De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 1 november pagina 3

1 november 1924 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 2472 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE PARTIJSTEMMINGEN IN DE TWEEDE KAMER Teekening voor de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek Schokking Nolens Rutgers Marchant Dresselhuys Troelstra DE INTERNATIONALE PUZZLB Einde October 1924. Twee groote en aloude vraagstukken, waar tegenover Europa zich geplaatst ziet, hebben in de laatste weken weder een acuter vorm aange nomen: het Russische en het Chineesche. Beide hebben dit gemeen, dat zij een overwegend ele ment van passiviteit, van lijdelijkheid bezitten. Dit is maar gelukkig ook. Denk u de honderden millioenen van de Chineesche bevolking, behept met een werkdadigen geest voor politieke orga nisatie en actie. Denk u de millioenen Russen, behept met westersche energie. Welk een anderen invloed zouden deze gebieden dan op de wereld politiek hebben! Nu ligt hun gevaar juist steeds in het gebrek aan doelbewustheid, in de vage onge ordendheid, waarin 't mongoolsche, het Slavische karakter de groote volkencomplexen laten. Het sterkst is dit 't geval met China. Vreed zaam, wijsgeerig, individualistisch volkje bij uitne mendheid, bestaat het voort in een toestand van betrekkelijke regeeringloosheid. De belangrijkste internationale diensten en economische betrek kingen worden onder internationale leiding beheerd. Ook burgeroorlogen, gelijk in de laatste jaren zich onder de provinciale generaals" afspeelden, hebben doorgaans een zeer gematigd karakter, een tintje van de homerische ,,guerres des parleurs." Uiterst nadeelig voor het commercieele leven, was dit onuitwarbare generaalskluwen geen gevaar voor de internationale verhoudingen. Thans dreigt echter de vorm eenigszins te ver anderen. De internationale interventie, die tot dusverre binnen zeer bescheiden grenzen was gehouden, krijgt de neiging om hooger op te loopen. Den werkelijken toestand in de Chineesche verhoudingen kent op 't oogenblik niemand. De gang van zaken bewijst wel, dat zij, die iets meen den te kunnen voorspellen, allen ongelijk hadden. In de Europeesche kabinetten was verkondigd, dat tot dusverre de regeering te Peking uit gelaten heid hare tegenstanders had laten begaan. Nu zou zij evenwel spoedig, en met resultaat, ingrijpen. Het tegendeel is gebeurd. De regeering is omgezet. De tegenstanders hebben voor 't oogenblik geheel de overhand. Maar hiermede breekt ook 't spel der buitenlandsche invloeden, en dus der buitenlandsche wrijvingen aan. Een tot het protestantis me bekeerd generaal doet den beslissenden zet: Engelsche en Amerikaansche kringen voelen steun. Japan, aan den anderen kant, vreest ver storing van zijn invloedssfeer en vooral ook van zijn prestige. Het bereidt zich op kordate maatregelen voor. De Britsche vloot neemt op Malta haar uit gangspunt. De legatie's worden versterkt. En aan den Westkant, in Mongolië, trekt het Sovietisme sterker aan de touwtjes. Zoo is er een kans, dat de binnenlandsche strijd in China de buitenlandsche partijen in het geweer brengt, en dat ook Washing ton en Tokio, de actiefste betrokkenen, uit den evenwichtstoestand worden gerukt, in het LansingIshiiaccoord, waardoor de beide invloedssferen afge bakend werden, neergelegd. Wanneer het tot interventie komen moet, is te hopen, dat zij op redelijke wijze collectief zal kunnen worden geregeld, zooals reeds in enkele vroegere gevallen plaats heeft gehad. De resul taten der Washingtonsche conferentie hebben echter tegenover het China-vraagstuk nog geen vasten vorm aangenomen. Ook de Volkenbond, die op 't oogenblik in de Klein-Aziatische kwestie, ??Mossoel, Orieksche uitwisseling van bevolking, Irak, enz. voldoende ordenende kracht blijkt te bezitten, staat tegenover het Verre Oosten nog vrijwel geheel onthand. De kansen voor ontspo ringen' zijn dus niet al te gering. De Westersche wereld moet oppassen, niet aan de vingers te worden gebrand. Dan bovendien: het moscovitische probleem. De Engelsche verkiezingen hebben daar zeker geen weldadigen invloed op uitgeoefend. Over het geheel zijn die verkiezingen met een bitterheid en een niets-ontziendheid gevoerd, die den buitenstaander doet hoofdschudden. Een in quoquet" tot den Engelschen volksgeest, dringt zich op de lippen. De moeilijkheid is gekomen, toen de labourdemocratie zich in sterke mate tot hartelijkheid jegens de sov/ef-democratie geneigd toonen ging. Terwijl de breede lagen der Britsche natie wel op haar manier democratisch zijn en in democrati sche ontplooiingen smaak hebben, gaan zij in hart en nieren tegen de slavisch-oostersche opvat tingen van democratie in. Dit heeft de groote botsing gebracht. Moskou was juist bezig, zich iet wat aan te passen. Dit bracht noodwendig mede, dat zijn scherpste punten zich afrondden. De Engelsche campagne heeft echter de verhouding weer uiterst hatelijk gemaakt. Het element van gestadigheid is op het oogenblik Frankrijk. En het wil dit zijn. Herriot is de naam van een richting, waarvan hij in den grond niet de persoonlijke geestelijke aanvoerder is. Misschien zal men hem eerder dan 't lijkt door een Briand, een Loucheur, zien vervangen. Hij is als 't ware het lever de rideau." Maar de richting hangt niet van enkele personen'af. Zij spruit uit groote groepsovertuigingen voort. Het zijn de overtuigingen, dat Frankrijk niet meer aan n kant voldoende steun heeft, om zich de weelde te kunnen veroor loven, naar andere kanten venijnig te zijn. De Brit sche onzekerheid en de Amerikaansche onbereken baarheid doen daartoe de deur dicht. Ziehier de reden, waarom Herriot zonder veel omhaal de soviet-regeering gaat erkennen. Men lette wel, dit beteekent nog gén handelstractaat of wat dan ook: dit moet alles nog komen, alleen is men in sommige onderhandelaarskringen van meening, dat Herriot wijzer zou hebben gedaan ook de de jure erkenning niet zoo maar, zonder tegenpraestatie te geven, doch reeds tevens toezeg gingen, met name op 't gebied der schulden regeling te realiseeren. Moskou is op het oogen blik bereid tot allerlei concessie's aan wie goed met hem zijn willen, doch het geeft minder voor niets" dan wie anders ook. Misschien is men op het Plein daarvan zeer wijselijk doordrongen. Dezelfde Fransche taktièk van geruststelling voltrekt zich tegenover Duitschland. De militaire ontruimingen punctueel volgens belofte uitgevoerd. De economische en financieele eenheid van Duitsch land hersteld en officieel geconstateerd. Een uiterst gewichtig feit! Het Dawesplan definitief in wer king getreden. Duitschland kan verder gaan. De 800 millioen mark zijn op hunne bestemming. De verpande belastingen (invoerrechten, bier, tabak, suiker en alcohol) loopen nu door de handen van den Commissaris, 't Eerste re sultaat is een belangrijke vermindering der directe inkomsten, en wanneer binnen eenige maanden de uitkomsten zich duidelijker afteekenen en de minister van financiën te Berlijn voorzieningen moet treffen, kan men nog voor groote moeilijkheden staan. Maar in elk geval heeft Duitsch land voor het oogenblik nog maar een minimum redenen van beklag. Een door zijn eigenregeeringen parlement vrijwillig aanvaard stelsel, zonder politieken bijsmaak, is in werking getreden. Het volk heeft zich nu maar in den zadel te zetten. Doch welk een geest heerscht er nog over dat volk? Men vraagt zich met zorg af, of 't eenige mate van politieke rijpheid zal blijken te bezitten. Ook, of het eenige knappe, staatkundige leiders zal weten op te brengen. Tot de Rijksdagontbin ding is het nu gelukkig, met meer geluk dan wijsheid, gekomen. Wat had Duitschland nu ook nog aan 'n Rijksdag op 'n weg met Poincaré"-basis? Men zou meenen, dat er nu alle aan leiding ware voor een gezonde, democratische meerderheid, en voor een daarmede overeenstem mende leiding. Doch ook aan Duitschland zeer welgezinde kenners schudden nog 't hoofd, en zijn er niet zeker van, dat niet de nationalisten ver sterkt zullen terugkeeren. Kan dit zoo zijn? Men moet afwachten. Op het oogenblik is zelfs de houding van eenen Marx niet geruststellend, die blijkbaar de alles-dwarsboomende hakenkruis"krachten ook al niet met stelligheid durft af te wijzen. Om van den hyper-kameleontischen Stresemann niet te spreken, die Duitschland's heil nu in de opneming der nationalisten ziet, met een helderziendheid die herinnert aan zijne voorspel ling, in 1917, dat Amerika nooit in den oorlog zou komen en Engeland in (5 maanden liet bijltje neerleggen. Van alle aan den gang zijnde verkiezingen is de uitslag van de Duitsche stellig de gewichtigste. Alleen wanneer de Duitsche natie een eerlijke en gezonde, internationaal opbouwende richting aan 't bestuur weet te brengen, kan de internationale staatkunde een gelukkigen koers volhouden. Wat de andere landen aangaat: deze zijn er onder alle gevallen wel toe klaar. Doet , zou men echter, gezien dit alles, wel in ecu ander verband willen vragen, een Fransche regeering wijs, door thans de verbindingen met het Vaticaan opzettelijk te verbreken? Hervatting der oude anti-clericale politiek in Frankrijk, en de teekenen zijn er niet vreemd van, ware zeker internationaal een bron van zwarigheid. B R A N D A R i s AMSTERDAM ROTTERDAM DEN HAAG MODERNE GESTREEPTE LOOPERS 60 BR. PER M. i 2.45 70 BR. PER M. f 3.20 STALEN FRANCO

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl