Historisch Archief 1877-1940
V. 8173
Zaterdag S November
AM9S4
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van G. W. K E RN KAMP
Redacteuren: H. BRUGMANS, HERMAN HEYERMANS, TOP NAEFF en G. NOLST TRENIT
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM
UITGEVERS: VAN HOLKEMA ft WARENDORP
Prijs per jaargang f 10.
bfl vooruitbetaling. Per No. f 0.25
Redactie en Administraties
Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën f 0.75 per regel
Dispositiekosten 20 cent
JONG PROTESTANTISME
Aan het Protestantisme het vrijzinnige niet
het minst wordt dikwijls verweten dat het
scheppende kracht mist. Het heeft een tekort aan
organisatie-vermogen en, wat erger is, het is niet
in staat voor het Christendom de nieuwe vormen
te vinden, die onze tijd behoeft.
Dit verwijt heeft zijn recht. Het geldt eigenlijk
elke beweging die het met de vrijheid waagt. Wat
deze aan waarachtigheid en daardoor aan inner
lijke kracht wint, verliest zij dikwijls weer door
tekort aan gemeenschap. En gebrek aan gemeen
schap beteekent: tekort aan scheppende kracht.
Aan deze gemeenschap mangelt het te zeer in het
vrijzinnig Protestantisme. Er is hier geen bindend
gezag, dat haar oplegt. Zelf moet men haar willen,
zij moet uit den geest geboren worden en in liefde
bestendigd blijven. En daarom is zij niet in
overgroote mate aanwezig in wat men het moder
nisme" pleegt te noemen. Daarom is het vrijzinnig
Protestantisme geen groote macht al heeft het
wel innerlijke kracht.
Te meer verheugend is het te kunnen wijzen op
een beweging in den kring van het vrijzinnig
Christendom, die wél een gemeenschap is, wél
bewezen heeft scheppende kracht te bezitten: de
Jeugd-Bonden, de Vrijzinnig Christelijke
Studentenbond en de Vrijzinnige Christelijke Jongeren
Bond. Deze laatste viert heden in Utrecht zijn Ie
lustrum. Dit mag aanleiding zijn om even te vragen:
wat heeft de V.C.J.B. in de eerste vijf jaren van
zijn bestaan gedaan, wat is zijn beteekenis
geweest?
Natuurlijk zijn er tekortkomingen, zwakke
plekken aan te wijzen in organisatie en arbeid van
dezen Jeugd-bond. Maar zijn groote waarde heeft hij
bewezen. Deze laat zich al vermoeden uit zijn
sterken groei, die aldoor toeneemt. In alle belang
rijke Protestantsche plaatsen, in vele, vele dorpen
ook, heeft hij zijn afdeelingen, waarin de jongeren
tusschen 18?35 jaar van een kerk of verschillende
gemeenten te samen georganiseerd zijn, hun
afdeelingswerk doen.
Maar heden vragen wij de aandacht voor de
beteekenis, die de V.C.J.B. als geheel heeft. En
dan zij eerst gezegd dat hij de jongeren, van wie
het heette, dat zij weinig belangstelling hadden
voor godsdienstig en kerkelijk leven, heeft gebon
den. In den bond" hebben de jongeren, niet
buiten de kerkgenootschappen om, maar er in
en ook er dwars door heen, een levenskring.
Zij zijn een beweging geworden, waaraan een
bepaalde geest en een eigen sfeer karakter heeft
gegeven. Jongeren van het geheele land vinden
elkander op conferenties, in Soesterberg, in eigen
huis, het Oolgaardthuis bij Arnhem, en elders.
Van zulke conferenties gaat stuwkracht uit voor
de religieuze vorming van de persoonlijkheid
en de jongeren-beweging als zoodanig binden
zij. Gemeenschap wordt daar wel sterk ge
voeld.
Van het cultureele werk, dat de V.C.J.B. doet
of waartoe hij het initiatief genomen heeft noemen
wij de poging om een synthese te brengen tusschen
muziek en godsdienst. Daartoe belegde de Bond
een muziek-conferentie, waar leidende kunstenaars
aanwezig waren mét jongeren en zij waren samen
in den geest van den V.C.J.B. Uit deze bijeenkomst
groeide het Genootschap Muziek en Religie", dat
dit jaar weer een conferentie hield en 'n geschrift
uitgaf.
Eveneens werd, dit voorjaar, een conferentie
georganiseerd om een band te leggen tusschen
tooneel en religie. Bekende tooneel-leiders en
tooneel-spelers zochten met jongeren samen naar
nieuwe wegen. En evenals de muziekconferentie
werd deze bijeenkomst als een gebeurtenis be
leefd. En men bereidt het stichten van een ge
nootschap: ,,drama en religie" voor.
In den V.C.J.B. werkt sinds eenige jaren een
bepaalde drang naar religieus tooneel, naar ver
beelding van het religietise moment. Verschillende
afdeelingen zochten naar een drama dat op te
voeren was, maar slaagden niet. Toen heeft dr.
Fetter, Remonstr. pred. in Rotterdam geschreven
zijn Gelukslam" dat door de
Jong-Remonstranten is opgevoerd. En dr. van Holk, Rem. pred.
in Utrecht, schreef Het ontoegankelijke Licht"
dat heden, ter gelegenheid van het lustrum, in
den Utrechtschen schouwburg zal worden gespeeld
door het Vereenigd Tooneel".
En op geheel ander terrein heeft dezen
zomer de V.C.J.B. de stoot gegeven aan de Jongeren
vred es-actie, die geen politiek spel bedoelt te zijn,
maar een getuigenis van den wil tot vrede, welke
brandt in de jongeren die zich bewust geworden
zijn, die wakker geworden zijn in deze wereld.
Zij beleven, in jeugd-idealisme, een gedicht als
van Thomson verscheen in hun maandblad
Groei".
Wij dragen de schuld onzer tijden,
De schuld van het onrecht, dat wast;
Wij moeten de menschheid bevrijden
En beuren haar bittere last;
Wij moeten de menschheid hergeven
Het licht, dat haar oogen verguldt,
En maken haar donkere leven
Van heilige vreugde vervuld.
Wij willen met reppende voeten
Als zonen en dochteren van 't licht,
De droeven en duistren in stoeten
Meevoeren voor Gods aangezicht,
Tot daar waar de liefde zacht-ruischend
Ons allen omvangt en omstuwt
Gerechtigheid stormend en bruisend
Tot weelden van broederschap luwt.
Zeg niet, dat zij nooit zal gebeuren
De hoop die alle eeuwen doorzong;
Wij stooten ze open de deuren
Naar 't heil; wij zijn sterk, wij zijn jong.
Wij gelooven, en wie kan hém keeren
Die jong is en zalig gelooft?
Het Rijk komt en 't Rijk is des Heeren;
Gods glorie wordt nimmer gedoofd.
Niet het minst belangrijke werk dat de V.C.J.B.
doet is het organiseeren van jongens- en
meisjeskampen. Met den V.C.S.B. heeft hij zich hiertoe
vereenigd tot de Vrijzinnig Christelijke
JeugdCentrale", welke dit jaar 1200 jongens en meisjes
in kampen samenbracht. En dit zomer-kampwerk
wordt voortgezet in winterclubs enz., zoodat een
heele jeugd-organisatie hier is gegroeid. En als ik
mij niet vergis zal dit, op zich zelf al zoo prachtige
werk, in de toekomst, met name in de groote
steden, tot nieuwe instellingen kunnen leiden, die
hun groote waarde zullen blijken te bezitten voor
de religieust1 en cultureele jeugd-vorming.
In de eerste vijf jaren van zijn bestaan heeft de
V.C.J.B., in nauwe samenwerking met den
studentenbond, wel bewezen van beteekenis te zijn, en
scheppende kracht te bezitten. Hij is zelf eennieuwe
vorm. van het vrijzinnig Protestantisme. En in
het kerkelijk leven zijn plaats innemend zal hij
daarin zeker nu door zijn aanwezigheid, en later
ook door middel van zijn oud-leden, stuwkracht
kunnen zijn. Eti aan de groeiende organisatie
van het vrijzinnig Protestantisme, dat nadere
gemeenschap wil tusschen de verschillende kerk
genootschappen, in federatieven vorm, zal de
V.C.J.B. medewerken. Hij zelf verbindt immers in
zich de jongeren uit verschillende kerkgenoot
schappen .
Om al deze redenen geeft het eerste lustrum van
den V.C.J.B. aanleiding om met vreugde te
wijzen op de beweging in het vrijzinnig Christen
dom die wij zouden kunnen noemen:
JongProtestantisme.
W. M A C K E N Z I F.