Historisch Archief 1877-1940
No. 2473
DEfAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
BLAUWBAARD's ACHTSTE VROUW
(Opgevoerd door de Kon Ver,, Het Nederlandsen Tooneel")
Teekeningen voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen
LOUIS SAALBORN
<De Markies de Monferrat)
LOUIS SAALBORN en WILLEM ROYAARDS
OSCAR^TOURNIARE
(Hubert de^Linancourt)
Dr. W. ROYAARDS
(Gezant)
JOHN GOBAU
(DeJAmerikaan John Brown)
J. ROYAARDS?SANDBERG
(Monna'deJMonf rrat)
MARIE VAN ZEGGELEN. De vrede van het
Maerland. Met twaalf platen naar
teekeningen van de auteur. Amsterdam z.j.
Scheltema en Holkema's Boekhandel.
Marie van Zeggelen is in de Hollandsche letter
kunde een stille, sympathieke figuur. Zij heeft
een aantal romans geschreven, die geen van alle
brillant zijn en waaraan elke zucht naar uiterlijk
letterkundig" vertoon ontbreekt. Mevrouw van
Zeggelen wilde er komen zonder dat, en het is
haar gelukt. Door de boeken, die zij tot nu toe
schreef, is zij ongetwijfeld een van onze beste
en belangrijkste prozaschrijfsters, en wanneer zij
als zoodanig nog niet algemeen wordt erkend, dan
komt dat naar mijn overtuiging alleen, doordat
zij als mensch en als schrijfster iemand is, die de
ruchtbaarheid en de reclame vreest, zich maar het
j iefst op den achtergrond houdt en zich gelukkig
voelt als men haar maar gelegenheid laat, om haar
talent rustig uit te schrijven.
Ook dit nieuwe boek, De vrede van het Maer
land", is weer bijzonder goed. Het sluit aan bij
Een broederdienst", maar het is op dat werk
toch geen vervolg te noemen. De handeling valt
voor omstreeks 1835, voornamelijk in de omgeving
van Haarlem, en de schrijfster is er uitmuntend in
geslaagd, de sfeer van dat oud-tijdsche Holland
voor ons levend te maken.
Kostelijke typen komen er in het werk voor.
Daar zijn in de eerste plaats de fijne Cecieltje
van Rodenberghe en haar schuchtere minnaar;
dan de levenslustige oude tante Anne Bet
Hoogkamer; de oude heer Breecamp; dokter Wilde;
dominee Gaselius en vele anderen. Ik heb even
gedacht aan Wolff en Deken, aan de Camera, toen
ik de knappe en geestige typeer-kunst van mevrouw
van Zeggelen genoot.
Het slot van het boek en dat is jammer bij
zooveel goeds doet geforceerd aan. Er komt niet
veel schot in de vrijage van den jongen Breecamp
en het lieve Cecieltje, en dan opeens heeft hij
haar geschaakt. Een plompe steenval in de rustige
vijver-spiegeling van die oud-Hollandsche degelijk
heid. Van Evert-Jan meer een jongen van den
droom dan van de daad hadden wij dien
romantischen krachttoer niet verwacht.
Overigens een heel mooi boek, beminnelijk, lief
en zuiver van inhoud, beheerscht
van vorm. Als een staaltje van
zeldzaam-goede vertelkunst noem
ik het tooneeltje, waarin verteld
wordt hoe de oude heer Breecamp
en zijn toekomstig
schoondochtertje in een toe-sleedje" door
Amsterdam rijden, en hoe zij,
doordat het sleetje losraakt, mid
den op een brug blijven staan,
terwijl de sleeper met het paard in
den winteravond verder sukkelt.
(blz. 115 e.v.). Het is een der
beste gedeelten uit het boek.
Nog n opmerking, een kleinig
heid. Op blz. 105 laat de schrijfster
Dr. Wilde spreken over een
zekeren Yntema." Is dat wel in
den geest van den tijd? Yntema,
de redacteur van de Vaderlandsche
Letteroefeningen, was omstreeks
1835 een beroemd man, al waren
Drost en Potgieter het er al eerder
over eens, dat hij een middel
matigheid was.
PAUL KENIS. Fêtes"galantes'.
(Fantasie-stukken in
Rococostijl). Antwerpen 1924.
L. J. Janssens en Zonen.
i» Van dit boekje gaat een broze,
weemoedige bekoring uit. Fan
tasie-stukken in rococo-stijl"
noemde de schrijver deze schet
sen, alle verbeeldingen van 18e
eeuwsch leven, en hij slaagde er
inderdaad in, den schrijftrant van
zijn proza dat zwierig-elegante,
vederfijn-luchtige te verleenen,
dat den rotoco-tijd aantrekkelijk
maakt. Vele historische gestalten
komen in zijn boekje naar voren.
In de eerste plaatseen aantal van
die beminnelijke zondaresjes, die
een later geslacht heeft gezien
in de betoovering van het ver
leden, dat immers altijd de om
trekken vervaagt en vermooit.
En de auteur zelf och ja, ook
hij heeft dat 18e eeuwsche verleden
gezien door het waas van zijn
idealiseerende verbeelding, waar
door het cynisme en de schaamte
loosheid van dien tijd verdoezeld
worden, de armoede aan bezieling
verdwenen is achter den kleurigen
schijn vanop de spits gedreven
courtoisie enhoofscheuiterlijkheid.
Wat de schrijver in zijn boekje
vooral voelbaar heeft gemaakt, is
de triestigheid van den mensch
van nu, terug-zinnend naar dien
ouden, moeden tijd, die zijn laatste
krachten heeft uitgevierd met een
schittering als van een herfstbloem.
Kleurig, hartstochtelijk, maar ge
haast eiken dag kunnen de
koude dampen komen van den
winter. En al zouden dan de
gestalten uit het verleden zoo
ze terug konden keeren zich
wellicht niet allen dadelijk her
kennen in de beeltenissen, die de
auteur dezer Fêtes galantes"
vanghen 'schiep, wij volgen hem toch gaarne op
zijn'droo'mtochten door de jaren van die merk
waardige, tragische eeuw, de achttiende.
JERÜME EN JEAN THARAUD. Pogrom. Vert.
v. M. J. Premsela. Baarn 1924.
Hollandiadrukkerij.
Een boek in denzelfden geest als De schaduw
van het kruis", het werk waardoor de gebroeders
Tharaud bij ons bekend geworden zijn. Dat eerste
boek sloeg in; dit tweede zal het ook wel doen. Het
verdient het althans ten volle. Het behandelt het
leven van de Joden op een dorp in de Oekraïne,
en het merkwaardige van het boek is, dat het al
de fouten en belachelijkheden van het onzindelijke,
wriemelende volkje in 't licht stelt, en er tóch
respect voor weet te wekken. De schrijvers ver
heffen de zieligheid van den enkeling tot de tragiek
van het ras. Een boek vol fijnen, kostelijken humor,
zoowel in de typeering van de afzonderlijke per
sonen als in het gegeven in z'n geheel: de haat
van de jodengemeente tegen de Kozakken, die ze,
als het begint te spannen, toch maar binnen
halen om beveiligd te zijn tegen jodenhatend
fanatisme.
De heer Premsela vertaalde het boek in uit
muntend Hollandsen.
HERMAN MIDDENDORP
ELIAS VAN PRAAG
(Detektive)