Historisch Archief 1877-1940
No. 2471
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
OUDERWETSCH
Vanmorgen is me een licht opgegaan en nu weet
ik het. Ik ben ouwerwetsch.
Vergeef me den ik" stijl, dien 'k minstens even
erg verfoei als gij, maar deze bekentenis is een per
soonlijke en kan in geen anderen vorm gegoten
worden.
't Is een biecht een mea culpa ! Acht godde
lijke dagen hebben we door Belgiëgedwaald, van
Antwerpen naar Brussel, van Brussel naar Gent
en Brugge.
't Mooie land van Waes door naar St. Nicolaas
en 't was een vreugde bij die goede Vlamingen te
zijn die wij zoo graag als onze geestelijk minde
ren behandelen, maar die in gemoedszaken, vrees
ik, onze meerderen zijn. Acht dagen in een wagen,
van stad tot stad, zonder nagejouwd te worden,
zonder met steenen gegooid te worden. We gingen
langs fabrieken, die leeg liepen, maar we hoefden
't yeege lijf niet te bergen, onze ooren niet te
sluiten. De fabrieksmeisjes, twee aan twee, met
haar wollen brei in de hand gingen langzaam op
huis aan in den schoonen herfstdag. De mannen
fietsten ons voorbij en hadden bijna allen een
groetend gebaar of een G'dagzulle" voor de vreem
den over. We gingen door dorpen waar 'n fijne
ouderwetsche kermis in volle pracht van kleurige
schiettenten en lichtend-flikkerende draaimolens
gloorde Daar was vreugde en pret, wat uitge
latenheid en wat dronkenschap, die zich uitte in
Breugheliaansche dansen en tafereelen. Maar er
was geen liederlijkheid, geen vandalisme en boven
al geen kwade wil tegen de vreemde indringers.
Daar werd niet gejouwd en gescholden zooals in
Holland. Daar was geen fijne stemming, maar er
was een goede stemming en 'n milde toon.
Van de dingen des harten hebben die Belgen
toch 'n goed deel gekregen.
Ach en daar was Brugge en de Memlings. Zal
iemand ooit de vroomheid zeggen, al de vroom
heid die geschuild heeft in 't hart van dezen
mensch.
Memling, van Eyck en Rogier van der
Weyden, hoe verschillend onderling, hebben
voor mij dit gemeen, dat ze hun menschelijkheid
als 't ware uitgeschakeld hebben en er in hun
werk niets van verraden. Daar zijn alleen zielen
in uiterste bewogenheid en vroomheid aan 't
woord, die ons dwingen, zoo al niet tot God te gaan,
dan toch wel, de aardsche dingen te laten glippen
en hem te volgen in purer sfeeren.
Ik kende het alles immers sinds jaren. Mijn
jaarlijksche bedevaart is immers steeds eerst daar
heen. Toch heeft het me in dezen herfst alles
uitermate ontroerd en heb ik beseft, dat al deze
dingen zijn als een maatstaf voor eigen verdie
ping, dat ze meer zijn dan kathedralen, schilderijen
of muziek, dat ze zijn de toetssteenen van eigen
. gevoeligheid, de maatstaf onzer geestelijke nooden.
Op den terugweg trof me als schoon alleen het
oude en eeuwige. Een molen, het sombere water
dat van Goyen liefhad, Dordt, zooals Jaap Maris
dit symboliseerde, Zwart Jan van Rotterdam met
zijn achtergrond van beeldenstorm en
godsdienststrijd en thuis mijn keuken.
En daar nu heb ik het eens voor al begrepen:
ik ben ouderwetsch en deze tijd met zijn tours de
force in kunst en muziek is me onsympathiek en
ik geloof er niet aan. Ik geloof niet aan huizen
zonder daken en vormloozesteengroepen, die zich
in zelfverheffing op een gelijkenis met de
Egyptenaren beroepen, en menschenwee en
menschenwillen heeten te symboiiseeren. '
Ik geloof noch in den maker noch in de
snobbistische bewonderaars. Ik geloof alleen in een
Mode" en een zeer trouwe weerspiegeling van
onzen decadenten tijd. Waarom zou onze eeuw
niet als kunst" de techniek aanvaarden? Kunst
van dezen tijd zijn de Diesselmotoren, de T.S.F.,
de dikke Bertha's, de stikgassen, de vliegmachines.
De kunst der Middeleeuwen was accidenteel.
Men maakte kunst omdat men vroom was
de Middeleeuwen stonden in 't teeken der Religie.
De Renaissance bracht bewust kunst (geen
bewuste kunst meestal); dat tijdperk van kunst
om de kunst sloten de SOers.
Nu bloeit noch religie noch kunst, wij leven
in den tijd der techniek. Waarom aanvaarden we
dat niet en zoeken we de kunst niet waar ze is,
n.1. bij hen die uit vroomheid of liefde schiepen?
Waarom willen we de kundigheid en
kunstemakerij der Modernen kunst" noemen? Ik voor
mij, ik speel niet mee en ik beken, ik weet nu
waarom: ik ben ouderwetsch".
Oh, mijn heerlijke, oude keuken in mijn 17de
eeuwsche pastorie, met 't lachende koper, met
't glundere tin,-met de schouw om hammen te
rooken en de turfloop, waardoor de turf van den
zolder naar beneden valt! Ik heb mijn keuken
lief als 'n schilderij, als een poëem en 'k duld er
geen rtiodern deerntje, dat zich hulp in de huis
houding noemt en op hooge hakken ronddaast
met licht zijden kousen.
In mijn mooie oude keuken hoort de cornet en
als 'k die niet meer kan krijgen dan niets. Dan
poets ik zelf mijn koper en schuur ik zelf mijn tin.
Waarom niet? Het getij is veranderd, waarom de
bakens niet verzetten?
In 'n wereld waar 'n Kid 21.000.000 verdient
met filmen, waar 'n bokser millionair wordt en
'n groot geleerde gebrek lijdt moet 'n kentering
komen.
Waarom zouden wij onze verachting voor al
dat gedoe niet toonen door ons terug te trekken
en onze vreugde te zoeken waar ze 't schoonst
is thuis? Dan pas zullen we inzien hoe we te
kort gedaan zijn. Hoe we ons door speculanten,
huisjesmelkers en gouddieven hebben laten kort
wieken. Dan zullen we weer leeren hoe een huis
moet zijn en met kennis van zaken onze eischen
stellen.
Als ge zélf inmaakt, mist ge uw goeden
ouderwetschen
kelder,alsgezelfwascht,uwgrootendroogzolder, als ge zelf kookt, merkt ge pas de slechte
ventilatie in de revolutiehuizen en zoodra ge het
merkt, reclameert ge, en als we allen protesteeren
en reclameeren, moet er verandering komen.
Als we zélf wasschen, komen de wasscherijen
in 't gedrang, de meisjes vrij, die daar werkten.
Als we zélf weer breien, haken, naaien zullen vele
bedrijven een gevoeligen knauw krijgen en weer
eens goede" waar moeten produceeren om kans
op een bestaan te hebben.
Geloof me: we zijn afgedwaald van onze wezen
lijke bestemming. De vrouw hoort thuis. Laat ze
studeeren, waarom niet? Laat ze iets leeren opdat
ze, in tijden van nood, zich redden kan maar
als ze trouwt, laat ze dan het vak van huisvrouw
even goed vervullen als ze, ongetrouwd, dat van
dactylo, onderwijzeres, doctores of wat ook,
gedaan zou hebben, op straffe van anders wegge
stuurd te worden en broodeloos te zijn.
Ook huishouden is een vak, een heel moeilijk
maar heel dankbaar vak, getuige mijn blijde
incomste in mijn oude keuken.
't Is heerlijk om alles helder en spiek and span
te weten. Alle onreinheid komt toch ten slotte
ons besef van eigenwaarde te na, alle wanorde is
vernederend.
Ja ik beken, ik bén ouderwetsch en ik heb
het huishouden lief, niet platonisch, want ik doe
alles zélf maar werkelijk lief. Ik doe het zoo
goed ik kan, zonder het minste gevoel van ver
nederend werk" te doen. En ik doe het als protest
tegen onzen mallen tijd, waarin vrouwen liever
haar gezondheid verknoeien op kantoren en in
fabrieken dan echten vrouwenarbeid te verrichten
in 't heilige der heiligen, thuis.
Bij anderen? En waarom niet? In een fabriek
en op 'n kantoor is 't toch ook bij anderen."
Ieder huis is een heiligdom dat vrouwen bouwen
om den arbeid van mannen, dat haar gewijd is.
Ja, ik ben ouderwetsch. Peccavi! '
ELLEN FOREST
WAT VROUWEN WILLEN WETEN..
KEUKENRECEPTEN.
Tel eens op hoeveel keukenhoeken er noodig zijn,
als ge u als huisvrouw bemoeit met het
keukendepartement en de bereiding der spijzen? Het
eene boek geeft recepten van eenvoudige,
alledaagsche kostjes, het andere behandelt meer de
fijne keuken, het derde geeft dagelijksche menu's,
die veel hoofdbreken besparen, in het vierde zijn
allerlei schoteltjes voor de lunch beschreven, en
dan het oude Davides" en Aaltje de zuinige
keukenmeid" beide zoo onmisbaar voor tul
banden, cabinetpudding, poffertjes, evenveetties
enz. Waarlijk geen der in het gezin bestaande
keukenhoeken zou men kunnen missen. Daaraan
zijn dan nog toegevoegd, moeder of grootmoeder's
eigenhandig opgeschreven beproefde familie-recep
ten, die worden bijgeschreven of bijgeplakt met
de in de dagbladen wekelijks verschijnende lek
kere schoteltjes en de heerlijke toetjes in den
vreemde of bij kennissen genoten, waarvan natuur
lijk terstond het recept is gevraagd. Laat ons 't
eerlijk bekennen, wij vrouwen zijn ontzettend
veeleischend op culinair gebied. Doch.... en nu
komt deze karaktertrek op een hooger plan, we
doen het ter wille van anderen.
Ik durf u daarom met een gerust hart zes, zegge
6, nieuwe kookboeken ter kennismaking aan
bevelen, die alle tegelijk de wereld ingaan, en
slechts voor 50 et. per stuk in ieders bereik kunnen
komen. Ge hebt ze wellicht reeds in de winkels
gezien, want ze vallen op door hun kleurig
Amerikaansch type. Zes dunne kwarto boeken, elk
16 bladzijden groot. Ieder deel beschrijft een apart
gebied: Eiergerechten, Soepen, Puddingen,
Vischgerechten, Vleeschgerechten. Inmaak, en geeft
meer dan 100 beproefde recepten, die zijn verza
meld door Mevr. Rie Zwart?Ketjen leerares in
kookkunst en voedingsleer (Uitg. Maatsch. A. W.
Segboer, Den Haag).
Tweede hands werk zult ge zeggen, de boeken
van Martine Wktop Koning staan vél hooger.
Ik ben 't volkomen met u eens. Ook het Haagsche
kookboek, het Amsterdamsche kookboek e.a.
geven beter vakkundig doordachten arbeid, wat
hier niet het geval is.
Doch ge weet het..... wij willen verscheidenheid
en zulke vroolijke boekjes als deze met de kleurige
opgemaakte schotels op den omslag en de talrijke
prenten binnenin; neen, die hadden we in ons iet
wat zware Nederland nog niet. Juist die afbeel
dingen zijn zoo nuttig om te leeren hoe het opdoen
der spijzen zooveel genoegelijker kan zijn dan
in een schaal met deksel, als de verheugenis alleen
afhangt van den min of meer in den smaak val
lenden opeengehoopten inhoud.
De zes keukenhoeken geven op zijn Amerikaansch
licht werk, toch leggen ze den nadruk op de wetens
waardigheden betreffende het te bestrijken
kookgebied en ze doen dit in concreeten,
overzichtelijkpractischen vorm. Ze stemmen u vroolijk om den
dwazen inval een advertentie van een
stoomwasscherij en bleekerij en een boek over
graphologie midden tusschen zachtgekookte en gepo
cheerde eieren" in te plaatsen. Dat is Ameri
kaansch zult ge weer zeggen. Pardon.... hier is 't
Hollandsch.
Maar genoeg ! Als ge niet meer verwacht van die
deeltjes dan ze geven kunnen, zijn 't receptenboeken
die voor u, ook door vele in plaat gebrachte hand
grepen van de kokerij, nuttig en leerzaam kunnen
zijn. En de recepten? Welnu die zijn beproefd,
dus lekker.
Twee hierbij gegeven platen en recepten van de
600 dienen ter kennismaking.
E. M. R.
PRUIMENMÉRINQUE
250 Gr. Gedroogde pruimen, 6 d L. melk, 1U stokje vanille,
20 Gr. tarwebloem. 2 eieren, 200 Gr. suiker.
Meng het tarwemeel aan met de eierdooiers, 25 Gr.
suiker en een deel van de melk, waarin de vanille is
afgetrokken. Breng de overige melk aan de kook, doe
er het meelmengsel bij en laat de vla 5 min. roerende
op een zacht vuur doorkoken. Doe ze in een vuurvaste
schotel, laat ze afkoelen, klop het eiwit stijf; klop er
de suiker door. Spuit of leg het eiwit in hooge torentjes
langs den rand van het schoteltje op de vla. Bestrooi
de torentjes met wat gewone suiker.
Zet het schoteltje in een louwen oven tot het
eiwitschuim lichtbruin is (IVi & 2 uur). Zorg, dat intusscherj
de pruimen gewasschen, geweekt en gaargekookt zijn in
zooveel water, dat ze juist bedekt waren. Laat de laatste
25 Gr. suiker meekoken. Neem het schoteltje uit den
oven; stapel de pruimen zonder het vocht, in het midden
op, zonder op de schuimkoptorentjes te knoeien. Presen
teer de schotel warm of koud. In het laatste geval
worden de pruimen er koud opgestapeld.
SCHOTSCH EIEROERECHT
4 eieren, 250 Gr. varkensgehakt, gekookte aardappelen,
meel en frituurvet,
Kook de eieren hard, pel ze, wanneer ze koud zijn,
wentel ze even door meel en bedek ze dan met een
laagje varkensgehakt, wentel ze weer voorzichtig door
meel en bak ze in dampend heet frituurvet gaar en
lichtbruin. Laat ze goed uitlekken; snijdt ze in de
breedte in tweeën, leg ze op een warme schaal en leg
er een rand van heete aardappelpurée omheen, r*"
De voedingvan een zuigeling
met KARNEMELK van
OUD BUSSEM
kost 3O cent per dag.
:-: Kerkstraat 187 - Tel 49344. :-;