneer het maar de aanvoerder vindt, die het met geestdrift weet voor te gaan. Een tweede uitvoering van de Sacre" heeft Donderdag ,,op veler verzoek" plaats. Nog meer ingespeeld zal alles nog treffender gerealiseerd wor den. Deze uitvoeringen zijn een mooie voorbereiding op de komst van Strawinsky zelf in ons land, in . November, waarbij de componist o.a. solist zal zijn. En zijn eigen piano-concert. Clavecinibel-muzïek. Men kent hier ter lande Wanda Landowska en weet, dat zij reeds jaren haar beste krachten in dienst stelt tot een herleving en een betere waardeering van de oude wat vergeten of onjuist geïn terpreteerde muziek der XVI Ie en XV11 Ie eeuwsche meesters. Men weet ook dat zij eenige van haar meeningen publiceerde in een zeer lezenswaardig en aardig geschreven boekje. Musique ancienne" en dat men tevens aan haar bemoeiingen den bouw van een clavecimbel dankt, dat haar naam draagt en waarop zij haar muzikale voordrachten houdt. Een concert in de KI- zaal Concertgebouw ver leden week gaf gelegenheid de kwaliteiten en eigen aardigheden van dit instrument nader te leeren kennen. Wanda Landowska bespeelde, voor het opvallende onderscheid, naast het clavecimbel ook een klavier. Haar cembalo, in 1912 in de Pleyelpianofabrieken vervaardigd, zou men een perfec tioneering kunnen noemen van die instrumenten, die in de 17e en 18e eeuw in gebruik waren. Ten minste, de constructie, zooals deze cembalo het vertegenwoordigt, heeft Bach nooit gekend. Naar uiterlijk gelijkt Landowska's vinding het meest op een clavecimbel dat aan Maria Theresia heeft toe behoort en dat in Oscar Bie's Das Klavier" staat PIERRE MONTEUX afgebeeld. Dit instrument heeft eveneens twee toetsenrijen, hoewel maar twee pedalen. Het cembalo van Wanda Landowska heeft er zes, een vernuftig werkend mechaniek op zichzelf, waarmee met de tonen, (die in de tweede klaviatuur herhaald zijn: zonder pedaalwerking klinken zij als de daarmee overeenkomende toon in de eerste klaviatuur) een afwisselende veelheid van effecten kan worden be reikt, en haar geluid dat meer herinnert aan de snaren-instrumenten dan aan de toetsen-instrumenten en het lichtelijk gonzende van harp of luit heeft, maakt het mogelijk een juistere realiseering in klank te geven van de oude composities voor he-t cembalo dan door middel van de wat olie-achtige" piano (het woord is van Wanda Landowska). Bovendien maken twee toetsenrijen het gemakke lijk de stemmen duidelijk te doen uitkomen, door bijv. de melodie op het andere register te spelen. En ten slotte is het vereischt het cembalo als or kest-instrument te herstellen op de plaats waar nu de vleugelpiano het vervangt, in de oude werken ten onrechte. Wanda Landowska hield in haar uitvoeringen voor al haar uitkomsten een overtuigend pleidooi. Vooral de Bach-reproducties en hun herstel van den oorspronkelijken stijl leken mij belangrijk: zij klonken als een nieuwe muziek in onze ooren, ontdaan van de manie de la grandeur, de la largeur et de la profondeur, qui ne sévissait pas encore a cette poque", zooals Wanda Landowska het treffend uitdrukt. . CONSTANT.VAN W E s s E M

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl