Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2470
V' TjybGENGOf EN
' J'
ROMANS VAN MILLS WHITHAM
THE HERETIC,
I
The Heretic a study of temperament, is het eerste
boek geweest dat ik van John Mills Whitham las.
Het was een genot een echt Engelsch werk op te
vatten met zijn geur van buitenlucht. Een felle
geur is het hier. Mills hoort in Devonshire thuis,
hij is van wat de Engelschen noemen tlie Western
Country en hij plaatst zijn localiteit niet in het
vette gedeelte van het land, rijk aan koeien en
hoeven tusschen schaduwrijke lanen, maar hij
klimt de hoogten op waar de zeewind beladen met
regenstormen over de harde brokkelige heide bul
dert en het leven zwaar maakt voor menschen
en vee.
Daar heeft zich op een van de hoogste plekken
in de eenzaamheid van een soort van blokhuis, te
midden van een ommuurde ruimte, met zijn vier
jarig kind een origineel teruggetrokken, sinds hij
genoeg had van het leven in de wereld. Zijn vrouw
was na een paar jaren van gelukkig huwelijk ge
storven, een zware ziekte had zijn gezondheid voor
goed geknakt, zijn ambtstaak moest hij laten
varen, het gewone leven had hem meer te zeggen,
hij wilde zich met zijn vertrouwde boeken wijden
aan afzondering en overpeinzing en de opvoeding
van zijn zoon Raymon.
De Vernes waren van goede familie, er liep
.echter een ader van wereldvreemdheid door hun
Woed. Het duurde niet zoo heel veel jaren of een
*roeder van den ouden Verne, meer gezond, meer
?wereldsch.maar na verre omzwervingen behoefte
ge-voelend aan rust, kwam zich voor korter en langer
itijd, eerst, later voor goed in het blokhuis vestigen,
.aangetrokken door Raymon's onbedorven natuur.
Het leven was inderdaad niet geheel uit het
geslacht geweken, alleen het scheen zich te hebben
opgezameld in de derde spruit der familie, de
dochter, in goeden doen, gehuwd met een me
dicus van naam en een uitgebreide parktijk in
Londen. Laat ons deze, met Raymon, noemen
tante Blomfield Graine,
Zij had geen kinderen, en zij voelde uit familie
betrekking veel voor den jongen in zijn verloren
verlatenheid. Raymon mocht daar niet blijven in
die ijle atmosfeer van boekendweperij, zij zou hem
gaan halen, zij had een wil, zij wou wel eens zien
wie haar in den weg stond.
Redeneeren, dat verstond zij goed! Dat moest
haar broeder merken; toen zij zich voor een tweetal
weken bij hem had ingekwartierd, van zijn filoso
fische hoogte waarvan hij zich niet liet afbrengen,
kon hij zijn zuster alleen afweren door de opmer
king dat hij Raymon vrij zou laten kiezen.?De
mensch heeft het goddelijke recht, legde hij haar
uit, zijn eigen zedelijke bestemming te bepalen,
ddor vrij uit zijn gaven te ontwikkelen en zich
daarbij een discipline op te leggen.
??Arme jongen," zeide zij, hij zal erg onge
lukkig worden en een onmensch zijn, wanneer uw
plan met hem slaagt".
Laat hem bij zijn dood kunnen zeggen, dat
niets de echtheid van zijn aard heeft kunnen aan
tasten, en hij zal de hoogste wijsheid en den
diepsten godsdienst hebben betracht".
Je hebt ongelijk, broeder, het is heelemaal
verkeerd en niets dan ijdelheid ? en dit komt er
van, want het is een booze trots, van begin
tot eind goddeloos, en dit komt er van, wou ik
zeggen, wanneer men in de wildernis leeft, te mid
den van die bloedelooze boeken. Raymon wordt
nog een zedelijk monster".
?Maar vooreerst is Raymon volmaakt gelukkig
in de wereld waarin hij opgroeit, hij leeft mee
met de enkele menschen van zijn omgeving, een
zuiver natuurkind, hij hardt zich aan het ongun
stige klimaat, vindt zijn liefhebberij in het ver
zamelen en bestudeeren van dierenskeletten, is
altoos welkom bij de boeren en heeft een boeren
meisje tot vriendin, zijn intimus is een strooper,
maar zijn vader is zijn bewondering. Met hem
denkt hij en werkt hij en kan zich geen ander ge
luk verbeelden. Neen, tante Graine heeft geen
kans.
Ook daarom, niet omdat haar echtgenoot be
hoort tot de officieele medische school, die door
operaties kwetsuren en ontwrichtingen van lede
maten wil behandelen, terwijl hij zelf door zijn
studies en zijn jeugdige ervaringen bij dieren ge
leerd heeft hoe men eenvoudig door ingrijpen met
de hand de orde kan herstellen, zonder tot het mes
zijn toevlucht te nemen. Zijn oom, de broeder van
zijn vader, heeft hem gesproken van een genialen
vriend in Londen die zulk een behandeling heeft
ingevoerd en daarom door de medische faculteit
is in den ban gedaan. Die man, Arnold Pratt,
is zijn bewondering geworden. Ook Blomfield, de
dokter, noemt hem een ellendigen kwakzalver.
Neen, ook voor de toekomst heeft de tante geen
hoop op succes.
Hij zou spoedig een keus moeten doen.
Toen zijn vader stierf, was hij bijna zeventien
jaar. Korten tijd te voren hij was dag en nacht
bij hem had hij hem nog Lucretius voorgelezen;
op eenmaal onder de lectuur overmande hem de
gedachte aan wat aanstaande was, hij wierp het
boek van zich, viel op zijn knieën voor het bed,
en hoe hij zich ook wou inhouden, hij weend.e bit
tere tranen.
Zijn vader strekte een hand naar hem uit en
zeide rustig: Wij hebben samen wakker geleefd,
in oprechtheid en waarheid, zoover wij haar
kenden".
Maar wat kan ik doen, wanneer ge sterft?"
vroeg de zoon. Ik ben geen lafaard, maar ik haat
den dood. Het is of ik nu pas de dingen zie, zooals
ze werkelijk zijn, ik zou in opstand kunnen ko
men, maar ik ben geen lafaard, dat wil ik niet zijn".
Je zult slagen, waar ik heb gefaald", kalmeerde
hem zijn vader.
Weinig dagen later, toen het oogenblik naderde;
zat Raymon wit en vermagerd als de stervende
bij het bed van zijn vader en luisterde naar de
flauwe ademhaling. Zij hield op en hij merkte het
nauwelijks. Plotseling zag hij de intrede van den
dood. Hij riep, en terwijl de familieleden binnen
kwamen, schoot hij hen voorbij en uit het huis,
en zwierf her en der over de hoogte, en wist niet
wat te doen, en hoe hij zou zoeken zich voor ieders
oog schuil te houden tot hij weer meester was van
zich zelf.
In plaats van de tante te volgen in Londen en
haar huis als woonplaats te kiezen tijdens de
studie voor een graad in de officieele medecijnen,
verkoos hij het leerlingschap bij Arnold Pratt en
de bohème woning welke hij hem had aan te bieden.
Het was een val uit de straffe, reine hoogte van
de heide in de landstreek van het Westen naar de
bedompte, vuile, onfatsoenlijke straat die op
Bloomsbury Square uitkwam. Zijn tante, toen
zij hem in de woning opzocht, waar hij een dak
kamertje had betrokken, stond er op dat hij dade
lijk met haar naar huis zou meegaan, zij wou hem
niet laten bij zijn meester die in den drank zijn
troost had gezocht voor al de vernederingen hem
door de faculteit aangedaan, en evenmin te mid
den van de dubbelzinnige kamerhuursters, die
over dag secretaressen" heetten en 's avonds
heel laat naar haar nachtkwartier gingen.
Maar voor Raymon's gedachtenkring bestond
het leelijke niet; wanneer zijn dagtaak met het
eten was afgeloopen, zat hij tot twaalf uur te
studeeren en was 's morgens om zes uur op. Hij wilde
het vertrouwen van Arnold Pratt winnen. Die
had hem gezegd:
Ik heb mijn oogen in de vingers, hebt gij ze
niet zoo, vertrek dan hoe eerder hoe liever; want
ons werk is bezieldheid, geen wetenschap, 't is
net als het geloof en het geheim kan niet worden
uitgelegd. Hebt ge de bezieling, dan zie ik kans
haar te ontwikkelen; zoo niet, pak je dingen bij
elkaar en word journalist of ga onder je oom
werken. We zullen zien".
De Zondagen, als er geen patiënten kwamen,
waren zwaar; hij had dan de museums en zijn
wandelingen. Soms te midden van de ellende,
want het waren meest armen die hulp vroegen,
overviel hem een zware gedruktheid, dan dacht
hij aan den raad van Pratt: Op de been blijven!
Niet gaan soezen ! en nog meer aan het woord
van zijn vader: Zijn best doen en hopen en moedig
zijn ! Raymon schaamde er zich voor dat hij met
zich zelf begaan zou raken.
In den nacht, toen hij uit het raam zag, dacht hij
aan de egale rust over de heide.
Arnold Pratt liet zich op een avond in een dron
ken bui door een autobus overrijden. Raymon
was zijn opvolger, de armen zochten hem. Toch
had hij nog een hulp. Hoe dikwijls ook
teruggestooten Mrs. Blomfield Graine liet haar neef niet
los.
Eingelijk was zij een bewonderenswaardige
vrouw zooals vrouwen nu eenmaal zijn, bij haar
had hij altoos een toevlucht maar van Pratt,
vooral niet van den dooden Pratt, mocht zij geen
kwaad spreken. Zij kon niet anders, op den duur,
dan van Raymon gaan houden; zij ging, bijna,
in hem gelooven. % .
Een van haar vriendinnen, een dame uit de
groote wereld, een vrouw van invloed, bracht
zij in zijn kliniek, toen niemand haar van het
ongemak in haar knie kon verlossen. Maar waar
om gradueert hij niet, als hij toch zoo
wónderknap is? vroeg de honorable. Is hij koppig?
Monstrueus, moest de tante erkennen, maar,
voegde zij er warm bij, ik respecteer hem.
M ^/^^f^'^ivs^V^siS^iV-^
/ tji^^^$'tt&*?&w&ït:i&?jf£X!j&
Kingers'
Corina
Bonbons
een delicatesse
Bijzonder fijne
smaaK
Van den tijd af, dat hij de met een titel bege
nadigde van haar kwaal had afgeholpen, begun
stigde hem de fortuin. Mrs. Blomfield bleef niet
achter om haar bij te staan, zij, toen eenmaal haar
neef zijn toestemming had gegeven, nam de ver
huizing op zich uit het sombere verwaarloosde
Bloomsbury-kwartier naar de voorname wijk van
Mayfair, en overal volgde de fortuin Raymon op
zijn weg.
Zij zorgde voor meer, de tante, dan voor de in
stallatie in een aanzienlijke omgeving. Was er niet
een jonge vriendin die veel bij haar aan huis kwam,
fier en knap met een eigen wil en een eigen per
soonlijkheid? Zij paste bij de eenvoudige degelijk
heid van Raymon.
Ja, haar vader was het voornaamste lid der
medische faculteit, de man stokstijf van
vakvooroordeelen, maar een jong paar, wanneer het
van elkanders liefde overtuigd was, liet zich niet
ringelooren!
En Violet had hem lief, zij las in Raymon's hart,
zij deelde in zijn diep gevoel voor de heide, ook
daar zou zij hem zijn gevolgd. Maar hij wilde haar
niet stelen, tegen den raad van zijn moederlijke
vriendin Mrs Blomfield zocht hij den
hardnekkigen vader te overtuigen, dat was hij verplicht
aan de leer van zijn eigen vader en zijn Violet
werd hem op eenmaal ontscheurd; hij zag haar
eerst een paar jaren later terug, de vrouw van
een ander.
Ook dan bleek het gescheiden zijn voor goed
onmogelijk; een plan werd gemaakt van vlucht
en van hereeniging in den vreemde, maar haar
begaf de moed als het tot een beslissing zou komen.
Vergift maakte een einde aan Violet's leven.
Ondertusschen ging het uitputtende bestaan
van den medicus voort, die zijn cliënteel zag aan
groeien; hij kreeg zijn partij in het land, een
machtige beweging werd op touw gezet om van het
Parlement een wijziging der medische wet te ver
krijgen, een feestmaal werd gegeven om den wak
keren strijder te eeren de strijder die dood moe
was, die Londen met zijn gewoel, zijn wereldsch
gedoe in 't geheel niet kende en die inderdaad zich
nog het best thuis gevoelde op de heide, wanneer
hij zich ergens kon thuis gevoelen, hij die nu be
gon te begrijpen, dat hij met Violet zijn geluk
had verloren, omdat hij niet geweten had van door
tasten.
De Vernes hadden geen aansluiting bij het
leven.
Toen hij op het huldigingsmaal zijn groote rede
voering zou houden, was hij zijn argumenten
kwijt; hij sprak over zijn eigen leven, over zijn
taak om alles op te geven en in de eenzaamheid
te gaan.
Men begreep hem niet. Voelde hij zich mislukt
te midden van zijn triomf? De wereld had een
heel hard oordeel toen hij zich terugtrok, evenals
zijn vader had gedaan.
Zoo is het slot van het mooi opgezette sobere
verhaal, dat over het midden te melodramatisch
verloopt.
Maar wij hebben met den auteur nog niet ge
daan.
W. G. C. B Y v A N c K
loninUjjkaliulialUanspert-Vaatschappi
DEGRUYTER&Co.
DEH HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Internationale Verhuizingen