Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2472
? TJybGENGOTEhT
i i 11 «^ i 'i,i i .. i , . i
DE ROMANS VAN MILLS
WHITHAM
III
SILAS BRAUNTON
Nu is hij een vrij man geworden, Silas Braunton,
en door den dood van den ouden Hickory, die
hem tot zijn erfgenaam heeft gemaakt, een rijk
man ook.
Het is hem wel toevertrouwd zijn bezit vrucht
baar te maken. Laat er een stuk land verwaar
loosd zijn door de armoede van de bezitters,
hij drijft, wie het ook moge zijn, al is het een
hulpelooze oude vrouw, van haar strookje grond en
van haar ellendige stulp onverbiddelijk weg, om
betere huurders te vinden, en hij heeft den echten
ondernemersgeest voor zaken en bedrijven, die het
geld doet toestroomen. Hij is op weg de machtigste
man te worden van zijn district.
Natuurlijk, hij volgt de groote wet van het
Leven: die zwak staat wordt tegen den muur
gedrukt." Hoe was er ook anders beweging in de
wereld te krijgen, wanneer men er op bedacht moest
zijn de sukkels niet achterop te laten komen. Klaar
staan was de leus, voor wat er viel te doen.
In de huishouding van de hoeve had het. weg
sturen van Minna Braunton geen directe veran
dering gebracht. Silas vond spoedig genoeg een
flinke vrouw, reeds wat op jaren, weduwe zoo niet
van een echtgenoot, dan toch van de illusie van
een man, die ter vaart gegaan, niet meer was
teruggekeerd. Zij zorgde voor het inwendig bestuur
der hoeve en deed het goed. Dienen was haar lot,
daartoe was zij gereed. Met haar preutsch cordaten
gang, hield zij toch haar eer op.
Silas waardeerde Thomasine, zijn huishoudster;
het was de vraag, of zij op den duur met de streng
heid van haar meester mee zou kunnen gaan.
Haar gelijkmatig opgewekt humeur, haar
behoefte om zich te ontboezemen over een verleden
van gelukkige dagen, dat al rooskleuriger werd hoe
verder het terugtrad, hadden haar vrienden in het
dorp en in de omgeving bezorgd. Zij kende daardoor
de harde omstandigheden van Silas' jeugd, zelfs
stond zij in betrekking tot de vroegere geliefde
wier ontrouw had geleid tot den omkeer van zijn
geest. Met al haar bedaardheid en haar terug
houding een soort van autoriteit, die Thomasine !
Zij voelde het opkomen van een atmosfeer van
verzet in de streek, niet omdat men den rijken
heereboer van onrecht beschuldigde, maar omdat
hij zich als de sterke gedroeg; trouwens, hij bezat
ook als van zelf spreekt zijn aanhang. Maar bij
den kern der dorpsgenooten won het medelijden
de overhand met de ongelukkigen, wien het lot
niet gunstig wou worden.
Daartoe behoorde een familie , uit moeder en
zoon bestaande, zeer in aanzien bij Thomasine,
die voorheen de beschikking had over het erf,
dat zij bewoonde, en thans den tijd zag naderen,
dat de schuldenlasten haar van het voorvaderlijk
deel zouden verjagen, onduldbare gedachte voor
den jongen man, van ziekelijken aard.
Dat was onheil voor buitenstaanden, eerst
sloegen rampen in die nader troffen. Op een dag
dat Silas Braunton ter markt was gegaan in een
nabijgelegen hoofdplaats, kwam doodvermoeid en
vermagerd een diep gebogen vrouw aanwankelen,
in wie men alleen, toen zij begon te spreken, de
oude meesteres van de hoeve herkende. Thomasine
gewaarschuwd, was dadelijk in de weer om te helpen
en op te beuren.
Al begreep zij, dat het haar het ontslag uit den
dienst zou kosten, zij kon die vrouw die haar
stuur geheel had verloren, niet van het huis
verstooten, waar zij rechtens, zoolang geen scheiding
was uitgesproken, nog meesteres was gebleven
Whitham, de auteur, is onnavolgbaar in het
weergeven met den grootsten eenvoud dier
tooneelen van laatste uitputting, waarbij het leven
maar met een enkelen draad het lichaam meesleept
en instinctief.den weg opvoert dien het niet meer
durft gaan en toch opgaat. Die arme Minna!
Na een vierjarig samengaan, want van veel
samenleven is geen sprake geweest, heeft Nathan
Dart zich elders voorzien en is voor goed van haar
gescheiden; een eerste kind is gestorven, een tweede
is onderweg. Thomasine heeft het met schrik
gemerkt en begrepen hoe weinig nu haar pleidooi
bij Silas zal helpen. De arme vrouw! Niet meer
in staat fabrieksarbeid te verrichten, heeft haar
als eenige hoop het oude huis voorgezweefd.
Laat haar daar in een schuur werken en eenig
onderkomen vinden ! Maar de eenige, dien zij nog
wil zien, is, ten slotte, de oude herder. Thomasine
kan haar niet in huis houden, zij strompelt de
heuvels op, en van den ouden herder gaat zij den
volgenden morgen den blik van haar strengen
heer te gemoet.
Uw vrouw is gekomen", had Thomasine
hem 's avonds gemeld, op mijn woord, zij is
bijna stervend, het is tering."
Waar is zij?" en op het antwoord van de
huishoudster: Goed, 'k wil haar zien."
Thomasine bracht haar 's morgens in de kamer
en verwijderde zich. Hij verwaardigde zich
nauw.lijks haar aan te zien, bleef half afgewend, maar
een oogenblik was voldoende om hem haar toe
stand te doen begrijpen.
Kan je niet vatten," gooide hij haar toe,
dat wat je nu doet, schandelijker is dan de daad
die je uit huis dreef?"
Zij kon niet spreken, deed niets dan beven.
Spreek op," zei hij haar, je gaat al dieper in je
verlaging."
Ja", was haar antwoord.
Hij hield haar een banknoot voor; ik zie
dat je arm bent, dit is een aalmoes om uit het
district weg te komen." Hij draaide haar den rug
toe.
Silas, je bent mijn man."
Je hebt je eigen weg gekozen."
Neen, neen," kwam er haastig uit, ik heb
nooit van Nathan gehouden en was nooit ontrouw,
alleen ik had nergens om naar toe te gaan, toen je
me hebt verstooten."
s,Heb je kinderen £ehad?" vreeg hij.
Het oudste is gestorven".
En het andere is op komst," viel hij haar in de
rede. Dacht je dat ik baker wou spelen voor je
kind en het kind van dien sinjeur?"
Wanneer ik hier niet mag blijven zal ik
dood gaan."
Je hebt schelmerij van dien vent geleerd, alle
idee van schaamte is weg bij je, ik heb ook geen
aasje van gevoel voor je." Hij ging naar de deur
en hield die voor haar open, en keek haar na,
totdat zij de hoeve achter zich had.
Meester, op mijn woord, ge hebt haar toch niet
weggestuurd!" kwam Thomasine geheel ontsteld
binnen. Maar, goede genade ! zeg toch dat 't niet
't geval is.1'
Ja, en ik denk niet dat zij ooit terug zal komen.
Nu niets meer hierover, vergeet het, zooals ik het
doe."
Maar het was een poos lang alsof de gebeurte
nissen den sterken .man op de proef wilden stellen
van zijn sterkte. Hij begon een actie tegen den
jongen man, die jiiet van zijn erfgoed wilde
scheiden en dwong hem het met zijn moeder te
verlaten.
Deze zon op wraak. Tegen het vallen van den
nacht waagde hij een onhandige poging om de
hooischelven van zijn gelukkigen mededinger in
brand te steken.
Silas deed juist zijn avondronde, en betrapte
hem; met den forschen arm waaraan geen weer
stand was te bieden leverde hij den misdadiger
over aan de politie.
in het dorp was men overtuigd, dat de harde
straf, op brandstichting gesteld, den jongen man
geheel zou knakken, men dacht er aan door een
algemeene opkomst Silas Braunton tot de genade
te stemmen dat hij zijn beschuldiging introk.
Ook Thomasine, de vriendin van moeder en zoon,
deed haar best en wist niet beter dan de bemid
deling in te roepen van Silas' geliefde van voorheen,
Toen zij, door de huishoudster binnengeleid, voor
Silas stond, vroeg zij hem:
Hebt gij mij vergeven?"
Verrast antwoordde hij--nofsch: Ik had u
vergeten."
Dat is naar recht," vatte zij het woord op, en
daarom kom ik tot u niet in mijn eigen zaak, maar
in een anders belang, u vragen genade te oefenen
tegenover den onberaden brandstichter".
Maar ik spreek hier geen oordeel uit", beweerde
de meester van de hoeve, de wet heeft het woord,
haar dien ik, waar ik front maak tegen een kwaad
dat onvergeefelijk is." En hij had er misschien
plezier in zich nog wat wreeder te toonen in uit
drukking van gezicht dan zijn intiem gevoel was.
Ik heb u anders gekend in vroegere dagen,"
zei de jonge vrouw.
Ik geloof dat gij toen een knaap voor u had,
die schreeuwde uit verlangst naar de maan, en die
een duchtig pak als les heeft opgeloopen. Hij heeft
moeten leeren, dat in het leven de wetten van den
oorlog gelden, en dat zeg ik u omdat ik u wellicht
een verklaring schuldig ben."
Hij geleidde haar, zoo hoffelijk hij kon, naar de
deur, en ontmoette daar den aandrang van de
dorpspetitie wier leden elkander vooruitschoven,
omdat niemand lust had direct tegenover den
gevreesde te staan. Maar hij, Silas, stak de hand op
VRAA8T BEKNOPT PROSPECTUS]
en zeide: Eén wil ik te woord staan; wie van de
anderen niet dadelijk zich uit de voeten maakt, kan
zich ontslagen rekenen van werk op de boerderij."
Alleen de oude herder kreeg toegang. Zijn ver
zoek was vergeefsch. De zaak had een meer dan
bedroevenden, een vernietigenden afloop. Want de
gevangenis maakte den jongen man tot een wilde,
die bij het mislukken van zijn tweede wraak
neming, overging tot een poging van moord, die
hem geheel onbekwaam maakte om in de maat
schappij te leven.
Hij stak toch een hoofd boven de andere
menschen uit, Silas Braunton, hij was zich bewust van
zijn ongenaakbaarheid, zijn fierheid, zijn een
zaamheid; zij waren de lijst van zijn macht,
daarbuiten trad hij niet. De macht zelf rustte
op zijn vermogen van aanhoudend degelijk werk:
van 's morgens vroeg tot 's avonds om elf uur was
hij aan den gang. Nu moogt ge u wel een eigen
huis gaan bouwen, raadde hem de dokter.
Voor mij en de oude vrouw, die met mij woont
is de hoeve mooi genoeg, was het antwoord.
De oude vrouw was Thomasine, die zich nog niet
zoo heel oud voelde, en die haar vriend, op zee
verdwenen, niet kon vergeten.
De andere oude geliefde, die in der tijd Silas had
opgegeven, was na haar vergeefsche poging ge
schrokken. Zulke halsstarige menschen, merkte
zij van Braunton op, zijn een besmetting van de
aarde.
Twee, drie jaren rolden voorbij. Minna Braunton
in haar uiterste wanhoop had een steun gevonden
in Dorcas, haar vroegere gedienstige als melkmeid,
de oude vriendin van Nathan Dort. Met haar
samen was zij den moeilijken tijd voor haar be
valling te boven gekomen, en toen zij eenmaal
een dochtertje, Vida, had wist zij zich wel te redden.
Zij had nooit andere dan moederliefde gekend,
die gaf zij nu weerom aan haar lieveling, teer en
teringachtig als zij zelf, maar behoed met opof
ferende zorg.
Hoe zou ik nu het wonderbare adagio weergeven
van Minna's teruggang naar de hoeve van Silas,
op^evekt als zij haar stervensuur naderende weet,
en blij haar taak te hebben voleindigd, wanneer zij
het kind in de vroegte bij de deur neerlegt met haar
briefje aan Silas, en in het veld den dood tegemoet
gaat. Geen teederder bladzijde bijna in de wereld
literatuur of het moesten zijn de van wereldleed
doordrenkte regels gewijd aan het afscheid door
Silas genomen van het lijk van zijn vrouw, op
het oogenblik dat hij haar terugziet, verfijnd, de
doodsschrik op het gelaat weggenomen door den
dood en de herinnering spelend met de kleur en
den wasem van dien avond toen hij dacht haar
lief te hebben en haar bloemen spelde op haar
kleed en haar voorlas van Hamlet....
Zal Thomasine de kleine aan de politie over
geven om haar naar het werkhuis te brengen?
Wij hebben te lang en te intiem met de menschen
meegeleefd om dat van haar te kunnen verwachten:
zij staat pal als een rots tegenover den trotsaard.
Dat verdomde kind!" hoort zij hem zeggen.
Daarover kan hij niet heen. Zij heeft hem nooit
hooren vloeken, hij is verslagen. Thomasine moet
het winnen, zij behoudt het kind.
Komen wij in een nieuwe wereld? Wij moeten
het einde zien.
W. . C. B Y v A N c K
loninUjjkilioliilliinipBrt-llaatschappj
DEGRUYTER&Co.
DEH HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Bergplaatsen voor Inboedels