De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 1 november pagina 4

1 november 1924 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No. 2472 l HET ZWARTEN-VRAAGSTUK IN ZUID AFRIKA l i' l Kaapstad 10 September. Sinds mijn eersten brief is een ware poli tieke omwenteling hier ingetreden. Na een feilen strijd, waarin zich het duiveltje Democratie" weer van zijn leelijkste zijde heeft laten zien, heeft Hertzog met de zijnen (gecombineerd met de .arbeiderspartij) het politieke podium beklom men, met de leuze: South Africa first!" Het Hollandsen element regeert en daarom hoop ik dat mijn artikel niet uitsluitend ontspanningslectuur zal zijn, maar ook didactisch zal werken, de belangstelling eenigszins zal opporren. Zal de nieuwe regeering haar vele mooie beloften kunnen volbrengen? Ach, wij leven hier niet op Mars; wij hebben hier ook politiek, parlement en democratie, net zooals overal elders. Vooral democratie, in het ergste stadium; maar daarover een anderen keer: over Zuid-Afrikaansche demo cratie is een boekdeel vol humor te schrijven. Wat ik zeggen wil, is dit, dat zij zonder eenigen twijfel haar best zal doen al die schoone beloften tegen te werken. Het zwarten vraagstuk vooraan: het staat als eerste op het program, maar denkt ge dat een oplossing mogelijk is? Hier in een democratie, waar nooit met heele, steeds met halve of kwart maatregelen wordt gewerkt? Waar steeds moet gegeven en gedeeld worden ? Het zwartenvraagstuk is the root of all evil", het is de hoofdoorzaak van dat andere kwaad, het arme-blanken vraagstuk, en daarmee in verband staande: den achteruitgang, den stilstand haast der immigratie, waarover ik u beloofde iets te schrijven. Is het dan niet uitermate vreemd, dat juist nu, nu de oude wereld nog zoo weinig mogelijkheden biedt, nu Amerika de immigratie beperkt, er toch bij Europa's bewoners geen streven bestaat, hier in het groote Zuid-Afrika, dat toch juist blanke krachten zoo noodig heeft, een kans te wagen? Ondanks de groote propaganda? Misschien kan ik haast zeggen: juist tengevolge dier propaganda. Te bekend toch zijn de gevallen van immigranten, die gelokt door propaganda, denkend hier met open armen te worden ontvangen, hun weg vol moed hierheen zochten, doch gauw met den kous op den kop terug moesten keeren, teleurgesteld in alles wat zij ondervonden, in alles wat zij onder namen. Dit maakt een slechten indruk: daar moet iets verkeerd zijn. Zooals reeds gezegd: de zwarte neemt als goedkoope werkkracht de plaats van den witten immigrant in beslag, drijft hem eruit. Immers de productie schijnt op deze wijze veel goedkooper te zijn dan elders. De verhouding: witte tot zwarte werkkracht is ongeveer l tot 8,terwijl de loonen der gekleurde bevolking, in boorlingen, Indiërs en half-ras dooreengenomen varieeren van 1/3 tot 1/5 van die der witte bevol king. Een voorsprong dus op industrie en land bouw in andere landen, waar de arbeidskrachten veel duurder zijn. En toch, waar is die voorsprong merkbaar? Florisseert Zuid-Afrika door deze goed koope werkkracht? Neen, dit voordeel is slechts schijnbaar. Zeker, het ruwste werk, als het ruwe mijnwerk (het mijnwezen neemt hier bovendien een monopoliepositie in) en eenige onderdeelen der landbouwproductie, waarvoor vrijwel geen scholing vereischt is, kan door zwarten zonder nadeel aan het product verricht worden. Maar klimt men iets hooger, tot die werkzaamheden, waarvoor eenige skil!" noodzakelijk is, dan zal men tot de ontdekking komen dat het arbeidsresultaat qualitatief noch quantitatief kan halen bij dat van den blanke. Dit is hier gebleken bij zooveel industrieën, die er het bijltje bij hebben moeten neerleggen, zelfs bij den landbouw. En toch probeert men telkens opnieuw en telkens ook zal men tot dezelfde ontdekking komen, dat de werkkracht wel goedkoop is, doch het product op de wereldmarkt (waar het toch tenslotte om te doen is), tenzij het een monopolie is of een overheerschende positie heeft, moeilijk zal kunnen conctirreeren, vooral nu we tijden tegemoet gaan, waarin waarschijnlijk de concurrentie in de kwali teit heel scherp zal worden. Ik vrees dat het moeilijk zal zijn hierin verande ring te brengen, tenzij een frissche stroom immi granten Zuid-Afrika binnentrekt, zelf met zoo groot mogelijke uitschakeling van den zwarte gaat produceeren wel en zich voornamelijk gaat toe leggen op landbouw, niet op industrie. Zuid-Afrika is nog te jong voor industrie; zoolang de landbouw zich niet ontwikkeld heeft, is industrie tot wer keloosheid gedoemd. Uitschakeling van den zwarte: begint men eenmaal den zwarte voor dat werk te gebruiken, waaraan men zelf de handen niet wil vuil maken, dan ligt het in den aard der zaak dat men hoe langer hoe meer productieverrichtingen aan den zwarte overlaat. En dan rijst bovengenoemd gevaar van minderwaardige productie weer om hoog. En tegelijk daarmee verrijst als een spook het tergende arme-blanken-vraagstuk met zijn onnoemelijke cultureele en moreele gevolgen. Immers onder de eventueele immigranten zullen toch maar weinigen zijn die zich boven de middel maat van intellect verheffen. Die enkelen, hebben ze zich eenmaal op een specialen tak van productie toegelegd en hebben zij toegegeven aan den haast onweerstaanbaren drang, de voornaamste pro ductieverrichtingen aan niet-blanken over te laten, zij zullen zich allicht er bovenop weten te houden. Allicht, want velen zijn er ook, die juist hierdoor hun moreelen steun kwijt raken, verslap pen en ternauwernood voor eigen bestaan kunnen zorgen. Maar wat dan met' degenen die tot de middelmaat behooren en met hen die nog lager staan? Juist waar de zwarte veel slechter produ ceert, zal het hier voor den middelmatigen pro ductieleider veel zwaarder zijn dan ergens anders, om resultaten te bereiken. Dit geldt productie leiders, die meest over voldoende kapitaal te beschikken hebben, om het een tijdje te kunnen uitzingen. Doch wat is het lot van hen, die niet in staat zijn te leiden, doch slechts geschapen zijn kleine stadia van productie te verrichten? Door het in dienst nemen van zwarten worden zij uit hun specialen werkkring gegooid. En typisch is het: is in een bedrijf eenmaal met zwartenarbeid begon nen, dan volgen de andere bedrijven vanzelf. En ziet de blanke dat zijn speciaal vak niet meer door blanken wordt uitgevoerd, dan zal het aange boren zelfoverschattingsgevoel hem er van af houden, ook indien dit mogelijk zou zijn, zwarten arbeid" te verrichten. En zoo wordt weer een bedrijfsdeel gedegradeerd. De blanke wordt arme blanke", raakt op, trekt, zooals steeds naar de steden, met de bekende funeste gevolgen: werke loosheid, immoraliteit, drankzucht enz. Te vreezen is dat men met de geprojecteerde katoenproductie, die, naar ik geloof, geweldige afmetingen zal kunnen aannemen, denzelfden weg opgaat. Niet dat ik wil beweren dat men het in den eersten tijd zonder zwarten zal kunnen stellen. Maar hier, waar een geheel nieuwe cultuur zal moeten worden opgebouwd, met al de moeilijk heden en vraagstukken daaraan verbonden, waar het gematigde klimaat blankenarbeid mogelijk maakt, hier zijn op den duur slechts dan resul taten te verwachten, als men nu eens niet al den handenarbeid aan den zwarte toevertrouwt. Dan zal het misschien mogelijk zijn dat scharen stoere immigranten, die niet tegen ruw handwerk opzien, hierheen tijgen, en dat dan ook de arme blanke, die nu demoraliseert, de handen uit de mouwen gaat steken en eens gaat werken. De invloed hier van zal onmetelijk zijn. Het zou beteekenen een ommekeer in de economische wording van dit land. Maar die tijden zijn nog ver. Uitsluiting van den zwarte behoort voorloopig tot de onmogelijk heden, ten eerste omdat men hem nog noodig heeft, ten tweede omdat het vraagstuk: wat met den overbodigen zwarte te doen? den politici nu reeds de haren ten berge doet rijzen. Slechts heel langzaam en geleidelijk zal het werk van den zwarte op den blanke moeten worden overgedragen en enkele verrichtingen zullen zelfs den zwarte nooit kunnen worden afgenomen. Zoolang een cultuur nog ia de ki iderschoenen staat, mag zij de productiekosten niet brengen b'jven de productie kosten elders. En hier naderen wij een tweede punt dat voor immigranten van onmiddellijk belang is: duren arbeid, als gevolg van duur leven en een hoogen materieelen (zeker niet intellectueelcn !) levens standaard. Zuid-Afrika is een duur land. Het zal duur blijven, ja duurder worden, zoolang men in pro tectie zijn heil blijft zoeken. Het is hier niet de plaats uit te weiden over voor- en nadeden van protectie, maar de directe gevolgen zijn zoo in het oog loopend, zoo hinderlijk, dat ik er wel even op moet wijzen. Als een staat eenmaal met pro tectie begonnen is, is het een gewoon verschijn sel, dat hij steeds uitgebreider en steeds inten siever zal gaan protegeeren, terwijl de loonen bij den verhoogden levensstandaard achterblijven. Zuid-Afrika is geen industrieland, zal het ook nooit worden. Het is vóór alles de bodem die het hier moet doen, de bodem die zoo uitgestrekt, zoo goedkoop, maar ook vaak zoo wispelturig is (droogte, sprinkhanen !). Maar voor dat groote land zijn menschen noodig, veel menschen. Als men nu die menschen tegenhoudt, door er vooral goed voor te zorgen, dat zij de eerste jaren niet kunnen uitzingen en dat is de praktijk, dan werkt de staat tegen de belangen der natie in. Zuid-Afrika is nog een kind dat opvoeding en leiding noodig heeft en onderhevig is aan vele gevaarlijke en minder gevaarlijke kinderkwalen (vergeef mij, o Nationalisten, maar het is werkelijk zoo, ofschoon gij denkt dat het reeds mans genoeg is om zelf te leiden). Als men nu hun, die opvoeders Rheumatiek wordt veroorzaakt door opeenhooping van het urinezuur in de gewrichten. T o g a l tast deze ziekte direct in den kern aan, lost het urinezuur op en maakt Uwe gewrichten weder lenig als voorheen. T o gal het vermaarde middel bij Rheumatiek, Jicht, Spit en Zenuwpijnen zal ook U genezen. Koop vandaag nog een flacon. Gene zing en onschadelijkheid gegarandeerd. Bij alle Apoth. en Drog. a f 0.80 en f 2.en leiders willen zijn, reeds tevoren de middelen ontneemt, hun weg met doornen en glasscher ven bezaait, hoe kunt gij dan denken dat ZuidAfrika ooit man zal worden? MR. PAUL CATZ GRANDS VINS DE CHAMPAGNE POL ROGER & Cie. Agent Genera»; JAGER BERLINBS, Haarlem NIEUWE UITGAVEN De mooie mevrouw Cavalossi en het millioenenhuwelijk, roman van ARNOLD BENNET, vertaald door Fred. Beyerinck. Uitgegeven door J. M. Meulenhoff te Amsterdam in de serie: Meulenhoff's boeken van avontuur. Her verhaal van de vier Heemskinderen, bewerkt door J. A. SLEMPKES, hoofd der school te Rosendaal (O.). Uitgave van W. J. Thieme en Cie te Zutphen. Er is in onzen tijd een vraag naar wel boeiende maar toch ook frissche en kerngezonde leerstot' voor het opgroeiend geslacht. En er is tevens een vernieuwing van aandacht voor het verleden", zegt de bewerker in een voorbericht. Beide verschijnselen waren voor de uitgevers aanleiding om den heer Slempkes te vragen beroemde verhalen uit de oudheid, lietst uit de vaderlandïche" oudheid, als jongensboek of als schoolleesboek in nieuwen vorm te gieten. De bewerker heeft voor dit doel voorloopig gekozen De Vier Heemskinderen," Gi.edroen", Rcinaert", Ridder mi'tter Swane," Fortunatus", Genovcva" en het verhaal van Roelants tragiichen dood bij Ronce/ale. De Vier Heemskinderen'' is thans als eersteling aantrekkelijk uitgegeven door de firma Thieme. Pol Dom teekende mooie platen. De bewerking is geschied aan de hand van de tekstuitgave van prof dr. J. C. Matthes, in 1872 te Groningen verschenen. De heer Slempkis heeft ecnige bekorting aan gebracht, vele bloedige tafereeïen weggelaten en (de belangrijkste afwijking van het oorspronke lijk:) hetfiereros Beyaerl niet, zooals in het midd_lnederlandsch verhaal, op het vonnis van koning Karel do;n verdrinken. Beyaert wordt in deze nieuwe uitgave naar het eifand der Britten ge zonden, waardoor de jeugd, naar de bewerker meent, meer voldoening zal vinden, en de straf voor Reinout ongeveer gelijk blijft. WOUT Mij. J O L11H D", WeesperzIJde 94, AMSTERDAM Telefoon 51271. Tel.-Adres Transport' VERHUIZINGEN, ook per gesloten autoverhuiswagens met aanhangwagen. Binnen een rayon van 8O Km. bespaart men Hotelkosten. BEHANGERIJ en STOFFEERDERIJ Machinale S t o f r e i n i g i n g. Bewaarplaatsen voor Inboedels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl