Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2472
EEN NIEUW BOEK OVER
DOSTOJEWSKIJ *)
De belangstelling voor Dostojewskij is in Neder
land sedert enige jaren zeer groot. Er wordt eer
te veel over hem geschreven dan te weinig, en
onder het niet-schrijvende, doch slechts lezende
publiek bestaat neiging tot een eenzijdige bewon
dering, berustende op eenzijdige, voorlichting.
Daarom is het nieuwe boek van de heer De Qruyter
een welkome aanvulling van de reeds voorhanden
literatuur, want het is een geheel ander geluid,
dan wij over Dostojewskij gewoon zijn te horen.
Tegenover de enthusiast-aanvaardende werken
van Thomson en Coster staat hier een beschou
wingswijze, vol bewondering wel is waar, maar
tegelijk Dostojewskij als levensgids afwijzend.
Tegenover Dostojewskij's ideën stelt de schrijver
het socialisties ontwikkelingsideaal; het komt
mij echter voor, dat zijn verwerpende houding niet
alleen door zijn socialisme veroorzaakt is, doch ook
door zijn zeer geringe verwantschap met Dosto
jewskij als mens. Wanneer men de twee boeken
over Dostojewskij en Tolstoj leest van
Merezjkowskij en Weresajew, dan wordt men getroffen
door de radikale tegenstelling in de beoordeling.
Merezjkowskij, zelf zoeker naar het derde rijk,
dat van de Heilige Geest, vindt het bovenaardse,
waarop Dostojewskij's zienerblik zich richt, een
hogere realiteit dan het gewone aardse leven,
waarvan Tolstoj zulk een onovertroffen waar
nemer en beschrijver is, en hij prefereert zichtbaar
Dostojewskij.Maar Weresajew, die als een nuchtere,
gezonde mens het aardse leven aanvaardt zoals
het nu eenmaal is, vermag in Dostojewskij's
helden met hun weinig alledaagse uitingen van
liefde en haat, met hun metaphysiese doorvoeling
van het uiterste goed en het uiterste kwaad,
slechts ziekelike anomalieën te zien. Weresajew is
als Dostojewskij een fijngevoelig mensevriend,
maar zijn realisme is wezenlik verschillend van
dat van Dostojewskij, en wie voor Dostojewskij's
wereld enig aanvoelingsvermogen bezit, zal
Weresajew's boek niet geheel voldaan uit de hand leggen,
menende, zelf Dostojewskij beter te begrijpen.
Zo gaat het mij pok bij de lektuur van De Oruyter.
Als deze Dostojewskij een afsluiter" noemt, die
de gevoelens" ener half-middeleeuwsche,
despotisch-patriarchale maatschappij op geniale
wijze vertolkt" (p. 276), iemand, m.a.w., die tot
het verleden behoort en van wie de toekomst
weinig te ontvangen heeft, dan kan ik dat niet
aanvaarden, wanneer ik waarneem, hoe in allerlei
landen intellectuele, fijnvoelende mensen zich veel
meer met Dostojewskij verwant voelen dan de
onmiddellik voorafgaande generaties, en hoe ik
ook zelf, Dostojewskij lezende, telkens in hem
allerlei potentiële krachten, in de menseziel ver
borgen, tot realiteit zie worden. Dat is intussen
nog geen beaming of aanvaarding van Dostojewskij,
en bij alle bewondering voor hem moet men er
kennen, dat zijn penetrante psychologie en zijn
vizionnaire extasen onscheidbaar samenhangen
met zijn abnormale, ziekelike gestel, en verder:
dat hij thuis behoort in de Russiese wereld, die
zich geheel anders heeft ontwikkeld dan de onze
en reeds daardoor geen afdoende remedie kan
geven tegen onze ziekten. Deze twee dingen heeft
de heer De Gruyter uitnemend gevoeld en daardoor
brengt hij een gezond element in de Nederlandse
Dostojewskij-beschouwing.
Om te begrijpen, dat Dostojewskij in vele
opzichten on-westers is, en orn te begrijpen, dat
dit van de Russiese kuituur in 't algemeen gezegd
kan worden, behoeft men nog geen kenner van het
Russiese volk te zijn. Maar een enigszins zuiver
beeld van Dostojewskij kan men zonder die kennis
zich niet vormen. En de heer De Gruyter mist
blijkbaar de persoonlike bekendheid met Rusland.
Hij pretendeert die ook trouwens niet te bezitten.
Reeds de vaak zonderlinge weergave der namen
wijst op een totaal gebrek aan kennis der taal:
zo heet Aljosja regelmatig Aloïsja en terwijl de
schrijver Fjodor Dostojewskij Theodoor wordt ge
noemd, heet de romanfiguur Fjodor Karamazow
Fedor. Wie de Russiese mens en het Russiese
leven niet zowel uit de werkelikheid als uit de
literatuur kent, is door die onkunde alleen reeds
buiten staat, door een analyse van Dostojewskij's
geestelike en psychiese eigenschappen uit te
maken, wat bij hem zuiver persoonlik en wat in
algemenere zin Russies is. Zulk een onderzoek
is op wetenschappelike basis, voorzover mij bekend,
nooit ingesteld. Het zou wellicht tot de slotsom
voeren, dat Dostojewskij in het algemeen een sterk
? Russiese natuur heeft, maar dat de nationale
trekken zich met ongewone intensiteit vertonen;
en naast deze graduele afwijkingen van het nor
male zou men ook wezenlike abnormaliteiten
vinden, o.a. op het gebied van liefdeleven. Het is
*) J. de Gruyter. Dostojevski en het maat
schappelijk leven. Baarn, Hollandia-drukkerij,1924.
onvoorzichtig en onkrities,
om, zoals wel eens gebeurt,
op grond van Dostojewskij's
boeken te geloven aan een
reddende missie van het Rus
siese volk. Behalve dat Dos
tojewskij naast nationale ook
individuele eigenschappen
heeft, doet hij ons slechts een
deel van 't Russiese leven
kennen. Op pagina 281 wijst
De Gruyter er op, dat op
allerlei maatschappelike zon
daars, zoals vervalsers van
levensmiddelen, uitbuiters,
spekulanten in Dostojewskij's
boeken niet de aandacht valt.
Die opmerking deed mij den
ken aan de tegenstelling tot
de satirikus Saltykow. Waar
Dostojewskij over de oorlog
met de Turken schrijft, ziet
hij vooral het heilige vuur van
de soldaat, doch Saltykow
spreekt van de leverantie van
visjes met een klein luchtje
er aan." Wellicht is het beste
middel om het Rusland van
1860?1880 te Ieren kennen
een vergelijking van Dosto
jewskij met Saltykow. De ene
ziet de edele
algemeen-menselike" trekken van de Russiese
geest zij 't ook in hun strijd
mettitaniese hartstochten van
geest en lichaam, de ander
ziet: corruptie, denuntiatie,
totale geringschatting van de
medemens in de praktijk des
levens. En beide voorstellingen
zijn juist. De Gruyter aan
vaardt Gorjkij's vernietigende
kwalifikatie van de Russiese
boer (p. 183), maar hij zwijgt
van Gorjkij's vroegere novel
len, waarvan menige bladzijde
diezelfde boer idealiseert, on
der de verse herinnering van
des auteurs leven onder de
heffe des volks. Beide beoor
delingen zullen wel juist zijn.
Onlangs had ik een gesprek
met Russen over het sterkere
rationalisme van de westerling
tegenover het intiemere aan
voelen van 't tnenselike door
de Rus. Ik herinnerde toen
aan een ergerlike grofheid,
waaraan onlangs een overigens
zeersympathieke Russiese ken
nis zich had schuldig gemaakt,
en kreeg ogenblikkelik ten ant
woord: ja, zeker, ongemoti
veerde gemeniteiten, dat komt
bij ons veel voor." Het is in
het leven als in de romans van
Dostojewskij: zware zonden
en intense zuiverheid van ge
moed, hij een en dezelfde mens,
terwijl bij de vlakkere wester
ling goed en kwaad beide min
der geprononceerde vormen
vertonen. Zouden wij dan
wensen Russen te zijn ? Even
min, dunkt mij, als in 't algemeen de Rus Euro
peaan zou willen worden. Elk kan van de ander
veel leren. En voor het beseffen der relativiteit
onzer eigen voortreffelikheden is de studie van
Dostoiewskij, die ons de Russiese deugden en
ondeugden in nog scherper vorm doet zien dan
het werkelike leven, een goede leerschool.
N. v A N W ij K
Leekenspiegel
v. B. te A. Welken weg moet ik volgen om een
sigarenmerk wettig te doen deponeeren ?
Ter verkrijging van de inschrijving van een merk
zendt de belanghebbende aan het Bureau voor
den industriëelen eigendom gevestigd te 's
ravenhage, een voldoend clichévan dat merk ter lengte
en breedte van ten minste 1.5 en ten hoogste 10
centimeters en ter dikte van 2.4 centimeters,
benevens twee onderteekende exemplaren eener
duidelijke afbeelding en daarmede overeenstem
mende nauwkeurige beschrijving van zijn merk. Bij
deze beschrijving moeten tevens worden vermeld
de soort van waren, waarvoor het merk bestemd
is, en de volledige naam en de woonplaats van den
inzender. Indien de beschrijving de kleur van het
merk als onderscheidend kenmerk vermeldt, stelt
de inzender een door het Bureau voor den indu
striëelen eigendom te bepalen getal afdrukken in
ONZE KOLONIËN: Z.W. CELEBES
door J. G. SINIA.
(Met teekening door den schrijver)
DANSMEISJE
Het was gedurende de viering van een ceremonieel feest in
Mario-riAwa" een vazalstaatje van het voormalige rijk Soppeng, dat ik
kennismaakte met Itinadja, het meisje, dat mijn plaatje weergeeft.
Erg aangenaam was mij die kennismaking echter niet, want zij
was padjogé(= dansmeisje) in dienst der vorstin en hoewel zij in
deze hoedanigheid, met nog een andere kunstzuster, niet zonder
gratie de verschillende nationale dansen uitvoerde, heeft haar
krijschende zang, waarmede haar dansen gepaard gingen en het eentonig
gebonk op de gendrang (een soort van trom) gedurende de vele dagen,
dat ik daar vertoefde, mij menig uur vergald. Dit nam echter niet
weg, dat deze Itinadja een aardig Boegineesch vrouwentype was en ik
er daarom dan ook prijs op stelde mijn schetsboek met haar afbeel
ding te verrijken. Na heel veel moeite gelukte het mij haar over
te halen om te poseeren en zoo verscheen zij op zekeren middag
voor mij, vergezeld van een van haarvele aanbidders, schuw als een
vogeltje hetgeen trouwens de adat aan vrouwen ten opzichte van
mannen voorschrijft maar tegelijk ook vol van slechts moeilijk
ingehouden begeerte naar het loon, dat ik haar als model beloofd had.
Wat de kleeding en verderen opschik van zulke padjogé's betieft,
spreekt het plaatje, naar ik hoop, voor zich zelf; alleen zij opgemerkt,
dat zij zich tamelijk sterk inrijgen en om het uiterlijk voorkomen te
verfraaien een wel zeer kwistig gebruik van poeder- en verfkw;^t
maken niet alleen, doch bovendien door het aanbrengen van gouden
moesjes op de slapen het effect daarvan nog trachten te ver'noogen.
PARK-HOTEL
BOTTER-D AM
kleur ter beschikking van dat Bureau. e inzen
ding kan ook geschieden door een schriftelijk
daartoe gemachtigde.
Het merk mag geene woorden of voorstellingen
bevatten, die in strijd zijn met de goede zeden,
of waardoor het gebruik van het merk in strijd
zou zijn met de openbare orde. Het mag niet
bevatten, zij het ook met eene geringe afwijking
een wapen van het Rijk, eene provincie, gemeente
of eenig ander publiekrechtelijk lichaam, of den
naam of het onderscheidingsteeken van het Roode
Kruis". Bij de inzending is voor elk merk een
bedrag van dertig gulden te voldoen, waarvan
in geen geval teruggave geschiedt.
DE KON FABR.F.W.BRAAT-DELFT
VERZIN KT,VERLOOPT. VERKOPERT
ONAFHANKELIJK VAN ydf»J1 f NAFMETING';
TEGEN BILLIJKE PB|J£ENïjS^«ÏV - *X '?
LOONSCHOOPEERAFDEELING.