Historisch Archief 1877-1940
22
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2471
CHARIVARIA
Op dit oogenblik bevindt Jackie Coogan
zich in zeven statie-kamers op de eerste tage
van het hotel Adlon," schrijft het Hbl. onder
het opschrift Jackie Coogan is aangekomen."
Jackie is inderdaad zeer aangekomen.
t*
i,
SrAANEENLIJMSELS
Als het nu maar heusch een Indië-vlucht wordt.
Een Praag-vlucht is het in ieder geval reeds. Van 't
Hoff-Le Bel-herdenking. , De Van
Rappard-documenten." (N.R.C.)
De 1925-tentoonstellingscatalogus." (Kamp.)
VROEGRIJPE KINDERTJES
Zus Lek (getrouwd), Pini van Urk (verloofd), Niek
Haasnoot en Dorl Walrave (getrouwd), Jopie van den
Ende (in plaats van kaarten verloofd.)"
Men weet, dat Gandhi, de Britsch-Indische leider,
die zich zelf het verbod heeft opgelegd om gedurende
21 dagen te vasten, als boetedoening voor de religieuse
twisten tusschen Hindoes en Mohammedanen, heeft
verklaard van zijn besluit niet te kunnen afzien." (Hbl.)
Charivarius heeft zich een dergelijk verbod,
voor altijd, opgelegd. Zóó maar.
De schrijfster staat als het ware met n
been aan eiken kant van het Engelsche kanaal,"
schrijft het Hbl., maar de door ons gecursiveerde
woorden maken de situatie aanmerkelijk minder
gruwzaam.
CORRESPONDENTIE
D. te H. De Tel. schrijft: In de vloer van de woon
kamer vond men een kleina onzichtbaar luik." Dit is
natuurlijk een samentrekking van klein en bijna. Zoudt
u over dit gecomprimeerde proza eens een grapje willen
maken?
Antw. Ik zal er eens ernstig oken. Misschien
kan ik er iets vanken.
L. te R. Wat beteekent het motto van uw laatste
Ruize-rijm: Do ut des?
Antw. Do ut des beteekent c c d-mol. Het is
tevens een formule uit het Romeinsche recht
nopens het koopcontract: Ik geef opdat gij
geve."
DE RAAD VOOR DE
SCHEEPVAART NAAR DEN HAAG
Aan Joh. Braakensiek 1).
Waarom niet? Den Haag is er juist voor ge
schikt,
zij 't voor botter, tjalk, logger, of klipper:
waar 't klokje der Hollandsche staatkunde tikt,
is men ook wel bekend met geschipper!
Den Haag is de stad (dit is 't fijne der zaak),
waar van 's Lands politiek wordt gesproken;
en 'k vraag u: waar wordt er zoo goed en zoo vaak
aan een ander de loef afgestoken?
Den Haag moet het zijn: men beslisse met spoed;
laat de uitspraak niet langer verwijlen:
men neemt nergens elders zoo vaak en zoo goed
aan een ander den wind uit de zeilen !
En weet niet Den Haag in echt-Hollandschen trant
't navigeeren-ter-zee na te bootsen?
Men weet er, ten aanzien der stuurlui aan land,
menig wets-ontwerp binnen te loodsen !
't Staatkundig Den Haag is bij uitstek de plaats;
de gevaren der zee zijn het eigen;
een minister ziet, steekt hij den neus buitengaats,
daar Charybdis en Scylla staan dreigen!
En tegenwind is er; en soms maakt een stroom
er den doortocht voortdurend versperden
dan gaat het nu ja, 't mag dan niet zijn met
stoom
dan nog gaat het, al boomende", verder!
Wij twijfelen niet: op Den Haag valt de keus
uit de Hollandsche steden en dorpen:
hoe vaak is daar niet, was laveeren de leus,
met beleid reeds het roer omgeworpen?
Den Haag zal het zijn: ieder nieuw argument
is na 't vorig betoog overbodig !
Den Haag heeft, het zij hï'er volmondig erkend,
wel een Raad voor de Scheepvaart hard noodig t
K u M o R A NOSAI. is
1) Zie de prent in het vorig nummer.
DAGBOEK VAN EEN AMSTER
DAMMER
Den Weieerwaarden Heer
Ds. van der Voort van Zype
Ex-Kamerlid; Burgemeester.
Weieerwaarde Heer,
BRIEVEN Daar gaat een rilling door het land:
AAN van der Voort van Zype niet meer in
GROOTE de Kamer! Eenzelfde rilling als door
MANNEN de Zeven Provinciën voer op het
bericht dat Bestevaer voor Syracuse
gesneuveld, dat Maarten Harpertszoon Tromp bij
ter Heide gebleven was. Een van die rillingen,
dewelke gansch een volk met nen slagkippevel
bezorgen. Want wie zal thans het Vloot-element
in de Staten-Generaal vertegenwoordigen, nu
gij, Weieerwaarde, in een landelijk dorpje als
Maartensdijk Burgemeester zijtgewordent? Dat tal
van anti-revolutionnaire staatslieden de zoo hoog
noodige rust zoeken en vinden in vriendelijke
plaatsjes is begrijpelijk, even begrijpelijk als het
is dat een zorgzame Christelijke regeering haar
kiekens een warm hok bezorgt. Van der Molen,
de man met de baard, is een bezienswaardigheid
van Oosterbeek geworden; Rutgers zit onder de
rook van Gouda, vele Colijns groeien en bloeien
in Haarlemmermeersche raadszalen en als straks
Duymaer van Twist's hersengestel moede is ge
worden van het al te geconcentreerd politiek
denken, zal ook voor hem een plaats gevonden
dienen te worden en waar zou hij beter zijn dan in
Kampen? Doch dat men u, Weieerwaarde, met
Maartensdijk opscheept, vind ik ietwat ondank
baar. Gij kent zonder twijfel het schoone graf
schrift op den dooden Tromp:
Men steil' voor Hollands admiraal
Geen graf van marmer of metaal,
Maar ergens op een hongen klip
In 't hol van een veroverd schip,
Den dooden Tromp daar ingelegd
Zal onder het eerste zeegevecht
Aan Holland moed en strijdlust geven,
En menig Engelschman doen beven.
Ziet, zoo had men u ook moeten bijzetten. Er
zijn geen holen meer van veroverde schepen,
hoogstens holen waar men de onnoozele zeelui,
die zich afzonderen, uitschudt, doch was er voor u,
onze zoutwaterspecialist, niet een of andere
stad aan de zee te vinden geweest waar gij als
burgervader uw verdere dagen had kunnen slijten?
Vlissingen, de stad van Michiel, ware voor u
geknipt geweest, doch dit was niet vacant. Maar
was er dan niet een Kijkduin of een Monster, of
een Brouwershaven of eenTesselof een der honderd
andere Hollandsche kustplaatsen, waar de zee
wind dag en nacht den mensch frissche gedachten
toewaait, waar de zee elk etmaal vierentwintig
uur ruischt, waar de schepen met de driekleur
in top fier voorbijstevenen en waar het blonde
duin van Holland's glorie zingt? U daar bijgezet,
zou voor u, Weieerwaarde, die zooveel lange jaren
de eenige zeeman op het droge in de Tweede
Kamer waart, dien men, van de gereserveerde
zoowel als van de publieke tribune, elkaar aan
wees als de zoetwater-matroos van het Parlement,
die pal stond voor elke vermeerdering van ons
oud-roest en zich heesch praatte voor elke nieuwe
Vlootwet, een passend otium cum dignitate zijn
geweest. Maar Maartensdijk ! Een landelijk dorpje,
waar geen zee te bekennen en het eenige water een
Wetering is waarin het eenmaal goed snoeken was.
Waar geen zoute wind waait, waar geen pikbroeken
over de keien hobbelen, waar geen geuren van pek
en teer en harpuis de luchten bezwangeren en
waar niets aan de zee herinnert dan het loeien der
koeien, dat men, op een mistigen dag, hoogstens
voor het geluid van een misthoorn kan houden
zóó u weg te stoppen, weieerwaarde, in zoo'n
dorp, na uw helden-verleden als vloot-domin
en als vloot-politicus, is de ondankbaarheid wel
wat ver gedreven. Een laudrot als de Vlugt zit
wel in een stad als Amsterdam, die groot werd door
de zee, waarom een pikbroek als u, weieerwaarde,
dan niet in Marken, op Urk of in Volendam?
En ik hef aan, overtuigd dat ons zeelievcnd en
zeevarend volk uit.volle borst met me mee zal
instemmen:
Men steil' voor van der Voort van Zyp,
Geen stoel van leder of van trijp,
Maar ergens op een warme stoof
Onder de wieken van 't greformeerd geloof
Den zouten Zyp daar opgezet,
Zal bij een nieuwe Vlootenwet
Aan d'anti's moed en strijdlust geven,
En menig pacifist doen beven.
OOK KEN ASPIRANT-BUROEMEESTER.
DE BLINDSÉANCE DAMMEN
VAN B. SPRINGER Jr.
(Teekening voor de Amsterdammer"
door Wybo Meijer)
5-SPBiriGED
DE. EEP5TE BLIND-DAM-SPELER
Onze Hollandsche damspeler B. Springer Jr.
van Marseille, heeft op zijn tournee door ons land,
in Americain een partij blind gedamd. Wij hebben
respect voor deze prestatie, daar wij bij onder
vinding maar al te goed weten, hoe moeilijk het
is een behoorlijke partij ziende te dammen.
Springer is de pikeur om het aan te durven een
partij blind te spelen. Wij kennen wel enkele
damspelers, die het gezichtsvermogen missen,
maar hun spel spelen op een speciaal voor dit
doel gemaakt dambord. Zij spelen op het gevoel,
zij gaan met hun handen over het dambord heen om
zich zoo de standen voor te kunnen stellen, maar
een ziende damspeler die een partij blind speelt,
is een unicum in de geschiedenis van het damspel!
Maar, zoo zullen de belangstellende lezers
denken, is het damspel dan zoo moeilijk, zoo inge
wikkeld? Geven die twintig zwarte en twintig
witte schijven, door verplaatsing dan zooveel stof
tot denken? Zeer zeker is dit het geval en wel om
hun eenvoud, om hun zelfde waarde, want er is
geen enkele schijf die meer waarde heeft dan een
andere. Zij zijn alle gelijk en dit maakt juist het
dammen zoo ontzettend moeilijk en gecompli
ceerd, ledere schijf mag maar n vak in schuine
richting verplaatst worden, moet in schuine richting
voor of achteruit slaan. Dit slaan is verplicht.
Wanneer nu van beide zijden gelijkvormig een
tiental zetten gedaan zijn, dan kan iemand met een
gezond stel hersenen dien stand volgen, zij het dan
ook met inspanning van alle krachten. Wijkt
evenwel de tegenspeler af na een zestal zetten en
moet er geslagen worden, dan stelt dit aan het
voorstellingsvermogen buitengewone hooge eischen;
daarbij komt dat de blindspeler over een enorme
damkennis en geheugen moet beschikken; hon
derden standen moet kennen en een kalme natuur
moet hebben. De legio varianten en ondervarianten
die er na lederen zet ontstaan, zich wijzigen en uit
breiden; voornamelijk wanneer wij het middenspd
naderen om daarna in den eindstand te komen.
Dan die diepe combinaties die zich voor kunnen
doen, de hinderlagen die de tegenspeler opbouwt;
dit alles moet den blindspeler zich voor den geest
kunnen halen. Springer heeft bewezen dat na
een zorgvuldige voorbereiding het mogelijk is
n partij blind te dammen. Wij gelooven stellig
dat het tot de onmogelijkheden behoort 3 of 4
partijen blind te spelen.
Wij hebben de partij die Springer speelde eens
nagespeeld, en het is frappant hoe Springer zijne
stelling opbouwde en hoe hij wit in het nadeel
bracht, 't Was jammer dat hem in den eindstand
de remise ontging, maar bij eene partij van 66
zetten, waarbij steeds van het denkvermogen het
uiterste gevergd wordt, daar kan het bijna niet
anders of er wordt op het laatst een foutieve
voortzetting gedaan.
Springer kan er trotsch op zijn in de annalen van
de damgeschiedenis als Ie Blindspeler vermeld te
worden en wij als Hollandsche damspelers zijn
niet minder trotsch op hem.
K. C. n ie JONG E
Nodorl. Munt
Jfoffamta &??<? 1O oont» mlg*mr