Historisch Archief 1877-1940
No. 2472
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
ORANJESTEIN" TE AMERONGEN. TEHUIS VAN PRO SENECTUTE"
ORANJESTEIN" TE
AMERONGEN
De Vereeniging Pro Senectute", gevestigd
te Amsterdam, die zich ten doel gesteld heeft
over het geheele land pension-tehuizen op te
richten voor ouden van dagen uit den beschaafden
stand, een doel dat natuurlijk eerst in den Joop
van jaren geheel verwezenlijkt zal kunnen worden,
daar er groote bedragen mee gemoeid zijn, kan er
trotsch op zijn, dat zij in de twee jaren van haar
bestaan, reeds drie tehuizen heeft kunnen openen:
te Amerongen, Dordrecht en Hilversum. In De
venter wordt de aanbouw van een tehuis tegemoet
gezien,'dank zij een ruime gift van een stadgenoot.
In October 1923 werd het eerste huis in gebruik
genomen, Oranjestein" te Amerongen en hierover
wil ik u enkele bijzonderheden vertellen.
Oranjestein" staat onder beheer van een vrouw.
Het is vroeger een hotel geweest. Daarom leende
het zich zoo goed voor een tehuis met vele wonin
gen. De verbouwing was nu niet zoo ingrijpend en
kostbaar. Met zijn breede, fleurige front vormt
het een der korte kanten van het dorpsplein,
dat daar in den vroegen morgen van mijn vertrek
zoo wonderlijk droomerig lag, als ware het 't
voorportaal van Doornroosje's kasteel. De roode,
ruige kerktoren rijst op in den hoek, dicht bij
Oranjestein" en beurt zijn hoofd hoog boven
de boomen, ook een oude van dagen, met de
voeten op de aarde, den blik er boven uit. Langs
zijn trans zwiert een blanke ooievaar, die de lange
pooten loom achter zich aan sleept. Het gemeente
huis, het bondshotel achter de boomen, de zelf
bewuste huizenrij aan den overkant, het hoort
daar alles, het voegt zich samen tot een harmonie.
En of die harmonie verbroken of verlevendigd
wordt door de tallooze auto's, die den ongezienen
hoek bij de kerk komen om-stuiven, daarover
zullen de meeningen in het ruime huis weieens
verschillen. Voor sommigen is het een vertier, die
zwenkende voertuigen met hun inzittenden in
een flits te zien verschijnen en verdwijnen, anderen
zal de onges :oorde rust liever zijn.
Die ongerepte stilte is te vinden aan den achter
kant van het huis, waar de groote, sterk glooiende
tuin een verrassing is. Hier lijkt het huis als op
een heuvel gelegen en ver ziet men uit over de
vredige velden van de Betuwe.
De breede voordeur van dit vriendelijk-deftige
huis, ziet er gezellig uit, want er is een glimmend
koperen deurkruk, die schijnt te zeggen: kom
maar binnen, sleutel en bel zijn hier overbodig.
Dan staan wij in de prettig lichte, marmeren gang
met aan 't einde een doorkijk over den tuin.
Links van de gang liggen de groote,
ineenloopende vertrekken met de koepelvormige serre,
die het grootste gedeelte van het gemeenschappelijk
terrein vormen. De voorkamer, aan het plein
gelegen, is huiskamer, een echte huiskamer, die
alleen in afmetingen verschilt van de meeste
huiskamers. Een groote ronde familietafel staat
in het midden onder de lamp-met-kap. Bij de
ramen zijn genoegelijke zitjes aangebracht en in
een der hoeken doet een schemerlamp gezellig
aan. Langs den wand staat een eigengemaakte,
zeer geriefelijke canapémet een groot, rustig
schilderstuk er boven. Een vroo'ijk cocos karpet
dekt den vloer en de warme tinten van het
fluweelen tafelkleed onder het goudig schijnsel der
lamp hebben zoo iets vertrouwds en huiselijks.
In deze kamer wordt thee gedronken en 's morgens
een kopje koffie. Hier kan ieder, die dit wenscht,
aansluiting zoeken en gezelligheid vinden in een
praatje, of eens luisteren naar een stukje muziek,
want het huis is in het zeer gewaardeerde bezit
van een phonola-piano.
De ruime achterkamer, die behalve uitzicht
over den tuin, door zijvensters een aanblik biedt
op den prachtigen kerktoren, doet dienst als
eetzaaltje. Alle maaltijden worden gemeenschappelijk
gebruikt aan kleine tafeltjes, meest voor 4, enkele
voor 6 personen.
De directrice, mejuffrouw J. van Heek, zit
altijd bij de maa'tijden mede aan, let op een keurig
eenvoudig dekken en dienen en ziet ongemerkt
toe dat geen der inwonenden iets te kort komt.
Tot het gemeenschappelijk terrein behoort
verder nog een gezellige rookkamer voor de heeren,
waar, vooral in den winter, nogal eens een kaartje
gelegd wordt en een partijtje dam oïschaak wordt
gespeeld.
De badkamer bevindt zich in het sousterrain,
benevens alles wat met de mechaniek dezer
groote huishouding verband houdt, wat voor de
rust der inwonenden een groot voordeel i?, want
weinig dingen zijn zóó fataal voor een behagelijke
sfeer van rust als het voortdurend hooren werken
in huis, het geloop en gedraai om de duizend
dingen van de huishouding, het bewust zijn van
al den arbeid die dagelijks verricht moet worden
en waaraan men geen werkzaam deel heeft.
Verder bevat het huis vele woningen.
Op de gangdeuren lezen wij de namen van hen,
die hier een veilige haven vonden. Met uitzondering
van echtparen, die een zit- en slaapkamer kunnen
huren, krijgt elk der inwonenden de beschikking
over een zit-slaapkamcr. leder brengt zijn eigen,
beminde meubelen mede, die hij naar eigin smaak
schikt en al blijft het, op gevordeiuien leeftijd
overgeplaatst worden altijd een beetje precair,
omdat het een moeilijke periode van zich aanpassen
meebrengt, hier zal het wennen wel niet veel
moeite kosten, want ieder die hier komt heeft
met finantieele of huishoudelijke moeilijkheden
te kampen gehad, een drukkend gevoel van
eenzaamheid maakte misschien het leven zwaar
of hij moest alles ontberen van de vele kleinigheden
die den ouderdom helpen verzachten.
Neen, 't wennen kan hier niet moeilijk zijn;
alle zorgen, die zoo lang drukten, vielen als bij
tooverslag weg en er voor in de plaats kwamen
een vriendelijke kamer, met centrale verwarming
en de eigen lieve meubeltjes, zooveel vrijheid als
men zelf verlangt, verzorgde maaltijden, de gele
genheid om bezoek te ontvangen, zelfs logé's,
waarvoor een kleine vergoeding betaald wordt
bij lichte ongesteldheden heeft men verzorging
en vrije geneeskundige behandeling en last not
least, men hoort ergens thuis en maakt deel uit
van een gezin, bijna als in de kinderjaren....
en de directrice waakt en zorgt dai alles vlot
marcheert en moedert in den goeden -/in met een
warm hart voor ieder's belangen. Ik hoorde het
woord paradijs" uit een enthousiasten mond
en waarlijk ik kan 't begrijpen. Mejuffrouw van
Heek, die dit eerste tehuis van Pro Senectute
heeft ingericht, heeft eer van haar werk. Zij ver
klaarde mij nadrukkelijk bij de meubileering en
verdere aankleeding grooten steun te hebben
gevonden bij mejuffrouw M. van Eccke te Voor
burg, die met beschaafden smaak en groote
technische vaardigheid uit. de eenvoudigste midde
len een milieu heeft weten op te bouwen, dat een
rustig-voornamen en toch huisel ijken indruk maakt.
Dat moet ook", zegt de directrice, die zelf
gevoelig is voor sfeer en stemming en weet wat
een mensch toekomt, vooral in den avond van zijn
leven.
En zij spant zich in om het geheel zoo aantrek
kelijk en gezellig mogelijk te maken en tegelijker
tijd in het beheer van dit groote huishouden de
meest verstandige zuinigheid te betrachten,
want het is de bedoeling dat op den duur de tehui
zen van eigen inkomsten zullen kunnen rondkomen.
Voorwaar geen gemakkelijke taak ! Maar mooi
werk, dat een volledig mensch-zijn vraagt benevens
de ontplooiing van de specifiek vrouwelijke, posi
tieve eigenschappen. Want hier kan veel gegeven
worden omdat er stilzwijgend veel wordt ge
vraagd. A. H. L O E F F B O K M A
KIEKJES UIT HET KINDERLEVEN
Ze was druk bezig met haar poppen.
Wat zij met ze doen zou, als ze allen netjes
gewasschen en gekleed waren, wist ze nog niet.
't Was niet half zoo leuk, zoo alleen met je kin
deren te spelen, dan toen broer nog kleiner was en
mee deed !
Niet, dat hij nu groot was, o nee, zoo ver was 't
nog lang niet ! Eigenlijk was hij niet veel grooter
dan zij, maar als zulke jongens in de hoogste
klasse van de lagere school zitten, dan krijgen ze
zooveel verbeelding. Dan vinden ze 't beneden hun
waardigheid met een meisje te spelaii.
Wat hadden ze samen niet een pret gehad, toen
ze hun denkbeeldige huis, de ruimte onder de tafel,
betrokken hadden !
Zij was moeder en broer vader van de poppen.
Hij trok zich, wel is waar, niet veel van zijn
kinderen aan, keek zelfs nooit naar ze om, maar
dat was ook niet noodig, zij zorgde er wel voor;
dat kon ze best alleen af.
Hoeveel leuke gedachten waren in 't hoofd van
den poppenvader opgekomen ! Steeds weer be
dacht hij wat nieuws, dat ze noodig hadden voor
hun huishouding en fluks werden dan hout, spij
kers, zaag en hamer gehaald en het gewenschte
voorwerp ontstond.
Zoo had hij eens verzonnen, dat het niet ging
zoo in de duisternis te huizen, want onder de tafel
was 't meestal donker en 't kon best anders. Er zou
een staande lamp komen.
Met verbazing en vol bewondering had ze
toegekeken, hoe van een stuk gedraaid hout, waar
tegen hii aan den eenen kant een blikken plaatje
gespijkerd had, de voet ontstond, waarop het
kleine electrische lampje bevestigd werd. Vaders
pijp lak, die er heelemaal aan opgesmolten was,
vormde weldra met een paar spijkers aan het einde
van de snoer het stopcontact. Zus had het noodige
ijzerdraad bij elkaar gezocht om de kap, die ze zelf
gemaakt en met kraaltjes versierd had, boven het
lampje te houden.
Hun lamp had heusch kunnen branden !
In den hoek van hun huis lag broers zaklantaarn
en deed dienst als electrische centrale, esmuld
hadden ze bij 't schijnsel, echt en ook wel in ge
dachten, als de nagemaakte spiegeleieren en
karbonades uit het poppenhuis op tafel stonden.
Eens had broer na afloop uitgemaakt, dat ze nu
een autotochtje zouden maken. Verbaasd had ze
opgekeken, maar toen hij den kinderstoel omge
klapt had, zoodat deze met de wieltjes over den
grond schoof, was 't haar duidelijk. Je had met al
je kinderen, maar in de auto te gaan zitten.
't Was nog niet echt genoeg vond hij en toen
kwam het moppige. Uit een la haalde hij het
spuitje met caoutchouken ballon van kleine zus,
stak een blikken 5 cents fluitje op het uiteinde,
bond alles te zamen aan den stoel en klaar was 't
heusche autosignaal.
Eerst had ze wel wat bedenkelijk gekeken en
geopperd, dat ze 't een beetje onfrisch vond, maar
hij beloofde het fluitje niet meer te gebruiken en
toen hun hoorn zoo mooi geluid gaf, telkens als
hij in den ballon kneep, had ze er niet meer aan
gedacht en hadden ze beiden geschaterd in hun
voorthollende auto, die niet genoeg kon toeteren.
Nog niet zoo heel lang geleden hadden ze zoo ge
speeld en nu was dat alles voorbij, 't Leek wel
alsof er tijden overheen waren, of 't eeuwen ge
leden was. Eigenlijk was 't heel akelig, als je broer
grooter wordt, dan had je niets meer aan hem, kon
je er net zoo goed geen hebben.
Moeder zei, als ze grooter werd, zou ze er wel
weer anders over denken. Zou 't waar zï\n?
C. D o z v
Wie YOGHURT van
OUD BUSSEM
eet, wordt oud, maar blijft jong.
Kerkstraat 187. Tel. 49344.