Historisch Archief 1877-1940
'No. 2471
DE^AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
werken worden vermeld: een altaarstuk van Pieter
Aertsz, waarvan een fragment nog in hè.t Rijksmu
seum is te zien; een zilveren Mariabeeld; een ge
kruiste Christus boven het oxaal; een groot verguld
zilveren kruis en andere kerksieraden van edel
metaal.
HVan dat alles is niets overgebleven. Misschien
was er in de troebelen reeds veel verloren gegaan,
toen de alteratie van 1578 de stad deed overgaan
naar de zijde van den Prins en de Staten van Hol
land. De gereformeerde kerk triomfeerde; zij kon
alle kerken in bezit nemen. Het waren geen van
dalen, die toen de Nieuwe Kerk tot den nieuwen
eeredienst hebben geschikt gemaakt. Het koor, dat
thans als zoodanig niet meer noodig was, werd in
gericht voor godsdienstoefeningen in kleiner krin
gen , de kapellen werden afgesloten en voorkerkelijke
doeleinden ingericht, soms verbouwd; enkele wer
den eenvoudig berg- en werkplaatsen, andere be
stemd voor de diakenen en andere kerkelijke
ambtsdragers. Ook werden nieuwe aanbouwen op
getrokken, zoo in 1642 het gebouw der diaconie,
dat nog in de Oravenstraat is te zien. Ook inwendig
werd de kerk met piëteit behandeld. Wat het gere
formeerde Calvinisme aan hooge kunst in een bede
huis oorbaar vond, heeft het niet nagelaten in de
Nieuwe Kerk aan te brengen. Het koor werd van het
schip der kerk afgescheiden door het befaamde ko
peren hek, dat een wonder is van kunstvolle
geelgieterstechniek. De preekstoel is terecht even be
roemd om zijn kunstig en zinrijk houtsnijwerk. Het
orgel is een van de fraaiste en klankrijkste van ons
land. Ten slotte: meer dan eenige andere kerk is de
Nieuwe Kerk een pantheon van Nederlands groote
mannen. Sedert het stoffelijk hulsel van den
grootsten der Nederlandsche zeehelden, Michiel
Adriaanzs. de Ruyter, hier rust onder een kloeke,
heerlijke graftombe, is deze kerk gewijd aan de
hoogste deugden van toewijding en liefde voor het
vaderland.
Een nationaal monument is de Nieuwe Kerk
tevens geworden door de inhuldiging van het hoofd
van den staat, die hier plaats grijpt. De grondwet
schrijft alleen voor, dat de koning bij den aanvang
zijner regeering in een plechtige vergadering der
Staten Generaal wordt gehuldigd binnen de stad
Amsterdam. Dat is sedert 1814 het geval: reeds
Willem I is den 30 Maart 1814 als souverein vorst
ingehuldigd in de Nieuwe Kerk. Dat stond niet van
den aanvang af vast; er is ernstig gedacht om de
plechtigheid te volbrengen in de burgerzaal van het
paleis-raadhuis. Dat men ten slotte ertoe is geko
men de inhuldiging te doen plaats hebben in de
Nieuwe Kerk vond zijn reden hierin, dat men die
plechtigheid wenschte te verbinden aan en te
doen overgaan in een godsdienstoefening. In dat
geval kon de huldiging alleen plaats hebben in een
kerk; daartoe was de Nieuwe Kerk onmiddellijk
naast het paleis van zelf aangewezen. Zoo werd
dus na de huldiging van Willem I in 1814 een preek
gehouden. Hetzelfde gebeurde in 1840 bij de eeds
aflegging van Willem II. Bij de inhuldiging van
Willem III in 1849 verviel de preek, maar de plaats
der plechtigheid bleef niettemin de Nieuwe KRrk,
?die zich daartoe uitmuntend bleek te leenen. En nog
leeft in de herinnering van velen de schpone plech
tigheid voort, waarbij koninginwilhelmina zich den
6 September 1898 bij eede aan haar volk verbond.
Toen was de Nieuwe Kerk weer bij uitstek het nati
onale heiligdom, waaraan het groote kroningsraam
?ons nog steeds herinnert.
H. BRUGMANS
IN HET EDEN DER DEMOCRATIE
RUIEN EN VERHAREN
Teekening voor de Amsterdammer" door Jordaan
Kaapstad 12 September.
Hier is het lustoord der democratie, heiligdom
der heiligdommen van het beginsel: Vrijheid,
?Gelijkheid en Broederschap!" Incarnatie der
deëele en ideale van onze 'moderne demo
craten. Vrij, gelijk, broeders !" Heerlijke
woorden, balsem voor het gemoed! Zijn wij hier
?werkelijk vrij, zijn wij hier gelijk, zijn wij hier
broeders? Men zegt het, men beweert het van de
kansels, in het parlement, in courant en kerk. Laten
"wij dus buigen en gelooven. Maar overtuigd zijn we
nog niet. Absolute begrippen als vrijheid en gelijk
heid verliezen hun kracht, zoodra ze relatief
gebruikt worden. Tenslotte kunnen zij niet anders
<dan relatief worden gebruikt.
^Nogmaals, zijn wij vrij in het vrije Zuid-Afrika?
Als men vrij noemt, dat velen die elders niet te
best zijn aangeschreven, hier hun toevlucht
komen zoeken; of dat men hier niet zoo hecht
aan conventies, dat men bijv. 's Zondags
niet hooggehoed en hooggeboord onbelangrijke
ibezoeken behoeft te brengen; of als men vrij noemt
dat men hier beren" kan maken zooveel men wil
zonder direct last te hebben van den deurwaarder.
Maar, als men vrij noemt, dat zoodra gij met
<èn voet op land staat, alle koffers overhoop
worden gehaald, dat men zelfs op gebruikte
hemmetjes invoerrechten moet betalen, dat van
toegezonden ^verjaardagsprulletjes de staat zijn
EEN KALE BOEL, BUURMAN!
ZEGT u DAT WEL, BUURMAN!
aandeel opeischt; als men vrij noemt, dat op
kiezersvergaderingen, al zijn de sprekers nog zoo
onbelangrijk (onbelangrijkheid is hier bij politici
een chronisch verschijnsel), deze sprekers door de
tegenpartij worden stomgeschreeuwd en
stomgerumoerd; als men vrij noemt dat kerk en gods
dienst zich ook in het dagelijksch leven dringen,
dusdanig bijv. dat het achteloos gebruiken van het
woord God" in gezelschap geldt als een misdaad,
dat tooneelstukken, waarin dit woord voorkomt,
van het repertoire van beroeps- en amateurs
gezelschappen moeten worden geschrapt, zoodat
de meeste Hollandsche tooneelstukken, ja zelfs
Ibsen uit den booze en godslasterlijk zijn en men
blijft zitten met zoutelooze Engelsche oorlogs
draken en detective-prullen geeft mij dan liever
dwang die vrijheid oplegt, dan zoogenaamde vrij
heid die dwang baart.
Gelijkheid ! Wat is gelijk op onze aarde? Doch,
ik geef toe: in Zuid-Afrika is iets dat naar gelijk
heid riekt, naar nivelleering. De oorzaak? Gemak
kelijk te vinden. Er is hier geen standsverschil,
omdat er geen standen zijn. Adel is er bijkans niet
of is nieuw gefabriceerd. Rijkdom hier verworven
trekt meest naar het buitenland en de rijkdom
die hier is, is doorgaans nog zoo kortelijks ver
worven, dat zich nog geen geldadel heeft kunnen
vormen. Politiek trekt veelal de meest incompetente
en onbelangrijke krachten aan. Wat een groote
factor is: het gemeenschapsgevoel van alle blanken
in afweer tegen het steeds groeiende zwarte gevaar.
Gelijkheid dus, uitvloeisel van democratie. Maar
ziet de gevolgen die zich in het dagelijksche leven
uiten. Minderen die hun meerdere op straat kalm
negeeren Heeren, die, de handen diep in hun
broekzakken, de hoed diep in het hoofd gedrukt.
de directeurskamer komen binnenstappen, zelfs
op deze wijze bij den minister op audiëntie komen.
Keurige diners, waar je als tafeldame de kapster
van je vrouw moet onderhouden. Futiliteiten
zegt ge, ja, futiliteiten, maar kenmerken ook
van de gevolgen dezer nivelleering: een
algemeene verlaging van moraal, karakter en
opvoeding.
Moraal en karakter ,door de kerk erin gepompt,
doch vaak door drank en door gebrek aan opvoe
dende lectuur weer er uitvloeiend.
Hier komt de cliquegeest boven en ver
dwijnt ons gelijkheidsideaal: universiteiten (of
liever wat men hier zoo noemt), die geregeerd
worden door een groepje professoren die over wel
en wee te beslissen hebben. Daardoor een blok
aan het been van vooruitstrevende cultuur.
Cultuur, hooggehouden door sport, vaak, te
vaak ook neergedrukt door een teveel aan sport,
neergedrukt ook door het wangedrocht der bios
coop, die hier honderdmaal meer invloed heeft
dan elders, omdat zij hier regeert als vrijwel
eenige intellectueele" ontspanning. En dan de
dans, de danswoedc, geleid door de onzinnigste
inhoudslooze en eentonige muziek. Nu ja, dit is
geen typisch Zuid-Afrikaansch verschijnsel.
Tenslotte broederschap. Ja, broederschap, omdat
wij des zwarten vijand zijn (hoewel men zegt, niet
denkt: de zwarte is onze broeder!" Gelooft het
niet! Het kan niet, het is onmogelijk. Woorden
zijn zoo schoon, maar daden....?) Ziedaar onze
broederschap: in gevaar reiken wij elkaar de hand.
Maar ondertusschen: partijgehaspel, partijstrijd,
geen klassenstrijd, immers hier zijn geen klassen.
Een strijd om een leuze, niet om principes, om de
leuze: Afrika voor de Afrikaanders" en Afrika
voor het British Empire". En toch die richtingen
zijn niet onverzoenbaar, omdat in de toepassing er
meer een graadverschil dan een principeverschil
heerscht. Maar leuzen verblinden en de strijd
duurt voort. Hoe lang? Broederschap !
MR. PAUL CATZ.