Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2472
l
HET ZWARTEN-VRAAGSTUK
IN ZUID AFRIKA
l
i'
l
Kaapstad 10 September.
Sinds mijn eersten brief is een ware poli
tieke omwenteling hier ingetreden. Na een feilen
strijd, waarin zich het duiveltje Democratie"
weer van zijn leelijkste zijde heeft laten zien, heeft
Hertzog met de zijnen (gecombineerd met de
.arbeiderspartij) het politieke podium beklom
men, met de leuze: South Africa first!" Het
Hollandsen element regeert en daarom hoop ik
dat mijn artikel niet uitsluitend
ontspanningslectuur zal zijn, maar ook didactisch zal werken,
de belangstelling eenigszins zal opporren.
Zal de nieuwe regeering haar vele mooie beloften
kunnen volbrengen? Ach, wij leven hier niet op
Mars; wij hebben hier ook politiek, parlement en
democratie, net zooals overal elders. Vooral
democratie, in het ergste stadium; maar daarover
een anderen keer: over Zuid-Afrikaansche demo
cratie is een boekdeel vol humor te schrijven.
Wat ik zeggen wil, is dit, dat zij zonder eenigen
twijfel haar best zal doen al die schoone beloften
tegen te werken.
Het zwarten vraagstuk vooraan: het staat als
eerste op het program, maar denkt ge dat een
oplossing mogelijk is? Hier in een democratie,
waar nooit met heele, steeds met halve of kwart
maatregelen wordt gewerkt? Waar steeds moet
gegeven en gedeeld worden ?
Het zwartenvraagstuk is the root of all evil",
het is de hoofdoorzaak van dat andere kwaad, het
arme-blanken vraagstuk, en daarmee in verband
staande: den achteruitgang, den stilstand haast
der immigratie, waarover ik u beloofde iets te
schrijven.
Is het dan niet uitermate vreemd, dat juist nu,
nu de oude wereld nog zoo weinig mogelijkheden
biedt, nu Amerika de immigratie beperkt, er toch
bij Europa's bewoners geen streven bestaat, hier
in het groote Zuid-Afrika, dat toch juist blanke
krachten zoo noodig heeft, een kans te wagen?
Ondanks de groote propaganda? Misschien kan
ik haast zeggen: juist tengevolge dier propaganda.
Te bekend toch zijn de gevallen van immigranten,
die gelokt door propaganda, denkend hier met
open armen te worden ontvangen, hun weg vol
moed hierheen zochten, doch gauw met den kous
op den kop terug moesten keeren, teleurgesteld
in alles wat zij ondervonden, in alles wat zij onder
namen. Dit maakt een slechten indruk: daar moet
iets verkeerd zijn. Zooals reeds gezegd: de zwarte
neemt als goedkoope werkkracht de plaats van
den witten immigrant in beslag, drijft hem eruit.
Immers de productie schijnt op deze wijze veel
goedkooper te zijn dan elders. De verhouding:
witte tot zwarte werkkracht is ongeveer l tot
8,terwijl de loonen der gekleurde bevolking, in
boorlingen, Indiërs en half-ras dooreengenomen
varieeren van 1/3 tot 1/5 van die der witte bevol
king. Een voorsprong dus op industrie en land
bouw in andere landen, waar de arbeidskrachten
veel duurder zijn. En toch, waar is die voorsprong
merkbaar? Florisseert Zuid-Afrika door deze goed
koope werkkracht? Neen, dit voordeel is slechts
schijnbaar. Zeker, het ruwste werk, als het ruwe
mijnwerk (het mijnwezen neemt hier bovendien
een monopoliepositie in) en eenige onderdeelen
der landbouwproductie, waarvoor vrijwel geen
scholing vereischt is, kan door zwarten zonder
nadeel aan het product verricht worden. Maar
klimt men iets hooger, tot die werkzaamheden,
waarvoor eenige skil!" noodzakelijk is, dan zal
men tot de ontdekking komen dat het
arbeidsresultaat qualitatief noch quantitatief kan halen
bij dat van den blanke. Dit is hier gebleken bij
zooveel industrieën, die er het bijltje bij hebben
moeten neerleggen, zelfs bij den landbouw. En
toch probeert men telkens opnieuw en telkens ook
zal men tot dezelfde ontdekking komen, dat de
werkkracht wel goedkoop is, doch het product op
de wereldmarkt (waar het toch tenslotte om te
doen is), tenzij het een monopolie is of een
overheerschende positie heeft, moeilijk zal kunnen
conctirreeren, vooral nu we tijden tegemoet gaan,
waarin waarschijnlijk de concurrentie in de kwali
teit heel scherp zal worden.
Ik vrees dat het moeilijk zal zijn hierin verande
ring te brengen, tenzij een frissche stroom immi
granten Zuid-Afrika binnentrekt, zelf met zoo
groot mogelijke uitschakeling van den zwarte gaat
produceeren wel en zich voornamelijk gaat toe
leggen op landbouw, niet op industrie. Zuid-Afrika
is nog te jong voor industrie; zoolang de landbouw
zich niet ontwikkeld heeft, is industrie tot wer
keloosheid gedoemd.
Uitschakeling van den zwarte: begint men
eenmaal den zwarte voor dat werk te gebruiken,
waaraan men zelf de handen niet wil vuil maken,
dan ligt het in den aard der zaak dat men hoe
langer hoe meer productieverrichtingen aan den
zwarte overlaat. En dan rijst bovengenoemd
gevaar van minderwaardige productie weer om
hoog. En tegelijk daarmee verrijst als een spook
het tergende arme-blanken-vraagstuk met zijn
onnoemelijke cultureele en moreele gevolgen.
Immers onder de eventueele immigranten zullen
toch maar weinigen zijn die zich boven de middel
maat van intellect verheffen. Die enkelen, hebben
ze zich eenmaal op een specialen tak van productie
toegelegd en hebben zij toegegeven aan den haast
onweerstaanbaren drang, de voornaamste pro
ductieverrichtingen aan niet-blanken over te
laten, zij zullen zich allicht er bovenop weten te
houden. Allicht, want velen zijn er ook, die juist
hierdoor hun moreelen steun kwijt raken, verslap
pen en ternauwernood voor eigen bestaan kunnen
zorgen. Maar wat dan met' degenen die tot de
middelmaat behooren en met hen die nog lager
staan? Juist waar de zwarte veel slechter produ
ceert, zal het hier voor den middelmatigen pro
ductieleider veel zwaarder zijn dan ergens anders,
om resultaten te bereiken. Dit geldt productie
leiders, die meest over voldoende kapitaal te
beschikken hebben, om het een tijdje te kunnen
uitzingen. Doch wat is het lot van hen, die niet in
staat zijn te leiden, doch slechts geschapen zijn
kleine stadia van productie te verrichten? Door
het in dienst nemen van zwarten worden zij uit
hun specialen werkkring gegooid. En typisch is het:
is in een bedrijf eenmaal met zwartenarbeid begon
nen, dan volgen de andere bedrijven vanzelf. En
ziet de blanke dat zijn speciaal vak niet meer
door blanken wordt uitgevoerd, dan zal het aange
boren zelfoverschattingsgevoel hem er van af
houden, ook indien dit mogelijk zou zijn, zwarten
arbeid" te verrichten. En zoo wordt weer een
bedrijfsdeel gedegradeerd. De blanke wordt arme
blanke", raakt op, trekt, zooals steeds naar de
steden, met de bekende funeste gevolgen: werke
loosheid, immoraliteit, drankzucht enz.
Te vreezen is dat men met de geprojecteerde
katoenproductie, die, naar ik geloof, geweldige
afmetingen zal kunnen aannemen, denzelfden weg
opgaat. Niet dat ik wil beweren dat men het in
den eersten tijd zonder zwarten zal kunnen stellen.
Maar hier, waar een geheel nieuwe cultuur zal
moeten worden opgebouwd, met al de moeilijk
heden en vraagstukken daaraan verbonden, waar
het gematigde klimaat blankenarbeid mogelijk
maakt, hier zijn op den duur slechts dan resul
taten te verwachten, als men nu eens niet al den
handenarbeid aan den zwarte toevertrouwt. Dan
zal het misschien mogelijk zijn dat scharen stoere
immigranten, die niet tegen ruw handwerk opzien,
hierheen tijgen, en dat dan ook de arme blanke,
die nu demoraliseert, de handen uit de mouwen
gaat steken en eens gaat werken. De invloed hier
van zal onmetelijk zijn. Het zou beteekenen een
ommekeer in de economische wording van dit
land. Maar die tijden zijn nog ver. Uitsluiting van
den zwarte behoort voorloopig tot de onmogelijk
heden, ten eerste omdat men hem nog noodig
heeft, ten tweede omdat het vraagstuk: wat met
den overbodigen zwarte te doen? den politici nu
reeds de haren ten berge doet rijzen. Slechts heel
langzaam en geleidelijk zal het werk van den
zwarte op den blanke moeten worden overgedragen
en enkele verrichtingen zullen zelfs den zwarte
nooit kunnen worden afgenomen. Zoolang een
cultuur nog ia de ki iderschoenen staat, mag zij de
productiekosten niet brengen b'jven de productie
kosten elders.
En hier naderen wij een tweede punt dat voor
immigranten van onmiddellijk belang is: duren
arbeid, als gevolg van duur leven en een hoogen
materieelen (zeker niet intellectueelcn !) levens
standaard.
Zuid-Afrika is een duur land. Het zal duur
blijven, ja duurder worden, zoolang men in pro
tectie zijn heil blijft zoeken. Het is hier niet de
plaats uit te weiden over voor- en nadeden van
protectie, maar de directe gevolgen zijn zoo in het
oog loopend, zoo hinderlijk, dat ik er wel even op
moet wijzen. Als een staat eenmaal met pro
tectie begonnen is, is het een gewoon verschijn
sel, dat hij steeds uitgebreider en steeds inten
siever zal gaan protegeeren, terwijl de loonen bij
den verhoogden levensstandaard achterblijven.
Zuid-Afrika is geen industrieland, zal het ook
nooit worden. Het is vóór alles de bodem die het hier
moet doen, de bodem die zoo uitgestrekt, zoo
goedkoop, maar ook vaak zoo wispelturig is
(droogte, sprinkhanen !). Maar voor dat groote
land zijn menschen noodig, veel menschen. Als
men nu die menschen tegenhoudt, door er vooral
goed voor te zorgen, dat zij de eerste jaren niet
kunnen uitzingen en dat is de praktijk, dan werkt
de staat tegen de belangen der natie in.
Zuid-Afrika is nog een kind dat opvoeding en
leiding noodig heeft en onderhevig is aan vele
gevaarlijke en minder gevaarlijke kinderkwalen
(vergeef mij, o Nationalisten, maar het is werkelijk
zoo, ofschoon gij denkt dat het reeds mans genoeg
is om zelf te leiden). Als men nu hun, die opvoeders
Rheumatiek
wordt veroorzaakt door opeenhooping
van het urinezuur in de gewrichten.
T o g a l tast deze ziekte direct in
den kern aan, lost het urinezuur op
en maakt Uwe gewrichten weder lenig
als voorheen. T o gal het vermaarde
middel bij Rheumatiek, Jicht, Spit
en Zenuwpijnen zal ook U genezen.
Koop vandaag nog een flacon. Gene
zing en onschadelijkheid gegarandeerd.
Bij alle Apoth. en Drog. a f 0.80 en f
2.en leiders willen zijn, reeds tevoren de middelen
ontneemt, hun weg met doornen en glasscher
ven bezaait, hoe kunt gij dan denken dat
ZuidAfrika ooit man zal worden?
MR. PAUL CATZ
GRANDS VINS DE CHAMPAGNE
POL ROGER & Cie.
Agent Genera»; JAGER BERLINBS, Haarlem
NIEUWE UITGAVEN
De mooie mevrouw Cavalossi en het
millioenenhuwelijk, roman van ARNOLD BENNET, vertaald
door Fred. Beyerinck. Uitgegeven door J. M.
Meulenhoff te Amsterdam in de serie:
Meulenhoff's boeken van avontuur.
Her verhaal van de vier Heemskinderen, bewerkt
door J. A. SLEMPKES, hoofd der school te
Rosendaal (O.). Uitgave van W. J. Thieme en Cie te
Zutphen.
Er is in onzen tijd een vraag naar wel boeiende
maar toch ook frissche en kerngezonde leerstot'
voor het opgroeiend geslacht. En er is tevens een
vernieuwing van aandacht voor het verleden",
zegt de bewerker in een voorbericht.
Beide verschijnselen waren voor de uitgevers
aanleiding om den heer Slempkes te vragen
beroemde verhalen uit de oudheid, lietst uit de
vaderlandïche" oudheid, als jongensboek of als
schoolleesboek in nieuwen vorm te gieten.
De bewerker heeft voor dit doel voorloopig
gekozen De Vier Heemskinderen," Gi.edroen",
Rcinaert", Ridder mi'tter Swane,"
Fortunatus", Genovcva" en het verhaal van Roelants
tragiichen dood bij Ronce/ale.
De Vier Heemskinderen'' is thans als eersteling
aantrekkelijk uitgegeven door de firma Thieme.
Pol Dom teekende mooie platen.
De bewerking is geschied aan de hand van de
tekstuitgave van prof dr. J. C. Matthes, in 1872
te Groningen verschenen.
De heer Slempkis heeft ecnige bekorting aan
gebracht, vele bloedige tafereeïen weggelaten en
(de belangrijkste afwijking van het oorspronke
lijk:) hetfiereros Beyaerl niet, zooals in het
midd_lnederlandsch verhaal, op het vonnis van koning
Karel do;n verdrinken. Beyaert wordt in deze
nieuwe uitgave naar het eifand der Britten ge
zonden, waardoor de jeugd, naar de bewerker
meent, meer voldoening zal vinden, en de straf
voor Reinout ongeveer gelijk blijft.
WOUT Mij. J O L11H D",
WeesperzIJde 94, AMSTERDAM
Telefoon 51271. Tel.-Adres Transport'
VERHUIZINGEN, ook per gesloten
autoverhuiswagens met aanhangwagen. Binnen
een rayon van 8O Km. bespaart men
Hotelkosten.
BEHANGERIJ en STOFFEERDERIJ
Machinale S t o f r e i n i g i n g.
Bewaarplaatsen voor Inboedels