Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2473
t
f
j,
DE ROMANS VAN MILLS
WHITHAM
SILAS BRAUNTON.
IV.
De jaren golfden over de hoeve en haar
menschen heen; Vida, het verloren kind van Minna
Brauntori en Nathan Darth, door Thomasine,
tegen Silas' wil opgenomen, was vier, en misschien
wat meer geworden. De keukenwijsheid had ver
klaard: zoodra maar eenmaal de tijd van kinder
huilbuien voorbij was, zou de meester als gewoon
lijk het geval was, wel aan het meisje gaan hechten.
En het volksdoorzicht bleek goed georakeld te
hebben.
Het kind had een zwakke gezondheid, niets
verontrustends vertoonde zich, maar dikwijls bij
weersverandering waren er booze aanvallen.
Dan hield zich Silas niet bedaard, hij wachtte
met zijn tochten naar buiten liever dan dat hij het
huis voor meer dan een dag verliet; kwam zij weer
bij, dan was hij opgewekt, hij bracht haar een
mooi stuk speelgoed, zocht haar 's morgens vroeg
al in haar bedje op, en dan heette het: kom,
oude vrouw, want zoo noemde hij haar altoos
't wordt tijd om wakker te zijn.
Tot groote verbazing van degeen die om hem
waren en wien de schrik nog onder de leden zat,
zag men een omkeer in zijn stemming en zijn manier
van spreken met menschen die wat verder afston
den. Ook hij zelf merkte bij zich den overgang op.
Hij was niet meer met zooveel ijver bij de zaken.
Het een en ander waarin hij vroeger had belang
gesteld liet hij varen. Er begon voor hem een een
tonig waas te heerschen over de dingen in hun
geregelde opvolging van planten en oogsten;
voorheen was hem dat nooit zoo opgevallen.
Hij legde aan zichzelf uit dat er niets
verwonderlijks in lag, wanneer hij zich eenigszins aan den
gang der zaken onttrok, omdat zijn behaald succes
hem onafhankelijk had gemaakt en hem niet
meer in spanning hield, maar hij moest tegenover
zich de bekentenis afleggen dat hij zich verveelde
en afleiding noodig had.
Den ouden schaapherder, vertrouwde en raads
man, had hij genoopt niet langer in de heuvel
streek te wonen, maar zich in de buurt van de
hoeve te vestigen. Hij raadpleegde hem over de
ondervonden verveling: leed ook hij daaraan?
De ander die van het leven eigenlijk geen andere
ervaring had dan de ontbering, wees hem op het
hart als de bron van opgeruimdheid en het geloof
aan de goedheid van het leven als het licht dat den
spiegel der ziel verhelderde.
Maar Silas had geen geloof.
Aan de goedheid van het Leven te gelooven
streed met de oprechtheid die hij het altoos zijn
eersten plicht had gerekend te betrachten, in zijn
wereldbeschouwing. Wat hield het in, het leven,
dan moeite en ijdelheid; c!e l.egte waarvan de
Prediker spreekt: met een vertwijfelde inspanning
bereikt men iets, om te merken dat het je niets
geeft.
Is het niet dikwijls nog moeilijker zichzelf
te kennen dan anderen? vroeg hem de herder.
Ik weet wel van mezelf dat ik geen humor heb,
die mankeert mij, zeide Silas.
Ge hebt u nooit den tijd gegund om eens te
lachen, daarin moest ge een lesje nemen van het
jonge meisje.
De eenzaamheid om hem heen !
Nu gebeurde het nooit gedachte, Thomasine
vond haar geluk.
De varensgast, plotseling te zijner tijd verdwenen
was geen prooi van de golven geworden, maar had
zich kunnen redden, en na jaren van omzwerving
in Amerika en Australiëen na fortuinlijke
schapenteelt in het laatstgenoemde werelddeel keerde hij
thans terug naar den geboortegrond. Ik geloof
dat er ergens een brief te loor was gegaan: zoo
bijzonder trouw aan de Thomasine die hij hartelijk
had liefgehad, was hij echter niet gebleven, want
hij was een levenslustige gezel; toch had hij in een
hoekje van zijn hart haar aandenken bewaard,
en als hij eenzaam op zijn schapenranch droomde
van een gezellig thuis aan den zeekant, dan zag hij
Thomasine naast zich in zijn woning.
Over zijn nasporingen in Engeland had hij niet
veel tijd laten heengaan, hij vond haar terug
zooals hij zich haar verbeeldde. Een oogenblik
was hij geschrokken toen hij de kleine Vida naast
haar zag spelen, maar, gelijk het in de ouderwetsche
romans gaat, zij zeeg hem aan 't hart, en zij sloot
hem aan zich alsof zij niet van plan was hem weer
los te laten.
De twee hoorden bij elkander. Silas bracht zijn
instemming met Thomasine over op haar geliefde.
Maar een scheiding was noodzakelijk. De
varensgast had gedacht aan de directe nabijheid van de
zee, hij had geen lust om onder de landelijke bevol
king te blijven, hoe gemakkelijk hem Thomasine
ook het verkeer met den Oceaan voorspiegelde;
liever wou hij Vida in huis opnemen, want het
was inderdaad een beste kerel, en bij had het er
op gezet zijn. Thomasine pleizier aan te doen.
Maar Braunton wou het kind niet laten gaan.
De tijd zou de beslissing geven, dacht men, zoo
moeilijk viel het Thomasine afstand te doen van
het kind, evenals zij de sterkte van den band met
haar aanstaanden echtgenoot gevoelde. Eenige
weken logeerde de varensgast op de hoeve; toen
ging Thomasine voor een besluit naar haar
vroegeren meester.
Wil je alles van me afnemen?" vroeg hij haar,
bij het meedeelen van haar wensch, met een harts
tochtelijke stem, welke zij niet van hem kende en
die haar deed ontstellen.
Maar gij zijt het geweest die haar naar het
werkhuis hebt willen sturen," kon zij zich niet
weerhouden hem te zeggen.
Ja, ja, dat weet ik wel." Hij deed zijn best, de
gelijkmatigheid van zijn stem terug te winnen.
Het gelukte hem niet geheel. Eindelijk:
Jaren en jaren ben ik bezig geweest om een
heuvel op te klimmen, nu ben ik op de hoogte, en
er is niets aan den anderen kant; ik zeg je, op
niets kijk ik uit."
Neen, meester, inderdaad zoo bedoel ik het
niet," zeide zij, neen, neen, neen, ik zal er waarlijk
verder geen woord over zeggen, ik beloof het u."
Maar hij had heelemaal zijn bedaardheid terug
gekregen, en op zijn onverschilligen toon, naar de
werktafel toegaand, zeide hij haar, alsof hij zich
schaamde over zijn warmte: Neem het meisje
mee."
Ik zal moeilijk buiten haar kunnen, maar ik
heb mijn man en met hem bij mij, mag ik niet zelf
zuchtig zijn. God helpe mij, Mr. Braunton, al
gelooft ge niet in Hem."
Het is goed zoo, Thomasine, nu genoeg!"
Zij wist dat hij van een vrouw tranen niet kon
verdragen, en haastte zich uit de kamer.
Thomasine vond haar vervangster in de hoeve;
er waren meer vrouwen wien het lot het dienen
had opgelegd, maar een opvolgster kreeg zij niet;
haar taak nam Silas op zich en hoe meer hij zich
afgaf met het werk om Vida, ,,de oude vrouw" op
te voeden in die takken van kennis waarin hij haar
enkele dagen van de week behulpzaam kon zijn,
hoe meer hij zich terugtrok van het werk waaraan
hij oudtijds zijn ziel had gegeven. Verscheidene
ondernemingen gaf hij op, hij beperkte den vee
stapel van zijn landerijen en liet veel vrijheid aan de
administrateurs van zijn goederen.
Wat hinderde het hem? zijn rijkdom vermeer
derde van zelf, hij leefde sober, het meeste dat hij
uitgaf was voor Vida; met haar maakte hij tochten
door het district en deed zijn best haar goed te
onthalen op de pleisterplaatsen, zoodat hij in
sommige streken den bijnaam kreeg van den
weiwillenden ouden heer, en ook de menschen in de
buurt hem met minder schrik begonnen te naderen.
Spreek er hem alleen niet van, het meisje naar een
kostschool te sturen.
Het was of zijn goedheid samenhing met de
tegenwoordigheid van het kind; bedacht hij iets
voor haar, kon hij een feest geven om haar genoegen
of eer te verscnaffen, dan was hij opgewekt; alleen,
viel zijn gezicht in, het nam een starende uitdruk
king aan, de eenzaamheid van den avond plaagde
hem met schrikbeelden van zich zelf, hij peinsde
er zich «p af, hoe hij in zijn hart een zenuwschrik
voor het leven had gekregen. Had een daemon zich
van hem meester gemaakt en de oorspronkelijk
edele qualiteiten Van zijn geest verkeerd in een
jacht naar goud en heerschappij, die hem thans
geen bevrediging meer geven?
Hij was rusteloos in die overpeinzingen, en werd
daar alleen uit opgeschrikt door een woord van den
dokter dat het Engelsche klimaat op den duur te
ruw voor Vida zou blijken; een volledig herstel
was slechts van een verblijf in zachter streken te
verwachten.
Zij was nu ongeveer negen jaar, de krachten
moesten tegen de periode van den definitieven
groei worden gespaard.
Dadelijk was Silas bereid den aanstaanden winter
met Vida in Italiëdoor te brengen, alle voorberei
dende maatregelen werden genomen, de boeken
tot inlichting werden aangeschaft, en moeite werd
gedaan voor het vinden van een geschikte gouver
nante.
Maar het lot was reeds onderweg en maakte
nog meer haas^ dan Silas.
AMSTERDAM
ROTTERDAM
DEN HAAG
MODERNE
GESTREEPTE
LOOPERS
50 BR. PER M. f 2.45
70 BR. PER M. f 3.2O
STALEN FRANCO
Nathan Dart, het oude bestaan van spelleman
voortzettend op de kermissen van de Western
Country, zag bij puur toeval het wagentje voorbij
rijden, waarin Braunton en zijn aangenomen kind
hun pleiziertochtje maakten door de streek. Hij
?herkende dadelijk het oude zwijn", en uit ver
halen die hem ter oore waren gekomen, kon hij
opmaken dat het kind zijn en Minna's kind was.
Er was wrok in zijn hart, de vernedering telkens
van den ,Meester" ondergaan had hij niet ver
geten en kon hij niet vergeten. Hij wees den kame
raad met wien hij samen, ieder in den eigen woon
wagen, over den weg trok, het paar dat passeerde.
Mijn dochter !" zei hij en het idee schoot hem op
eenmaal voor den geest dat er een geldsom te halen
was uit die omstandigheid, en tevens dat er een
gelegenheid zich opdeed om wraak te nemen.
Hij wilde Braunton op z'n minst vijftig
pondsterling afzetten en tegelijkertijd hem gevoelig
straffen in zijn trots en zijn gerustheid.
De kameraad deed zijn best hem duidelijk te
maken dat beide niet samengingen en hielp hem in
het samenstellen van een brief....
Waartoe echter in bijzonderheden de handelin
gen van Dart te volgen, men begrijpt allicht dat
Braunton geen acht sloeg op het schrijven van den
spelleman en dat het tot een onderhoud kwam
tusschen den beleedigden echtgenoot en den
knecht die hem had willen beleedigen. Een vuist
slag in het gezicht velde Dart. Hij wreekte zich
door de ontvoering van Vida in zijn woonwagen,
den dag dat de Meester op reis was om de laatste
beschikkingen te maken voor de groote reis naar
Italiëdie over een paar dagen moest volgen.
Dart had geen bepaalde plannen, het kind zou
niets dan een hinder voor hem wezen, alleen hij
wilde grieven, en het gekikte hem de in woedende
haast achtervolgenden het spoor bijster te doen
worden, zoodat zij na een wilde jacht van enkele
dagen en nachten het kind bewusteloos stervend
vonden in het werkhuis van een der hoofdplaatsen
in Devonshire waar Dart het had achtergelaten.
De achtervolgenden dat zijn met Braunton.
die ziel en zaligheid er op zette om Vida terug te
vinden, en die haar, zonder herkend te worden,
weerzag in een van die werkhuizen, waartoe hij
het arme schepseltje oorspronkelijk had willen
veroordeelen, met Braunton zijn de achter
volgenden: de oude herder en de vroegere huis
houdster met haar vriendelijken man, zij allen
nemen deel aan het angstvolle vertwijfelende jagen
voor het behoud van wat tot ondergang opgeschre
ven was, het kind der teringachtige moeder, met
haar verkillenden schrik voor het leven.
Het zijn tooncelen in deze laatste hoofdstukken
van het boek, die naar mijn meening het kader
van een dorpsverhaal te buitengaan. Ook het einde:
de verbitterde wanhoop, de zelfpijniging van den
eenmaal zoo machtigen man, te fier nog om het
geheel tegenover het leven op te geven, schijnt
mij een te zwaar besluit van het mooie boek. Toch
is men dankbaar dat de schrijver niet is overgegaan
tot een zwak compromis tusschen de levensbeschou
wing van den schaapsherder en de definitieve
levensloochcning van Silas Braunton.
De man durft zijn problemen aan.
W. G. C. B Y v A N c K
BATENBURG & FOLMER
(G. W. FOLMER)
DEN HAAG, HUYGENSPARK22
SPECIALITEIT:
BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS
MET SAFE-INRICHTING.
VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE
INTERNATIONALE TRANSPORTEN