De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 25 oktober pagina 7

25 oktober 1924 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2471 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND N.V. PAERELS' Meublleering-MIJ. AMSTERDAM O O u PLET E MEUBILEERING BETIMMERINGEN Rokin 128 - Tel: 44541 Spoors Mosterd REG. BREESTRAAT 35 157c KORTING OP ALLE TRICOTONDERGOEDEREN HOFLEVERANCIER levert oüer het £efi<2Gfe (and franco Zendt U gaarne bare du?.- verwoorden w^Clansebaf f ing of JnmU NADERE INLICHTINGEN BIJ C P VAHKACiC LHOUTSTR.9 CHOORSTR.32 .r.DERl/l/C^ DEN HAAG UTRECHT ALS DE WIL MAAR GOED IS Eenigen tijd geleden stond in een van onze groote dagbladen een. ingezonden stuk, de zoo en zooveelste jammerklacht over een prachtig landschap, een buiten, dat tot bouwterrein ver snipperd werd. De redactie had er met een wanhoopsgebaar het zwijgen toe kunnen doen, maar zij gaf toch liever een kleine opmerking die hout sneed en schreef: de menschen moeten toch ergens wonen en liefst vrij en frisch buiten: weet de geachte inzen der daar raad op? Deze man heeft no'oit meer iets van zich laten hooren, ver^oedelijk is hij nog altijd bezig met dit geweldig probleem van kool en geit: den grond gebrui ken tot nut en voordeel van den mensen en tegelijk weidsch natuurschoon in stand houden, vrij toegankelijk voor iedereen. In verreweg de meeste gevallen zoeken de maatschappijen tot exploitatie van onroerende goe deren maar liefst in 't geheel niet naar een oplossing van het vraagstuk. Zij koopen hun hektaren, krijgen hun bouwplan goedgekeurd, verkoopen hun vierkante meters en hebben dan ons vaderland verrijkt met een oppervlakte gronds, waar wandelaars tusschen hekjes mo gen gaan met het uitzicht op min of meer geslaagde gevel tjes en villatuintjes. Ik weet bij ondervinding, dat verschei den wandelaars daar ook vol maakt tevreden mee zijn, die hebben er geen erg in, dat er ook nog wel iets schoeners kan bestaan en beseffen evenmin, dat zij reeds berusten in de positie van hokjesmènschen. Gelukkig zijn er nog andere opvattingen moge lijk en die worden ook in praktijk gebracht. Een prachtig voorbeeld daarvan vinden wij in het hartje van ons land, in de provincie Utrecht, tusschen de Bilt en Soesterberg. Daar ligt het land goed, de Pan. De boerderij, aan den weg, is goed bekend, die ligt daar breed onder hooge boomen en is sinds lang een geliefkoosde eenvoudige uitspanningsplaats voor jong en oud. Een breede berkenlaan daar achter voert naar het eigenlijke terrein, meest oud dennenbosch, waarvan een deel gekapt is. Eigenlijk is het een oude zandverstuiving; een landschapsvorm die we hier en daar in Utrecht nog in volle actie aantreffen. Laag uitgeschuurde dalen en hoog opgewaaide heuvelen geven er velerlei afwisseling. Hier houdt de strakke wind den bodem voortdurend bar en wit, ginds werken grijze korstmossen, heldergroen haarmos, spichtige grasjes, grillige jeneverbessen samen om den bodem vast te leggen en eindelijk wordt met hulp van den mensch dit werk bekroond door den aanleg van'bosch, meest berken en grove dennen. Die brengen dan in hun ge volg weer andere mossen met boschbessen en orchideeën, dalkruid en wilgeroosjes, varens van allerlei soort en dat alles soms in rijken overvloed, soms in schriele eenvormigheid. Maar altijd is het aan zoo'n landschap te zien, dat het eens bestond uit woeste stuifduinen. De Pan is een zeer fraai voorbeeld van zoo'n landschap en ten volle waard om als zoodanig behouden te blijven. Maar daar is geen denken aan, het moet villaterrein worden. Gelukkig echter huldigen de eigenaars nobele opvattingen en zij hebben hun landschapsarchitect, den heer K- C. van Nes, de vrijheid gegeven, niet alleen om bij het opmaken der plannen het natuurschoon te ontzien, maar zelfs het behoud van natuurschoon te nemen als grondslag voor die plannen. Wat ik daarvan gezien heb, verhoogt mijn blij vertrouwen in de toekomst; er moet ook een uit weg zijn, wat moet er anders in de komende vijfHET WATERLOOPJE op DE PAN en-twintig jaar van Holland worden en wat voor soort van leven zullen anders onze klein kinderen en achterkleinkinderen moeten gaan leiden. Wat de heer van Nes daar in De Pan onderneemt en naar ik hoop ook tot stand zal brengen, is niet alleen een prachtig voorbeeld voor andere ondernemers en ontwerpers van villapar ken, maar ook een mooie aanschouwingsles voor stedebouwers, die te rekenen hebben met het natuurschoon in de onmiddellijke omgeving hunner stad en die, in plaats van dat natuurschoon te vernietigen, het willen behouden, om er de bewoonbaarheid van hun plaats mee te vernoegen. Ik heb mij wel eens laten vertellen dat sommige architecten en ingenieurs al wrevelig worden bij het hooren van het woord natuurschoon, dat voor hen een lastige sta-in-den-weg beteekent in plaats van iets, dat we als onzen grootsten schat moeten beschouwen, als een bron van levensgeluk, ook bij het maken van een uitbreidingsplan. Maar daarvoor moeten we dat natuurschoon kennen en waardeeren en weten waar het ligt. Ongelukkig geven onze %arten ons daaromtrent nog lang niet het vereischte inzicht en daarom. is het zoo gevaarlijk, om er mee te, beginnen, het plan in te teekenen op een kaart. De landschapsarchitect v,an De Pan is daarom begonnen met de kaart te negeeren en heeft zijn gebied weken lang te voet doorkruist, om het grondig te leeren kennen en het aan te zien met de oogen van'een wandelaar op den beganen grond en met den arendsblik eens luchtreizigers. Zeer veel bebouwingsplannen kunnen den aviateur bekoren door de mooie geometrische kronkelingen van hun patroontje, de wandelaar echter vraagt naar iets anders. Ook stelt hij het zich in 't geheel niet tot ideaal of een automobiel op zijn weg zijn maximum snelheid kan bereiken. Wel wil hij een geriefelijken weg naar het naastbijzijnd station hebben en ook in staat zijn, om, als 't noodig is, snel het terrein in de hoofdrichtingen te doorloopen. En het is ook wel wat waard als iedere weg iets karakteristieks vertoont in boom of heestergroep,. in afsluiting of kruispunt. Er zijn wel villaparken en dorps gedeelten waar door de akelige uniformiteit der wegen de nieuweling soms een half uur moet ronddwalen eer hij een uitweg vindt uit den doolhof. En, boven alles, van tijd tot tijd moeten wij den weg kunnen ver laten naar rechtsof links,zonder al te gauw te stuiten op hekken of muren. Op al zijn wandelingen ver zamelde onze architect nu na tuurschoon en ideeën en het notitieboekje was dra gevuld met een lijst van boomen en boomgroepen, lanen en open plekken, heuvels en geulen en het enkele waterloopje, dat als een geweldig buitenkansje werd aangetroffen nagenoeg geheel verstopt met rommel en blade ren, en dat al daaelijk werd ingerekend als een der voornaam ste schoonheden van het nieuwe villapark. Zooals wij het zagen was het al gereinigd en uitge diept en het had al natuurlijke oevers gekregen ook. Dergelijke waterloopjes en vijvertjes of vochtige plekjes vinden we in de Utrechtsche bosschen nog al dikwijls en zij dragen niet weinig bij tot ver levendiging van het landschap. De Pan zal er wel bij varen, dat dit loopje blijft behouden. (Wordt vervolgd). JAC P. T H ij s s E ?IIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII'lllltlllUUllllllllHIII] l LAAT UW TUIN AANLEGGEN DOOR l 1?MOERHEIM"| l DEDEMSVAART j | 40 Hectaren met l l VASTE PLANTEN, ROZEN, [ l HEESTERS, CONIFEREN, [ | ENZ. | I Levering franco Catalogus gratis f

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl