De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 1 november pagina 9

1 november 1924 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND JAC. BIELINO FAUNENDANS' ''-.-- - > ff AANPLAKBILJETTEN Er zijn weer verschillende nieuwe aanplakbiljet ten verschenen en hoewel de pogingen om iets goeds te maken ten volle waardeering verdienen, is het niettemin een opmerkelijk feit dat welhaast bij geen der teekenaren-ontwerpers het hartgrondig verlangen overheerschend was om nu eens werke lijk iets blijvends te maken, dat lang nadat het 'biljet zijn actualiteit heeft verloren, waarde blijft houden als kunstwerk en als voorbeeld kan dienen van een met volle toewijding en warme liefde voor het doen" uitgevoerde werkstuk. Bij sommigen blijkt bovenal de wensch om knap te schijnen eri handig, en het gevolg is een in elkaar geflodderd ding, dat veel meer het karakter draagt van een vergroote illustratieve schets, dan van een decoratief vullen van het vlak; bij anderen overheerscht de neiging om toch vooral bijzonder te zijn, waarbij alle distinctie wegvalt, en weer anderen hebben er slag van hun biljetten door quasi-onbeholpen teekening, door armelijke kleurstelling en slordige uitvoering het aanzien te schen ken van een ordinaire cents-prent, daargelaten dan dat laatstgenoemde drukken eene aantrekkelijke naieviteit bezitten welke aan de affiches vreemd blijft. Een waarlijk goed en schoon aanplakbiljet moet beantwoorden aan bijzondere regelen en hoe men er ook over moge denken en aan welke opvattingen men zich het liefst ook moge houden, vast staat dat n afstands-werking, n vulling van het vlak, n kleur-contrasteering en dus, samenvattend, de bouw en de conceptie van het geheel, bepaalde nauw te omschrijven eischen stellen, waaraan de kunstenaar niet straffeloos ontkomen kan. Want een affiche is geen vergroote illustratie en al is een illustrator nóg zoo bekwaam en han dig, dan is het teekenen van een aanplak biljet toch iets heel bijzonders, al was het dan alleen maar door het grootere formaat. Is men bovenal zwart-en-wit-kunstenaar, dan speelt ook de kleur weer parten, want tusschen kleur" en kleurtjes" is een groot verschil. Hier strandde B. van Vlijmen in zijn biljet voor de Tentoonstelling te Tilburg (Druk kerij de IJsel" te Deventer). Ook Walter (die een door mij in dit blad reeds besproken goed biljet teekende voor de Vereeniging ,,'s Zo mers Buiten") was niet gelukkig met zijn drie tal brutale biljetten voor de actie onder de textielarbeiders in Twente, Druk de Jong en Co te Hilversum. Er zit veel overtuiging in de koppen der in blauw gekleede werklieden, maar het is alles zoo grof gedaan en de leelijke letters zijn zoo hinderlijk en dan is het toch eigenlijk wel een beetje belachelijk als je een werkman met de handen in de broekzak ken, wijdbeens ziet staan te midden van helrood en oranje-oplaaiende vlammen, om tusschendebeenen de leuze Heete harten, koele koppen!" . . te lezen . . Dan is het biljet door Frits Lensvdt voor de Herdenkings-feesten te Middelburg als tegenstelling heel wat aantrekkelijker, ook al is het schabloon-achtige der teekening oorzaak van het feit dat deze iets verbrokkelds heeft. Maar er is het feestelijk element! De vlaggezwaaier staat fiksch op de beenen en om en boven en achter hem is het fleurige der geheel vlak gehouden nationale kleuren (het biljet is in oranje, rood en blauw op witten grond gedrukt). Een deugd van dit biljet is mede, dat de letters vol komen n zijn met de rest. Maar van den tooneel-décorontwerper Lensvelt kan men dit zuiver inzicht wel verwachten. Op een biljet, dat zijn waarde blijft be houden, ook al is de gebeurtenis, waarvoor het werd vervaardigd reeds lang vcnrbij, moet ik nog wijzen: Jan Toorop'szeer fraaie plaat ter aankon diging van het Eucharistisch Congres. Het is zonder twijfel het schoonste biljet dat in den laatsten tijd is uitgekomen. Het heeftkarakteren stijl. De gansene bouw is vast e n onge meen sterk en is van eene krachtige en toch uiterst gevoelige decoratieve werking. Ook de baletteting is n met de teeke ning van het biljet en aldus is Toorop erin geslaagd opnieuw een waardig werk stuk aan zijne zoo schoone serie alfiches toe te voegen, waaiin hij ons weder het overtuigend bewijs geeft dat een reclame biljet in alle opzichten een voldragen kunst werk kan zijn. Een voorbeeld voor velen! Voorts zijn er onder de prijsvragen die, welke door de firma Bruijnzeel te Rot terdam uitgeschreven werd terannonceering harer parketvloeren en die van wege het Nederlandsche Roode Kruis ter bekendma king eener geldinzameling. Op deze laatste prijsvraag kom ik nader terug. In verschillende steden van ons land zijn de ingekomen ontwerpen voor Bruijnzeel's fabri kaat tentoongesteld. De bekroonde antwoorden (de Jury bestond uit de heeren Jongert, Gouwe en Bruijnzeel) waren die welke inkwamen onder B. S. CLAUS K. VEOTER GOUDEN LOF" het motto Faunendans", Kijkduin" en Gouden Lof", respectievelijk ingezonden door Jac. Bieling te Amsterdam, B. ,S. Claus, den Haag en K. Vegter, den Haag. Daarbij dient echter te worden opgemerkt dat het bedrag van den eersten en tweeden prijs gelijkelijk verdeeld werd, omdat geen van beide" (aldus het Jury-rapport) abso luut den voorrang kan verwerven boven het andere, daar in beide tegenover de gebreken, eigen kwali teiten staan, welke ze tegen elkaar doen opwegen." Bij het bezien der bij dit artikel afgebeelde in zendingen (clichés van De Reclame") bedenke men wel dat de kleur ontbreekt, welke vooral bij Gouden Lof" (het fijne goud en bruin en cr megeel) zeer veel doet. Wel zeer oorspronkelijk is Faunendans" en er is een aangenaam evenwicht in de compositie, maar ik voel iets tweeslachtigs in de vreemde ronding der faun-figuren (Duitsche invloed is sterk merkbaar) en de strakke teekening van letters en parket-vloer-motieven. Voor het biljet van Claus voel ik niets, maar dat zal wel aan mij liggen. Toch van de zoo tal rijke dansende paren onder de (let wel !) zes en negentig inzendingen, was dit wel 't beste. Maar als men bedenkt dat bij de eerste schifting niet minder dan . . vijf en zestig inzendingen moesten uitvallen, dan behoeft het geen nader betoog dat het gehalte der antwoorden bij prijsvragen nu KIJKDUIN" niet bepaald op peil" is. Trouwens het gansche prijsvraag-systeem heeft zeer veel tegc n, als was het alleen maar de groote hoe veelheid vergeefsche arbeid cue verricht werd. Immers het is een lot uit een loterij, een kansspel, een wisselvallig pogen om nu eens geen niet" te trekken en ook hier kon wederom de Jury.... de opmerking niet terug houden, dat zij geen der ingekomen ontwerpen doorslaand een volledig geslaagde beantwoording acht van de vraag; de gewaardeerde eigenschappen hebben zich in geen der teeker.ingen zoo gecon centreerd, dat het gegeven op de eenvoudigste wijze tot zijn meest treffende uitdrukking is ge bracht." Mij dunkt, met een directe opdracht wordt ten slotte meer bereikt! OTTO VAN TUSSENBROEK OOKTFRED:JROESKE ZANDBLAD - SIGAREN 8 enIO ets NIEUWE UITGAVEN A. KARKAVITSAS, De bedelaar, roman uit het Thessalische landleven, vertaald uit het nieuwGrieksch door J. A. Lambert van der Kolf. Rot terdam, W. L. en J. Brusse's Uitgevers-Maat schappij. Deze roman behandelt de macht die een slimme bedelaar heeft over de bevolking van een van die kleine, triestige dorpjes, die in de vlakte van Thessaliëverspreid liggen. In enkele tafereelen ty peert de schrijver de boerenbevolking, vertelt over de opleiding van het bedelaarsvak, en verhaalt hoe de bedelaar zich weet te wreken op eendouanekommies, door wien hij was mishandeld. C. VAN DIJCK, Med. philos. doctor, De Wijs begeerte een rem voor de wetenschap. Baarn. Hollandia-drukkerij. Butterfly Bonbons Overheerlijke, LJ^ivC^Li Vl*Sta^ ^^^^P~jièt*V'-7^-j*^v'i'>'-i"ii(& SaSfesiJ^sSs

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl