De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 25 oktober pagina 20

25 oktober 1924 – pagina 20

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2471 (Ma teekeningen voor de Amsterdammer" door den schrijver) DE NEDERLANDSCHE FILM CIRQUE HOLLANDAIS Union, Rialto, Royal. IP is een wezenlijk goede film, eene vertooning, die er wezen mag?eenen gang naar dit the ater ten volle waard ! De hoofd rol is in goede han den en geeft uitste kend spel te zien: sterk en spiritueel! Geen wonder ook zij wordt n.l. vertolkt door den Hollandschen jene ver, welke niet zal nalaten 't buitenland respect in te boeze men voor onze nationale Koperen Toonbanken" en Laatste Stuivertjes." Behalve alzoo de heer Lucas Bols treedt in 't stuk op onze groote Louis Bouwmeester, die 'n geniaal tooneelspeler, 'n krasse grijsaard en dus 'n goed filmspeler is. Veel genot geeft ook Mevr. de Boer?van Rijk, die waarlijk levendig wist te sterven. Een woord van lof mogen wij niet onthouden aan Frits Bouw meester, die den ongelukkigen clown speelt (een karakter, even nieuw als oorspronkelijk !) want nimmer nog zagen wij eenen zóó smartelijkscheeven mond noch zulk een klein hoedje noch zulk een welgedaanheid bij een dood-zieke ! Hup, Frits, well done !" (O, pardon, wij dachten aan ons sportverslag van gisteren !) Om te gieren v. h. lachen gelijk de advertenties zeggen is Piet Kohier. Hij stelt eenen circus-kapelmeester voor en wij moeten eerlijk verklaren ons met geenen zenuwpatiënt, met geen ongeneeslijk geval van St. Vitusdans ooit zóó geamuseerd te hebben, als met dezen waarlijk geestigen komiek. Voorts merkten wij op (o, pardon wij waren in de war met ons begrafenis-verslag van hedenmorgen !) voorts vermeldt 't programma nog de dames Kluppell en Agnes Marou en de wijze waarop zij hun oogen. op- en weder neerslaan is boven allen lof verheven. Kortom het is eene vertooning, die er wezen mag en alleen al eenen gang " Lezer, ik mag in deze respectabele kolommen niet vloeken, daarom benut ik den regel gedachtenstreepjes om over m'n ergernis en teleurstelling heen te komen. Want in vriendelijk-suffe besprekinkjes, als ik hierboven parodieerde, gedenkt de dagbladpers, (voorzoover zij haar ambulanten" op de bioscoop loslaat) de Hollandsche Film, die representatief moet zijn voor onze cinematogra fische kunst. Onze cinematografische kunst wat 'n perspectieven openen zich bij dit woord ! De kunst, wier expressie-middelen over den heelen aardbol worden verstaan die den Nederlandschen kunstenaar de gelegenheid geeft te concurreeren met den buitenlander, zonder gehandicapt te worden door ons kleine taalgebied, hetwelk onze auteurs en tooneelspeI°rs feitelijk van de overige wereld afsluit. De kunst, die 't kleine Holland 'n eervolle rol kan toebedeelen in den taaien strijd, welke de artistieke film heeft te voeren tegen de lawine van smaak- en stijlverpestendeAngelsaksische rolprentén. De kunst, die ons prachtige land schap, ons heerlijk ste den-schoon onder haar requisieten telt die onze folklore, onzen markanten volksaard tot dankbare motieven kan kiezen.De kunst,die naast de schilderkunst en de muziek, Holland groot zou kunnen ma ken .... Wat realiseert de Hollandsche film, zoo als wij die kennen, van al deze schoone idealen? Ik ben-jaar-in, jaar-uit, naar onze nationale cinema producten gaan kijken in de hoop, zij 't dan met nog zulke bescheiden middelen, iets moois of ten minste iets oorspronkelijks te zien. Helaas 'f eenige wat me bijbleef is de eeuwige combinatie van de slechte meid, de zeeman-met-'t-hart-vangoud en de pooier. Je kunt doen wat je wilt: die ellendelingen ontloop ,je niet. Enfin ik was dan nog maar blij, dat ons dat andere schoone object van volkskunst" bespaard bleef de onge lukkige clown, u weet wel ! Maar ogottogot daar heb je 't gegooi in de glazen ! Daar komt 't Cirque Hollandais" groote Nationale Kunst film, en brengt ons den rampzaligen August, met al z'n muffe, duffe, uitgekauwde, afgesabbelde circusromantiek. En terwijl na eindelooze worstelingen strijd in de Nibelungen" die groote gebeurtenis, de dageraad van de film-kunst aan breekt, komt de Nederlandsche rolprent-industrie en attaqueert met frisschen moed, maar overigens zonder 'n sprankje originaliteit een onderwerp, dat onzen grootouders reeds meters de keel uithing. Men heeft gemeend voor dit zeer minderwaardige product onzer filmfabricage reclame te moeten maken, door er de namen onzer grootste tooneelkunstenaars aan te verbinden 'n politiek, die van 'n zekere sluwheid niet is vrij te pleiten. Immers 'n werk waarin onze groote Louis en Mevr. de Boer?Van Rijk optreden is in Nederland vanzelf populair, 't Publiek en de pers.... ach ja, de pers.... laten zich om den tuin leiden. Zij zien de beminde artisten op 't witte doek en 't hart wordt hun week, want zij herinneren zich menig oogenblik van schoonheid op 't levend tooneel.... en zij vergeten dat dit geen film kunst is ! Noch wat scenario noch wat regie noch wat spel betreft. Wat scenario betreft, 't Zij hier volmondig erkend, dat 't scenario-vraagstuk 'n probleem is, misschien wel 't moeilijkste probleem, dat de film-kunst heeft op te lossen. Maar lieve hemel was er nou niets dragelijkere te vinden, dan deze miserabele historie, waarin bijna uitsluitend ge dronken, geluisterd en gestorven wordt? Waarin de jenever zoo duidelijk en zoo dikwijls als deus ex machina" optreedt dat 't pijnlijk en belachelijk wordt? Mij dunkt men kon bij zoo'n geringe productie waarachtig wel wat kieskeuriger zijn in de keuze van 'n rolprent-intrigue, temeer waar er ongetwijfeld tal van schrijvers zijn, die beter werk zouden kunnen en willen leveren. Wat de regie betreft. Hoe komt men er toe van 't heerlijke Hollandsche landschap 'n impressie te geven, zooals iemand krijgt, die in 'n snel-draaienden mallemolen zit z'n sterkste regie-troeven (ook voor 't buitenland !) aldus met onbegrijpelijke nonchalance uit handen gevend? Hoe komt iemand er toe (film beeldende kunst !) z'n sujetten keurig op 'n rijtje te zetten, precies evenwijdig aan 't projccticvlak alsof men door 'n etalage-ruit van Hollenkamp naar binnen kijkt? (Kamer boerderij). Waarom wordt de rol van den doodz'eken clown toebedeeld am Frits Bouwmeester, die bezig is 'n gezellige onderkin en dito embon point te fokken? Waarom mag-ie 'n colle'ga aan z'n mes rijgen, zonder dat er 'n haan, laat staan 'n politieman naar kraait? Waarom draagt du boerendochter let wel boe'-ren-doch-ter in 't tijdperk harer grootste misère keurige witte kousen en schoentjes? Waarom.... dit en waarom dat? En nu 't pijnlijkste punt: 't spel. Zooals ik zei, heeft men zich blijkbaar willen dekken, door illustere namen aan de film te verbinden. Wie hart heeft voor onze groote artisten n voor de rolprent, zal dit >ioeten betreuren want de naïve mee'iiing, dat 'n goed tooneelspeler, tevens 'n goed film acteur zou zijn, blijkt voor de zooveelste maal 'n afschuwelijk misverstand, 'n Eenvoudig bewijs? Wel, men schreeuwt op deze film: 'n cardinale fout, J. 8. MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAO DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND karakteristiek voor slecht filmspel. In de groote scène b.v. tusschen den O.W.'er (Hunsche) en boer van Dalen (Bouwmeester) trachten de per sonages blijkbaar te overtuigen (vergetende dat ze voor de lens spelen) door stemuitzetting. 't Resul taat is, dat een der sterkste en dankbaarste tooneelen ontaardt in 'n machteloos en wild gesticuleeren. Is 't den spelers of tenminste den regis seur nooit opgevallen, dat Jannings in z'n groote scènes nimmer schreeuwt en zelfs alle vocale explosies vermijdt, om zich volkomen te kunnen concentreeren op mimiek en plastiek? Blijft over de delirium-scène, algemeen bewon derd en toegejuicht. Ik meen aan Bouwmeester's groote kunst niets te kort te doen met hier te verklaren dat ik haar stuitend vind ! Stuitend omdat ze niet artistiek-gemotiveerd is niet on afwendbaar en logisch-noodzakelijk uit den gang der gebeurtenissen voortvloeiend. Integendeel krijgt men den indruk uitsluitend onthaald te worden op de afschuwelijke symptomen van 't delirium tremens", teneince aan de film 'n lek kere scène a faire te kunnen toevoegen. Welnu dit gaat te ver. Hiertegen verzet zich, naar mijn meening, alles wat aan goeie smaak in ons is. M'n collega (als ik zoo vrij mag zijn) m'n collega van een der arbeidersbladen noemt dit enthousiast 'n artistieke prestatie van den eersten rang. Men kan blijkbaar over arbeiders-educatie van meening verschillen: ik vind 't weerzinwekkend. Van de bij-rollen is niets goeds te zeggen. Al deze dames en heeren behalve Adrienne Solser, zijn onmiskenbaar geagiteerd en bevangen door 't feit, dat ze voor de lens staan hun spel wordt daardoor schutterig en nerveus, onzeker en dillettantisch. En nu is de gangbare meening dat men de natio nale film-kunst bevordert en steunt, door derge lijk werk goed te praten ja zelfs aan te prijzen. O, dwaling! Want men bewijst de Hollandsche film geen dienst, met haar te laten voortgaan op dezen weg van circusdrama's met hun rampzalige clowns, snoode athleten en den heelen sentimenteelen mikmak - door 't buitenland uit den treure en oneindig grootscheepscher vertoond. Ik geloof in andere en grootere mogelijkheden. Van rijkswege gesteund zal de Hollandsche film, 'n sterke, nieuwe en jonge kunst in 't leven kunnen roepen, 't Land dat 'n Lensvelt, 'n Royaards en 'n Heyermans voortbracht bevat daartoe zeer zeker de elementen in zich. Ik zou 'n beroep willen doen op de vele jonge kunstenaars, die onge twijfeld rondloopen met hoofden vol plannen en vuisten vol daden en zeggen: hier is 'n terrein voor uw energie ! Hier is 'n nieuw, onontdekt land, dat wacht op uw genie, op uw werkkracht, op uw vindingrijkheid ! Gij, die van dezen tijd zijt, werpt u op de kunst van dezen tijd: de cinematografie. En helpt Holland groet maken door de Holland sche film. J o R D A A N

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl