Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2471
(Ma teekeningen voor de Amsterdammer"
door den schrijver)
DE NEDERLANDSCHE FILM
CIRQUE HOLLANDAIS Union, Rialto, Royal.
IP is een wezenlijk
goede film, eene
vertooning, die er
wezen mag?eenen
gang naar dit the
ater ten volle
waard ! De hoofd
rol is in goede han
den en geeft uitste
kend spel te zien:
sterk en spiritueel!
Geen wonder ook
zij wordt n.l.
vertolkt door den
Hollandschen jene
ver, welke niet zal
nalaten 't buitenland respect in te boeze
men voor onze nationale Koperen Toonbanken"
en Laatste Stuivertjes." Behalve alzoo de heer
Lucas Bols treedt in 't stuk op onze groote Louis
Bouwmeester, die 'n geniaal tooneelspeler, 'n
krasse grijsaard en dus 'n goed filmspeler is. Veel
genot geeft ook Mevr. de Boer?van Rijk, die
waarlijk levendig wist te sterven. Een woord van
lof mogen wij niet onthouden aan Frits Bouw
meester, die den ongelukkigen clown speelt
(een karakter, even nieuw als oorspronkelijk !)
want nimmer nog zagen wij eenen zóó
smartelijkscheeven mond noch zulk een klein hoedje
noch zulk een welgedaanheid bij een dood-zieke !
Hup, Frits, well done !" (O, pardon, wij dachten
aan ons sportverslag van gisteren !) Om te gieren
v. h. lachen gelijk de advertenties zeggen
is Piet Kohier. Hij stelt eenen circus-kapelmeester
voor en wij moeten eerlijk verklaren ons met
geenen zenuwpatiënt, met geen ongeneeslijk geval
van St. Vitusdans ooit zóó geamuseerd te hebben,
als met dezen waarlijk geestigen komiek. Voorts
merkten wij op (o, pardon wij waren in de war
met ons begrafenis-verslag van hedenmorgen !)
voorts vermeldt 't programma nog de dames
Kluppell en Agnes Marou en de wijze waarop zij hun
oogen. op- en weder neerslaan is boven allen lof
verheven. Kortom het is eene vertooning, die er
wezen mag en alleen al eenen gang "
Lezer, ik mag in deze respectabele kolommen niet
vloeken, daarom benut ik den regel
gedachtenstreepjes om over m'n ergernis en teleurstelling
heen te komen. Want in vriendelijk-suffe
besprekinkjes, als ik hierboven parodieerde, gedenkt de
dagbladpers, (voorzoover zij haar ambulanten"
op de bioscoop loslaat) de Hollandsche Film, die
representatief moet zijn voor onze cinematogra
fische kunst. Onze cinematografische kunst
wat 'n perspectieven openen zich bij dit woord !
De kunst, wier expressie-middelen over den heelen
aardbol worden verstaan die den
Nederlandschen kunstenaar de gelegenheid geeft te
concurreeren met den buitenlander, zonder gehandicapt
te worden door ons kleine taalgebied, hetwelk onze
auteurs en
tooneelspeI°rs feitelijk van de
overige wereld afsluit.
De kunst, die 't kleine
Holland 'n eervolle rol
kan toebedeelen in den
taaien strijd, welke de
artistieke film heeft te
voeren tegen de lawine
van smaak- en
stijlverpestendeAngelsaksische
rolprentén. De kunst,
die ons prachtige land
schap, ons heerlijk ste
den-schoon onder haar
requisieten telt die
onze folklore, onzen
markanten volksaard
tot dankbare motieven
kan kiezen.De kunst,die
naast de schilderkunst
en de muziek, Holland
groot zou kunnen ma
ken ....
Wat realiseert de
Hollandsche film, zoo
als wij die kennen, van al deze schoone idealen? Ik
ben-jaar-in, jaar-uit, naar onze nationale cinema
producten gaan kijken in de hoop, zij 't dan met
nog zulke bescheiden middelen, iets moois of ten
minste iets oorspronkelijks te zien. Helaas
'f eenige wat me bijbleef is de eeuwige combinatie
van de slechte meid, de
zeeman-met-'t-hart-vangoud en de pooier. Je kunt doen wat je wilt: die
ellendelingen ontloop ,je niet. Enfin ik was dan
nog maar blij, dat ons dat andere schoone object
van volkskunst" bespaard bleef de onge
lukkige clown, u weet wel ! Maar ogottogot
daar heb je 't gegooi in de glazen ! Daar komt 't
Cirque Hollandais" groote Nationale Kunst
film, en brengt ons den rampzaligen August,
met al z'n muffe, duffe, uitgekauwde,
afgesabbelde circusromantiek. En terwijl na eindelooze
worstelingen strijd in de Nibelungen" die groote
gebeurtenis, de dageraad van de film-kunst aan
breekt, komt de Nederlandsche rolprent-industrie
en attaqueert met frisschen moed, maar overigens
zonder 'n sprankje originaliteit een onderwerp,
dat onzen grootouders reeds meters de keel uithing.
Men heeft gemeend voor dit zeer minderwaardige
product onzer filmfabricage reclame te moeten
maken, door er de namen onzer grootste
tooneelkunstenaars aan te verbinden 'n politiek, die
van 'n zekere sluwheid niet is vrij te pleiten.
Immers 'n werk waarin onze groote Louis en
Mevr. de Boer?Van Rijk optreden is in Nederland
vanzelf populair, 't Publiek en de pers.... ach
ja, de pers.... laten zich om den tuin leiden.
Zij zien de beminde artisten op 't witte doek en
't hart wordt hun week, want zij herinneren zich
menig oogenblik van schoonheid op 't levend
tooneel.... en zij vergeten dat dit geen film
kunst is ! Noch wat scenario noch wat regie
noch wat spel betreft.
Wat scenario betreft, 't Zij hier volmondig
erkend, dat 't scenario-vraagstuk 'n probleem is,
misschien wel 't moeilijkste probleem, dat de
film-kunst heeft op te lossen. Maar lieve hemel
was er nou niets dragelijkere te vinden, dan deze
miserabele historie, waarin bijna uitsluitend ge
dronken, geluisterd en gestorven wordt? Waarin
de jenever zoo duidelijk en zoo dikwijls als deus
ex machina" optreedt dat 't pijnlijk en belachelijk
wordt? Mij dunkt men kon bij zoo'n geringe
productie waarachtig wel wat kieskeuriger zijn in
de keuze van 'n rolprent-intrigue, temeer waar er
ongetwijfeld tal van schrijvers zijn, die beter
werk zouden kunnen en willen leveren.
Wat de regie betreft. Hoe komt men er toe van
't heerlijke Hollandsche landschap 'n impressie te
geven, zooals iemand krijgt, die in 'n
snel-draaienden mallemolen zit z'n sterkste regie-troeven
(ook voor 't buitenland !) aldus met onbegrijpelijke
nonchalance uit handen gevend? Hoe komt iemand
er toe (film beeldende kunst !) z'n sujetten keurig
op 'n rijtje te zetten, precies evenwijdig aan
't projccticvlak alsof men door 'n etalage-ruit
van Hollenkamp naar binnen kijkt? (Kamer
boerderij). Waarom wordt de rol van den
doodz'eken clown toebedeeld am Frits Bouwmeester,
die bezig is 'n gezellige onderkin en dito embon
point te fokken? Waarom mag-ie 'n colle'ga aan
z'n mes rijgen, zonder dat er 'n haan, laat staan 'n
politieman naar kraait? Waarom draagt du
boerendochter let wel boe'-ren-doch-ter in 't
tijdperk harer grootste misère keurige witte
kousen en schoentjes? Waarom.... dit en waarom
dat?
En nu 't pijnlijkste punt: 't spel. Zooals ik zei,
heeft men zich blijkbaar willen dekken, door
illustere namen aan de film te verbinden. Wie hart
heeft voor onze groote artisten n voor de rolprent,
zal dit >ioeten betreuren want de naïve mee'iiing,
dat 'n goed tooneelspeler, tevens 'n goed film
acteur zou zijn, blijkt voor de zooveelste maal 'n
afschuwelijk misverstand, 'n Eenvoudig bewijs?
Wel, men schreeuwt op deze film: 'n cardinale fout,
J. 8. MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAO
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
karakteristiek voor slecht filmspel. In de groote
scène b.v. tusschen den O.W.'er (Hunsche) en
boer van Dalen (Bouwmeester) trachten de per
sonages blijkbaar te overtuigen (vergetende dat ze
voor de lens spelen) door stemuitzetting. 't Resul
taat is, dat een der sterkste en dankbaarste
tooneelen ontaardt in 'n machteloos en wild
gesticuleeren. Is 't den spelers of tenminste den regis
seur nooit opgevallen, dat Jannings in z'n groote
scènes nimmer schreeuwt en zelfs alle vocale
explosies vermijdt, om zich volkomen te kunnen
concentreeren op mimiek en plastiek?
Blijft over de delirium-scène, algemeen bewon
derd en toegejuicht. Ik meen aan Bouwmeester's
groote kunst niets te kort te doen met hier te
verklaren dat ik haar stuitend vind ! Stuitend
omdat ze niet artistiek-gemotiveerd is niet on
afwendbaar en logisch-noodzakelijk uit den gang
der gebeurtenissen voortvloeiend. Integendeel
krijgt men den indruk uitsluitend onthaald te
worden op de afschuwelijke symptomen van 't
delirium tremens", teneince aan de film 'n lek
kere scène a faire te kunnen toevoegen. Welnu
dit gaat te ver. Hiertegen verzet zich, naar mijn
meening, alles wat aan goeie smaak in ons is.
M'n collega (als ik zoo vrij mag zijn) m'n collega
van een der arbeidersbladen noemt dit enthousiast
'n artistieke prestatie van den eersten rang. Men
kan blijkbaar over arbeiders-educatie van meening
verschillen: ik vind 't weerzinwekkend.
Van de bij-rollen is niets goeds te zeggen. Al
deze dames en heeren behalve Adrienne Solser,
zijn onmiskenbaar geagiteerd en bevangen door 't
feit, dat ze voor de lens staan hun spel wordt
daardoor schutterig en nerveus, onzeker en
dillettantisch.
En nu is de gangbare meening dat men de natio
nale film-kunst bevordert en steunt, door derge
lijk werk goed te praten ja zelfs aan te prijzen.
O, dwaling! Want men bewijst de Hollandsche
film geen dienst, met haar te laten voortgaan op
dezen weg van circusdrama's met hun rampzalige
clowns, snoode athleten en den heelen
sentimenteelen mikmak - door 't buitenland uit den treure
en oneindig grootscheepscher vertoond.
Ik geloof in andere en grootere mogelijkheden.
Van rijkswege gesteund zal de Hollandsche film,
'n sterke, nieuwe en jonge kunst in 't leven kunnen
roepen, 't Land dat 'n Lensvelt, 'n Royaards en
'n Heyermans voortbracht bevat daartoe zeer
zeker de elementen in zich. Ik zou 'n beroep willen
doen op de vele jonge kunstenaars, die onge
twijfeld rondloopen met hoofden vol plannen en
vuisten vol daden en zeggen: hier is 'n terrein voor
uw energie ! Hier is 'n nieuw, onontdekt land,
dat wacht op uw genie, op uw werkkracht, op uw
vindingrijkheid ! Gij, die van dezen tijd zijt, werpt
u op de kunst van dezen tijd: de cinematografie.
En helpt Holland groet maken door de Holland
sche film.
J o R D A A N